Giardia lamblia (Protozo, Flagellaatvormig) Komt voor in 2 stadia: trofozoït (15x10 μm) en cyste (12x8μm). Cyste is zeer resistent. Besmetting: feco-orale overdracht cycten. Na binnenkomst in lichaam vindt excystatie en deling plaats. Trofozoïten hechten aan darmepitheel met zuignap. Dit zorgt voor mechanische beschadiging. Ook komen toxische en apllergische metabolieten vrij die zorgen voor ontstekingen en immunologische overgevoeligheidsreacties. Samen leidt dit tot villusatrofie en ontstekingsinfiltraten in de darmwand. Komt over de hele wereld voor. Komt vooral voor bij kinderen en tropengangers. Incubatietijd is ongeveer 2 weken Pathologische afwijkingen in: duodenum, jejunum, galblaas en galwegen. Symptomen: - malaise - pijn in (boven)buik - opgezette buik - flatulentie - diarree (brijig, dun) Uiteindelijk kan dit leiden tot het malabsorptiesyndroom. Diagnose op basis van: Triple feces test: de trofozoïten en cysten kunnen in de ontlasting aangetoond worden Duodenumsondage: in duodenumvocht zijn trofozoïten zichtbaar Stringtest: touwtje met loodje eraan doorslikken, blijft 2 uur in duodenum en wordt dan verwijderd. Behandeling met nitro-imidazolverbindingen: Metronidazol (Flagyl) Tinidazol Albendazol Cryptosporidiose (protozo: cryptosporidium ssp.) Overdracht door feco-orale transmissie van oöcysten(2-5 μm) (ook van dieren, kalveren). In de maag verweekt de wand van de cyste zodat in de darm 4 spoelvormige sporozoïeten uit de cyste kunnen barsten. Deze infecteren de epitheliale cellen. Hij vermenigvuldigd zich in de borstelzoom van intestinele epitheelcellen. Komt vooral voor bij: kinderen, ouderen, patiënten met afweerstoornissen. Hechting en vermenigvuldiging vindt plaats in de darmwand van dikke en dunne darm. Soms is er uitbreiding naar de longen. Normale symptomen: (self-limiting) - waterige diarree - buikpijn - algemele malaise Bij aids kan de infectie leiden tot persisterende diarree met veel vochtverlies. Met malabsorptiesymptomen, koorts, braken en gewichtsverlies. Diagnose op basis van: Fecesonderzoek naar oöcysten met behulp van speciale technieken omdat ze zo klein zijn. Duodenoscopie/rectoscopie is ook mogelijk maar niet de eerste keus. Cyclospora cayetanensis (protozo) Komt overal in de wereld voor. Wordt via de feces als kleine oöcyst (8-10 μm) in het milieu uitgescheiden. Daar rijpt hij uit tot de besmettelijke vorm. (de oöcycte bevat dan 2 sporocysten met ieder weer 2 sporozoïeten). Besmetting vooral uit tropische gebieden door groente, fruit en water. 1 Diagnose op basis van: Microscopie: oöcycsten zijn perfect rond, hebben een duidelijke wand en zijn gevuld met kleine bolletjes Autofluorescentie: de wand licht blauw op bij UV-licht Behandeling: bij ernstige klachten co-trimoxazol. Amoebiasis 5 soorten entamoebes worden vaak in de ontlasting gezien. 4 zijn apathogeen: - entamoeba coli - entamoeba hartmanni - entamoeba polecki - entamoeba dispar en 1 pathogeen: entamoeba histolytica (trofozoïet) Overdracht in de vorm van cysten, feco-orale transmissie (voedsel en handen meestal). In de dikke darm vindt excystatie plaats waarbij kleinere vegetatieve vormen vrijkomen. Deze zijn dan nog niet invasief en voeden zich met de darmflora. Als ze wel invasief worden gaan ze zich voeden met bloed en weefsel en beschadigen de mucosa en submucosa van de dikke dam. En kan leveramoebiasis of intestinale amoebiasis ontstaan. Heel soms uitzaaiing naar long of huid. Komt niet in nederland voor, wel in de (sub)tropen en rond de middellandse zee. (E. dispar en E. Histolytica alleen te onderscheiden door PCR). Komt vooral voor bij tropengangers. (bij mensen met een afweerstoornis kan een slapende infectie ineens tot uiting komen, bv bij corticosteroïden gebruik). Incubatietijd is 2 weken maar het kan jaren subklinisch blijven. Symptomen bij leveramoebiasis, (een leverabces ontstaat): - koorts, algehele malaise - pijn in de rechter bovenbuik, soms uitstralend naar de rechter schouder - drukpijn, vergrote lever - hoesten - leukocytose Diagnose leveramoebiasis door middel van serologisch onderzoek. Symptomen bij darmamoebiasis: Acuut: - buikkrampen - brijige ontlasting met bloed/slijm Chronisch: - vage klachten: diarree, vermoeidheid, buikpijn Diagnose darm amoebiasis door middel van: Klinisch beeld en geografische anamnese: niet speciefiek genoeg alleen. Aantonen histolyticavormen in verse ontlasting Aantonen cysten in ontlasting Serologisch onderzoek Rectoscopie/Colonoscopie: zoek naar pin-pointlaesies om daar een biopsie uit te nemen. Rondwormen: Strongyloïdiasis, wordt verwekt door strongyloïdes stercoralis (2-3 mm lang, 30-50 μm dik) Volwassen wormen leven ingebed in mucosa eerste deel dunne darm. Kan in de mens vermenigvuldigen en daardoor levenslang bestaan. Niet