Notificatie van het plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland 2007 - 2013 Datum: 9 mei 2011 Nummer notificatie: 2011-1 1. Algemene informatie Lidstaat: Nederland Regio: Niet van toepassing Goedgekeurde programma: programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling voor Nederland met betrekking tot de programmeringsperiode 2007-2013 (Beschikking C(2009) 10187 van de Commissie van 11 december 2009 houdende goedkeuring van de herziening van het plattelandsontwikkelingsprogramma van Nederland voor de programmeringperiode 2007-2013 en houdende wijziging van Beschikking C(2007)3464 van de Commissie van 20 juli 2007 tot goedkeuring van het plattelandsontwikkelingsprogramma van Nederland voor de programmeringsperiode 2007 – 2013). 2. Juridische basis voor de voorgestelde notificatie Artikel 6(1) c van Verordening (EG) nr. 1974/2006 3. / 4. Omschrijving van de redenen voor de voorgestelde wijziging, inclusief implementatie- problemen, alsmede een omschrijving van de voorgestelde wijzigingen 3. Achtergronden / rechtvaardiging van de voorgestelde wijziging(en) van maatregelen Wijzigingen in POP maatregelfiches 3.1 Maatregel 111 Voorstel tot aanpassing omvat twee onderdelen, te weten I. Bij onderdeel ‘Beschrijving van de activiteiten (inclusief soorten training)’ onderdeel ‘Kennisverspreiding door middel van demonstratieprojecten’ wordt toegevoegd: * reductie van broeikasgassen Rechtvaardiging De toevoeging is van belang om demonstratieprojecten gericht op de reductie van broeikasgassen, welke reductie van belang is voor het tegengaan van klimaatverandering, mogelijk te maken onder dit maatregelfiche. II. Bij onderdeel ‘Begunstigden’ onderdeel ‘C. Demonstratieprojecten’ en ‘D. Praktijknetwerken’ wordt toegevoegd: * verenigingen van agrariërs Rechtvaardiging Verenigingen van Agrariërs zijn zelfstandige rechtspersonen die de belangen van agrariërs vertegenwoordigen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om organisaties als belangenorganisaties (LTO, NVV, NVP) of agrarische natuurverenigingen. Omdat deze organisaties zelfstandige rechtspersonen zijn, kunnen ze de aansprakelijkheid bij projecten op zich nemen. Demonstratieprojecten en praktijknetwerken kunnen een sectorbreed doel hebben. Verenigingen van agrariërs zijn dan ook de aangewezen instanties om deze sectorbrede doelen te realiseren. Vooral bij grotere projecten is het onwenselijk om de risico's bij individuele boeren neer te leggen, terwijl een veel grotere groep er baat bij heeft. Omdat het ‘voordeel’ van de subsidie terecht komt bij individuele agrarisch ondernemers, treden er met deze toevoeging géén wijzigingen 1 op in de staatssteuntecnnische aspecten van het maatregelfiche \ de aanvullende nationale financiering op dit maatregelfiche. 3.2 Maatregel 121 Bij onderdeel ‘Reikwijdte en acties’ sectie ‘A: Versterken van de vitaliteit van land- en tuinbouw door het ondersteunen van investeringen van jonge landbouwers’ wordt de voorwaarde verwijderd: * Verklaring van de bank dat de onderneming levensvatbaar is Rechtvaardiging De aanvrager dient een lening aan te gaan voor de financiering van de investering bij een erkende kredietverstrekker. Dit maakt de verklaring van de bank dat de onderneming levensvatbaar is overbodig. Dit is namelijk een voorwaarde om überhaupt een lening te verkrijgen. De wijziging betreft een administratieve lastenverlichting voor de aanvrager. 