Top of Form 1] Sectorakkoord 2009-2010 Bottom of Form rechtsbron

advertisement
1] Sectorakkoord 2009-2010
rechtsbron
C.A.O. - 08.07.2009
bron/reg.nr.
Vakbond
rechtsbrondatum
publicatiedatum
pagina
1. Toepassingsgebied
2. Omzetting leeftijdsbarema's
3. Functieclassificatie en barema's arbeiders
4. Invulling IPA-enveloppe
4.1. Algemeen principe
Omzetting in de ondernemingen
4.2. Uitzonderingsregel voor arbeiders die door de invoering van de nieuwe sectorale barema's (punt 3 van dit akkoord) een
reële loonsverhoging kennen
5. Verplaatsingskosten
6. Eindejaarspremie
7. Omkadering flexibiliteit
8. Zaterdagwerk
9. Tijdskrediet
10. Conventioneel brugpensioen
11. Vorming
12. Toenadering statuten arbeider-bediende : aanpassing van de opzegtermijnen van de arbeiders
13. Nodige tijd voor vakbondsafgevaardigden actief op meerdere sites
14. Syndicale vorming
15. Syndicale premie
16. Correcte toepassing CAO nr. 38 en CA0 nr.95
17. Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur
18. Sociale vrede
19. Geldigheidsduur
20. Neerlegging en omzetting
Bijlage : Bijlage 1 aan sectorakkoord PC321 2009-2010 van 8 juli 2009 Omvorming leeftijdsbarema's bedienden PC 321 in
ervaringsbarema's - principes Vooraf : mogelijke leeftijdsdiscriminaties in huidige situatie
Nieuw stelsel : ervaringsbarema
1. Degressiviteit -21jarigen :
2. Opklimming in loonschalen :
3. Inschaling van bedienden in nieuw baremastelsel
3.1. Nieuw aangeworven bedienden
Bijlage : Bijlage 2 aan sectorakkoord PC321 2009-2010 van 8 juli 2009 - functieclassificatie en bijhorende barema's Arbeiders
PC 321 - Principes 1. Verduidelijking van de 4 functiecategorieën
2. Polyvalente arbeider
3. Vervangende arbeider
4. Barema's
1. Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers en werkneemsters van het
Paritaire comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen (PC 321).
2. Omzetting leeftijdsbarema's
De huidige leeftijdbarema's worden omgezet in ervaringsbarema's volgens de principes die in bijlage 1 van dit akkoord worden
opgenomen.
3. Functieclassificatie en barema's arbeiders
Vanaf 1 januari 2010 worden de arbeiders volgens de uitgeoefende functies in vier categorieën met bijhorend barema
ingedeeld, volgens de principes die in bijlage 2 van dit akkoord worden opgenomen.
4. Invulling IPA-enveloppe
4.1. Algemeen principe
Aan elke voltijds tewerkgestelde werknemer met een volle referteperiode worden ecocheques een keer per jaar toegekend ter
waarde van :
- 125 EUR in 2009 (eenmalige premie);
- 250 EUR vanaf 2010.
De betaling van deze ecocheques vindt plaats op de volgende tijdstippen :
- In de loop van de maand november 2009;
- Vanaf 2010 : elk kalenderjaar in de loop van de maand juni.
Aan de deeltijdse werknemers zullen de ecocheques worden betaald volgens de volgende schijven :
Wekelijkse arbeidsduur
2009 2010
Vanaf 4/5
125 ? 250 ?
Vanaf 3/5 en minder dan 4/5 100 ? 200 ?
Vanaf 1/2 en minder dan 3/5 75 ? 150 ?
Vanaf 2/5 en minder dan 1/2 60 ? 120 ?
Minder dan 2/5
45 ? 90 ?
De bovenvermelde bedragen zijn verschuldigd aan de werknemers met een volledige referteperiode.
De referteperiode is de periode van 12 maanden die loopt vanaf de maand juni van het voorgaande kalenderjaar tot en met de
maand mei van het betrokken kalenderjaar.
Aan de werknemers met een onvolledig dienstjaar in het kalenderjaar, zal het bedrag vastgesteld volgens de hierboven
vermelde schijven, betaald worden pro rata van de werkelijke prestaties en daarmee volgens de CAO nr.98 gelijkstelde
periodes (art.6, § 3).
