Preventie bij schouderpijn bij CVA patiënten Onderwerp (Verpleegkundige) handelingen gericht op het voorkomen van schouderpijn bij de CVA patiënt. Benodigdheden extra kussens aangepaste rolstoel met blad of hemigoot tilmatje of rolmat hemi-sling Werkwijze 1. het voorkomen van schouderpijn kan alleen slagen bij een multidisciplinaire aanpak om het doel te bereiken; de aangedane arm ligt steeds in de juiste positie, d.w.z. in rust, met pro-tractie van de schouder ( dit is een ronde rug). De patiënt en familie worden daarom geïnformeerd en geïnstrueerd over: a. de correcte houding in bed b. de juiste uitgangshouding (romphouding) voor de transfer c. de juiste transfer techniek, aangepast aan de mogelijkheden van de patiënt. d. Hoe de patiënt op correcte wijze zelf kan oefenen. i. Bij patiënten met een inattentie voor de aangedane arm moet deze informatie steeds herhaald worden. ii. Bij patiënten met een neglect voor de aangedane arm is het van belang de omgeving van de patiënt goed te instrueren, deze patiënt kan zichzelf niet corrigeren, dit geldt ook voor impulsieve en persevererende patiënten 2. a. b. zorg voor een juiste positie van de aangedane arm in bed: de patiënt in bed zoveel mogelijk in een rustgevende houding leggen, waarbij de aangedane arm in een comfortabele en ontspannen houding neergelegd wordt, ondersteund door kussens. Controleren bij rug-, zij-, en (half) glooiende ligging of de schouder goed ligt (met een ronde rug). Versie 1 09/16 1 van 2 3. a. b. c. d. e. zorg voor een juiste positie van de aangedane arm bij transfers; transfer techniek aanpassen aan de patiënt verplaatsing in bed; i. afhankelijk van de rompbalans van de patiënt en de mate waarin de patiënt instructie opneemt overwegen de patiënt in drieën te tillen, eventueel met gebruik van rolmat of tilmatje. niet tillen/trekken aan de aangedane schouder tijdens het naar voren halen van de patiënt de helpende hand onder de paretische arm door, op het schouderblad van de patiënt plaatsen. In stand de aangedane arm ondersteunen. I.o.m. de ET en FT kan besloten worden een hemi-sling te gebruiken bij afhangende momenten. 4. a. zorg voor een juiste positie van de aangedane arm in de stoel; paretische arm ondersteunen op een werkblad of hemi-goot 5. a. b. zorg voor de aangedane arm tijdens verpleging en therapie; juiste stand van de arm bij de verschillende uitgangshoudingen aan laat nemen. Correct optillen van de arm; de aangedane arm zo dicht mogelijk bij de schouder ondersteunen. Als de patiënt naar voren kan komen om zo de arm op te lichten heeft dit de voorkeur. Aangedane arm ondersteunen bij het lopen, eventueel met een hemi-sling Op juiste wijze de arm passief opheffen. Correctie van de houding bij oefening en verzorging Bestrijding van pijnklachten, in overleg met de behandelde arts. c. d. e. f. Bijzonderheden De pijnlijke schouder komt 70% van de CVA patiënten met een hemibeeld voor. De pijn belemmert de voortgang in het revalidatieproces. Versie 1 09/16 2 van 2