Warme maaltijd aardappelen: aardappelen, frites, rösti en aardappelpuree, bereid van aardappelen en water met een klontje koemelkvrije margarine vervanging: macaroni, spaghetti, (zilvervlies)rijst, peulvruchten, boekweit, gierst groente: alle soorten groente zonder toevoeging of saus, vers of uit de diepvriezer vlees: alle soorten, ongemengd en ongepaneerd (rund, varken, lam, schaap) kip: kip en kalkoen, ongemengd en ongepaneerd vis: alle soorten, vers of uit de diepvriezer, ongepaneerd en zonder saus Nagerecht fruit, compôte, vruchtenmoes, bessola, tutti frutti, gelatinepudding, zelfgemaakte pap of vla van hypoallergene melk met custard, griesmeel, rijst of havermout Tussendoor alle soorten fruit, rozijnen, rijst- of popcornwafel, zuurtjes, pepermunt, koemelk- en kippeneivrije koekjes en snoepjes Een voedselallergie of niet? Borstvoeding geeft de beste bescherming tegen een mogelijke allergische reactie. Toch kan een kind allergisch op borstvoeding reageren. Het eiwit uit onder andere koemelk kan via de voeding van de moeder in de borstvoeding terechtkomen en een allergische reactie veroorzaken. Deze allergisch reactie kan zich op verschillende manieren uiten: z spugen, diarree, obstipatie en darmkrampjes z eczeem en galbulten z verstopte neus, ontstoken (rode) ogen z prikkelbaarheid, vaak en langdurig huilen, vooral na de voeding Wanneer uw kind bovengenoemde verschijnselen heeft, wil dit niet altijd zeggen dat het allergisch reageert op borstvoeding. De oorzaak kan ook iets anders zijn, bijvoorbeeld een griep of een verkoudheid. Maar het is mogelijk dat uw kind allergisch reageert op de borstvoeding. Vaststellen en behandelen Om erachter te komen of er bij uw kind sprake is van voedselallergie, kunt u het beste twee tot vier weken achtereen een zogeheten hypoallergeen dieet volgen. Als er bij uw kind al een diagnose van voedselallergie is gesteld, dan kunt u deze met ditzelfde dieet behandelen en voortzetten gedurende de gehele borstvoedingsperiode. Hypoallergeen dieet Dranken koffie, thee, (mineraal)water, limonadesiroop, frisdrank, vruchtensappen Nog wat laatste tips Geef uw kind zolang mogelijk borstvoeding en start niet vóór de leeftijd van 6 maanden met het geven van bijvoeding. 8 Bij een hypoallergeen dieet worden sterk allergene voedingsmiddelen uit de voeding weggelaten. Dit zijn voedingsmiddelen die relatief vaak allergische klachten veroorzaken: koemelk, kippenei, soja, alle vissoorten, schaal- en schelpdieren, noten, pinda’s, zaden en pitten. Als er sprake is van een allergische reactie op borstvoeding, of het vermoeden hiervan bestaat, dienen koemelkeiwit, kippenei-eiwit en soja-eiwit volledig uit de voeding van de moeder te worden weggelaten. Naast alle ‘zichtbare’ sterk allergene voedingsmiddelen (koe1 melk, kippenei en soja) dienen ook producten waarin slechts kleine hoeveelheden (sporen) van deze eiwitten voorkomen, vermeden te worden. Volledig weglaten uit uw dagelijkse voeding: z zuivelproducten: alle soorten melk en melkproducten en alle producten waarin melk of melkbestanddelen zijn verwerkt: z karnemelk, chocolademelk, fruitzuiveldrank, vla, pap, pudding z melkpoeder z biogarde, yoghurt, kwark, kefir, Hüttenkäse, cottage cheese, hangop, yoghurtdrank, vruchtenyoghurt en vruchtenkwark z koffiemelk en koffiemelkpoeder, roomijs, consumptie-ijs, softijs z slagroom, crème fraîche, zure room z weidranken (zoals Taksi® en Rivella®) z alle kaassoorten, smeltkaas en smeerkaas z roomboter z geiten-, paarden- en schapenmelk en daarvan afgeleide producten z producten waarin melk of melkbestanddelen zijn verwerkt (zoals Valess, gepaneerde producten) z kippeneieren: alle soorten eieren, eiergerechten en producten waarin ei of eibestand-delen zijn verwerkt zoals eiersalade, eiermie, eierkoeken, cake, mayonaise, quorn; z soja: sojamelk, tahoe, tempé, tofu, gebruiksklare vleesvervangers, sojaburgers, ketjap en andere producten waarin soja of sojabe standdelen zijn verwerkt. Als de indruk bestaat dat (ook) moet worden gedacht aan een allergie voor één van de andere sterk allergene voedingsmiddelen, moet u ook die uit uw voeding weglaten. Het gaat om producten die een grote hoeveelheid eiwit uit een sterk allergeen voedingsmiddel bevatten. Voedingsmiddelen waarin slechts kleine hoeveelheden van de bedoelde eiwitten voorkomen en producten die vermelden dat zij een dergelijk eiwit kunnen bevatten, kunnen zonder bezwaar worden gebruikt. 