Vóór 30 april 2011 zal in het Paritair Comité een evaluatie gemaakt worden van het suppletief systeem van de ecocheques.
Daarbij zal geëvalueerd worden of de keuze voor het systeem van de ecocheques ook na 2010 moet verder gezet worden of
vervangen door een ander suppletief systeem, zonder een brutoformule uit te sluiten met gelijke maximale patronale kost.
Worden uitgesloten van deze regeling de werknemers verbonden met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten
zoals bepaald door titel VII van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten en die onderworpen zijn aan de
solidariteitsbijdragen.
Omzetting in de ondernemingen
Een ondernemings-CAO gesloten vóór 30 oktober 2009 kan de voordelen uit dit akkoord omzetten. Bij gebrek aan
ondernemings-CAO afgesloten vóór deze datum, zal de suppletieve sectorale regeling automatisch van toepassing zijn.
De totale patronale kost van de omgezette voordelen mag in geen geval hoger zijn dan de totale patronale kost van de
toepassing van de netto-verhoging in schijven zoals voorzien in het sectorale suppletieve stelsel, alle lasten inbegrepen voor de
werkgevers.
Bedrijfsonderhandelingen kunnen enkel betrekking hebben op de omzetting van de ecocheques.
4.2. Uitzonderingsregel voor arbeiders die door de invoering van de nieuwe sectorale barema's (punt 3 van dit akkoord)
een reële loonsverhoging kennen
Voor arbeiders die door de invoering van de nieuwe sectorale barema's (punt 3 van dit akkoord) een reële loonsverhoging
kennen, zal de recurrente verhoging vanaf 2010, zoals voorzien in punt 4.1 van dit akkoord (250 ? voor voltijdse arbeider en
geproratiseerd volgens bovenvermelde schijven voor deeltijdse arbeider), worden verminderd met de reële loonsverhoging die
de arbeider volgens zijn nieuw barema geniet.
5. Verplaatsingskosten
De referentie van gemiddeld 60% in de CAO's betreffende de tussenkomst bij gebruik van openbaar vervoer en combinaties
van openbaar vervoer wordt verhoogd tot gemiddeld 75%.
Er zal een sectorale CAO worden gesloten die bevestigt dat de tussenkomst bij gebruik van private vervoermiddelen ook na 1
juli 2009 op het huidige niveau blijft.
6. Eindejaarspremie
Voor de berekening van het bedrag van de eindejaarspremie worden, vanaf 2010, de periodes van educatief verlof en syndicaal
verlof gelijkgesteld met effectieve arbeidsprestaties.
7. Omkadering flexibiliteit
De sociale partners bevestigen dat de werkorganisatie en de bijhorende flexibiliteit eigen aan de sector, steeds moet gebeuren
mits naleving van alle wettelijke en sectorale bepalingen terzake.
Zo zal de werkorganisatie en -planning meer bepaald in elk geval rekening houden met de wettelijke minimumnormen inzake de
minimale en maximale dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur en de spreiding van de arbeidsprestaties op dag- en op weekbasis,
met inbegrip van de bepalingen omtrent de minimum dagelijkse werkblokken (3u).
De modaliteiten van dit engagement worden op bedrijfsvlak verzekerd.
8. Zaterdagwerk
De sociale partners bevelen aan dat dit onderwerp het voorwerp zal uitmaken van een bespreking op bedrijfsvlak in de
ondernemingen die nog geen regeling hieromtrent hebben.
9. Tijdskrediet
Het aantal werknemers dat gelijktijdig kan genieten van het tijdskrediet voorzien in de sectorale CAO van 10 oktober 2007
betreffende het tijdskrediet, mag de 10 % van het totaal personeelseffectief van de betrokken onderneming niet overschrijden,
dit in exact dezelfde voorwaarden als voorheen voorzien in voormelde CAO voor het percentage van 8%.
10. Conventioneel brugpensioen
De minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen na ontslag, zoals voorzien in CAO nr 17, wordt tot 31 december 2011
verlaagd tot 58 jaar en tot 31 december 2010 tot 56 jaar, en dit binnen de wettelijke mogelijkheden die, zonder meerkost voor
de werkgever, gelden na het Generatiepact.
