Amborellales Nymphaeales Austrobaileyales ● Eenzaadlobbigen Acorales Alismatales Petrosaviales Pandanales Dioscoreales Liliales Asparagales ● ● Commeliniden Arecales Dasypogonales Poales Commelinales Zingiberales ● Ceratophyllales Chloranthales ● Magnoliiden Canellales Piperales Magnoliales Laurales ● Ranunculales Sabiales Proteales Trochodendrales Buxales Gunnerales Berberidopsidales Dilleniales Caryophyllales Santalales Saxifragales ● Geavanceerde tweezaadlobbigen ● Vitales Crossosomatales Geraniales Myrtales ● ● Fabiden ● Malviden ● Asteriden ● Brassicales Malvales Sapindales Cornales Ericales ● ● Lamiiden 17 Zygophyllales Celastrales Malpighiales Oxalidales Fabales Rosales Cucurbitales Fagales ● ● Campanuliden ● Garryales Gentianales Solanales Lamiales Aquifoliales Apiales Dipsacales Asterales Brassicale Deze orde bestaat uit de grote (Brassicaceae) en een vrij groot Alle families werden vroeger in met uitzondering van de Emblin Vleugeltjesbloemfamilie (Polyga Caricaceae (vroeger in wat nu d Verder zijn van de Kappertjesfa kleine families afgesplitst: Setch de Kattensnorfamilie (Cleomace Een belangrijk gemeenschappel glucosinolaten, waaruit mosterd geeft de scherpe smaak aan vee De bloemen hebben meestal 4 kroonbladen, die vaak in twee Er zijn meestal 6 meeldraden. H bestaat meestal uit 2 vruchtblad vergroeid. De vrucht is een bes 2 kleppen openspringt: een hau Brassicales This order consists of the large Bras smaller families. All families used to except for Polygalaceae (Fabales), a now Malpighiales). Of the Capparaceae some smaller fa Setchellanthaceae, Koeberliniaceae An important character that they h glucosinolates, which break down t Akaniaceae Tropaeolac Caricaceae Moringace Setchellant Limnantha Koeberlinia Salvadorac Bataceae Emblingiac Pentadipla Tovariaceae Gyrostemo Resedaceae Capparidac Cleomacea Brassicacea Brassicales Deze orde bestaat uit de grote Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae) en een vrij groot aantal kleinere families. Alle families werden vroeger in de orde Capparales geplaatst, met uitzondering van de Emblingiaceae, afkomstig uit de Vleugeltjesbloemfamilie (Polygalaceae, Fabales), en van de Caricaceae (vroeger in wat nu de Malpighiales zijn). Verder zijn van de Kappertjesfamilie (Capparaceae) enkele kleine families afgesplitst: Setchellanthaceae, Koeberliniaceae en de Kattensnorfamilie (Cleomaceae). ■ Akaniaceae Een familie met 2 geslachten, elk met 1 so Australië en Bretschneideria sinensis uit Z Taiwan. Het zijn bomen met geveerde bla trossen. De vrucht is een doosvrucht. ■ Klimkersfamilie (Trop Een kleine familie met 1 g vlezige klimmers die zich v Tropaeolum komt voor in Een belangrijk gemeenschappelijk kenmerk is de productie van glucosinolaten, waaruit mosterdolie wordt gevormd. Deze stof geeft de scherpe smaak aan veel planten in de Brassicales. De bloemen hebben meestal 4 losse kelkbladen en 4 losse kroonbladen, die vaak in twee kruisgewijze paren staan. Er zijn meestal 6 meeldraden. Het bovenstandige vruchtbeginsel bestaat meestal uit 2 vruchtbladen, die met elkaar zijn vergroeid. De vrucht is een bes of doosvrucht, die vaak met 2 kleppen openspringt: een hauw. Tropaeolaceae: Klimkers tuinplanten, die vooral als eenjarige word Ze hebben de voor deze orde karakteristi Brassicales This order consists of the large Brassicaceae family and a fair number of smaller families. All families used to be placed in the order Capparidales, except for Polygalaceae (Fabales), and Caricaceae (formerly in what is now Malpighiales). Of the Capparaceae some smaller families have been split off: Setchellanthaceae, Koeberliniaceae, and Cleomaceae. An important character that they have in common is the production of glucosinolates, which break down to form mustard oils. This compound causes the sharp flavour common to many plants Akaniaceae in the order Brassicales. Tropaeolaceae The flowers usually have Caricaceae 4 distinct