Gesprek Arts-Patiënt - Toelatingsexamen geneeskunde

advertisement
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Gesprek Arts-Patiënt
In dit document zitten twee reeksen van voorbeeldvragen zoals deze ook op het toelatingsexamen
zelf worden gesteld. Na elke reeks worden de oplossingen gegeven.
Reeks 1
1. Een jonge moeder komt op consultatie met haar zesjarig zoontje voor een vaccinatie. Het
jongetje begint te wenen als hij het spuitje ziet. Wat doe je?
a. Je negeert zijn tranen en zet het spuitje
b. Je vraagt aan de moeder het kind te kalmeren
c. Je zegt hem dat hij niet bang moet zijn
d. Je vraagt waarom hij zo bang is
2. Een 22-jarige vrouw komt op consultatie voor vernieuwing van het voorschrift van de
anticonceptiepil. Vorige keer, toen je haar het eerste pilvoorschrift maakte, bleek uit de
anamnese dat ze vage klachten had voor de menstruatie. Toen heb je met haar
afgesproken dat je haar eerstvolgende keer gynaecologisch zou onderzoeken. Nu weigert
ze echter het gynaecologisch onderzoek. Wat doe je?
a. Je legt haar uit waarom je haar wil onderzoeken
b. Je weigert het voorschrift te maken
c. Je verwijst haar naar een vrouwelijke gynaecologe
d. Je geeft haar het voorschrift, maar zegt dat dit het laatste voorschrift is als ze zich
niet laat onderzoeken.
3. Een 35-jarige leraar wiskunde komt op jouw spreekuur met een flinke verkoudheid. Je
schrijft hem neusdruppels en een hoestfles voor. Hij wil echter absoluut geen werkverlet
en vraagt je antibiotica voor te schrijven. Wat doe je?
a. Je zegt hem dat antibiotica niet nodig zijn en je geeft dan ook geen voorschrift
b. Je zegt dat je antibiotica niet nodig vindt maar geeft toch het voorschrift
c. Je legt uit wat de schadelijke gevolgen zijn van onoordeelkundig antibioticagebruik
d. Je zegt dat jij toch het best weet welke medicatie hier nodig is
4. Je ziet op consultatie een jong koppel met hun dochtertje van 9 maanden. Het kind heeft
hoge koorts en het eet en drinkt wat minder dan normaal. Je diagnosticeert een
longontsteking op basis van de symptomen en het klinisch onderzoek en je schrijft
antibiotica voor. De moeder wil echter geen antibiotica voor haar kind omdat ze gelezen
heeft dat artsen veel te dikwijls deze medicamenten voorschrijven. Hoe reageer je?
a. Je geeft het voorschrift aan de vader en vraagt hem zijn vrouw te overtuigen
b. Je spreekt met de ouders af de evolutie nog een dag af te wachten en daarna
eventueel de antibioticatherapie te starten
c. Je legt aan de ouders uit waarom volgens jou in dit geval antibiotica wel aangewezen
zijn
d. Je verwijst de ouders naar een collega voor een second opinion
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
5. Je ziet op je spreekuur een man van 45 jaar. Bij het jaarlijks medisch onderzoek op het
werk, werd bij hem een verhoogd serumcholesterol vastgesteld en nu komt hij jou om een
cholesterolverlagende pil vragen omdat hij vreest dat hij kandidaat is voor een hartinfarct.
Hij is 1.75m groot, weegt 95 kg en is een kettingroker. Hoe reageer je?
a. Je legt hem de risico’s van overgewicht en roken uit en geeft hem het gewenste
voorschrift
b. Je legt hem de risico’s uit van overgewicht en roken en maakt met hem afspraken
over dieet en rookstop
c. Je geeft hem het voorschrift en verwijst hem naar de diëtist
d. Je weigert hem het voorschrift zolang hij rookt
6. Je bent net begonnen aan een consultatie waarbij je aan een echtpaar moet vertellen dat
hun dochtertje leukemie heeft en chemotherapie nodig heeft als er zeer dwingend op de
deur van je consultatie wordt geklopt. Het is een patiënte die je regelmatig ziet, meestal
met zeer banale klachten. Ze zegt dat ze enkel een korte maar dringende inlichting nodig
heeft. Hoe los je dit op?
