Notitie ten behoeve van de commissie voor zorg, welzijn en cultuur inzake Implementatie studiereis jeugd Verenigde Staten. Aanleiding Op initiatief van provinciale instellingen voor jeugdzorg is in april 2004 een studiereis naar de Verenigde Staten georganiseerd. Een delegatie van uw Statencommissie en gedeputeerde drs. R. Augusteijn namen aan deze reis deel. De deelnemers zijn tot de conclusie gekomen dat een aantal ervaringen en ideeën die hierbij zijn opgedaan goede aanknopingspunten bieden om problemen die momenteel in Noord-Brabant spelen op een nieuwe, onconventionele manier aan te pakken. (zie separaat verslag van Studiereis “Community Partnership” juli2004). Afgesproken is dat zowel door de betrokken instellingen als vanuit de provincie concrete initiatieven zullen worden ontwikkeld om deze ervaringen in de praktijk toe te passen. De voorliggende notitie concentreert zich op de initiatieven die wij vanuit de provincie in goed overleg met pilotgemeenten ontwikkelen. Nog dit kalenderjaar zullen deze initiatieven in een concrete Uitvoeringsplan worden uitgewerkt zodat per 1 januari 2005 de uitvoering daadwerkelijk kan starten. Daarbij zullen wij tevens een koppeling leggen met de trajecten die vanuit de instellingen zelf in gang zijn gezet. Het initiatief terug bij de burgers. In onze Nederlandse samenleving staat de effectiviteit van het zorgstelsel en de eigen inbreng van de burger hierbij momenteel sterk ter discussie. Hierbij denken wij niet alleen aan de Wet op de jeugdzorg maar ook aan de meningsvorming rond de voorgenomen Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Ervaringen in de VS laten zien dat een directe actieve rol van de burger inderdaad tot doorbraken en oplossingen leidt. Belangrijke kenmerken van deze aanpak is dat burgers op buurtniveau zelf de problemen naar voren brengen, ontwikkelingen in kaart brengen, het bedrijfsleven inschakelen en vanuit een concrete vraag een beroep doen op professionele organisaties. Vervolgens wordt afgerekend op daadwerkelijke resultaten. Problemen worden hierbij vanuit één integrale benadering aangepakt: onderwijs, jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, kinderopvang enz. In het bijgaande Uitwerkingsplan “Op weg naar een actieplan voor JONG in Brabant” wordt dit nader toegelicht. De centrale visie hierbij kan als volgt worden samengevat. “Brabant wenst zich zorgzame gemeenschappen die op hun kracht bouwen en vertrouwen. Zij dienen te voorzien in positieve kansen voor kinderen, gezinnen en individuen om hun onafhankelijkheid en hoogste potentie te bereiken en bij te dragen aan het algemeen belang. Brabant legt daarvoor het initiatief terug bij de burgers.” Groot draagvlak voor het initiatief. Op initiatief van gedeputeerde Augusteijn is een eerste inventarisatie gepleegd bij drie geselecteerde gemeenten om na te gaan of er voldoende basis is voor een vernieuwde gezamenlijke aanpak op wijkniveau. Alle drie gemeenten hebben hierop enthousiast gereageerd. Het gaat om de gemeenten Helmond, Waalwijk (kern Waspik) en Tilburg . Uit een eerste inventarisatie is gebleken dat er bij deze gemeenten bestuurlijk draagvlak is én dat er in de geselecteerde wijken/initiatieven voldoende aanknopingspunten liggen om op door te kunnen gaan. Daarnaast is contact gezocht met de regeringscommissaris voor jeugd: de heer Steven van Eijck. Ook de heer Van Eijck bleek zeer geïnteresseerd en zelfs bereid te zijn de aanpak te steunen als provinciale benadering van de landelijke Operatie JONG. Doelstelling van het Kabinet met deze landelijke Operatie is om op lokaal niveau zichtbare verbetering tot stand te brengen in de nu nog gebrekkige samenwerking van alle instanties die zich richten op jeugdbeleid tot 23 jaar. Fasering. De ontwerp-fase van het project loopt tot 31 december 2004. In deze periode zal in goed overleg met de drie genoemde gemeenten een concreet uitgewerkt plan worden opgesteld. Hierbij zal tevens helder worden aangegeven wat van de diverse betrokken partijen concreet verwacht zal worden. Onze provinciale rol is het inhoudelijk ondersteunen van het project én het op basis van maatwerk inzetten van budgetten vanuit jeugdzorg. Uiteraard zullen hierover pas definitieve toezeggingen worden gedaan nadat het project concreet is uitgewerkt. Hetzelfde geldt voor de te verwachten inzet van gemeenten.Voor het uitwerken van de ontwerpfase zal een beroep worden gedaan op een extern bureau (Ordina). Zie voor een nadere toelichting op de uitwerking het bijgaande plan van Ordina. Belangrijke onderdelen van de ontwerp-fase zijn: Per gemeente zullen doelstellingen worden geformuleerd. Ook zal op basis van een verzameling van bestaand materiaal een 0-meting worden verricht en worden vastgesteld via welke indicatoren de resultaten beoordeeld zullen worden. Er zullen heldere afspraken worden gemaakt over de informatievoorziening. Er zal een projectstructuur worden opgezet. Er zal een breed communicatietraject worden gestart. Op 16 november 2004 zal op het provinciehuis een brede startconferentie worden gehouden. Deze conferentie zal worden geopend de regeringscommissaris jeugd de heer S. van Eijck. Hierbij zullen Amerikaanse deskundigen een presentatie geven. Vertegenwoordigers van de drie geselecteerde gemeenten zullen deelnemen aan een internationale conferentie die tussen 1 en 5 november 2004 in de VS zal worden gehouden. De pilots zullen hierdoor deel gaan uitmaken van een internationaal netwerk rond het thema burgerinitiatieven. Gedacht wordt aan 2 vertegenwoordigers per gemeente (één jongere en één gemeentelijke vertegenwoordiger) plus een kleine delegatie van projectorganisatie/provincie. De uitvoerings-fase start op 1 januari 2005. Hiervoor zal een nader uitgewerkt projectplan worden voorgelegd. Hierbij zal tevens worden bezien in hoeverre het mogelijk is het aantal gemeenten te verhogen tot maximaal 6. Inmiddels hebben meerdere gemeenten zich hiervoor aangemeld. ’s-Hertogenbosch, 5 oktober 2004 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.