Taakafhankelijk groepswerk met `experten`

advertisement
Taakafhankelijk groepswerk met ‘experten’
Het principe is als volgt.
Veronderstel dat je in een les drie aspecten wil aanleren/aanbrengen, bijvoorbeeld in
het kader van het opstellen van redoxreactievergelijkingen.
- Hoe breng ik een elektronenbalans in orde?
- Hoe breng ik een ladingsbalans in orde?
- Hoe breng ik een atoombalans in orde?
Dan kun je als volgt te werk gaan.
Eerste ronde
Je verdeelt de klas in kleine groepjes. Elk groepje krijgt in de eerste ronde info over hetzij
de elektronenbalans, de ladingsbalans of de atoombalans (dus slechts over één van de
drie deelonderwerpen). Na de eerste ronde is elke leerling ‘expert’ in één deelonderwerp.
A
B
C
Vervolgens worden telkens drie verschillende experten samen gezet in een nieuw groepje.
Tweede ronde
De nieuwe groepjes krijgen nu een opdracht waarbij de ‘expertise’ van elk van de
deelnemers aangesproken zal worden. Ze zullen hun expertise moeten doorgeven aan
elkaar en tevens zullen ze hun kennis moeten bijeenleggen om de totale opdracht tot een
goed einde te kunnen brengen.
Stationleren bestaat uit een werkvorm waarbij verschillende groepjes achtereenvolgens
via doorschuifsysteem een aantal opdrachten of taken doorlopen. Die taken of opdrachten
kunnen allerlei vormen aannemen: een laboproef, een simulatie, een meer theoretische
case-study bespreken …
1
Complementair aan doceren in de zin
dat …



Nadelen, beperkingen, eisen
leerlingen de actieve rol krijgen;

er kansen zijn voor training in
samenwerken;

ook “doeners” aan hun trekken komen.
Strakke bewaking van timing is
noodzakelijk.
Uitwerken van verschillende taken met
bijhorend materiaal is éenmalig
arbeidsintensief.
Doelstelling van de les:
Redoxreacties opstellen via een redoxbrug
1 Het gekende gedeelte van de reactievergelijking in formuletaal schrijven, met
de deeltjes waarin de elementen werkelijk voorkomen: ionen voor zouten,
zuren en basen; moleculen voor enkelvoudige stoffen en oxiden. Het aantal
deeltjes wordt hierbij niet vermeld, enkel de soort.
2 Per atoomsoort het OG aanduiden. De deeltjes met een element waarvan het
OG verandert, behouden.
Eerste ronde - Groep 1 = Redoxbrug opstellen
Opdracht
Afzonderlijk de reductie- en oxidatiereactie opschrijven via deelreacties op de redoxbrug, rekeninghoudend met de index bij het betrokken element in de formule van het materiedeeltje.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat:
- de reductie opsporen en de twee atomen met elkaar verbinden onderaan de vergelijking: Red;
- uit OG aangeven hoeveel elektronen er per atoom worden opgenomen (+3e-);
- nagaan hoeveel atomen erbij betrokken zijn volgens de hoogste index in eerste of in tweede lid:
2 x (+3e-);
- de oxidatie opsporen en de twee atomen met elkaar verbinden bovenaan de vergelijking: Ox ;
- uit OG aangeven hoeveel elektronen er per atoom worden afgegeven (-2e-);
- nagaan hoeveel atomen erbij betrokken zijn volgens de hoogste index in eerste of in tweede lid:
1 x (-2e-).
Ox
Cr2O72- + S1O32+VI –II +IV –II
Red
1 x (-2e-)

Cr3+ + SO42+III
+VI -II
2 x (+3e-)
2
Opgaven
Cu
0
+
NO31+V –II
I1-
+
MnO41-
-I
 Cu2+
+II
+VII –II

I2
+ NO
+II -II
+
0
Mn2+
+II
Eerste ronde - Groep 2 = Elektronenbalans in orde brengen
Opdracht
Elektronenbalans EB in evenwicht brengen. Gebruik het kleinste gemeen veelvoud.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat:
Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap:
Ox
Cr2O72- + SO32+VI –II +IV –II
Red
1 x (-2e-)