Een sectorale CAO zal de verderbetaling bevestigen van de werkgeversvergoeding bij werkhervatting.
11. Vorming
De sociale partners geven de opdracht aan de werkgevers om, in samenspraak met de sociale partners, de vormingsbehoeften
van elke personeelscategorie te onderzoeken op ondernemingsvlak om tot een plan te komen.
Trimestrieel zal aan de ondernemingsraad alle nuttige informatie worden gegeven over de opleidingsinspanningen voor elke
personeelscategorie en voor de gehele onderneming.
12. Toenadering statuten arbeider-bediende : aanpassing van de opzegtermijnen van de arbeiders
Het Paritair comité zal de Minister adviseren de opzegtermijnen van de arbeiders te laten aanpassen om tot het volgende
niveau te komen :
. 6 maanden anciënniteit : 28 dagen ;
. + 6 maanden en - 5 jaren : 35 dagen ;
. + 5 jaren en - 10 jaren : 63 dagen ;
. + 10 jaren en - 15 jaren : 84 dagen ;
. + 15 jaren en - 20 jaren : 119 dagen ;
. + 20 jaren : 147 dagen.
13. Nodige tijd voor vakbondsafgevaardigden actief op meerdere sites
De werkgevers verbinden zich ertoe de rol van de vakbondsafgevaardigden te erkennen en meer in het bijzonder aan de
vakbondsafgevaardigden die actief zijn op meerdere sites de tijd en faciliteiten te garanderen die nodig zijn voor de correcte
uitvoering van hun taken als afgevaardigde.
De modaliteiten van de toepassing van deze principes worden op bedrijfsvlak verzekerd.
Deze bepaling geldt niet voor bedrijven waar dit probleem al op bedrijfsvlak geregeld werd.
14. Syndicale vorming
Per onderneming waar een Ondernemingsraad, een comité voor veiligheid en hygiëne en/of een syndicale afvaardiging
aanwezig is, zal de duur van de afwezigheid op het werk met het oog op de deelname aan de leergangen voor
vakbondsopleiding berekend worden naar rato van 14 dagen voor vier jaar per effectief mandaat in de Ondernemingsraad,
comité voor veiligheid en hygiëne en de vakbondsafvaardiging, dit in dezelfde voorwaarden als momenteel voorzien in de CAO
van 1 oktober 1996 betreffende de syndicale vorming.
15. Syndicale premie
Voor de jaren 2009 en 2010 wordt aan de werknemers een syndicale premie toegekend onder de voorwaarden vastgelegd in
de CAO van 11 maart 2004 ter vastlegging van de modaliteiten van financiering, de begunstigden, het bedrag en de
modaliteiten van toekenning en afrekening van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming.
Dit recht zal worden bevestigd in een uitvoerings-CAO die voor elk jaar afzonderlijk zal worden afgesloten.
16. Correcte toepassing CAO nr. 38 en CA0 nr.95
De sociale partners verbinden zich ertoe de CAO's nr. 38 en 95 correct toe te passen.
17. Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur
De collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur, gesloten op het vlak van de sector en van de bedrijven, worden
verlengd voor de duur van dit akkoord.
18. Sociale vrede
De werknemers en werkgevers verbinden zich ertoe de sociale vrede te bewaren in de ondernemingen en dit voor de gehele
duur van het akkoord. Geen enkele nieuwe eis zal door de partijen worden ingediend op het niveau van de sector of de
onderneming tijdens de duurtijd van dit akkoord.
19. Geldigheidsduur
Dit akkoord treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010, behalve de bepalingen
inzake brugpensioen op 58 jaar, die afgesloten worden tot en met 31 december 2011.
20. Neerlegging en omzetting
20.1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd bij de Griffie van de Algemene Directie Collectieve
Arbeidsbetrekkingen.
20.2. De verbintenissen in deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen waar nodig uitgewerkt worden in afzonderlijke
aangepaste collectieve arbeidsovereenkomsten.
Vooraf : mogelijke leeftijdsdiscriminaties in huidige situatie
° aanvangsleeftijden :
- administratieve bedienden : cat.I en II : 21 jaar, cat.III : 23 jaar, cat.IV : 25 jaar
- technische bedienden : cat.I en II : 21 jaar, cat.III : 23 jaar.
