Het belang van bodemleven Inspiratiedag over functionele agrobiodiversiteit Gent, 4 november 2014 Petra Deproost Departement LNE, Dienst Land en Bodembescherming Biodiversiteit: niet enkel bovengronds! Naar schatting leven 1/4 van alle soorten op aarde onder de grond Eén koffielepel bodem bevat meer organismen dan er mensen zijn op aarde Welke organismen? Bodemvoedselweb Eten en gegeten worden Onderlinge concurrentie Gezonde bodem = evenwichtig samengesteld bodemleven Functionele agrobiodiversiteit in de bodem Hoe dragen bodemorganismen bij tot de productiviteit van landbouwbodems? → nutriëntenhuishouding → wering van ziekten en plagen → bodemstructuur Bacteriën: vasthouden en leveren van nutriënten Afbraak van organische verbindingen (doorgaans eenvoudige verbindingen) Nutriëntenretentie (relatief hoge N-opname) nutriënten komen opnieuw beschikbaar door ‘grazers’ Nutriëntenomzetting vb. nitrificerende bacteriën (ammonium naar nitraat) Bacteriën: vasthouden en leveren van nutriënten Stikstofbinding uit de lucht vb. rhizobium (wortelknolletjes bij vlinderbloemigen) vb. azotobacter (vrijlevende bacterie) Bacteriën: vasthouden en leveren van nutriënten Koolstofvastlegging uit de lucht vb. foto-autotrofe bacteriën: C-vastlegging via fotosynthese Bacteriën: verbeteren van de bodemstructuur Vorming van stabiele aggregaten door productie van slijmstoffen Bacteriën: ziektewerendheid tegen plantpathogene schimmels Produceren van antibiotica Wegvangen van micro-nutriënten Produceren van schadelijke afbraakproducten Afbreken van celwand van schimmels vb. vermindering schurft bij aardappelen Schimmels: vasthouden en leveren van nutriënten Afbraak van organische verbindingen (doorgaans complexe verbindingen zoals cellulose, hemicellulose, lignine,…) Afscheiding van organische zuren nutriënten beter beschikbaar vb. fosfor Transport van nutriënten in de bodem via het netwerk van schimmeldraden Schimmels: vasthouden en leveren van nutriënten Mycorrhiza → symbiose tussen schimmels en planten Mogelijk voor meer dan 80% van alle plantensoorten Schimmels groeien in en om plantenwortels Dankzij schimmelnetwerk kan de plant meer nutriënten en water opnemen Schimmels: verbeteren van de bodemstructuur Vorming van stabiele aggregaten door afscheiding van plakkerige stoffen Schimmeldraden vormen verbinding tussen bodemdeeltjes Schimmels: ziektewerendheid tegen plantpathogene schimmels en nematoden Niet-plantpathogene schimmels concurreren met plantpathogene schimmels van hetzelfde geslacht vb. Fusarium Schimmels: ziektewerendheid tegen plantpathogene schimmels en nematoden Parasitaire schimmels tegen nematoden of andere schimmels Symbiose met mycorrhizaschimmels tegen aantasting door andere schimmels Protozoën Ciliaten (trilhaardiertjes) Naakte amoeben Geschaalde amoeben Flagellaten (zweephaardiertjes) Protozoën: nutriëntenbeschikbaarheid Door de vertering van voornamelijk bacteriën (bevatten meer N dan protozoën nodig hebben) Ook P komt beschikbaar Protozoën: ziektewerendheid Mogelijk spelen schimmeletende protozoën een rol in ziektewerendheid Nematoden (aaltjes): plantpathogene soorten Plantparasitaire soorten kunnen grote schade veroorzaken Bvb. aardappelcysteaaltje Hebben naaldachtige structuur waarmee de celwand van planten doorboord wordt, zodat de nematode de nutriënten kan opzuigen uit de plant Nematoden: ziektewerendheid Slechts enkele nematoden zijn plantpathogeen Veel nematoden consumeren ziekteverwekkers vb. schimmeletende nematoden bestrijden o.a. fusarium vb. entopathogene nematoden bestrijden insecten via het infecteren van een bacterie Nematoden: nutriëntenbeschikbaarheid Vooral bacterie-etende nematoden Potwormen: verhogen nutriëntenbeschikbaarheid Voeden zich met licht tot sterk verteerde resten van planten Voeden zich met organismen (bacteriën en schimmels) Potwormen: verbeteren bodemstructuur Groter volume en grotere continuïteit van poriën (door hun lichaamsomvang) Grotere hoeveelheid aggregaten (door hun uitwerpselen) Regenwormen Epigeïsche wormen of strooiselwormen Endogeïsche wormen of bodemwoelers Anecische wormen of pendelaars Regenwormen: nutriëntenbeschikbaarheid Afbraak en herverdeling van organisch materiaal Nutriënten beschikbaar via uitwerpselen, slijmproductie en sterven van de regenworm Regenwormen: ziektewerendheid Indirect via goede bodemstructuur en waterhuishouding Ook directe invloed Bvb. vermindering kans op schurftinfecties in fruitboomgaarden doordat regenwormen geïnfecteerde bladeren de grond in trekken. Regenwormen: verbetering bodemstructuur Verbetering aggregaatstructuur en –stabiliteit Toename porositeit Doorbreken verdichte bodemlagen: kanalen voor water, lucht en wortelgroei Hoe bodemleven stimuleren? Bodem = habitat van bodemorganismen Voedsel Ruimte Water Zuurstof Rust Goede landbouwpraktijken? Aanvoer van organisch materiaal (gewasresten, organische bemesting, groenbedekkers) Vermijden van schade aan bodemstructuur door bodemverdichting Minimaliseren van verstoring bij bodembewerkingen (diepte, intensiteit) Voldoende maaivruchten (granen, gras) in teeltplan Beperken gewasbeschermingsmiddelen Bodemleven niet aaibaar? Petra Deproost Beleidsmedewerker Bodembescherming Dienst Land en Bodembescherming Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Tel: 02-553 21 78 e-mail: [email protected]