tekst lezing voor ouderenadviseurs van de ouderenbonden op 2 oktober 2013 in Udenhout Ouderen en armoede De overheid ziet geen arme ouderen Volgens de overheid zijn er geen arme ouderen in Nederland en dat ligt, behalve aan het feit dat de meeste ouderen een pensioen hebben, ook aan de overheid die door allerlei maatregelen heeft gezorgd voor voldoende inkomen voor ouderen. De overheid betrekt ook de overwaarde van een huis in eigendom in de berekening . Maar stenen kun je niet eten en verkopen is in deze tijd geen optie. Feit is dat ouderen die nu overlijden gemiddeld armer zijn dan de ouderen die nu met pensioen gaan. Dus op termijn lost het armoedeprobleem onder ouderen zich vanzelf op, is de optimistis che gedachte. De overheid gaat steeds meer de richting op van een lagere AOW-uitkering die wordt aangevuld met pensioengeld. Frans Slangen, voorzitter van KBO Brabant, heeft afgelopen vrijdag in een ingezonden stuk in de Brabantse dagbladen het rapport waarin de rooskleurige situatie van ouderen wordt gepresenteerd, kritisch beoordeeld en genuanceerd . De feiten zijn anders Er zijn wel degelijk ouderen die arm zijn. Denk aan allochtone en andere ouderen die geen volledige AOW hebben en hun AOW zien aangevuld met bijstand. Verder zijn er nog steeds veel alleenstaande ouderen, met name vrouwen , die van alleen hun AOW moeten rondkomen. Daar komen nog bij de oudere gepensioneerden die chronisch ziek zijn. Ook oudere mensen die een WAO-uitkering ontvangen en 65 jaar worden, blijven op een laag inkomen. De bruto AOW-uitkering is nu voor een alleenstaande € 818 zonder en € 1025 met heffingskorting . Voor een echtpaar is dat per persoon € 565 ,85 zonder en € 798,51 met heffingskorting. Volgens onderzoek uit 2012 leefden er in 201O 170.1 65+ huishoudens van een minimuminkomen. Globaal betekent dit dat 10% van de ouderen hiermee te maken heeft. Dat aantal zal, gezien de gevolgen van de crisis, zeker niet minder worden, want veel oudere werknemers krijgen ontslag en er is weinig perspectief op ander werk . Zij moeten daardoor vaak een aantal jaren rondkomen van een lagere WW-uitkering en hebben daardoor ook minder pensioenopbouw . Daar komt nog bij dat er steeds gedoe is over de dekkingsgraad van de pensioenen. Als die lager is dan·105% dan vinden er kortingen plaats op de uit te keren bedragen aan ouderen en een aantal pensioenfondsen past die korting op de pensioenen toe. Dat betekent dus een verlaging van het inkomen en ouderen met een klein pensioen gaan dit zeker merken. Oorzaken van armoede • Weinig inkomen, inclusief weinig opbouw van pensioen • Bij oudere alleenstaanden , door hoge vaste lasten en stapelkosten • Niet gebruik van voorzieningen • Schulden Onbalans tussen inkomen en kosten Arm zijn is niet alleen een zaak van een laag inkomen, maar ook van stijgende kosten. Al jaren is het zo dat de vaste lasten stijgen en die stijging wordt lang niet altijd gecompenseerd door meer inkomen. Het aandeel vaste lasten slokt een steeds groter deel op van het te besteden inkomen. Denk maar aan energiekosten , huurlasten, belastingen, eigen bijdrage zorgkosten, ziektekosten , vervoerskosten enz. Van het bedrag dat er overblijft moeten dus alle! andere zaken worden betaald, ook het participeren in de samenleving , waar het kabinet de mond van vol heeft. Veel ouderen komen daarvoor te kort en zij moeten overal op bezuinigen, ook op zaken waar dat niet verantwoord is, zoals volwaardige voeding, medische hulpmiddelen, bezoek aan de huisarts en sociale contacten. De laatste jaren is er volgens het NIBUD sprake van een toenemend aantal ouderen met schulden . Men onderscheidt