a. Je zegt dat je nu geen tijd hebt, maar dat je later zult langskomen
b. Je zegt de patiënte dat je nu geen tijd hebt maar geeft haar een afspraak later op de
dag
c. Je laat de patiënte haar vraag stellen terwijl het echtpaar wacht
d. Je verontschuldigt je bij het echtpaar en gaat met de patiënte naar de wachtzaal
waar je haar de gevraagde inlichting geeft
7. Een van je patiënten heeft jicht en kan zich niet goed aan zijn dieet houden. Hij is verzot
op rode wijn en orgaanvlees maar betaalt deze zonde meestal met een jichtaanval. In de
krant heeft hij gelezen dat er een nieuw medicament tegen jicht op de markt komt dat
weliswaar nog niet wordt terugbetaald door het ziekenfonds. Hij komt naar het spreekuur
en vraagt jou een voorschrift voor dit ‘wondermedicament’. Wat zou jij doen?
a. Je weigert hem het voorschrift omdat het nog niet wordt terugbetaald
b. Je legt hem uit dat hij zich strikter aan zijn dieet moet houden en weigert het
voorschrift
c. Je legt hem uit hoe hij met het dieet de jichtaanvallen kan voorkomen en geeft hem
het gevraagde voorschrift
d. Je legt hem de rol van het dieet in het uitlokken van de jichtaanvallen uit en schrijft
hem klassieke medicatie voor
8. Je bent op huisbezoek in het rusthuis bij mevrouw Thomas, een chronische patiënte die
het thans goed maakt, als de telefoon gaat. Het is een jonge vrouw die zeer in paniek is
omdat ze denkt dat haar zoontje koortsstuipen heeft en bewusteloos is. Hoe reageer je?
a. Je werkt je bezoek aan mevrouw Thomas af en gaat naar het jongetje
b. Je vertrekt onmiddellijk naar het jongetje
c. Je zegt aan de moeder dat ze met het kind naar de spoedgevallen moet gaan
d. Je belt zelf de ambulance en je werkt je huisbezoeken af
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
9. Tijdens je spreekuur ben je bezig hechtingen te verwijderen van een man die een kleine
heelkundige ingreep in het ziekenhuis heeft ondergaan. Hij is pas weduwenaar en leeft in
conflict met één van zijn kinderen. Hij wil hierover met jou praten. De wachtzaal zit echter
vol met patiënten. Hoe reageer je?
a. Ik weet dat jij je vrouw mist, maar ik heb geen tijd om hierover te praten
b. Ik wil graag met jou hierover praten, maar ik heb nu geen tijd. We zullen een
afspraak maken.
c. Dat is nu eenmaal het leven
d. Je negeert zijn problemen en concentreert je op het verwijderen van de hechtingen
10. Een meisje van 17 jaar komt op consultatie samen met haar moeder. Ze heeft cupmaat F
en rugklachten en wil dat je haar doorverwijst voor een borstreductie (verkleining). Wat
doe je in dit geval?
a. Je zegt dat ze te jong is voor plastische chirurgie
b. Je vraagt aan de moeder of ze akkoord is met dergelijke ingreep
c. Je legt haar uit wat er precies gebeurt bij zo een ingreep en zegt dat ze er nog eens
over na moet denken
d. Je legt haar uit dat rugklachten een indicatie zijn voor een borstreductie en verwijst
haar voor meer informatie naar een plastische chirurg
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Oplossingen reeks 1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
D
A
C
C
B
B
D
B
B
D
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Reeks 2
1. Er komt een oude dame naar het ziekenhuis. De specialist doet het onderzoek, waar jij als
stage lopende student geneeskunde bij bent. Je begeleid de oude dame na het onderzoek
terug naar buiten en ze vraagt aan jou of je zou willen vertellen wat de specialist heeft
vastgesteld. Hoe reageer jij hierop?
a. Ik begrijp je boosheid, maar ik kan als student echt niets zeggen
b. We moeten wachten tot de resultaten binnen zijn
c. Je vertelt de haar wat je denkt dat de diagnose is
d. Mevrouw, dat moet u met de specialist bespreken
e. Mevrouw, ik begrijp je nieuwsgierigheid maar ik kan als student niet zeggen
f. Het is niet mijn taak om dat te doen
2. Je hebt een gewelddadige patiënt en je moet hem slecht nieuws brengen. Je weet niet
goed hoe je het moet vertellen zonder dat hij boos wordt… Hoe pak je dit aan?