3.3 Maatregel 125 Infrastructuur voor de ontwikkeling / aanpassing van de land- en bosbouw Aanpassing mogelijkheden tbv onderdeel Bedrijfsverplaatsingen: het maximale subsidiebedrag voor bedrijfsverplaatsingen op grond van maatregelfiche 125 is met notificatie 2010-1 verhoogd tot de door de EU op basis van de Landbouwvrijstellingsregeling voor bedrijfsverplaatsingen resp. investeringen op landbouwbedrijven toegestane maxima. Dit voorstel is nu ook opgenomen in staatssteunmeldingen XA 173/2010 en XA 176/2010. Daarnaast zijn met notificatie 2008-2 de mogelijkheden tot inzet van het maatregelfiche verbreed. In het fiche is destijds expliciet een uitzondering gemaakt voor met aanvullende nationale financiering te betalen maatregel 125 subsidies (zie onder Doelen van de maatregel, sub 2: “Voor projecten met aanvullende nationale financiering (top up) blijft de tekst van het maatregelfiche 125, zoals in het kader van de beschikking kenmerk C(2007) 3464, d.d. 20 juli 2007 vastgesteld, onverkort van kracht.” … en verder). Dit gelet op de staatssteunmeldingen die in verband met dit maatregelfiche gedaan waren. Omdat het uit beleidsmatig oogpunt wenselijk is de destijds verbrede mogelijkheden òòk te kunnen gebruiken in geval van financiering vanuit de aanvullende nationale financiering, is in de hiervoor genoemde nieuwe staatssteunmeldingen van de bredere mogelijkheden uitgegaan. Met de meldingen is het bredere gebruik van het maatregelfiche ook met staatssteun-gerelateerde betalingen mogelijk geworden en de beschreven ‘voorbehoud’-passage kan dan ook uit het maatregelfiche verwijderd worden. Rechtvaardiging Omdat inmiddels nieuwe staatssteunmeldingen zijn gedaan (meldingen XA 173/2010 en XA 176/2010, kunnen de beperkende passages vervallen. 3.4 Maatregel 212 De wijziging van dit maatregelfiche bestaat uit meerdere onderdelen, te weten: a.Verlaging beschikbare ELFPO- budget met € 1,8 mln en overboeken naar maatregel 214. Tegelijkertijd wordt ook de nationale financiering met € 1,8 mln verlaagd. b. Limburgs Heuvelland zal – in tegenstelling tot eerdere veronderstellingen - toch met EU-cofinanciering gefinancierd kunnen worden. In verband daarmee wordt de bestaande aanvullende nationale financiering verlaagd met € 1,5 mln. Overigens is gebleken dat de ophoging van de aanvullende nationale financiering met € 2 mln - die is doorgevoerd met notificatie 2009-1 - abusievelijk niet in de financiële tabel van het maatregelfiche is verwerkt (was wel verwerkt in financiële tabel hoofdstuk 8 hoofddocument en in bijlage 6). Deze omissie wordt nu gecorrigeerd. Totaal bedrag aan aanvullende nationale financiering beschikbaar op dit 2 maatregelfiche bedraagt daarmee €42,12 mln (en blijft daarmee onder de melding totaalbedrag in bijlage 6, die daarom vooralsnog geen aanpassing behoeft). Totale budget voor deze maatregel neemt af. Indicatoren zijn daar op aangepast. Rechtvaardiging Van de maatregel wordt minder gebruik gemaakt dan tevoren ingeschat. Gelet op de dreigende onderuitputting op de maatregel wordt er ELFPO-budget verschoven en wordt een deel van de voorziene betalingen met aanvullende nationale financiering op dit maatregelfiche vervangen door ELFPO-gecofinancierde betalingen. 3.5 Maatregel 214 Overboeking van € 1,8 mln ELFPO vanuit maatregel 212. Omdat gelijktijdig een verlaging van de aanvullende nationale financiering plaatsvindt, vindt geen aanpassing van de indicatoren plaats. Daarnaast is gebleken dat de in dit maatregelfiche opgenomen financiële tabel een onjuistheid bevatte: de optelling tot het totaal beschikbare budget was onjuist. Die onjuiste optelling wordt nu gecorrigeerd tot het juiste bedrag van € 430,64 mln. Rechtvaardiging Betreft verschuiving van een deel van het budget van maatregel 212, waarvan minder gebruik gemaakt wordt dan tevoren ingeschat. Maatregel 214 loopt wel redelijk conform planning en op deze maatregel is een groot bedrag aan aanvullende nationale financiering voorzien, dat nu door de verschuiving van ELFPO-budget iets verlaagd kan worden. Bijlage 6 (staatssteunformulier) wordt vooralsnog niet aangepast. 