aanpassingschulden, compensatieschulden, overbestedingschulden en overlevingschulden . Ouderen hebben amper of geen mogelijkheid om het inkomen te verhogen en kunnen daardoor ook moeilijk van hun schulden afkomen , dit in tegenstelling tot jongere mensen die een inkomen hebben uit werk . Een baantje erbij nemen is maar voor een beperkte groep weggelegd, zeker in de tijd van toenemende werkloosheid. Uit een rapportage van de vrijwillige ouderenadviseurs uit verschillende Brabantse plaatsen blijkt bijvoorbeeld dat de vraag om hulp bij het op orde brengen van de administratie de meest voorkomende hulpvraag is en meteen daar achteraan hulp bij het aanvragen van de huur- en zorgtoeslag . Arm zijn en arm voelen Arm zijn is niet alleen een kwestie van geld, maar ook van beleving. Die beleving van hun situatie is voor veel mensen bepalend of ze zich arm voelen en zich ook daarnaar gedragen . Als je drie echtparen naast elkaar zet die van hetzelfde bedrag moeten rondkomen, dan kunnen ze heel verschillend ervaren of dat armoede is of niet en op basis daarvan handelen. Dat heeft te maken met hun persoonlijke geschiedenis . Zij voelen zich: Arm gemaakt (arm geworden buiten eigen schuld, door echtscheiding, verlies van baan) Arm gebleven (altijd arm geweest en weinig om geld om rond te komen) Arm geworden (door ziekte, zelfgekozen scheiding) Hierbij is hun zogenaamde copingstijl van groot belang : hoe gaan ze om met hun situatie, actief en zaken aanpakken of passief, zich slachtoffer voelen en daarnaar gaan handelen. Daar komt ook bij dat ouderen steeds vaker met verlies worden geconfronteerd : verlies van partner, van vrienden, familieleden, waardoor zij hun geestelijke weerbaarheid kunnen verliezen . Veel ouderen zijn ook niet gewend om geld voor zichzelf uit te geven. Ze zijn een sobere leefstijl gewend en dat vinden ze prima. Klagen doen ze niet en ervoor uitkomen dat ze het financieel niet meer bolwerken al helemaal niet. En hun kinderen hoeven dat zeker niet te weten ... Niet gebruik van voorzieningen Ook al is de bijstand een recht, je hand ophouden doen veel ouderen (liever) niet. Bovendien is het niet gemakkelijk om te achterhalen waar je recht op hebt en hoe je dat kunt realiseren. De beleving van hun situatie bepaalt dus ook voor een belangrijk deel of mensen hulp vragen en opkomen voor hun rechten. De digitalisering van de samenleving, alles moet via de computer , en de bureaucratie bij aanvragen, zijn stevige belemmeringen bij ouderen om hun inkomen te verbeteren . Hier ligt een belangrijke taak voor de ouderenadviseurs om hen daarbij behulpzaam te zijn. Dat betekent echter wel dat deze ouderen zich kenbaar moeten maken en hulp vragen. Dat lijkt bijna een vicieuze cirkel: ouderen met een laag inkomen willen daar niet voor uitkomen, krijgen dus geen hulp en blijven dus in de armoede. Breed aanbod Een van de kenmerken van vitale ouderen is dat ze hun bezieling hebben behouden en graag iets willen betekenen voor anderen. Deze zingeving is de motor van hun leven en zorgt ervoor dat ze met plezier hun bed uitkomen om aan de dag te beginnen. Ouderenbonden doen er goed aan om niet alleen vitaJe ouderen te organiseren en in te zetten als bijvoorbeeld ouderenadviseur, maar juist ook kwetsbare ouderen de gelegenheid te geven om zich in te zetten voor anderen . Daardoor blijven ook zij op een zinvolle manier betrokken bij de samenleving en kunnen zij op een vanzelfsprekende manier met vormen van hulp en steun in contact worden gebracht. Daar waar de contributie voor hen een probleem vormt om lid te zijn van de ouderenbond, moet een creatieve oplossing worden gezocht. Stichting De Vonk Tine Ansems, directeur