a. Je vraagt een verpleegster die hem kent om het te vertellen
b. Je vraagt een verpleegster die hem kent hoe je het best vertelt
c. Je vertelt het zelf met de verpleegster erbij
d. Je gaat alleen
3. Een vrouw komt langs voor een voorschrift voor pillen tegen haar te hoge bloeddruk. Dit is
een patiënt die regelmatig langskomt. Hoe start je het gesprek?
a. Ha José, ik zal eens snel het voorschrift geven!
b. Dag José, hoe is het met de bloeddruk?
c. Dag José, vertel eens: wat is er aan de hand
d. Hetzelfde als anders zeker?
4. Een man zit bij de tandarts en zegt dat hij verschrikkelijk bang is voor de spuit die hij zo
dadelijk moet krijgen. Wat zou je als tandarts zeggen?
a. Dat moet je je niet aantrekken, het is zo over
b. Kom kom, niet flauw doen
c. Ik begrijp het, ik zal proberen de pijn zo minimaal mogelijk te maken
d. Er zijn veel mensen die er bang voor zijn, maar het is allemaal zo erg niet
5. Er komt een man langs die een zware knieblessure heeft opgelopen. Uit een onderzoek
blijkt dat hij een knieprothese nodig heeft. De man vertelt echter dat hij juist een nieuw
huis gebouwd heeft en dat hij in geldnood zit, aangezien hij zijn lening moet terug betalen.
Hoe reageert u op deze situatie?
a. Mijnheer, ik begrijp uw probleem maar uw gezondheid gaat absoluut voor
b. Ach, deze dingen zijn dezer dagen helemaal niet zo duur meer
c. Voor financiële problemen moet u bij de sociale dienst zijn / ik begrijp uw probleem,
ik zal de sociale dienst opbellen
d. Mijnheer, vertel mij eens wat uw problemen zijn?
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
6. Je werkt als arts in een ziekenhuis. Je hebt een eigen consultatieruimte met een
wachtkamer. De wachtkamer zit behoorlijk vol. Ineens hoor je dat er een patiënt lastig
begint te doen omdat hij beweert dat hij er al zolang zit en dat mensen hem voorsteken.
Hoe reageer je op deze situatie?
a. Je negeert hem en roept de volgende patiënt binnen
b. Je legt hem in het kort uit hoe het zit met het systeem van volgorde van patiënten
c. Je roept je secretaresse en vertelt tegen haar dat ze hem moet kalmeren
d. Je neemt hem als volgende patiënt om er snel vanaf te zijn
7. Er komt een man bij je langs die maagklachten heeft. Je schrijft hem medicatie voor. Later
komt hij terug en is hij zeer boos en niet tevreden met de behandeling. Hij beweert zelfs
dat het jouw fout is dat het zo slecht met hem gaat. Hoe reageer je?
a. Je zegt hem dat als hij niet tevreden is, hij maar beter een andere huisarts zoekt
b. Je schrijft hem opnieuw medicatie voor
c. Je legt hem uit dat de behandeling even tijd nodig heeft om te werken
d. Je negeert zijn klachten eerder en blijft vriendelijk
8. Je bent een patiënt iets aan het uitleggen in verband met een hernia maar merkt op dat hij
het niet goed begrijpt. Wat doe je?
a. Ik leg het niet uit want u snapt het toch niet
b. Dat is dus best makkelijk
c. Het was allemaal erg veel, heeft u het wel begrepen?
d. Ik zal voor de zekerheid nog kort uitleggen wat een hernia precies is
9. Je bent huisarts en er komt een dame naar je toe die rugklachten heeft. Je schrijft enkele
behandelingen voor bij de kinesist. Na de behandelingen komt ze terug langs en zegt ze
dat de behandeling niet geholpen heeft. Hoe reageert u?
a. Je zegt dat zij inderdaad de enige is die kan weten of het geholpen heeft of niet
b. Je zegt haar dat ze geduld moet hebben en dat het genezen tijd nodig heeft
c. Je schrijft haar nog eens enkele behandelingen voor
d. Je vraagt of ze wel elke keer geweest is naar de kinesist
10. Je bent een huidspecialist en er komt een patiënt bij je langs. Je doet een onderzoek en de
patiënt heeft een zeer speciale en zeldzame huidziekte, jijzelf kan echter geen diagnose
stellen omdat je echt niet weet wat het is. Hoe reageer je?
