Dunne darm endoscopie

advertisement
Maag Darm Leverziekten (MDL)
Dunne darm endoscopie
Endoscopisch onderzoek dunne darm via de mond
Inleiding
U hebt met uw behandelend arts afgesproken dat u binnenkort een endoscopie van
de dunne darm ondergaat. Dit onderzoek wordt ook wel enkelballon endoscopie
genoemd. Uw arts heeft u al de nodige informatie gegeven. In deze folder kunt u
alles rustig nalezen.
Wat is een dunne darm endoscopie?
Een dunne darm endoscopie is een onderzoek, waarbij de gehele of een groot
gedeelte van de dunne darm wordt bekeken.
Tijdens dit onderzoek wordt een buigzame slang, de endoscoop, via de mond in de
dunne darm gebracht.
Aan het uiteinde van de slang bevindt zich een lichtbron met videochip. Zo kan de
arts het slijmvlies van de dunne darm via een televisiescherm bekijken. Om de
darmen beter zichtbaar te maken kan via de slang lucht in de darmen worden
gebracht. Ook kan via de slang vocht worden weggezogen.
Tijdens de endoscopie kunnen foto’s gemaakt worden om die op een later tijdstip
opnieuw te bekijken.
Waarom een dunne darm endoscopie?
Door een endoscopie kunnen afwijkingen aan uw dunne darm worden opgespoord
zoals zweertjes, ontstekingen, bloedingen, poliepen en tumoren.
Via de endoscoop kunnen ook kleine ingrepen worden gedaan. Hiertoe schuift de
endoscopist via een werkkanaal in dezelfde slang instrumenten op naar de juiste
plaats. Er kan een stukje weefsel weggenomen worden voor nader onderzoek
(biopsie) of kunnen poliepen verwijderd en bloedingen gestelpt worden.
1
Voorbereiding
Drie dagen voor het onderzoek
Vanaf drie dagen voor het onderzoek mag u geen pithoudende vruchten, zoals
druiven en kiwi’s meer eten. Ook brood en/of cruesli met zaden en/of pitten mag u
niet meer eten.
De dag voor het onderzoek
Op de dag voor het onderzoek gebruikt u een licht ontbijt* en een lichte lunch*.
Daarna mag u alleen nog helder*vloeibaar drinken. Vanaf 24.00 uur moet u nuchter
blijven.
Gebruik geen donkere en/of rood gekleurde dranken zoals cola, cassis en koffie.
Drink niet teveel suikervrije (light) dranken. Omdat u niet mag eten is het belangrijk
dat u met drinken toch voldoende suikers en zouten binnen krijgt.
* Lichte heldere dranken zijn:
Water, thee, sportdranken, bouillon, vruchtensap zonder vruchtvlees, koolzuur en niet
koolzuurhoudende dranken zoals 7-up.
* licht ontbijt: kopje thee, beschuitje met zoet beleg
* lichte lunch: kopje thee of bouillon, beschuitje/toast met zoet beleg
zoet beleg: jam zonder pitjes, vruchtenhagel
Medicijnen
 wanneer u ijzertabletten gebruikt dient u deze één week voor het onderzoek te
stoppen. Na het onderzoek kunt u de ijzermedicatie als voorheen voortzetten.
 wanneer u diabeet bent en daarvoor medicijnen gebruikt, kan het zijn dat deze
medicatie moet worden aangepast. Overleg dit met uw behandelend arts.
 gebruikt u bloedverdunnende middelen, zoals Sintrom (acenocoumarol),
Marcoumar (fenprocoumon), stop deze dan alleen in overleg met uw arts. Bent u
onder behandeling van de trombosedienst informeer deze dan over het onderzoek.
De trombosedienst stemt dan het beleid met u af.
 Gebruikt u Plavix (clopidogrel) stop deze dan alleen in overleg met uw
behandelend arts.
Nagellak en kunst- of harsnagels
Omdat bewaking van zuurstofgehalte en hartslag plaatsvindt via een knijper op uw
vinger dient u nagellak en kunstnagels, van minimaal één (wijs)vinger, voor het
onderzoek te verwijderen.
De dag van het onderzoek
Enkele praktische zaken
 Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op de afgesproken afdeling in Venlo.
 Wilt u bij uw komst naar het ziekenhuis uw ziekenhuispasje en een geldig
identiteitsbewijs niet vergeten?
 Het is handig in ieder geval schoon ondergoed mee te nemen naar het ziekenhuis.
2
Het onderzoek
Voor het onderzoek
 U neemt plaats op een bed, waarmee u naar de kamer wordt vervoerd waar het
onderzoek plaatsvindt (endoscopiekamer).