Cr3+
+III
+ SO42+VI -II
2 x (+3e-)
- Bepaal het aantal elektronen afgestaan bij de oxidatie: 1 x (-2e-) = 2 e- .
- Bepaal het aantal elektronen opgenomen bij de reductie: 2 x (+3e-) = 6 e- .
- Het aantal opgenomen elektronen moet gelijk zijn aan het aantal afgegeven elektronen.
Daarom nemen we het kleinste gemeen veelvoud van 2 en 6. Dit is 6. Om 6 elektronen uit te
wisselen moet de oxidatie 3x gebeuren en de reductie 1x. We duiden dit aan op de redoxbrug.
Ox
Cr2O72- + SO32+VI –II +IV –II
Red
3 x 1 x (-2e-)

Cr3+ + SO42+III
+VI -II
1 x 2 x (+3e-)
- Verifieer of het aantal elektronen bij de oxidatie = het aantal elektronen bij de reductie
3 x 1 x (-2e-) = 1 x 2 x (+3e-) betekent telkens 6 elektronen
- We brengen de gevonden waarden als voorgetallen bij de formule met de hoogste index in het
eerste of in het tweede lid. Voor Cr is dit het eerste lid, voor S om het even. Voor de eenvoud
nemen we dan hetzelfde lid als voor Cr.
1 Cr2O72-
+
3 SO32-

Cr3+
+

2 Cr3+
SO42-
- We brengen nu ook het andere lid in orde maar enkel voor die atoomsoorten die geoxideerd of
gereduceerd worden.
1 Cr2O72-
+
3 SO32-
+
3 SO423
Opgaven:
Ox
Cu
0
+
1 x (-2e-)
NO31+V –II
 Cu2+
+II
Red
Ox
I1-
+
-I
+
NO
+II -II
1 x (+3e-)
2 x (-1e-)
MnO41-

+VII –II
I2
+
0
Red
Mn2+
+II
1 x (+5e-)
Eerste ronde - Groep 3 = Ladingsbalans in orde brengen
Opdracht
Ladingsbalans LB in evenwicht brengen met H3O1+ of OH1- naargelang de reactie gebeurt in zuur,
neutraal of basisch midden en in overeenkomst met de realiteit.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat. De beschouwde reactie verloopt in
zwavelzuur midden.
1
2
3
4
Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap.
Schrijf per deeltje de totale lading.
Bereken per lid het totaal aan ladingen.
Breng de ladingen in evenwicht door betekenisvol H3O1+ of OH1- toe te voegen. Hier voegen we
8 H3O1+ toe in het eerste lid omdat de reactie plaatsvindt in zuur midden. Links en rechts is het
totaal aan ladingen nu even groot.
5 Vul de reactievergelijking aan.
1
Cr2O72-
2
2-
+
6-
3
8-
4
+ 8H3O1+
5
3 SO32-
Cr2O72-


6+

+
3 SO32-
2 Cr3+
+
3 SO426-
0
+
8H3O1+ 
2 Cr3+
+
3 SO42-
4
Opgaven
In salpeterzuur midden:
3 Cu + 2 NO31-
 3 Cu2+ + 2 NO
In zwavelzuur midden:
10 I1-
+
2 MnO41-

5 I2
+
2 Mn2+
Eerste ronde - Groep 4 = Atomenbalans in orde brengen
Opdracht
Atomenbalans AB in evenwicht brengen (wet van Lavoisier, massabehoud) met H 2O. Na deze stap
bekomt men de essentiële reactievergelijking ERV.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat.
1 Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap.
2 Schrijf per atoomsoort het aantal atomen voor en na de reactie.
3 Bereken de tekorten aan O en aan H. Merk op dat het tekort aan aantal O steeds de helft is van
het tekort aan aantal H. Hier 12xO en 24xH.
4 Voeg een equivalent aantal moleculen water toe om de atomen in balans te brengen: 12 H2O.
5 Vul de reactievergelijking aan. Het resultaat is de essentiële reactievergelijking ERV.
1
Cr2O72-
2-3
Cr
S
+
3 SO32-
22
33
4
5
Cr2O72-
+
3 SO32-
+
8H3O1+