a. Je neemt er een boek bij en begint te zoeken
b. Je vertelt de patiënt dat je geen diagnose kan stellen omdat dit een erg complexe
aandoening is
c. Je neemt zelf contact op met een specialist
d. Je vertelt hem dat hij nog maar eens moet langskomen als het erger wordt
11. Een vrouw heeft kanker. Ze was al jaren een fervent rookster. Ze is heel emotioneel door
het feit dat ze haar kinderen zal moeten achterlaten en geeft zichzelf nu de schuld van de
kanker (door het roken). Hoe reageer je?
a. Mevrouw, dit zal heel hard worden
b. Mevrouw, roken is maar een oorzaak van kanker, er zijn er meerdere
c. Het is best dat u zich nu focust op het genezingsproces
d. Het is inderdaad uw schuld, maar nu is het toch te laat
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
12. Een vrouw komt bij jou op consultatie en vertelt dat ze medicatie heeft genomen. Jij hebt
dat helemaal niet voorgeschreven, maar een vriendin, die verpleegster is, heeft het haar
aangeraden. Hoe reageer jij?
a. Je zegt dat het goed is dat ze gekomen is, het nemen van medicatie zonder
doktersadvies kan immers gevaarlijk zijn
b. Je vraagt of ze denkt dat die verpleegster er meer van kent dan jij
c. Je zegt dat ze nooit had mogen luisteren
d. Je reageert hier niet op en gaat gewoon verder. Je vraag wat je voor haar kan doen
13. Je laat als arts de volgende patiënt binnen. Die begint meteen te klagen dat hij meer dan
een half uur heeft moeten wachten, en dat hij ziek is en toch niet zo lang zou moeten
wachten. Hoe zou jij als arts reageren?
a. Het is nu toch aan u
b. U had ook weer naar huis kunnen gaan
c. U had ook een afspraak kunnen maken
d. Ik besteed graag genoeg tijd aan mijn patiënten
14. Er komt een jongetje met zijn moeder bij jou (tandarts) op consultatie. Je zegt hem dat hij
zijn tanden meer moet poetsen. Hierop zegt het jongetje dat hij dat niet moet van zijn
moeder. Hoe reageer jij?
a. Je zult je tanden toch moeten poetsen
b. Je bent nu wel oud genoeg om je eigen verantwoordelijkheid op te nemen
c. Je vraagt aan de moeder of ze haar kind wil steunen
d. Je zegt dat de moeder een slechte opvoeding geeft
15. Een zwangere vrouw komt bij jou op consultatie. Ze vertelt dat ze uitgeput is. Na een
gesprek kom je te weten dat de vrouw nog steeds veel gaat werken, hoewel ze
hoogzwanger is en dit voor haar en haar kind zeer gevaarlijk is. Hoe reageer je?
a. Je zegt dat ze dan maar de gevolgen zal moeten dragen
b. Je verbied het haar nog te gaan werken
c. Je zegt dat ze beter thuis zou blijven omdat er anders risico’s aan zijn verbonden
d. Je zegt dat je het niet eens bent met haar keuze om nog te gaan werken
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Oplossingen reeks 2
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
E
C
C
C
D
B
C
C
A
B
C
A
D
A
C
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Reeks 3
Voorafgaande opmerking bij reeks 3: dit is een nieuw document. Het document kan daarom nog
spellingfouten en foute oplossingen bevatten. Indien je een fout vindt, mag je dat altijd op het forum
melden en dan passen we het document aan.