3.6 Maatregel 216 Ook bij dit maatregelfiche wordt voorgesteld twee aanpassingen door te voeren. A. Ook op basis van dit fiche kunnen bedrijfsverplaatsingen van agrarische bedrijven uit algemeen belang gefinancierd worden. Het gaat dan om een tegemoetkoming in de kosten verbonden aan bedrijfsverplaatsing van een bedrijf, dat gelegen is in een hydrologische bufferzone en waarvan (een deel van) de landbouwgronden worden vernat, naar een nieuwe locatie daarbuiten. Teneinde ook bij deze bedrijfsverplaatsingen bij inzet van aanvullende nationale financiering optimaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die de landbouwvrijstellings-verordening biedt, is staatssteunmelding XA 175/2010 gedaan. Daarnaast worden voor deze maatregel aanvullende ELFPO-middelen beschikbaar gesteld (€ 4 mln), afkomstig van maatregel 221 waar onderuitputting dreigt. Financiële gegevens alsmede indicatoren worden gelet daarop (evenredig) aangepast. B. Uit de formulering in het maatregelfiche blijkt nu niet dat het ook onder deze maatregel niet mogelijk is de aankoop van grond te financieren voor een bedrag dat hoger is dan 10% van de totale subsidiabele uitgaven voor de betrokken concrete actie, tenzij er sprake is van concrete acties ten behoeve van milieubehoud en er een motivatie wordt gegeven waaruit blijkt dat zonder deze aankoop van grond hoger dan 10% het project niet gerealiseerd kan worden. De tekst van het fiche wordt daarom aangepast \ verhelderd. Rechtvaardiging Ad A. De voorgestelde ‘inhoudelijke’ wijziging van dit maatregelfiche en de rechtvaardiging van de voorgestelde aanpassingen alsmede de onderliggende staatssteunmelding komen inhoudelijk overeen met hetgeen vermeld staat in dit wijzigingsvoorstel onder maatregel 125. De aanpassingen in financiële gegevens en indicatoren volgen uit de verschuiving van ELFPO-budget vanuit maatregel 221. Ad B. Ook onder maatregelfiche 216 kan sprake zijn van grondaankoop als onderdeel van te subsidiëren projecten. Van belang is dat, conform artikel 71, 3e lid, sub c van 3 3.7 Verordening 1698/2005, de grondaankoop in principe beperkt blijft tot 10% van de totale subsidiabele uitgaven. Dit wordt in het fiche - ter verduidelijking en uniformering met de teksten van maatregelfiche 125 - toegevoegd. Maatregel 221 Gelet op dreigende onderuitputting van het ELFPO-budget, wordt een bedrag van € 4 mln verschoven naar maatregel 216. Gelet op deze verschuiving worden de indicatoren bij deze maatregel evenredig aangepast. 3.8 Rechtvaardiging Ook bij dit maatregelfiche is er sprake van een lager dan tevoren ingeschatte belangstelling. Hierdoor dreigt onderuitputting van het ELFPO-budget. Voorgestelde verschuiving naar maatregel 216 betekent dat er minder bebossing plaatsvindt gefinancierd vanuit POP. Zoals reeds aangegeven in het maatregelfiche vindt echter een groot deel van het Nationaal bossenprogramma zo wie zo al buiten POP2 plaats. Deze vermindering van financiële middelen zal naar verwachting geen nadelig effect hebben op het Nationale bossenprogramma. Maatregel 311b Hernieuwbare energie In het maatregelfiche wordt vermeld dat de steun wordt verleend op grond van de de-minimis. Voorgesteld wordt de staatssteungrondslag aan te vullen in die zin dat wordt toegevoegd dat steun aan niet-overheden de-minimis steun is, tenzij de steun voldoet aan alle voorwaarden en voorschriften van de algemene groepsvrijstellingsverordening EG 800/2008, in het bijzonder aan artikel 23 daarvan, de steun past binnen een vrijstellingsmelding en er in het specifieke geval gekozen wordt voor steunverstrekking op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening \ de betreffende vrijstellingsmelding. 