2 Aanbevolen hoeveelheden tijdens het geven van borstvoeding, bij het volgen van een hypoallergeen dieet z 5-7 sneetjes bruin- of volkorenbrood z 3-5 aardappelen of vervanging (rijst/pastasoorten, peulvruchten) z 3-4 groentelepels groenten z 2 porties fruit of vruchtensap z 150 gram vlees of kip z 4 plakjes vleeswaren z halvarine voor op brood: 5 gram per sneetje z margarine voor bereiding van de warme maaltijd: 15 gram (=1 eet lepel) per persoon z 1½ tot 2 liter vocht z 1000 mg calcium Als u het dieet langer dan vier weken volgt, dienen bovenstaande hoeveelheden calcium en vitamine B2 als aanvulling te worden ingenomen. Wanneer u 600 ml rijstemelk of granenmelk verrijkt met calcium drinkt, hoeft u geen calcium extra te nemen. Wat u wél kunt eten en drinken Broodmaaltijd brood: koemelk- en kippeneivrij brood (waterbrood), watercrackers, matzes vetten: koemelkvrije margarine en koemelkvrije halvarine, olie beleg: ongemengde vleeswaren zoals ham, rosbief, bacon, fricandeau, rookvlees, rollade, kip- of kalkoenrollade, tong, casselerrib zoet beleg: honing, appelstroop, perenstroop, suiker, gestampte muisjes, jam, vers fruit 7 Hoe herkent u soja op een etiket? Soja wordt in veel producten verwerkt, bijvoorbeeld in soepen, bouillonblokjes, bouillonpoeder, bouillontabletten, sauzen, vleeswaren, vleesgerechten, vleesvervangers, kant en klare maaltijden, snacks, sojasaus (ketjap, miso, tamari) en marmite. Als op een verpakking ‘plantaardig eiwit’ of ‘gehydrolyseerd eiwit’ staat, kan dit ook soja-eiwit zijn. Een product bevat soja wanneer één van de volgende ingrediënten in de ingrediëntendeclaratie wordt genoemd: z soja, sojabonen, sojameel, sojabloem, sojazemelen z sojamelk, sojakaas z soja-olie Vervanging van koemelk Melk is een belangrijke leverancier van eiwit, calcium en vitamine B2. Wanneer melk uit de voeding wordt weggelaten, is het belangrijk dat daarvoor een vervangend product wordt gekozen. Koemelk kan vervangen worden door rijstemelk of granenmelk (Rice dream® en Oat dream®), waarvan enkele soorten verrijkt zijn met calcium. De verminderde eiwitinname door het weglaten van melk uit de voeding kan worden opgevangen door bijvoorbeeld extra vlees te gebruiken. Als er geen vervangende producten worden gebruikt, moet naar andere bronnen van met name calcium en vitamine B2 worden gezocht. Aangeraden wordt 1 mg vitamine B2 en 1000 mg calcium per dag te gebruiken. Meestal wordt gekozen voor aanvulling van de ontstane tekorten door middel van vitamine- en mineralenpreparaten, of een preparaat dat speciaal is samengesteld voor moeders die borstvoeding geven. Speciale supplementen die tijdens de zwangerschap worden gebruikt, bevatten meestal voldoende vitamine B2. Dit geldt niet voor de hoeveelheid calcium en daarom dient deze nog met 500 - 1000 mg per dag te worden aangevuld. Als eliminatie van soja niet (meer) nodig is, kan de moeder sojamelk gebruiken. Het sojamelkproduct moet volwaardig zijn: de sojamelk moet zijn aangevuld met calcium en vitamine B2 6 Gebruik, indien van toepassing, geen: z vis: alle vissoorten, vissticks, vissalade en andere producten waar in vis zichtbaar is verwerkt z schaal- en schelpdieren: garnalen, mosselen, krab, kreeft, oesters en de producten waarin deze zichtbaar zijn verwerkt; z noten: hazelnoten, walnoten, pistachenoten, pecannoten, amandelen, cashewnoten en macademianoten, notenpasta’s, chocolade met noten, notenkoeken, müesli en andere producten waarin noten zichtbaar zijn verwerkt; z pinda’s: gepelde en ongepelde pinda’s, pindakaas, satésaus, pinda koeken, chocolade met pinda en andere producten waarin pinda zichtbaar is verwerkt; z zaden en pitten: sesamzaad, maanzaad, zonnebloempitten, pijn boompitten en producten waarin deze zaden en pitten zichtbaar zijn verwerkt. Lees altijd de opschriften op de verpakkingen Zorg voor voldoende afwisseling in de samenstelling van de maaltijden, waardoor voldoende voedingsstoffen opgenomen kunnen worden. Variatie betekent ook spreiding van risico van een allergische reactie. Kies zoveel mogelijk verse, zelf te bereiden producten. Hoe leest u een etiket? Het is