1. Een man is ernstig ziek en moet zo vlug mogelijk naar het ziekenhuis om geopereerd te
worden. Hij weigert echter naar het ziekenhuis te gaan aangezien hij voor zijn invalide
vrouw moet zorgen en hij haar niet alleen wil laten. De dokter:
zegt dat nu zijn eigen gezondheid voorgaat
brengt de man in contact met de sociale dienst
zegt dat hij ervoor zal zorgen dat mijn zijn vrouw alles goed komt
zegt dat hij begrijpt dat het moeilijk is om zijn vrouw achter te laten maar dat een
operatie echt noodzakelijk is om te overleven
2. Een man heeft schrik van een spuitje. De dokter:
zegt dat hij begrijpt dat de man schrik heeft maar dat hij ervoor zal proberen zorgen
dat de man er zo weinig mogelijk last van heeft
zegt dat het niets is om bang voor te zijn
zegt dat het eigenlijk helemaal niet zoveel pijn doet
3. Een man krijgt de diagnose kanker. De dokter ziet dat hij de moed meteen verliest. De
man is ervan overtuigd dat hij geen kans maakt en dus zal sterven. De dokter:
zegt dat hij goede kans maakt om de kanker te overwinnen en dus niet moet
wanhopen
zegt dat hij de moed niet mag laten zakken, mensen genezen immers van kanker
zegt dat het inderdaad heel erg is en de klein vrij klein is dat hij het overleeft
4. Een man krijgt de diagnose kanker. Hij beweert echter dat hij na 2weken wel weer de
oude zal zijn. Hij is immers altijd al een sterk iemand geweest. De dokter:
zegt dat hij niet te optimistisch mag zijn en de ziekte echt wel ernstig moet nemen,
hij kan er immers aan sterven
besluit de man in zijn optimisme te laten volharden. Hij zal het immers goed kunnen
gebruiken.
5. De dokter vertelt een man dat hij koudvuur heeft en zijn been zal moeten afgezet
worden. De man is erg neerslachtig en beweert dat hij zich nooit een beenprothese zal
kunnen veroorloven. De dokter:
zegt dat de prijs van protheses goed meevallen
zegt dat hij daaraan niets kan veranderen
zegt dat in sommige gevallen de sociale dienst soms tussenkomt en het dus best
kan meevallen
6. Een vrouw die klaagde over rugpijn komt bij de dokter en hij raadt haar een kinesist
aan. Na 2weken staat ze echter weer in de wachtkamer en zegt dat die kinesist niets
uitdoet en ze een andere behandeling wil. De dokter:
zegt dat zij inderdaad de enige is die kan zeggen of een behandeling uitdoet
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
zegt haar nog 2weken vol te houden en dan te zien of het iets uitdoet. Een
behandeling werkt immers niet meteen
vraagt haar of ze dan misschien liever medicatie heeft
zegt dat hij de dokter is en als ze niet tevreden is over zijn manier van werken, ze
dan maar naar een andere arts moet gaan.
7. De dokter schrijft medicatie voor aan een vrouw. Later die dag belt ze op want ze
heeft de bijsluiter gelezen waarin stond dat men mogelijk allergisch kan reageren op
de medicatie. Zij vraagt of dit bij haar ook het geval zou kunnen zijn. De dokter:
zegt dat deze symptomen in de bijsluiter slechts zelden voorkomen en ze deze
medicatie dus gerust mag nemen
zegt haar dat ze inderdaad gelijk kan hebben en ze dus nog eens moet langskomen
zodat hij haar iets anders kan voorschrijven
zegt dat de bijwerkingen bij bijna elk geneesmiddel voorkomen maar dat dit zeer
zeldzaam is, en vraagt de patiënte of ze hier meer informatie over wil
zegt dat het altijd mogelijk is en vraagt of ze misschien wil dat hij iets anders
voorschrijft
8. Een man is ziek en de dokter schrijft hem een briefje om thuis te blijven van zijn werk
voor 4dagen. De man vraagt echter of de dokter hem geen volledige week kan
schrijven. De dokter:
zegt dat de man niet van de situatie mag profiteren
zegt dat 4dagen wel genoeg zouden moeten zijn om te genezen
zegt dat hij alleen meer dagen voorschrijft als het echt nodig is
zegt dat het voor een keer wel kan maar dat 1week echt wel het meeste is
9. Een kind gaat naar de tandarts. De tandarts merkt dat de mondhygiëne van het kind
uitermate slecht is. Als hij de jongen vraagt of die wel regelmatig zijn tanden poets,
krijgt hij als antwoord ‘nee want ik moet mijn tanden niet poetsen van mij moeder’.
