De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden De tweede wet van Newton luidt: Fr m.a Fr = resulterende (totale) kracht in N m = massa in kg a = versnelling in 2 m/s De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden De resulterende kracht . . . F2 = 30 N F1 = 50 N Fr = 50 + 30 = 80 N F2 = 30 N F1 = 50 N Fr = 50 - 30 = 20 N De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden 1. Versnellen: Je ziet een wagentje van 40 kg. F2 = 30 N F1 = 50 N Bereken zijn versnelling. m Fr a Geg.: m = 40 kg, Fr = 80N. Gevr.: a! • Fr = m.a • 50 + 30 = 40.a • 80 = 40.a • a = 80/40 = 2,0 m/s2 Een auto versnelt 2. versnellen: Het wagentje rijdt naar rechts. Fw = 30 N 40 kg F1 = 50 N Bereken zijn versnelling. • Fr = m.a • 50 - 30 = 40.a • 20 = 40.a 2 • a = 20/40 = 0,50 m/s Een auto vertraagt 3. Vertragen: Het wagentje rijdt naar rechts. Fw = 30 N 40 kg F1 = 20 N Bereken zijn versnelling. • Fr = m.a • 20 - 30 = 40.a • -10 = 40.a 2 • a = -10/40 = (-)0,25 m/s : vertraging! Een rekenvoorbeeld: Het wagentje rijdt naar rechts. Fw = 30 N 50 kg F1 = 30 N Bereken zijn versnelling. • Fr = m.a • 30 - 30 = 50.a 2 • a = 0/50 = 0 m/s • Dus v is constant! De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Einde. © Het Vlietland College Leiden De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden Een slee op het ijs Fn Fs Fw Fz 1.1. Een slee op het ijs: Je ziet een slee van 10 kg. Fs = 40 N Fw = 30 N 30° a. Bereken zijn versnelling. b. Bereken de normaalkracht. Oplossing . . . 1.2. Een slee op het ijs: • Teken alle krachten . . . Fs = 40 N Fn 30° Fw = 30 N Fz • Dat zijn .. Fw, Fs, Fz en Fn. 1.3. Een slee op het ijs: • De versnelling is in de x-richting. Fs = 40 N Fsy Fn 30° Fw = 30 N Fsx Fz • Kijk naar krachten in de x-richting. • Ontbind de ‘schuine’ kracht Fs. 1.4. Een slee op het ijs: • Bereken de x-component van Fs: Fs = 40 N Fsy Fn 30° Fw = 30 N Fsx Fz • cos 30° = Fsx/40 Fsx = 40. cos 30° = 34,6 N =34,6 N 1.5. De slee van 10 kg wordt versneld: • Bereken de versnelling: Fs = 40 N Fsy Fn Fw = 30 N 30° Fsx = 34,6 N Fz • Fr = m.a 34,6 – 30 = 10.a 4,6 = 10.a 2 a = 4,6/10 =0,460.. = 0,46 m/s 1.6. Een slee van 10 kg: • De vertikale krachten: Fs = 40 N Fsy Fn 30° Fw = 30 N Fz Fsx = 34,6 N • Het aantal vertikale krachten is: 3 1.7. Een slee van 10 kg: • Bereken de y-component van Fs: Fs = 40 N 20 N = Fsy Fn 30° Fw = 30 N Fsx = 34,6 N Fz • sin 30° = Fsy/40 Fsy = 40. sin 30° = 20 N 1.8. Een slee van 10 kg: • Fz = m.g = 10 . 9,81 = 98,1 N Fs = 40 N 20 N = Fsy Fn Fw = 30 N 30° Fsx = 34,6 N Fz = 98,1 N • Vertikaal is er evenwicht . . . 1.9 Een slee van 10 kg: • Evenwicht, dus Fomhoog = Fomlaag Fs = 40 N Fsy = 20 N Fn =78 N Fw = 30 N 30° Fsx = 34,6 N Fz = 98,1 N • Fn + 20 = 98,1 Fn = 98,1 – 20 = 78,1.. = 78 N De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden 1.1. Een slee van 10 kg op een helling: 1. Teken alle krachten. Fn 2. Kies de assen . . . Fw = 40 N Fzx Fzy 30° 3. Teken componenten . . . 4. Bereken Fzx en Fzy Fz 1.2. Een slee van 10 kg op een helling: 5. Fz = mg = 10 . 9,81 = 98,1 N 6. Fzx berekenen: sin30° = Fzx/98,1 Fzx = 49,1 N Fn Fw = 40N 49,1 N Fzx 7. Fzy berekenen: 85,0 N 30° Fzy Fzy = 85,0 N Fz =98,1 N 30° cos30° = Fzy/98,1 1.2. Een slee van 10 kg op een helling: 8. Versnelling berekenen: 85,0 N Fr = ma Fn Fw = 40N 49,1 - 40 =10.a 49,1 N a = 9,1/10 Fzx = 0,91 m/s2 85,0 N 30° 9. Fn berekenen: 30° Fzy Fn = Fzy . . . = 85,0 N Fz =98,1 N De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden Rolweerstand: De rolweerstand hangt af van: 1. Banden en wegdek. 2. Massa, beter: normaalkracht en (bijna) niet van de snelheid: Frol v Luchtweerstand: De luchtweerstand hangt af van: 1. Snelheid v in m/s 2 A m 2. Frontaal oppervlak A in 3. Vorm: stroomlijn, Cw – waarde. 4. Dichtheid r in kg/m3 2 Flucht in kN 1 20 40 v in m/s Luchtweerstand Audi bij 100 km/h: Flucht = ½.r.A.Cw .v2 v = 100 km/h = 100.103m/3600s = 28 m/s Lucht: r = 1,3 kg/m3 A = 2,0 m2 (Audi) Cw (Audi) = 0,30 Flucht = ½. 1,3 . 2,0 . 0,30 . 2 28 = 0,36 kN Bij 50 km/h is Flucht = 0,36 kN/4 = 0,090kN De tweede wet van Newton 1. De formule. 2. Resulterende kracht. 3. Eenvoudige toepassingen. 4. Een ingewikkelder toepassing. 5. Een voorwerp op een helling. 6. Rol- en luchtweerstand. 7. Einde. © Het Vlietland College Leiden