° degressiviteit -21jarigen :
- 18 jaar : 94%
- 19 jaar : 96%
- 20 jaar : 98%
Nieuw stelsel : ervaringsbarema
Uitgangspunten :
- Wegwerken van alle bestaande leeftijdsdiscriminaties :
o degressieve jongerenbarema's,
o jaarlijkse opklimming loonschalen op basis van leeftijd,
o aanvangsleeftijden barema's.
- vermijden van nieuwe discriminaties
- sociaal en kostenneutraal
- met correcte juridische onderbouwing
Voorstel gaat uit van :
- De vervanging van het bestaande leeftijdsbarema door een barema dat gebaseerd is op relevante beroepservaring in ruime
zin;
- Afschaffing degressieve jongerenbarema's maar behoud van een apart barema voor studenten;
- Een onderscheid tussen nieuw indienstredende bedienden en al in dienst zijnde bedienden, dit in de praktische uitwerking
van de baremabepaling.
1. Degressiviteit -21jarigen :
- Principiële afschaffing van degressieve jongerenbarema's -21 jaar --> 100%-niveau is aanvangsniveau vanaf 18 jaar - wel
rekening houden met vereiste minimumervaring voor bepaalde categorieën (cf. infra)
- Uniek apart studentenbarema op 94% van aanvangsbarema van betrokken categorie. Op trimestriële basis zal aan de
ondernemingsraad de tewerkstellingsgraad van jobstudenten worden meegedeeld en zal de evolutie ervan worden
besproken.
2. Opklimming in loonschalen :
- werken met aanvangsbarema + barema dat voor elk jaar wordt vastgesteld en waarvan de hoogte vergelijkbaar is met het
huidig loonniveau van het huidig leeftijdsbarema
- aanvangsbarema vastgesteld op grond van relevante beroepservaring (zie verder)
- hoogte aanvangsbarema (="ervaringsbarema 0") :
Cat.I en II : ervaringsbarema 0 = actueel leeftijdsbarema 21 jaar
Cat.III : ervaringsbarema 0 = actueel leeftijdsbarema 23 jaar
Cat.IV : ervaringsbarema 0 = actueel leeftijdsbarema 25 jaar
- voor categorie III is een minimum relevante werkervaring vereist van 2 jaar ; voor categorie IV van 4 jaar
3. Inschaling van bedienden in nieuw baremastelsel
3.1. Nieuw aangeworven bedienden
Relevante "ervaring" :
- 3 onderdelen :
1/ anciënniteit in bedrijf zelf en
2/ beroepservaring verworven vóór indiensttreding
3/ gelijkstellingen
- deeltijds = voltijds
1/ Anciënniteit in bedrijf :
- = jaren dat men in onderneming werd tewerk gesteld
- Onafhankelijk van de functie ; dus ook in andere functiecategorieën
- Rekening houdend met bepalingen van vorig sectorakkoord inzake "precaire contracten"
2/ relevante beroepservaring verworven vóór indiensttreding :
- beroepservaring strictu senso (effectieve prestaties) :
= beroepservaring in bedrijf van PC 321 : max. 20 jaar
= buiten PC 321 : beroepservaring in zelfde of soortgelijke functie : max. 20 jaar
= buiten PC 321 en in niet-soortgelijke functie : beroepservaring als loontrekkende of zelfstandige in andere functies : max.20
jaar
- gelijkstelling van schorsingsperiodes van de arbeidsperiodes :
= de periodes van deeltijdse schorsing wegens tijdskrediet, thematische verloven en arbeidsongeschiktheid : onbeperkt
= de periodes van voltijdse schorsing wegens ziekte, arbeidsongeval en beroepsziekte : onbeperkt
= de periodes van voltijdse schorsing wegens thematische verloven inclusief tijdskrediet om thematische redenen : beperkt
tot 3 jaar
= andere periodes van voltijdse schorsing wegens tijdskrediet : beperkt tot 1 jaar
- gelijkstelling van werkloosheidsperiodes :
= de periodes van deeltijdse werkloosheid : onbeperkt
= de periodes van voltijdse werkloosheid : beperkt tot 3 jaar
3.2. In dienst zijnde bedienden
2 componenten :
1/ Overschakeling "sociaal en kosten-neutraal" op moment van invoering van nieuw baremastelsel : volledige omzetting
bereikte leeftijd naar equivalent ervaringsbarema
2/ Verdere evolutie volgens nieuw baremastelsel
1. Verduidelijking van de 4 functiecategorieën
CAT. I : technisch ongeschoolde arbeider
= hoofdzakelijk uitvoerende taken die geen specifieke technische kennis vereisen.