De tandarts:
zegt tegen de jongen dat hij nu wel groot genoeg is om er zelf aan te denken dat hij
zijn tanden moet poetsen
vraagt de moeder of deze haar zoon iets meer wil steunen in het tanden poetsen
vraagt de moeder of ze niet beschaamd is, mondhygiëne is immers van zeer groot
belang
vraagt de moeder waarom zij vindt dat dat niet nodig is
10. Bij een vrouw wordt longkanker vastgesteld. Zij is echter al jarenlang hevige
kettingrookster en zit nu volledig in de put omdat het, naar eigen zeggen, allemaal
haar eigen fout is en ze maar had moeten stoppen met roken. De dokter:
zegt dat ze daar nu niet aan moet zitten denken, dat genezing nu het belangrijkste
doel is
zegt dat roken inderdaad de een van de hoofdoorzaken is bij longkanker
zegt dat longkanker heus niet alleen door roken wordt veroorzaakt
11. Vrouw met knobbeltje in de borst. Je stelt een mammografie voor
later komt ze terug en zegt dat ze een tweede arts heeft geraadpleegd. Deze heeft
niets gezien. U stelt voor
Een nieuwe mammografie uit te voeren
U vraagt waarom ze een tweede advies bij een andere arts nodig achtte
U zegt dat u contact zult opnemen met deze tweede arts
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
12. Iemand heeft last van hardnekkige diaree. U twijfelt aan een spastisch colon (of zo
iets) en een lactose insufficiëntie. U
Geeft de diagnose waarvan u vermoedt dat deze het meest voorkomt
U vermeldt beide gevallen
U zegt dat er verdere onderzoeken nodig zijn en dat ge moet afwachten
13. Er komt een vrouw bij je die in een club sport en een verrekking heeft opgelopen, je
wilt haar onderzoeken. Wat is je eerste zin,
Je ziet dat sporten niet altijd zo gezond is
Hoe gaat het in de club, maken jullie kans op de titel?
Met zo’n verrekking zul je het sporten waarschijnlijk een tijdje vaarwel moeten
zeggen
Ik zal je onderzoeken maar ik zal hier en daar wel even moeten duwen.
14. Een dame heeft pijn aan de voet en komt bij U op consultatie. U
Trekt haar kous uit
Zegt dat ze haar kousen moet uittrekken
U laat ze even alleen om haar kousen uit te trekken (U laat ze in de wachtkamer)
U zegt dat je het zo wel ziet
15. Een kind komt bij de tandarts en je ziet dat het enorm schrik heeft. Zoveel schrik zelfs
dat hij amper in de stoel durft te gaan zitten. Jij:
richt je tot het kind en vraagt waarom hij juist zo’n schrik heeft
zegt tegen de moeder dat ze het kind moet kalmeren
zegt dat het helemaal niet nodig is om zo bang te zijn want dat de verhalen over
tandartsen sterk overdreven zijn
vraagt of hij misschien liever volgende week wil terugkomen
16. Een vrouw heeft net een operatie achter de rug en heeft vrij veel pijn. Ze vertelt dit
tegen jou (verpleegster) maar ze wil niet dat je het aan de arts verteld. Ze wil immers
zo vlug mogelijk naar huis omdat haar kleinkinderen niet te lang alleen kunnen zijn en
ze hoopt dat ze vlugger naar huis mag als ze beweert geen pijn meer te hebben. Jij:
zegt dat je genoodzaakt bent alle medische informatie door te geven
zegt dat dit niet kan en ze zich thuis toch niet zou kunnen redden als ze pijn heeft
zegt dat ze haar begrijpt maar dat het toch beter is als de arts het weet
17. Je staat op het punt om een patiënt mee te delen dat hij kanker heeft. Op dat moment
echter gaat de telefoon. Je beoordeelt de telefoon als niet dringend. Jij:
beantwoordt de telefoon kort en vraagt later terug te bellen
handelt het telefoongesprek rustig en vlug af en vraagt om nog eens weer te bellen
zegt dat je nu echt geen tijd hebt en vraagt om weer te bellen
vraagt om aan de patiënt aan de telefoon of hij naar de praktijk wil komen
18. Je staat op het punt om een patiënt mee te delen dat hij kanker heeft. Op dat moment
gaat de telefoon. Je beoordeelt de telefoon als uitermate dringend. Jij:
vraagt de patiënt om even terug in de wachtkamer te gaan zitten
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
zegt dat je nu echt geen tijd hebt en vraagt om terug te komen
