317485363 1 Opgave 1. a. Op 22 september – en de dagen daarna – kreeg men meer dollars voor een euro. Dit kan het gevolg zijn van een groter aanbod van dollars op de valutamarkt(en). Dit wijst op verkopen van dollars door de ECB. b. De koers van de euro – ten opzichte van de dollar – is gestegen. Dit kan het gevolg zijn van een grotere vraag naar euro’s. De desbetreffende centrale banken hebben waarschijnlijk euro’s gekocht (en betaald met hun eigen valuta). Opgave 2. Voor geïmporteerde goederen – voor zover de prijs noteert in dollars – moet uitgedrukt in euro’s meer worden betaald. Hierdoor wordt het inflatietempo aangezwengeld. Exportproducten – voor zover de prijs noteert in euro’s – worden uitgedrukt in dollars goedkoper. Dit stimuleert de export. Deze grotere vraag kan een prijsverhogend effect hebben op deze producten. Opgave 3. a. De koers van de bèta stijgt binnen de bandbreedte, dus ten gevolge van vraag en aanbod. De bèta apprecieert derhalve. De alfa is in die periode gedeprecieerd. b. De centrale bank van land A kan de rente hebben verhoogd. De kapitaalinvoer die daardoor kan ontstaan, zorgt voor aanbod van bèta’s, waardoor de koers van die valuta niet verder stijgt. Een andere mogelijkheid is dat de centrale bank van land A op de geldmarkt bèta’s uit haar deviezenreserves aanbiedt. Ook dan stijgt de koers van de bèta niet verder. c. Waarschijnlijk is dat de koers van de bèta voortdurend boven de alfa 27,50 dreigt te stijgen. In dat geval moet de spilkoers van de bèta uitgedrukt in alfa’s worden verhoogd: de bèta wordt gerevalueerd, de alfa gedevalueerd. Opgave 4. a. Bij de ‘gewenste koers’ van de lira is de gevraagde hoeveelheid Amerikaanse dollars op de valutamarkt groter dan de aangeboden hoeveelheid. De Turkse centrale bank moet het aanbod van Amerikaanse dollars vergroten door dollars te verkopen. b. Bij de ‘gewenste koers’ moet de hoeveelheid AB worden verkocht. Opgave 5. a. Vaste wisselkoersen geven meer zekerheid en bevorderen de internationale handel. Ten opzichte van de dollar omdat de VS een belangrijke handelspartner is en omdat veel internationale betalingen in dollars luiden. b. Ja, de bovenste interventiekoers van de dollar is immers Peso 472,50. c. – De rente in Chili moet omhoog. Amerikanen beleggen dan meer in Chili. Het daardoor ontstane aanbod van dollars drukt de dollarkoers. – De centrale bank van Chili moet dollars verkopen, waardoor de dollarkoers daalt. d. De peso moet worden gedevalueerd.