2 Cr3+
O 24  12 + 12xO
H 24  0 + 24xH

+
8 H3O1+

+
3 SO42-
+12 H2O
2 Cr3+
+
3 SO42- + 12 H2O
5
Opgaven
3 Cu
10 I1-
+
+
2 NO31-
+
2 MnO41-
8 H3O1+
+

16 H3O1+
3 Cu2+

5 I2
+
+
2 NO
2 Mn2+
Eerste ronde - Groep 5 = Stoffenreactievergelijking schrijven
Opdracht
Indien gevraagd de stoffenreactievergelijking SRV (stoffen als moleculen) schrijven.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat. De beschouwde reactie is de reactie tussen
kaliumdichromaat (K2Cr2O7) en SO2 (geeft in waterige oplossing waterstofsulfiet) in zwavelzuur
midden.
1 Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap.
2 Schrijf de oxoniumionen H3O1+ als H2O + H1+
3 Vul in het eerste lid de ontbrekende ionen aan. Raadpleeg hiervoor de formule van de
uitgangsstoffen.
4 De stoffen toegevoegd in het eerste lid zijn ook aanwezig in het tweede lid want ze ondergingen
geen chemische verandering.
5 Combineer de positieve en negatieve ionen in de juiste verhoudingen en conform de
uitgangsstoffen en reactieproducten.
6 Vereenvoudig het aantal moleculen water.
1
Cr2O72-
2
+
3 SO32-
+
8 H3O1+
8 H1+
+
8 H2O
1 SO42-

2 Cr3+
 + 2 K1+
+
3 SO42- + 12 H2O
1 SO42-
3-4
+ 2 K1+
5-6
K2Cr2O7 + 3 H2SO3 + H2SO4  Cr2(S04)3 + K2SO4 + 4 H2O
6
Opgaven
Cu-metaal en salpeterzuur:
3 Cu
+
2 NO31-
+
8 H3O1+

3 Cu2+
+
2 NO
+
12 H2O
Kaliumjodide en kaliumpermanganaat (KMnO4) in zwavelzuur:
10 I1-
+
2 MnO41-
+
16 H3O1+
 5 I2
+
2 Mn2+ + 24 H2O
Tweede ronde – alle groepen
In de eerste ronde heeft iedereen een kleine stap ingeoefend als onderdeel van een groter geheel.
Alle stappen samengevoegd geeft de totale werkwijze weer voor het opstellen van een
redoxreactievergelijking. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende stappen vanaf de
redoxbrug. Tijdens de tweede ronde leren jullie een opgave volledig te beantwoorden. In de
nieuwe groep zit er voor elke stap een expert die jullie gaat helpen om tot het antwoord te komen.
Je mag nu starten met de gezamenlijke opgave. Het overzicht hieronder kan hierbij een
hulpmiddel zijn.
Groep 1 = Redoxbrug opstellen
Ox
Cr2O72- + S1O32+VI –II +IV –II
Red
1 x (-2e-)

Cr3+ + SO42+III
+VI -II
2 x (+3e-)
Groep 2= Elektronenbalans EB in orde brengen: de redoxbrug hoeft niet te worden overgeschreven
maar mag onmiddellijk worden aangevuld. Omdat dit overzicht elke stap afzonderlijk wil
weergeven is de redoxbrug hieronder wel terug overgenomen en daarna aangevuld.
Ox
Cr2O72- + SO32+VI –II +IV –II
Red
1 Cr2O72-
3 x 1 x (-2e-)