3.9 Rechtvaardiging Betreft toevoeging van mogelijkheid tot steunverstrekking op grond van artikel 23 algemene groepsvrijstellingsverordening. Individuele provincies die hiervan gebruik wensen te maken zullen hiertoe een staatssteunmelding indienen, welk meldingsnummer vervolgens in tabel 9 opgenomen zal worden. Maatregel 321b Hernieuwbare energie In het maatregelfiche wordt vermeld dat de steunintensiteit voor ondernemingen maximaal 70% bedraagt en voor overheden maximaal 100%. Voor ondernemingen wordt de steun op grond van het huidige fiche verleend op grond van de de-minimis. Door de huidige formuleringen - is het onduidelijk welke steunintensiteit van toepassing is voor niet-overheden die géén ‘onderneming’ zijn. - wordt gebruik gemaakt van de de-minimis regeling, terwijl bedoelde activiteiten – mits aan alle vereisten van de betreffende verordening wordt voldaan - òòk onder artikel 23 van de algemene vrijstellingsverordening (EG 800/2008) zouden kunnen vallen. Voorgesteld wordt het fiche in de volgende zin aan te passen: - steunintensiteit bedraagt voor overheden maximaal 100%, voor nietoverheden maximaal 70% - steun aan niet-overheden is de-minimis steun, tenzij de steun voldoet aan alle voorwaarden en voorschriften van de algemene groepsvrijstellingsverordening EG 800/2008, voor de betreffende steun een vrijstellingsmelding gedaan is en er in het specifieke geval gekozen wordt voor steunverstrekking op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening \ de betreffende vrijstellingsmelding. - Indien steun wordt verleend op grond van artikel 23 van verordening (EG) nr. 800/2008 bedraagdt de steunintensiteit maximaal 65% bij kleine ondernemingen en maximaal 55% bij middelgrote ondernemingen. 4 Rechtvaardiging Betreft verheldering van onduidelijkheden in de bestaande tekst én toevoeging van mogelijkheid tot steunverstrekking op grond van artikel 23 algemene groepsvrijstellingsverordening. Individuele provincies die hiervan gebruik wensen te maken zullen hiertoe een staatssteunmelding indienen, welk meldingsnummer vervolgens in tabel 9 opgenomen zal worden. 3.10 Maatregel 323 Ook bij dit maatregelfiche is er sprake van twee aanpassingen. I. Voor dit maatregelfiche is inmidddels staatsteunmelding XA 174/2010 gedaan, op grond waarvan het mogelijk is ook bij financiering van een POP-project uit aanvullende nationale financiering (‘top up’) subsidie te verstrekken tot het maximale steunbedrag overeenkomstig artikel 5 van verordening 1857/2006 met betrekking tot investeringen of kapitaaluitgaven voor de instandhouding van erfgoedelementen op landbouwbedrijven. Rechtvaardiging Met notificatie 2010-2 is de mogelijkheid tot steunverstrekking tot het maximale steunbedrag overeenkomstig artikel 5 van verordening 1857/2006 geregeld. Omdat er bij dit maatregelfiche sprake is van een beschikbare aanvullende nationale financiering van 2,32 miljoen euro, is staatssteunmelding XA 174/2010 gedaan,zodat ook bij financiering van het herstel van een erfgoedelement op een landbouwbedrijf vanuit aanvullende nationale financiering, de staatssteunaspecten ‘afgedekt’ zijn. 3.11 II. In dit maatregelfiche is een tabel met aanvullende programmaspecifieke indicatoren en gekwantificeerde doelen opgenomen. Deze tabel is echter niet ‘gevuld’ met waarden en over deze indicatoren en doelen worden geen cijfers