sepals, and Moringaceae 4 distinct petals, often Setchellanthaceae Limnanthaceae forming a cross. Koeberliniaceae There are usually Salvadoraceae 6 anthers. The superior Bataceae ovary usually consists of Emblingiaceae 2 connate carpels. Pentadiplandraceae Tovariaceae The fruit is a berry or Gyrostemonaceae capsule, often with Resedaceae 2 valves. In that case the Capparidaceae fruit is a siliqua. Cleomaceae Brassicaceae ■ Caricaceae Deze familie heeft ongeveer 4 genera en soms klimmers, die vaak stekelig zijn en la ■ Akaniaceae ■ Moringaceae Een familie met 2 geslachten, elk met 1 soort: Akania bidwillii uit OostAustralië en Bretschneideria sinensis uit Zuidwest-China, Vietnam en Taiwan. Het zijn bomen met geveerde bladeren en 5-tallige bloemen in trossen. De vrucht is een doosvrucht. Moringaceae is een tropische familie met 1 geslacht, Moringa, van 12 soorten loofverliezende bomen en struiken. Ze komen voor in India, Afrika en Madagascar. De bladeren staan in een spiraal, zijn oneven geveerd en geven bij kneuzing vaak een onaangename geur af. De bloemen zijn asymmetrisch en 5-tallig. Moringa oleifera, waarvan de bloemen zo groot zijn dat ze door vogels worden bestoven, wordt veel gekweekt. ■ Klimkersfamilie (Tropaeolaceae) Een kleine familie met 1 geslacht en 95 soorten van vlezige klimmers die zich vasthouden met hun bladstelen. Tropaeolum komt voor in Midden- en Zuid-Amerika. De bladeren zijn breed en hand- of schildvormig. De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch, met een gespoorde kelk, 5 geklauwde kroonbladen en 8 meeldraden. De vrucht is een 3-delige splitvrucht. Verschillende soorten Oostindische kers zijn bij Tropaeolaceae: Klimkers ons populaire tuinplanten, die vooral als eenjarige worden gekweekt. Ze hebben de voor deze orde karakteristieke scherpe smaak. bloeien ■ Moerasbloemf ■ Caricaceae Deze familie heeft ongeveer 4 genera en ruim 30 soorten van bomen, soms klimmers, die vaak stekelig zijn en latex afscheiden. Ze komen het meest voor in tropisch Amerika, ook wel in Afrika. De bladeren staan verspreid, zijn vaak groot en handvormig. De bloemen zijn 5-tallig, de vrucht is een grote bes. De Papaja (Carica papaya) wordt in de tropen veel gekweekt vanwege de eetbare vruchten. Geelwitte moerasbloem De Moerasbloemfa 1 geslacht, Limnan kru gem Noo inge blad 3- o De In N 2 so oor Noo Gee (Lim Don Salvadoraceae, Bataceae, Emblingiaceae, P Tovariaceae en Gyrostemonaceae zijn klein ropische families. ■ Resedafamilie (Resedaceae) Papaja: boom, bloemen en vrucht De Resedafamilie omvat 6 geslachten met 75 soorten van soms struikachtige kruiden die in warme en gematigde streken voorko Ze hebben verspreide, variabele bladeren. De bloemen zijn 4-8-tallig, hebben losse bloemblaadjes, en staan in eindelings bloe gerangschikt. De vrucht is een doosvrucht. Reseda’s word wel als sierplant gekweekt, en al sinds de worden de planten gebruikt voor het bere gele kleurstof. In Nederland komen 2 soor de Wilde reseda (Reseda lutea) en de Wou dwillii uit OostVietnam en lige bloemen in oorten van t hun bladstelen. id-Amerika. eren zijn breed - of schildvormig. men zijn dig symmetrisch, gespoorde kelk, uwde kroonen 8 meeldraden. ht is een 3-delige ht. ende soorten sche kers zijn bij ulaire ■ Moringaceae ■ Kappertjesfamilie (Cap Moringaceae is een tropische familie met 1 geslacht, Moringa, van 12 soorten loofverliezende bomen en struiken. Ze komen voor in India, Afrika en Madagascar. De bladeren staan in een spiraal, zijn oneven geveerd en geven bij kneuzing vaak een onaangename geur af. De bloemen zijn asymmetrisch en 5-tallig. Moringa oleifera, waarvan de bloemen zo groot zijn dat ze door vogels worden bestoven, wordt veel gekweekt. De Kappertjesfamilie, zowel als Capparidaceae genoemd tegenwoordig uit 16 geslach 480 soorten van bomen en s De bladeren zijn verspreid e bloemen vallen vaak op doo aantal meeldraden. De vruc doosvrucht. Kappertjes zijn bloemknoppen van de