Cr3+ + SO42+III
+VI -II
1 x 2 x (+3e-)
+
3 SO32-

2 Cr3+
+
3 SO427
Groep 3 = Ladingsbalans LB in orde brengen
Cr2O722Cr2O72-
3 SO32-  2 Cr3+ + 3 SO426
6+
68- + 8H3O1+ 
0
+ 3 SO32- + 8H3O1+  2 Cr3+ +
+
3 SO42-
Groep 4 = Atomenbalans AB in orde brengen = ERV schrijven
Cr2O72- + 3 SO32- + 8H3O1+  2 Cr3+ + 3 SO42Cr 2  2
O 24  12 + 12xO
S
33
H 24  0 + 24xH
+12 H2O
Cr2O72- + 3 SO32- + 8 H3O1+  2 Cr3+ + 3 SO42- + 12 H2O
Groep 5 = Stoffenreactievergelijking SRV schrijven
Cr2O72-
+
3 SO32-
+
8 H3O1+
8 H1+
+
8 H2O
1 SO42-
+ 2 K1+

2 Cr3+
 + 2 K1+
+
3 SO42- + 12 H2O
1 SO42-
K2Cr2O7 + 3 H2SO3 + H2SO4  Cr2(S04)3 + K2SO4 + 4 H2O
Gezamenlijke opgave 1
Stel volgende redoxreactievergelijking op: kaliumjodide en kaliumpermanganaat (KMnO4) in
basisch midden waarbij kaliumhypojodiet en het groene K2MnO4 worden gevormd.
Redoxbrug
I1-I
+
MnO41+VII –II

IO1- + MnO42+I -II
+VI -II
EB
LB
AB = ERV
8
SRV
Samenvatting van te kennen leerstof
Stappenplan voor het opstellen van redoxreactievergelijkingen
1 Het gekende gedeelte van de reactievergelijking in formuletaal schrijven, met de deeltjes
waarin de elementen werkelijk voorkomen: ionen voor zouten, zuren en basen; moleculen voor
enkelvoudige stoffen en oxiden. Het aantal deeltjes wordt hierbij niet vermeld, enkel de soort.
2 Per atoomsoort het OG aanduiden. De deeltjes met een element waarvan het OG verandert
behouden.
3 Afzonderlijk de reductie- en oxidatiereactie opschrijven via deelreacties op de redoxbrug,
rekening houdend met de index bij het betrokken element in de formule van het materiedeeltje.
4 Elektronenbalans EB in evenwicht brengen. Gebruik het kleinste gemeen veelvoud.
5 Ladingsbalans LB in evenwicht brengen met H3O1+ of OH1- (zuur of basisch midden).
6 Atomenbalans AB in evenwicht brengen (wet van Lavoisier, massabehoud) met H 2O. Na deze
stap bekom je de essentiële reactievergelijking.
7 Indien gevraagd de stoffenreactievergelijking (stoffen als moleculen) schrijven.
Uitgewerkt voorbeeld
Kaliumdichromaat (K2Cr2O7) en waterstofsulfiet in zuur midden waarbij chroom(III)sulfaat wordt
gevormd.
K1+ + Cr2O72- + H3O1+ + SO32-  Cr3+ + SO42-
+I
+VI -II
+I –II
+IV -II
Ox
3 x 1 x (-2e-)
Redoxbrug met EB
Cr2O72- + S1O32+VI –II +IV –II
Red
2Cr2O72-
AB
SRV
+VI -II
Cr3+ + SO42+III
+VI -II
1 x 2 x (+3e-)
1 Cr2O72LB

+III
+
3 SO32-

2 Cr3+
+
3 SO42-
6
6+
61+
8- + 8H3O

0
+ 3 SO32- + 8H3O1+  2 Cr3+
+
3 SO42-
Cr 2  2
S
33
Cr2O72- + 3 SO32-
O 24  12 + 12xO
H 24  0 + 24xH
+ 8 H3O1+  2 Cr3+
+12 H2O
+ 3 SO42- + 12 H2O
Cr2O72-
3 SO32-
+
8 H3O1+
+
8 H1+
+
8 H2O
+