zegt dat je dringend weg moet maar belooft om straks zeker langs te komen
zegt dat je nu dringend weg moet omdat iemand een hartaanval gekregen heeft
19. Uit verder onderzoek van een knobbeltje blijkt dat een vrouw borstkanker heeft. De
kanker heeft zich echter nog niet uitgezaaid. Een operatie wordt echter dringend. Jij
zegt:
Goed nieuws, je hebt kanker maar de kanker is niet uitgezaaid
Een operatie is noodzakelijk maar denk er nog maar eens rustig over na
Ja, ik heb slecht nieuws, u hebt kanker maar hij is niet uitgezaaid
u heeft kanker maar niet getreurd, er is een grote kans dat u geneest
20. Een vrouw van wie u weet dat ze alleen is en nogal eenzaam, komt op consultatie
wegens vermoeidheid en hoofdpijn. Ze vertelt over haar dochter die aan het scheiden
is van een buitenlandse zakenman en dat deze situatie erg op haar maag ligt. De
dokter:
vraagt of hij wat meer vragen mag stellen om zich het probleem beter te kunnen
voorstellen
zegt dat ze inderdaad heel wat pech te verwerken krijgt de laatste tijd
zegt dat het toch helemaal zo erg niet is; het weer zal er ook wel voor iets tussen
zitten dat ze zo neerslachtig is
21. Een vrouw komt met haar dochter van 10jaar bij de orthodontist. Deze heeft echter al
vlug door dat het om overbodige esthetische redenen is dat de vrouw hier met haar
dochter staat. Hij vraagt aan het meisje of ze weet waarom ze momenteel bij de
tandarts is. Het meisje antwoord dat ze het niet weet. De orthodontist:
zegt dat er inderdaad iets aan moet veranderd worden en hij er vlug eens zal naar
kijken
zegt dat heel wat mensen ook oud worden met een niet zo volmaakt gebit
zegt dat mensen perfect kunnen gelukkig zijn zonder volmaakte tanden en het dus
helemaal niet nodig is
zegt dat ze het best eens onderling bespreken en terugkomen wanneer ze beslist
hebben
22. Bij een man wordt longkanker vastgesteld. De arts vraagt hem of hij soms veel rookt.
De man is een kettingroker en voelt zich beledigd door die vraag. Hij vraagt of de
dokter misschien insinueert dat het zijn fout is dat hij kanker heeft. De dokter:
zegt dat de gevolgen van roken op langer termijn nu eenmaal niet te ontkennen
vallen
zegt dat roken alleszins toch een van de belangrijkste oorzaken van longkanker is
zegt dat dat nu niet hetgene is waar ze zich op moeten toespitsen, dat het
genezingsproces nu het belangrijkste is
zegt dat het inderdaad niet gemakkelijk is voor hem maar dat we nu eenmaal de
oorzaak moeten vinden…
23. Een vrouw die op wereldreis vertrekt volgende week moet eerst een aantal verplichte
inspuitingen krijgen. De vrouw is echter enorm gestresseerd en opgejaagd waardoor
het voor de arts enorm moeilijk is om de inspuitingen te geven. De dokter
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
zegt dat als het zo zit, ze niet op wereldreis kan vertrekken
vraagt of ze misschien een andere dag liever wil terugkomen
zegt niks en probeert gewoon zijn werk te doen
24. Een man heeft een ziekte waarvan de behandeling enorm lang kan duren. U weet
echter dat er nog andere mogelijkheden zijn zoals homeopathische middelen die soms
een heel gunstig effect hebben. Jij:
zegt niks over de homeopathische middeltjes omdat je niet met zekerheid weet of
ze werken
vertelt alles en laat de patiënt zelf beslissen
vertelt alles en overlegt samen met de patiënt de voor- en nadelen
25. Een man heeft kanker. Hij voert in het dagelijkse leven echter zelf onderzoek uit naar
kanker en hij wil nu dat hij met (…)therapie behandeld wordt omdat uit zijn onderzoek
blijkt dat dat vaak een gunstig effect heeft. U:
zegt dat u zich daar eerst meer over moet informeren
blijft bij de klassieke behandeling aangezien u niets afweet van de rest
vraagt hem zijn argumenten voor te leggen…
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Oplossingen reeks 3
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
D
A
B
B
C
A
C
B
A
A
C
B
D
C
A
C
A
C
C
B
D
C
B
C
A
Download