Kapp Capparis spinosa. Moringa oleifera: bloeiend takje en bloem ■ Moerasbloemfamilie (Limnanthaceae) maak. n van bomen, n. Ze komen het tropisch wel in Afrika. taan verspreid, t en handvormig. jn 5-tallig, de rote bes. rica papaya) open veel wege de eetbare Geelwitte moerasbloem De Moerasbloemfamilie bestaat uit 1 geslacht, Limnanthes, met 8 soorten van kruiden. Ze komen voor in gematigde gebieden van Noord-Amerika. Ze hebben diep ingesneden of samengestelde bladeren en opvallende, 3- of 5-tallige bloemen. De vrucht is een splitvrucht. In Nederland groeien in het wild 2 soorten moerasbloem, die oorspronkelijk uit Westelijk Noord-Amerika komen: Geelwitte moerasbloem (Limnanthes douglasii) en Donzige moerasbloem (L. alba). Salvadoraceae, Bataceae, Emblingiaceae, Pentadiplandraceae, Tovariaceae en Gyrostemonaceae zijn kleine, overwegend ropische families. ■ Resedafamilie (Resedaceae) en en vrucht Tot voor kort werden in dez familie de Setchellanthaceae Koeberliniaceae en de Kattensnorfamilie (Cleomaceae) geplaatst. De Kattensnor (Cleome spinosa) is een bekende tuinplant. Reseda: De Resedafamilie omvat 6 geslachten met bloem en vrucht 75 soorten van soms struikachtige kruiden, die in warme en gematigde streken voorkomen. Ze hebben verspreide, variabele bladeren. De bloemen zijn 4-8-tallig, hebben losse bloemblaadjes, en staan in eindelings bloeiwijzen gerangschikt. De vrucht is een doosvrucht. Reseda’s worden ook wel als sierplant gekweekt, en al sinds de Steentijd worden de planten gebruikt voor het bereiden van een gele kleurstof. In Nederland komen 2 soorten in het wild voor: de Wilde reseda (Reseda lutea) en de Wouw (R. luteola). ■ Kruisbloemenfamilie (B Voor de Kruisbloemenfamili gebruik: Brassicaceae en Cru karakteristieke kruisvormige familie in deze orde, met bi 3.000 soorten van kruiden d De bladeren zijn verspreid, e ingesneden. De bloemen zij met 4 kelk- en kroonbladen waarvan er 2 korter zijn dan pringt met 2 kleppen open, kenmerkende hauw. In deze familie komen veel (Brassica nigra), Witte moste rusticana) hebben de scherp sierplanten uit deze familie (Hesperis) en Muurbloem (C zo’n 40 geslachten uit deze ■ Kappertjesfamilie (Cappar(id)aceae) Kool De Kappertjesfamilie, zowel Capparaceae als Capparidaceae genoemd, bestaat tegenwoordig uit 16 geslachten en 480 soorten van bomen en struiken. De bladeren zijn verspreid en variabel, de bloemen vallen vaak op door het grote aantal meeldraden. De vrucht is een doosvrucht. Kappertjes zijn de ingelegde bloemknoppen van de Kappertjesboom, Capparis spinosa. Tot voor kort werden in deze familie de Setchellanthaceae, Koeberliniaceae en de Kattensnorfamilie (Cleomaceae) geplaatst. De Kattensnor (Cleome spinosa) is een bekende tuinplant. Er is kool in allerlei soorten e je pas dat iets een kool is, w te bloeien – helaas is de plan eten. De meeste eetbare koo wilde soort, Brassica oleracea langs de kusten van Europa Zee voorkomt. De Grieken e al verschillende soorten kool werden ruim voor onze jaart noordelijker moestuinen gek Kappertjesboom: bloeiend takje en vrucht e) Kattensnor De miniatuurkooltjes die we zijn eigenlijk knoppen. Deze bladoksels van de plant, aan stengel, die absoluut niet ee als de bladeren. Kohlrabi is e opgezwollen koolstengel. iep e ■ Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae) wild a). Voor de Kruisbloemenfamilie zijn nog steeds 2 namen in gebruik: Brassicaceae en Cruciferae, zo genoemd naar de karakteristieke kruisvormige bloem. Het is de grootste familie in deze orde, met bijna 350 genera en meer dan 3.000 soorten van kruiden die overal ter wereld voorkomen. De bladeren zijn verspreid, enkelvoudig of veervormig ingesneden. De bloemen zijn de typische kruisbloemen, met 4 kelk- en kroonbladen, en 6 meeldraden, waarvan er 2 korter zijn dan de rest. De vrucht pringt met 2 kleppen open, de voor deze familie kenmerkende hauw. Dan is er de Boerenkool, wa bladeren worden gegeten. D bladeren