2 Cr3+
3 SO42- + 12 H2O
9
1 SO42-
+ 2 K1+
 + 2 K1+
1 SO42-
K2Cr2O7 + 3 H2SO3 + H2SO4  Cr2(S04)3 + K2SO4 + 4 H2O
Extra voorbeeld – stap per stap
Leid via de redoxbrug de stoffenreactievergelijking af voor de reactie tussen chloorgas en
kaliumjodaat in basisch midden waarbij kaliumchloride en kaliumperjodaat ontstaan.
Cl2 + KIO3  KCl + KIO4
1 Cl2
+
2 0
K1+
+
+I
IO31-
K1+

+V –II
Cl1-
+
+I
-I
Te behouden deeltjes zijn:
Cl2 + IO31-  Cl1-
K1+
+
+
+I
IO41-
+
IO41-
(Cl2 = ES niet in ionen)
+VII -II
(K1+: geen OG, andere deeltjes behouden)
3 Redoxbrug:
Ox
Cl2
0
+
1 x (-2e-)
I1O31- 
+V -II
Red
Cl1-I
+
IO41+VII -II
2 x (+1e-)
4 Elektronenbalans EB:
Ox 1 x 1 x (-2e-)
Cl2
0
+
IO31- 
+V -II
Cl1-I
+ IO41+VII -II
Red 1 x 2 x (+1e-)
EB
1 Cl2
1 IO31-
+

2 Cl1-
+
1 IO41-
5 Ladingsbalans LB:
Cl2
0
+
Cl2
+
IO311-

IO31-
+
2 OH1- 
2 Cl1-
+
IO41-
+
2 OH1- 
2 Cl1-
+
IO41-
1+ 2 OH1- 
2 Cl12-
+
3-
IO411-
(totale lading per deeltje)
(ladingtotaal per lid)
(ladingen in evenwicht)
6 Atomenbalans AB = ERV:
Cl2
+
IO31-
Cl 2  2
I 11
O 5  4 + 1xO
H 2  0 + 2xH
(aantal O te kort is steeds de
helft van aantal H)
10
Cl2
+
IO31-
+
2 OH1-
2 Cl1-

IO41-
+
+
7 Stoffenreactievergelijking SRV:
Cl2
+
IO31K1+
+
2 OH1- 
2 K1+ 
Cl2
+
KIO3
+ 2 KOH 
2 Cl1- +
2 K1+
2 KCl
IO41K1+
+
+
KIO4
H2O
(essentiële
reactievgl.)
H2O
(ontbrekende ionen terug)
+
H2O
Extra voorbeeld
Leid via de redoxbrug de stoffenreactievergelijking af voor de reactie tussen chloorgas en
kaliumjodaat in basisch midden waarbij kaliumchloride en kaliumperjodaat ontstaan.
Cl2
0
+
K1+
+I
+
IO31-  K1+
+V -II
+I
+
Cl1-I
+
K1+
+I
+ IO41+VII -II
Redoxbrug met EB
Ox 1 x 1 x (-2e-)
Cl2
0
+
I1O31+V -II

Cl1-I
+
IO41+VII -II
Red 1 x 2 x (+1e-)
1 Cl2
LB
0
Cl2
AB
+
1 IO31-
+
1 IO411+
IO41-
+
IO41-
O 5  4 + 1xO
H 2  0 + 2xH
+
IO31-
+
+
K1+
KIO3
2 K1+  2 K1+
+ 2 KOH  2 KCl +
SRV
Cl2
2 Cl1-
1
211- + 2 OH 
3+ IO31- + 2 OH1-  2 Cl1-
Cl 2  2
I 11
Cl2

2 OH1-

2 Cl1-
+
K1+
KIO4 +
H2O
H2O
11
Gezamenlijke opgave 2
Stel volgende redoxreactievergelijking op: kaliumjodide en kaliumpermanganaat (KMnO4) in
neutraal midden waarbij dijood, bruinsteen (MnO2) en een base worden gevormd.
Redoxbrug
I1-I
+
MnO41+VII –II