in nederland, vooral in (sub)tropen. Besmetting via de huid door larven uit de grond. Door de huid bereiken de larven het bloed en 2 de lymfe, en komen zo in het hart en daarna penetreren ze in de longen en komen in de alveoli. Ze worden dan opgehoest en komen zo in de keel terecht, waarna ze worden doorgeslikt. De larven ontwikkelen in de mucosa van het duodenum en jejunum tot volwassen wormen. De eieren komen in het lumen of darmweefsel al uit en worden met de feces dan uitgescheiden. Auto-infectie is mogelijk bij verminderde afweer. Dit leidt tot: - ernstige colitis - ulcera en necrose van de darmen - granulomateuze ontstekingen in allerlei organen, vooral de longen - besmetting van het bloed van darmbacteriën Dit kan leiden tot sepsis of meningitis. Meestal zijn er geen symptomen. Bij wel symptomen: Huid: - Ground-itch, bij penetratie van grote aantallen vanuit de grond - Urticaria, door peri-anale autoinfectie op buik, billen, dijen - Larva currens, door de huid rondzwervende larven: zich snel verplaatstende urticaria vooral op de romp Darmen: - vage bovenbuik spierpijn - misselijkheid - diarree Longen: - koorts - dyspnoe - hoesten - droge rhonchi syndroom van Löffler: op de röntgenfoto zijn vluchtige infiltraten zichtbaar i.c.m. een passagère eosinofilie. Diagnose door middel van: larven in de feces aantonen. (Verse feces anders kunnen ook andere wormen onwikkelen en die zijn moeilijk te onderscheiden). Behandeling met: Ivermectine (Stromectol) Ascariasis, door Ascari lumbricoïdes (10-40 cm lang, 2-6 mm dik), rondworm. Komt over de hele wereld voor, maar in nederland niet veel. Besmetting door opname eieren via de mond. In de dunne darm komen de larven vrij en penetreren de darmwand. Ze komen dan via de lever en het hart in de longen terecht waar ze de alveoli ingaan. Dan gaan ze via de bronchi en de trachea naar de keel en worden doorgeslikt. Weer in de dunne darm groeien ze uit tot volwassen wormen en leven van de darminhoud. De eerste eieren zijn in de feces te ontdekken na 10-12 weken. Ze kunnen in de mens niet vermeningvuldigen. Komt vooral voor bij kinderen en tropengangers. Meestal asymptomatisch, echter de wormen kunnen gaan zwerven, naar de galgangen of door de darm naar de buikholte peritonitis. Bij zware infectie kunnen de larven ook massaal migreren naar de lever of longen. Dan: lichte koorts, urticaria, lever- en longaandoeningen. (in bloedbeeld eosinofilie). Bij zware infectie met wormen: anorexie, vage buikpijn, misselijkheid, gewichtsverlies, diarree. Soms obstructie darmdoorgang door kluwens wormen ileus. Behandeling: Mebendazol (Vermox) Enterobiasis, door enterobius vermicularis. Kleine aarsmade. Komt veel voor, vooral bij kinderen. Infectie door eieren via de mond. In de dunne darm komt de larve uit en rijpt daar ook. Volwassen wormen leven in coecum en aangrenzende delen 3 darm. Ze voeden met darminhoud. Het vrouwtje kruipt ’s nachts naar buiten om haar eieren op het peri-anale gebied te dumpen. Besmetting kinderen: door contact met anderen en door auto-infectie. Meestal asymptomatisch, anders jeuk in het peri-anale gebied. Diagnose door plakband op peri-anale huid drukken en onder microscoop bekijken of door zien wormpjes in ontlasting. Behandeling: Mebendazol (Vermox) Trichuriasis, door trichuris trichiura, rondworm (3-5cm). Komt overal voor. Infectie door eieren met ontwikkelde larven binnen te krijgen via handen, voedsel, drinken. In de dunne darm komen de eieren uit. Rijpingsfase in onderste deel dunne darm. Larve hecht aan coecum en groeit in 3-5 maanden uit tot volwassen worm (leeft meerdere jaren). Deze graven zich met voorste deel in darmwand vast en voeden zich met darmweefsel ontstekingsreacties. Vooral bij kinderen en tropengangers. Meestal asymptomatisch, bij ernstige infectie: - buikpijn - bloederige diarree - gewichtsverlies - misselijkheid - verschijnselen die op apendicitis lijken (soms anemie, rectumprolaps) In ontlasting zijn eieren te ontdekken. Behandeling: Mebendazol (Vermox) Hygiëne In te delen in: - voedsel- en keukenhygiëne - waterleiding/-voorziening, riolering en afvalverwerking. - Persoonlijke hygiëne, handenwassen - Medische hygiëne, ziekenhuisinfectiepreventie Vochtige oppervlakken zijn vaak gecontamineerd met Gramnegatieve staven zoals E. coli, Klebsiella en Pseudomonas). Op droge, stoffige plekken zitten micro-organismen die tegen droogte kunnen zoals streptokokken en stafylokokken. Andere verspreiden zich weer makkelijk via de lucht (mycobacteriën en respiratoire virussen). Bloederige diarree: Shigella, Yersinia, Campylobacter, E.coli-EHEC, Clostridium difficile Waterig diarree: Salmonella, E.coli-ETEC Rijstwater: Vibrio cholera, v. parahaemolyticus Geen koorts bij rotavirus, E.coli-EHEC, E.coli-ETEC 4