is meestal sterk gek Boerenkool kan goed tegen een populaire wintergroente Vruchten van de Kruisbloemenfamilie In deze familie komen veel groenten voor. Zwarte mosterd (Brassica nigra), Witte mosterd (Sinapis alba) en Mierik (Armoracia rusticana) hebben de scherpe smaak van mosterdolie. Enkele bekende sierplanten uit deze familie zijn Judaspenning (Lunaria), Damastbloem (Hesperis) en Muurbloem (Cheiranthus). In Nederland komen in het wild zo’n 40 geslachten uit deze familie voor. vrucht Er zijn kooltypen met één gi de eigenlijke kool, waarin de dicht tegen elkaar liggen op Hieronder valt de Witte koo de Savooiekool, met meer kr De kleur van de Rode kool w door de kleurstof anthocyan ingelegde en daarna geferm Witte kool. Van Bloemkool en Broccoli w jonge bloeiwijze gegeten. Va ook een variëteit waarvan d meer vertakt is. Natuurlijk zi soorten kool, zoals de knolle Koolzaad (Brassica napus), e van Brassica chinensis, die hi pak-soi op de markt zijn. De Sierkool is een recente in waarbij de kool losser en ele is, en waarin allerlei kleurste van wit en groen naar purpe Cabbage in allerlei soorten en maten. Vaak zie t iets een kool is, wanneer het begint n – helaas is de plant dan niet meer te meeste eetbare kool stamt van een rt, Brassica oleracea, die oorspronkelijk kusten van Europa en de Middellandse komt. De Grieken en Romeinen kenden llende soorten kool, en enkele daarvan uim voor onze jaartelling ook al in ker moestuinen gekweekt. oltypen met één gigantische eindknop, ijke kool, waarin de jonge bladeren en elkaar liggen opgevouwen. r valt de Witte kool, de Rode kool en iekool, met meer krullige bladeren. van de Rode kool wordt veroorzaakt kleurstof anthocyanine. Zuurkool is e en daarna gefermenteerde ol. tuurkooltjes die we spruitjes noemen, nlijk knoppen. Deze groeien in de s van de plant, aan een kale, houtige die absoluut niet eetbaar is, net zo min deren. Kohlrabi is eigenlijk een llen koolstengel. de Boerenkool, waarvan de losse worden gegeten. De rand van deze is meestal sterk gekruld. ool kan goed tegen vorst, en is bij ons laire wintergroente. mkool en Broccoli wordt de compacte eiwijze gegeten. Van Broccoli bestaat variëteit waarvan de bloeiwijze wat takt is. Natuurlijk zijn er nog andere ool, zoals de knolletjes van het (Brassica napus), en allerlei vormen ica chinensis, die hier bijvoorbeeld als p de markt zijn. Cabbages come in all sorts and sizes. Sometimes a cabbage is only recognisable as a Brassica when it starts flowering, and is not edible any more. Most of the edible cabbages stem from one wild species, Brassica oleracea, originating from the coasts of Europe and the Mediterranean. Greeks and Romans knew several types of cabbage, and some of those have been grown for thousands of years in vegetable gardens up north. The most common cabbages have just one gigantic terminal bud, the actual cabbage, in which the young leaves are packed tightly together. The ordinary Cabbages, Red cabbage and Savoys belong to this group. The colour of Red Cabbage is due to anthocyanins. Sauerkraut is pickled and then slightly fermented. The miniature cabbages we call sprouts are buds. These are growing in the axils of leaves along the bare, woody stem of the plant. This stem is not edible, nor are the leaves. Kohlrabi is a swollen stem base. Of Kale the leaves are eaten. These are often curly. This plant can stand some frost, and is a fairly popular winter vegetable. Cauliflower and Broccoli are compact young inflorescences. There are even more cabbages, such as the edible roots of Brassica napus, and various forms of the Chinese cabbage (Brassica chinensis), such as pak-choi. Flower cabbages are a fairly recent introduction from Japan. The head is loose, and the colour of the leaves varies from white and green to purple. ol is een recente introductie uit Japan, e kool losser en eleganter van opbouw arin allerlei kleurstellingen voorkomen, n groen naar purper. Kool