I2
0
+
MnO2
+IV -II
EB
LB
AB = ERV
SRV
12
Antwoordsleutels
Eerste ronde - Groep 1 = Redoxbrug opstellen
Opdracht
Afzonderlijk de reductie- en oxidatiereactie opschrijven via deelreacties op de redoxbrug, rekeninghoudend met de index bij het betrokken element in de formule van het materiedeeltje.
Werkwijze:
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat:
- de reductie opsporen en de twee atomen met elkaar verbinden onderaan de vergelijking: Red
- uit OG aangeven hoeveel elektronen er per atoom worden opgenomen (+3e-)
- nagaan hoeveel atomen erbij betrokken zijn volgens de hoogste index in eerste of in tweede lid:
2 x (+3e-)
- de oxidatie opsporen en de twee atomen met elkaar verbinden bovenaan de vergelijking: Ox
- uit OG aangeven hoeveel elektronen er per atoom worden afgegeven (-2e-)
- nagaan hoeveel atomen erbij betrokken zijn volgens de hoogste index in eerste of in tweede lid:
1 x (-2e-)
Ox
1 x (-2e-)
Cr2O72- + S1O32+VI –II +IV –II
Red

Cr3+ + SO42+III
+VI -II
2 x (+3e-)
Opgaven
Ox
Cu
0
+
1 x (-2e-)
NO31+V –II
 Cu2+
+II
Red
Ox
I1-I
+
+
NO
+II -II
1 x (+3e-)
2 x (-1e-)
MnO41+VII –II
Red

I2
0
+
Mn2+
+II
1 x (+5e-)
13
Eerste ronde - Groep 2 = Elektronenbalans in orde brengen
Opdracht
Elektronenbalans EB in evenwicht brengen. Gebruik het kleinste gemeen veelvoud.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat.
Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap.
Ox
1 x (-2e-)
Cr2O72- + SO32+VI –II +IV –II
Red

Cr3+
+III
+ SO42+VI -II
2 x (+3e-)
- Bepaal het aantal elektronen afgestaan bij de oxidatie: 1 x (-2e-) = 2 e-.
- Bepaal het aantal elektronen opgenomen bij de reductie: 2 x (+3e-) = 6 e-.
- Het aantal opgenomen elektronen moet gelijk zijn aan het aantal afgegeven elektronen.
Daarom nemen we het kleinste gemeen veelvoud van 2 en 6. Dit is 6. Om 6 elektronen uit te
wisselen moet de oxidatie 3x gebeuren en de reductie 1x. We duiden dit aan op de redoxbrug.
Ox
3 x 1 x (-2e-)
Cr2O72- + SO32+VI –II +IV –II
Red

Cr3+ + SO42+III
+VI -II
1 x 2 x (+3e-)
- Verifieer of het aantal elektronen bij de oxidatie = het aantal elektronen bij de reductie
3 x 1 x (-2e-) = 1 x 2 x (+3e-) betekent telkens 6 elektronen
- We brengen de gevonden waarden als voorgetallen bij de formule met de hoogste index in het
eerste of in het tweede lid. Voor Cr is dit het eerste lid, voor S om het even. Voor de eenvoud
nemen we dan hetzelfde lid als voor Cr.
1 Cr2O72-
+
3 SO32-

Cr3+
+

2 Cr3+
SO42-
- We brengen nu ook het andere lid in orde maar enkel voor die atoomsoorten die geoxideerd of
gereduceerd worden.
1 Cr2O72-
+
3 SO32-
+
3 SO42-
Opgaven
Ox
Cu
0
+
3 Cu
-I
NO31+V –II
+
Ox
I1-
3 x 1 x (-2e-)
+
 Cu2+
+II
Red
2 NO31-
+
NO
+II -II
2 x 1 x (+3e-)
 3 Cu2+ + 2 NO
5 x 2 x (-1e-)
MnO41+VII –II