 U krijgt een infuusnaaldje in de onderarm of hand.
 Voor het onderzoek krijgt u een rustgevend en pijnstillend medicijn toegediend,
waardoor u wat slaperig kunt worden (sedatie).
Het onderzoek
Het onderzoek vindt plaats op de endoscopiekamer, waar u met bed naar toe
gereden wordt. Voor aanvang van de dunne darm endoscopie neemt u plaats op uw
linkerzij. U wordt aangesloten op een saturatiemeter (dit is een “knijper”op de vinger).
Hiermee worden hartslag en zuurstofgehalte gecontroleerd tijdens het onderzoek.
Ook krijgt u een bloeddrukmanchet om uw arm. Hiermee wordt automatisch iedere
vijf minuten de bloeddruk gemeten.
Uw keel wordt plaatselijk verdoofd met een spray en u krijgt een ring tussen de
tanden/kaken. Voordat met de dunne darm endoscopie gestart wordt, dient de arts
via het infuusnaaldje medicijnen toe om voor u het onderzoek zo aangenaam
mogelijk te maken,.
De arts brengt via de mond een buigzame slang (de endoscooop) naar de maag en
vervolgens in de dunne darm. Tijdens het onderzoek kunt u normaal ademhalen.
Indien via de mond niet de gehele dunne darm in beeld gebracht kan worden, wordt
er indien de arts dit noodzakelijk acht, een markering achtergelaten. In een later
stadium kan de arts een onderzoek afspreken via de dikke darm tot aan de
markering.
Om de maag en darmwand beter zichtbaar te maken, wordt via de endoscoop lucht
ingeblazen, waardoor deze zich ontplooit. Door deze extra lucht kunt u een vol
gevoel en wat pijnlijke darmkrampen krijgen en mogelijk moet u boeren en winden
laten. Aanwezige darminhoud wordt weggezogen, zodat de arts het slijmvlies van de
darm beter kan bekijken. Tijdens het onderzoek kan u gevraagd worden om op uw
rug te gaan liggen. Soms drukt de verpleegkundige met de handen op bepaalde
plaatsen op uw buik om zo de scoop te ondersteunen en de voortgang van het
onderzoek te vergemakkelijken.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek kan ongeveer anderhalf uur duren.
Uitslag
Bij uw eerstvolgende afspraak op de polikliniek zal uw behandelend arts de
uitkomsten van het onderzoek met u bespreken.
Na het onderzoek
Na het onderzoek blijft u nog één nacht ter observatie in het ziekenhuis. Indien zich
geen problemen voordoen, kunt u de volgende dag het ziekenhuis verlaten. De
eerste tijd na het onderzoek kunt u wat pijn (krampen) hebben als gevolg van de
ingeblazen lucht. Het laten van winden kan de pijn verminderen.
3
Complicaties/bijwerkingen
Een dunne darm endoscopie is een veilig onderzoek. Ondanks alle zorgvuldigheid
kunnen complicaties optreden. Als een therapeutische behandeling, zoals het
weghalen van een poliep of oprekken van een vernauwing, heeft plaatsgevonden is
er een kans van 5% op een complicatie. Zonder behandeling is deze kans kleiner.
Complicaties die kunnen ontstaan:
 Scheurtje in de darmwand na het verwijderen van een poliep of oprekken van een
vernauwing
 Bloeding: na het verwijderen van een poliep of oprekken van een vernauwing. Dit
kan tot twee weken na de ingreep.
 Alvleesklierontsteking
 De gebruikte medicijnen hebben een remmende werking op de ademhaling en
kunnen daling van het zuurstofgehalte en/of een longontsteking door verslikken
veroorzaken, met name bij mensen met hart- en/of longziekten en bij bepaalde
neurologische aandoeningen.
Wat te doen bij problemen?
Neem contact op met endoscopiecentrum als er sprake is van veel helder
bloedverlies, blijvende of steeds erger wordende buikpijn met of zonder koorts.
Tijdens kantooruren (077) 320 51 32
Buiten kantooruren  (077) 320 58 10 (Spoedeisende Hulp)
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder vragen, stel deze dan gerust aan de
endoscopieverpleegkundige voordat het onderzoek begint. Voor eventueel dringende
vragen kunt u ook contact opnemen met:
Endoscopiecentrum
Locatie Venlo
routenummer 83
(077) 320 51 32
VieCuri Medisch Centrum
Locatie Venlo
Tegelseweg 210
5912 BL Venlo
(077) 320 55 55
Locatie Venray
Merseloseweg 130
5801 CE Venray
 (0478) 52 22 22
internet: www.viecuri.nl
© VieCuri Patiëntenservicebureau
27 juni 2017 bestelnummer 10363
4
Download