Bv. klusjesman, schoonmaakpersoneel, tuinman
CAT. II : magazijnier
= werknemer die gewoonlijk zijn taken in het magazijn uitvoert.
Tot die taken behoren o.a. de ontvangst van goederen, het aanvullen van de rekken, de behandeling van de
goederendoorstroming, het lanceren van de goederenbak, de orderpicking, het controleren van de bestellingen, het afhandelen
van de retourgoederen met daarbij het vereiste minimum aan nodige administratieve handelingen.
CAT. III : chauffeur
= werknemer die voornamelijk bestellingen aflevert bij klanten of afhaalt bij leveranciers in opdracht van de werkgever.
Bovendien heeft de chauffeur ook nog o.a. de volgende aansluitende taken: het voorsorteren en nasorteren van de
bestellingen, het laden en lossen, de verzorging, de fysieke afhandeling en terugname van goederen en bakken, het treffen van
de nodige voorbereidingen voor de rondes.
CAT. IV : technisch geschoolde arbeider
= werknemer die hoofdzakelijk en autonoom taken uitvoert m.b.t. het onderhoud, herstel en bediening van machines en
infrastructuur waarvoor een specifieke technische kennis vereist is.
Een technische opleiding van A2 of equivalent is hier gebruikelijk.
Bv. onderhoud picking-machines, sturing, check-up (preventief optreden), etc.
2. Polyvalente arbeider
= arbeider die gewoonlijk meerdere functies van verschillende categorieën uitoefent gedurende meer dan 6 maanden
° > 6 maanden : loon hoogste categorie
° < Gedurende de eerste 6 maanden : betaald als vervangende arbeiders
3. Vervangende arbeider
De telling gebeurt op trimesterbasis, waarbij bij elke nieuwe trimester de teller automatisch op nul start :
- minder dan 40 u op trimesterbasis : loon van laagste categorie blijft behouden
- vanaf 40 u op trimesterbasis : loon van hoogste categorie voor de uren dat men hoogste functie uitoefent, en dit vanaf het
1ste uur in de referteperiode
* Bij voorkeur eerst door polyvalente arbeiders
* De vervanging van minder dan één uur wordt niet in aanmerking genomen
4. Barema's
1. Aanvangsbarema's :
- cat.I (ongeschoolde arbeider) : huidig barema
- cat.II (magazijnier) : + 0,10 ?/u bovenop basisbarema van cat.I
- cat.III (chauffeur) : + 0,20 ?/u bovenop basisbarema van cat.I
- cat.IV (geschoold technicus) : + 0,50 ?/u bovenop basisbarema van cat.I
2. Anciënniteitstoeslag :
Voor alle categorieën :
- 0,05 ?/u bovenop basisbarema van de betrokken functiecategorie na 5 jaar anciënniteit
- 0,10 ?/u bovenop basisbarema van de betrokken functiecategorie na 10 jaar anciënniteit
Onder voorbehoud van tussengekomen indexatie, worden de nieuwe sectorale arbeidersbarema's :
0-5 jaar ervaring
("aanvangsbarema")
uurloon
Cat.I (=)
10,4437
Cat.II (+ 0,10 ?)
10,5437
Cat.III (+ 0,20 ?)
10,6437
Cat.IV (+ 0,50 ?)
10,9437
5-10 jaar ervaring (+ 0,05 ? op aanvangsbarema van betrokken
categorie)
uurloon
Cat.I
10,4937
Cat.II
10,5937
Cat.III
10,6937
Cat.IV
10,9937
> 10 jaar ervaring (+ 0,10 ? op aanvangsbarema van betrokken
categorie)
uurloon
Cat.I
10,5437
Cat.II
10,6437
Cat.III
10,7437
Cat.IV
11,0437
Download