I2
0
+
Mn2+
+II
14
Red
10 I
+
1-
2 x 1 x (+5e-)
2 MnO4
1-

5 I2
+
2 Mn2+
Eerste ronde - Groep 3 = Ladingsbalans in orde brengen
Opdracht
Ladingsbalans LB in evenwicht brengen met H3O1+ of OH1- naargelang de reactie gebeurt in zuur,
neutraal of basisch midden en in overeenkomst met de realiteit.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat. De beschouwde reactie verloopt in
zwavelzuur midden.
1
2
3
4
Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap.
Schrijf per deeltje de totale lading.
Bereken per lid het totaal aan ladingen.
Breng de ladingen in evenwicht door betekenisvol H3O1+ of OH1- toe te voegen. Hier voegen we
8 H3O1+ toe in het eerste lid omdat de reactie plaatsvindt in zuur midden. Links en rechts is het
totaal aan ladingen nu even groot.
5 Vul de reactievergelijking aan.
1
Cr2O72-
2
2-
+
3

2 Cr3+
6-

6+
8-
4
5
3 SO32-
+
3 SO426-

0
+ 8H3O1+
Cr2O72-
+
3 SO32-
+
8H3O1+ 
2 Cr3+
+
3 SO42-
Opgaven
In salpeterzuur midden:
3 Cu + 2 NO310
22-
 3 Cu2+ + 2 NO
6+
8 H3O1+
3 Cu
2 NO31-
+
+
0
6+
8 H3O1+

3 Cu2+
+
2 NO
In zwavelzuur midden:
10 I110-
10 I
+
12-
1-
+
2 MnO412-

16 H3O1+
2 MnO41- +
5 I2
0
+
4+
16 H3O1+
2 Mn2+
4+

5 I2
+
2 Mn2+
15
Eerste ronde - Groep 4 = Atomenbalans in orde brengen
Opdracht
Atomenbalans AB in evenwicht brengen (wet van Lavoisier, massabehoud) met H2O. Na deze stap
bekom je de essentiële reactievergelijking ERV.
Werkwijze:
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat.
1 Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap.
2 Schrijf per atoomsoort het aantal atomen voor en na de reactie.
3 Bereken de tekorten aan O en aan H. Merk op dat het tekort aan aantal O steeds de helft is van
het tekort aan aantal H. Hier 12xO en 24xH.
4 Voeg een equivalent aantal moleculen water toe om de atomen in balans te brengen: 12 H2O
5 Vul de reactievergelijking aan. Het resultaat is de essentiële reactievergelijking ERV.
1
Cr2O72-
2-3
Cr
S
+
3 SO32-
22
33
4
5
Cr2O72-
+
3 SO32-
+
8H3O1+

2 Cr3+
O 24  12 + 12xO
H 24  0 + 24xH

+
8 H3O1+

+
3 SO42-
+12 H2O
2 Cr3+
+
3 SO42- + 12 H2O
Opgaven
3 Cu + 2 NO31Cu 3  3
N22
3 Cu
10 I1-
+
2 NO31-
8 H3O1+

3 Cu2+ + 2 NO
O 14  2 + 12xO
H 24  0 + 24xH
+ 8 H3O1+

3 Cu2+ + 2 NO + 12 H2O
+
+ 2 MnO41- + 16 H3O1+  5 I2
I 10  10
O 24  0 + 24xO
Mn 2  2
H 48  0 + 48xH
1110 I
+ 2 MnO4
+ 16 H3O1+  5 I2
+
2 Mn2+
+
2 Mn2+ + 24 H2O
16
Eerste ronde - Groep 5 = Stoffenreactievergelijking schrijven
Opdracht
Indien gevraagd de stoffenreactievergelijking SRV (stoffen als moleculen) schrijven.
Werkwijze
Volg het voorbeeld om af te leiden hoe je te werk gaat. De beschouwde reactie is de reactie tussen
kaliumdichromaat (K2Cr2O7) en SO2 (geeft in waterige oplossing waterstofsulfiet) in zwavelzuur
midden.
1 Bekijk aandachtig het resultaat van de vorige stap.
2 Schrijf de oxoniumionen H3O1+ als H2O + H1+
3 Vul in het eerste lid de ontbrekende ionen aan. Raadpleeg hiervoor de formule van de
uitgangsstoffen.
4 De stoffen toegevoegd in het eerste lid zijn ook aanwezig in het tweede lid want ze ondergingen
geen chemische verandering.
5 Combineer de positieve en negatieve ionen in de juiste verhoudingen en conform de
uitgangsstoffen en reactieproducten.
6 Vereenvoudig het aantal moleculen water.
1
Cr2O72-
+
2
3 SO32-
+
8 H3O1+
8 H1+
+
8 H2O
1 SO42-