in heel Europa verplicht op etiketten van producten te vermelden dat er een ingrediënt of stof in zit die mogelijk allergische reacties kan veroorzaken bij mensen die er overgevoelig voor zijn. Het gaat om gluten, schaaldieren, ei, vis, pinda, soja, melk, noten, selderij, mosterd, sesam en sulfiet. Als één van deze stoffen in het product zit, staat er op de verpakking bijvoorbeeld ‘Bevat gluten en ei’. De zogeheten ingrediëntendeclaratie op het etiket van een verpakt product biedt informatie over de ingrediënten die zijn gebruikt bij de bereiding. Helaas hoeven niet altijd alle ingrediënten te worden vermeld. De ingrediëntendeclaratie kan daarom vooral worden gebruikt als eerste grove indicatie of een voedingsmiddel wel of niet in het dieet past, maar geeft geen absolute zekerheid. 3 Sommige ingrediënten zijn op hun beurt weer samengesteld uit verschillende ingrediënten. Het is niet verplicht alle ingrediënten van een ‘samengesteld ingrediënt’ (bijvoorbeeld margarine) op het etiket te vermelden, als dit samengestelde ingrediënt minder dan 25% van het eindproduct (bijvoorbeeld koekjes) uitmaakt. In margarine kan wel koemelk zijn verwerkt. Dus de ingrediëntendeclaratie kan alleen worden gebruikt als richtlijn of het voedingsmiddel wel of niet geschikt voor u is. U krijgt echter pas zekerheid als u navraag doet bij de fabrikant. Soms staat er op de verpakking: ‘eiwit … g’ of ‘proteïne … g’. Met dit eiwit wordt de voedingsstof ‘eiwit’ bedoeld en niet speciaal eiwit afkomstig van koemelk, ei, soja of iets dergelijks. In elk voedingsmiddel komen veel soorten eiwit voor. Het totaal van al die eiwitten wordt hiermee aangegeven. Om te weten of er ook eiwit afkomstig van een sterk allergeen voedingsmiddel aanwezig is, dient u de ingrediëntendeclaratie te lezen. Ook de voedingsmiddelen uit het al eerder genoemde rijtje (karnemelk, kaas en dergelijke) kunnen als ingrediënt op de verpakking staan. In broodverbetermiddel, dat als hulpstof dient om het bakproces, het uiterlijk, de structuur of de houdbaarheid van het brood te verbeteren, kan ook koemelk voorkomen. In de ingrediëntendeclaratie kunt u aanduidingen aantreffen als ‘melkzuur’ en ‘lactaat’. Het gaat in beide gevallen om wat verwarrende benamingen van stoffen die verder niets met koemelk te maken hebben. Cacaoboter kunt u ook aantreffen als term op de verpakking. Dit is het vet uit de cacaoboon, en bevat geen koemelkeiwit. Kokosmelk is sap uit de kokosnoot en heeft dus ook, anders dan de naam doet vermoeden, niets met koemelk te maken. Hoe herkent u kippenei op een etiket? Wees alert op teksten die aanduiden dat het product vernieuwd is. De samenstelling van dit product is mogelijk zodanig veranderd dat het niet meer in uw dieet te gebruiken is. Hoe herkent u koemelk op het etiket? Veel fabrikanten gebruiken melk, melkpoeders of melkbestanddelen om in hun producten te verwerken. Aan het product zelf is meestal niet te zien dat er koemelk in voorkomt, maar in de ingrediëntendeclaratie kunt u één van de volgende termen tegenkomen: z magere melkbestanddelen, droge melkbestanddelen, z wei, weipoeder (bijvoorbeeld als drager van aroma’s, additieven of kruidenmengsels), z melkpoeder, magere melkpoeder, volle melkpoeder, z caseïne, caseïnaat, melkeiwit, gehydroliseerd melkeiwit, z lactose, melksuiker, z boterconcentraat, boterolie, melkvet, melkzout, z lactalbumine, -lactoglobuline, lactoperoxidase, transglutaminase en nisine (E234) 4 Eieren worden in veel producten verwerkt, bijvoorbeeld als bindmiddel in sauzen of ovenschotels, als glansmiddel op brood(jes), om bouillon helder te maken en voor het luchtig maken van desserts. In broodverbetermiddel kan ook kippenei voorkomen dat als hulpstof dient om het bakproces, het uiterlijk, de structuur of de houdbaarheid van het brood te verbeteren. Soms wordt alleen het wit van ei of alleen het eigeel toegevoegd. Aan het product zelf kan men lang niet altijd zien of er kippenei in voorkomt. Een product bevat kippenei wanneer één van de volgende ingrediënten in de ingrediëntendeclaratie wordt genoemd: z ei, eigeel, eiwit, kippenei-eiwit, z mayonaise, z ovalbumine, albumine, conalbumine, zovomucoïd, lysozyme (E1105), levitin, vitellin, ovo-vitellin, globulin, z avidine, ovotransferrine, fosfatidylserine. 5