VISIE OP VERSLAVING In deze nieuwe rubriek “Visie op verslaving” verwoorden gerenommeerde wetenschappers op het gebied van verslaving hun visie. Prof. dr. C.A.J. (Cor) de Jong is de eerste van hen. Naast hoogleraar is hij wetenschappelijk directeur van NISPA, een kenniscentrum waar VNN sinds begin dit jaar bij aangesloten is. In de visie van De Jong is verslaving een chronische hersenziekte. ‘Juist de genetische kwetsbaarheid en de herprogrammering van de hersenen maken verslaving tot een ziekte.’ tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Edwin van de Graaf opleidingstraject dat psychologen moeten volgen voordat ze aan de tweejarige opleiding tot verslavingspsycholoog kunnen beginnen’. U was onlangs te zien in een uitzending van ZEMBLA over GHB-verslaving. Is GHB-verslaving iets wat u zorgen baart? ‘Daar maak ik mij zeker zorgen over, dat heb ik ook gezegd in de uitzending. Jonge mensen vliegen uit, gaan de wereld verkennen en experimenteren met alcohol en drugs. Dat is niet altijd goed, maar het hoort wel bij jong zijn. GHB-gebruik vind ik echter een ander verhaal.’ VERSLAVING ALS CHRONISCHE HERSENZIEKTE U definieert verslaving als een chronische hersenziekte. Waarom is verslaving een ziekte? ‘Verslaving is een buitengewoon complexe aandoening, waarbij biologische, psychische en sociale factoren een rol spelen. Opvoeding en iemands sociale omgeving spelen een rol, maar verslaving is zeker niet alleen een kwestie van aangeleerd gedrag. Vrijwel iedereen gebruikt psychoactieve stoffen, soms leidt dat tot problematisch gebruik. Dan kan er een patroon van functioneren in de hersenen ontstaan dat onomkeerbaar is: dat zou je dan ’verslaving’ kunnen noemen. Bij verslaving is er vaak sprake van een genetische -dus aangeboren- kwetsbaarheid. Eenmaal verslaafd blijven de hersenen volgens een vrij vast patroon reageren; een patroon dat heel snel leidt tot terugval. Juist die kwetsbaarheid en de herprogrammering van de hersenen maakt het tot een ziekte. Iemand die afgekickt is van een alcoholverslaving, kan na één glas weer voor de bijl gaan.’ Maar je hebt toch altijd een keuze om wel of niet te gebruiken? ‘Dat klopt, maar als je COPD hebt, heb je ook een keuze. Niet een keuze in de zin dat je ervoor kiest om het te krijgen, maar wel een keuze in hoe je ermee omgaat. Sommige mensen met COPD roken, dat is ook een keuze. Misschien geen verstandige, maar wél een keuze. Datzelfde geldt voor verslaving.’ 12 nr. 1 2014 Impliceert het feit dat verslaving een chronische ziekte is dan ook dat je er niet van kunt genezen? ‘We weten nog niet hoe dat precies zit. Als je geen verslavende middelen meer gebruikt, kun je vaak weer normaal functioneren. In strikte zin kun je niet genezen van een verslaving, omdat de kwetsbaarheid voor het verslavende middel blijft bestaan, ook als je niet meer gebruikt. Als je verder altijd gewend bent geweest problemen op te lossen door verslavende middelen te gebruiken, is het heel moeilijk dat af te leren. Verslaafde mensen vervallen bij ingrijpende gebeurtenissen snel in hun oude patroon. De zucht die zij ervaren is bovendien zo sterk, veel sterker dan wat iedereen wel kent als je zin hebt in bijvoorbeeld chocola. De zucht of de craving is iets wat zich vastzet in je hersenen: er moet gebruikt worden.’ U staat erom bekend groot voorstander te zijn van evidence based-behande­ lingen. Wat is het belang van zo’n behandeling waarvan het effect wetenschappelijk bewezen is? ‘Evidence based staat voor mij voor twee dingen. Ten eerste berusten evidence based-behandelingen op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Dat moet de basis zijn voor medische richtlijnen. Daarnaast betekent evidence based dat de hulpverlener gebruik kan maken van de nieuwste inzichten, zeker als de problematiek van een patiënt niet goed past in een richtlijn. Wat maakt GHB-verslaving anders dan andere verslavingen? ‘GHB is extreem verslavend, veel verslavender dan bijvoorbeeld alcohol. Na één keer alcohol gebruiken ben je niet meteen verslaafd, maar bij GHB kan dat veel sneller gaan. Bovendien weten we gewoon nog niet goed wat dat spul op de lange termijn met je lichaam doet.’ Via PubMed, een internetdatabank, kun je een schat aan medische en psychologische informatie vergaren. Ik had laatst een patiënt met een alcoholprobleem en een bijzondere bloederziekte, over die combinatie vind je niets in de traditionele handboeken of in de richtlijnen, maar via PubMed krijg je info voor een aangepaste behandeling.’ U bent hoofdopleider van de Master in Addiction Medicine (MiAM), de opleiding tot verslavingsarts die nog maar enkele jaren bestaat. Waarom was het belangrijk dat die opleiding er kwam? ‘Ik was indertijd eerste geneeskundige bij Novadic-Kentron en zag om mij heen veel ambitieuze artsen na twee of drie jaar weer vertrekken, omdat ze in de verslavingszorg geen carrièreperspectief hadden. Er was simpelweg geen opleiding tot verslavingsarts, dus ze konden zich vakinhoudelijk niet ontwikkelen. Toen bleek dat er voldoende draagvlak was om de opleiding tot verslavingsarts te ontwikkelen zijn we in 2007 gestart, in samenwerking met opleidingsinstituut het SPON in Nijmegen. In 2012 -en dat is heel snel voor een dergelijk traject- hebben we erkenning gekregen van de KNMG, de landelijke artsenfederatie. Verslavingsgeneeskunde is nu een erkende specialisatie met een eigen beroepsregister.’ Zou er behalve de opleiding tot verslavingsarts dan niet ook een opleiding moeten zijn voor verslavingspsycholoog? ‘Daar zijn de psychologen ook mee begonnen in 2007. Het onderwijsprogramma was klaar, maar de aanmeldingen waren beperkt in de eerste groep. Een tweede groep is niet meer gestart. Misschien heeft dat te maken met het relatief lange Het doorbreken van transgenerationele verslaving is een speerpunt van VNN. Wat vindt u daarvan? ‘Interessant, want “doorbreken” suggereert een interventie, maar wat is de interventie dan? Volgens mij moet je eerst inzicht hebben in hoe verslaving overgedragen wordt, voordat je het kunt doorbreken. Dus is het zaak om eerst een gedegen lite­ra­­tuur­studie te doen om de deter­mi­ nan­ten van de overdracht van verslaving te bepalen. Daarnaast moet je goed en gericht patiëntgegevens registreren: hoe zit het met grootouders, ouders, broers en zussen en met kinderen, hebben die ook verslavingsproblemen? Als je echt iets aan het verminderen van de overdracht van verslaving wilt doen, zul je bij elke intake moeten vragen naar eventuele kinderen en de kinderen ook betrekken in de behandeling.’ U bent het boegbeeld van NISPA, maar over anderhalf jaar gaat u met pen­sioen. Kan NISPA zonder Cor de Jong? Lachend: ‘Ik ga met deelpensioen, dus ze zijn nog niet helemaal van me af. Ik blijf als hoogleraar aan NISPA verbonden en blijf ook hoofdopleider van de MIAM. Maar goed, ik wil natuurlijk wel graag dat NISPA toekomstbestendig is. Daarom ben ik een deel van mijn taken aan het overdragen aan de collega’s Arnt Schellekens en Boukje Dijkstra. Dat de wetenschap en het veld elkaar nodig zullen blijven hebben, daar ben ik van overtuigd. In die zin heb ik ook hoge verwachtingen van de zestig verslavingsartsen die we inmiddels opgeleid hebben. Dat zijn ambassadeurs van hun vak, enthousiaste mensen met zowel praktijk- als theoretische kennis, die getraind zijn in het overdragen van hun kennis.’ Is er een bepaald gedachtegoed dat u wilt achterlaten? ‘Dat weet ik niet zo goed. Iedereen moet het op zijn eigen manier doen: je moet je opvolger niet voor de voeten lopen. En ik stop niet helemaal met werken natuurlijk. Ik ben bezig met een interessant internationaal project dat voortborduurt op onderzoek wat we al jaren doen naar shared decision making, gezamenlijke besluitvorming tussen arts en patiënt. Daar wil ik graag mee doorgaan. Verder houd ik mijn adviseursfuncties, bijvoorbeeld bij de KNMG, de artsenfederatie. Ik heb nog genoeg te doen!’ Cor de Jong Prof. dr. C.A.J. (Cor) de Jong (1950) is hoogleraar Verslaving en Verslavingszorg aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en wetenschappelijk directeur van NISPA (Nijmegen Institute for Scientist Practitioners in Addiction). NISPA is een kenniscentrum voor onderzoek, zorgontwikkeling en onderwijs ten behoeve van de verslavingszorg, dat nauw samenwerkt met de Radboud Universiteit Nijmegen. Bij NISPA zijn aangesloten: NovadicKentron, Tactus Verslavingszorg, IrisZorg, Vincent van Gogh, Mondriaan, Victas en sinds 1 januari 2014 ook VNN. Cor de Jong begon in 1977 als huisarts en consulent in de verslavingszorg, destijds onderdeel van de psychiatrie. Hij was jarenlang als eerste geneeskundige, arts en psychotherapeut verbonden aan de Brabantse verslavingszorginstelling NovadicKentron. In 1993 promoveerde hij op het onderwerp verslaving in combinatie met andere psychische aandoeningen. In 2005 werd bij benoemd tot bijzonder hoogleraar Verslaving en Verslavingszorg. nr. 1 2014 13