Pagina 1 van 2 Persbericht 11 februari 2015 KBO-Brabant roept overheid op snel duidelijkheid te scheppen over mantelzorgboete bij mantelzorgwoning Zo lang mogelijk thuis blijven wonen is het credo van de laatste jaren. De overheid trekt zich steeds verder terug. Aan de wil van senioren om thuis te blijven wonen ontbreekt het niet; veel mensen geven hieraan de voorkeur. Er zijn innovatieve ideeën genoeg om hieraan vorm te geven. Maar dan moeten wetten en regelgeving congruent en in de tijd op elkaar afgestemd zijn om deze initiatieven een werkelijke kans te geven. Het Rijk heeft nieuwe regels vastgesteld voor de plaatsing van mantelzorgwoningen. Deze nieuwe wetgeving omgevingsrecht maakt het sinds 1 november 2014 mogelijk om in de achtertuin van bijvoorbeeld een kind een mantelzorgwoning te plaatsen of aan te bouwen, zodat mensen die zorg nodig hebben in de buurt wonen van hun naasten. Onder bepaalde voorwaarden is daarvoor geen bouwvergunning meer nodig. Enige alertheid is daarbij wel geboden. De vergunningsvrijheid geldt zolang de betrokkenen kunnen aantonen dat er sprake is van mantelzorg. Per gemeente worden regels vastgesteld over wat een geldig bewijs is voor de noodzaak van mantelzorg. Dit kan erg uiteenlopen: bij de ene gemeente voldoet een huisartsenverklaring, bij de andere gemeente moet een CIZ-indicatie worden overhandigd. De mantelzorgwoning als zodanig moet worden verwijderd zodra er geen sprake meer is van mantelzorg, bijvoorbeeld als de persoon is overleden. Kostendelersnorm De versoepeling van deze regelgeving is positief, ware het niet dan deze samenloopt met de mogelijke invoering van de kostendelersnorm in de AOW, in de volksmond ‘mantelzorgboete’ genoemd. Hierdoor wordt een en ander complexer voor mensen met een AOW. Deze maatregel is uitgesteld tot 1 juli 2016. Na veel maatschappelijk en politiek verzet heeft staatssecretaris Klijnsma besloten een onderzoek in te stellen naar de effecten van de kostendelersnorm in de AOW en hier in 2016 op terug te komen. De komende tijd benut zij om te bezien hoe arrangementen rond mantelzorg verdere ondersteuning behoeven en om te onderzoeken wat de effecten zijn van de kostendelersnorm in de AOW op de mantelzorg, zo schrijft zij in de Kamerbrief van 17 juni 2014 over de AOW kostendelersnorm. Als in 2016 de kostendelersnorm alsnog gaat gelden voor mensen in de AOW, dan zullen twee huishoudens in één woning hieronder komen te vallen. Echter, hoe zit dat dan met de mantelzorgwoning in de achtertuin? Wat gaat dit financieel betekenen voor de mensen die juist op dit moment gebruik willen maken van de versoepeling van de regelgeving? Mensen voor wie nú bij uitstek een oplossing te vinden is in een mantelzorgwoning? Hierover is nog veel onbekend. Als in de toekomst de twee gezinnen als één huishouden worden beschouwd, zou op basis van de huidige bepalingen ook hier sprake zijn van een kostendelersnorm in de AOW. 1 Pagina 2 van 2 Financieel effect De mantelzorgwoning is volgens de wet ‘functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw’. Tot medio 2016 blijft daarom een aantal belangrijke vragen onbeantwoord: 1. Is er bij de plaatsing van een mantelzorgwoning sprake van twee onafhankelijke huishoudens of worden de twee gezinnen (uit de mantelzorgwoning en uit het hoofdgebouw) als één huishouden beschouwd? 2. Heeft de mantelzorgwoning een eigen huisnummer nodig om als onafhankelijke woning te worden beschouwd? 3. Zo ja, kan een mantelzorgwoning een eigen huisnummer krijgen waardoor het administratief een onafhankelijke woning is? 4. Of hebben deze extra huisnummers invloed op het bouwcontingent (het aantal woningen dat mag worden gebouwd) waardoor de lagere overheden geen belang hebben bij onafhankelijkheid van de mantelzorgwoning? 5. Wordt de bouwregel (functionele ondergeschiktheid aan het hoofdgebouw) het sjabloon voor de regelgeving in de sociale zekerheid (bijstand, WAO) en de belasting (WOZ, etc.)? 6. Welk financieel effect heeft dit voor senioren die de oplossing al hebben gevonden of willen zoeken in een mantelzorgwoning? Wie een mantelzorgwoning bewoont of deze wil gaan bewonen, weet mogelijk pas na medio 2016 meer over wat dit financieel concreet gaat betekenen voor hen. Dit terwijl de oplossing van een mantelzorgwoning doorgaans niet zo lang kan wachten. Deze investering moet kunnen worden gedaan met een totaalbeeld over de financiën. Dit blijft momenteel uit, waardoor het maar de vraag is of mensen gebruik gaan maken van de regeling. Gemeenten zullen er derhalve op moeten rekenen dat er een groter beroep op gespecialiseerde zelfstandige woningen wordt gedaan dan nodig is. KBO-Brabant roept ook gemeenten op om er bij staatssecretaris Klijnsma op aan te dringen dat zij haast maakt met haar onderzoek. De veranderingen in de zorg zijn namelijk 1 januari 2015 ingegaan, overal ontstaan uitvoeringsproblemen, thuiszorgorganisaties vallen om, huishoudelijke hulp wordt verminderd of vervalt helemaal en mantelzorg-oplossingen in de vorm van een mantelzorgwoning komen niet van de grond omdat de staatssecretaris besluitvorming over de financiële consequenties hiervan rustig anderhalf jaar voor zich uitschuift. ------------------------------------------------------------------------------------------KBO-Brabant telt circa 132.000 leden die in zo’n 300 lokale Afdelingen zijn vertegenwoordigd. De KBO werd bijna 70 jaar geleden in Brabant opgericht en KBO-Brabant behoort tot de drie grootste seniorenverenigingen in Nederland. Daarnaast is het de grootste vereniging in de provincie Noord-Brabant. Voor meer informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met Nadzja van der Knaap of Marieke Hageman, communicatiemedewerkers van KBO-Brabant. Telefoon (073) 644 40 66 of per e-mail: [email protected] en [email protected]. 2