2 Cr3+
+
 + 2 K1+
3 SO42- + 12 H2O
1 SO42-
3-4
+ 2 K1+
5-6
K2Cr2O7 + 3 H2SO3 + H2SO4  Cr2(S04)3 + K2SO4 + 4 H2O
Opgaven
Cu-metaal en salpeterzuur:
3 Cu
+
2 NO31-
+
8 H3O1+
8 H1+
+
8 H2O


6 NO313 Cu
+
3 Cu2+
8 HNO3 
3 Cu(NO3)2
+
2 NO
+
12 H2O
6 NO31+
2 NO
+
4 H2O
Kaliumjodide en kaliumpermanganaat (KMnO4) in zwavelzuur:
10 I1-
+
2 MnO41-
+
16 H3O1+
16 H1+
10 K1+
10 KI
2 K1+
+ 2 KMnO4
 5 I2
+
2 Mn2+
+
24 H2O
+ 16 H2O
8 SO428 H2SO4 

12 K1+
8 SO42-
5 I2 + 2 MnSO4 + 6 K2SO4 + 8 H2O
17
Gezamenlijke opgave 1
Stel volgende redoxreactievergelijking op: kaliumjodide en kaliumpermanganaat (KMnO4) in
basisch midden waarbij kaliumhypojodiet en het groene K2MnO4 worden gevormd.
Redoxbrug
Ox 1 x 1 x (-2e-)
I1-I
+
MnO41+VII –II

IO1- + MnO42+I -II
+VI -II
Red 2 x 1 x (+1e-)
EB
1 I1-
LB
1-
SRV

1 IO1-
I1I
Mn
11
22
+
2 K1+
+
+
2 MnO424-
5I01-
+
2 MnO42-
O 10 9 + 1xO
H 2  0 + 2xH
2 MnO41-
K1+
KI
2 MnO41-
2
13- + 2 OH1- 
+ 2 MnO41- 2 OH1- 
AB = ERV
I1-
+
2 OH12 K1+

IO1-

2 KMnO4 + 2 KOH
+
K1+

2 MnO42- +
H2O
4 K1+
KIO +
2 K2MnO4 +
H2O
Gezamenlijke opgave 2
Stel volgende redoxreactievergelijking op: kaliumjodide en kaliumpermanganaat (KMnO4) in
neutraal midden waarbij dijood, bruinsteen (MnO2) en een base worden gevormd.
Redoxbrug
Ox 3 x 2 x (-1e-)
I1-I
+
MnO41- 
+VII –II
I2
0
+
MnO2
+IV -II
Red 2 x 1 x (+3e-)
EB
6 I1-
LB
6-
AB = ERV
6 I1SRV
6 K1+
+
2 MnO412-
6 I1-
8+
I
Mn
66
22
+
2 MnO41-
 3 I2

+
2 MnO2
0
0

0 + 8 OH1 3 I2 + 2 MnO2 +
O 8 12
H 08
2 MnO41- 4 H2O

2 K1+

3 I2
8 OH1-
+ 4xO in eerste lid
+ 8xH in eerste lid
+
2 MnO2 +
8 OH18 K1+
18
6 KI
+ 2 KMnO4 + 4 H2O  3 I2
+
2 MnO2 +
8 KOH
19
Download