bijgehouden. Er is in het kader van het Jaarverslag over de uitvoering nooit over deze nationale outputindicatoren gerapporteerd. De betreffende tabel heeft derhalve geen functie en wordt daarom uit het programmadocument verwijderd. Maatregel 421 Uitvoering van samenwerkingsprojecten Gebleken is dat de tekst van maatregelfiche 421 beperkend werkt voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten. De huidige tekst bepaald “Binnen deze maatregel komen alleen de uitgaven voor de samenwerkingsactie zelf voor steun in aanmerking, dwz. het opzetten van een gezamenlijke structuur en de voorbereidende technische ondersteuning (coördinatie) van de samenwerkingsactie.” Door deze formulering lijkt het nu alleen mogelijk de ‘voorbereidende werkzaamheden’ ten behoeve van een samenwerkingsproject te ondersteunen, ondersteuning van het uitvoeren van de feitelijke samenwerkingsactie lijkt uitgesloten. Dit is ongewenst en – ook gelet op de beschikbare financiële middelen voor deze maatregel – nooit de bedoeling geweest. Bedoeling was om – zoals ook mogelijk is op grond van artikel 39 van Vo no 1974/2006 – nààst de voorbereidende technische ondersteuning en het opzetten / beheren van gemeenschappelijke structuren - òòk uitgaven voor de gezamenlijke actie te kunnen subsidiëren. Het maatregelfiche wordt nu aangepast, zodat duidelijk is dat ook uitgaven voor het uitvoeren van de gezamenlijke actie subsidiabel zijn onder dit maatregelfiche. Daarnaast worden enkele tekstuele wijzigingen doorgevoerd, bedoeld als verhelderingen van de bestaande tekst en het in lijn brengen van het maatregelfiche met de bestaande ‘aanwijzigingen voor de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsmaatregel …. (RD12/10/2006 herz. 3)’. Bovendien wordt uit de tekst verwijderd dat de procedure voor de selectie van transnationale samenwerkingsprojecten aan de Europese Commissie zal worden voorgelegd: dit is geen voorschrift vanuit de verordeningen, richtlijnen en aanwijzingen en derhalve niet noodzakelijk. 5 Rechtvaardiging Onbedoelde beperkingen in het maatregelfiche worden opgeheven. Daarnaast worden tekstuele wijzigingen doorgevoerd, bedoeld als verhelderingen van de bestaande tekst. Wijzigingen in POP hoofddocument of bijlagen anders dan maatregelfiches 3.12 3.13 Tabellen 7 en 8 POP-hoofddocument De financiële verschuivingen zoals hierboven beschreven zijn voor zover relevant verwerkt in de tabellen 7 en 8 van het POP-hoofddocument. Tabel 9A en B POP-hoofddocument Toegevoegd \ aangepast worden: 9A Betalingen voor artikel 36 activiteiten (‘primaire landbouwproductie’) Aangepaste meldingen als hiervoor beschreven (XA 173/2010, XA 174/2010, XA 175/ 2010 en XA 176/2010) voor zover het betreft artikel 36 activiteiten zijn in tabel verwerkt. Tabel 9B Betalingen voor niet-artikel 36 activiteiten (‘geen primaire landbouwproductie’) Toevoeging van mogelijkheid tot staatssteunverstrekking op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening 800/2008 bij maatregelen 311b en 321b. 3.14 5 Hoofdstuk 5 POP-hoofddocument Hoofdstuk 5 van het POP-hoofddocument zal conform bovenstaande wijzigingen in streefwaarden etc. aangepast worden. De verwachte gevolgen van de voorgestelde wijzigingen, inclusief de eventuele gevolgen voor de impactindicatoren. Maatregel 111 I. Toevoeging * reductie van broeikasgassen: Gebruik van de maatregel wordt hiermee gestimuleerd, omdat maatregel breder toegepast kan worden. II. Toevoeging *verenigingen van agrariërs: Gebruik van de maatregel wordt gestimuleerd. Individuele boeren zijn vaak aarzelend om mogelijk financieel risico van een groot project op zich te nemen, waarbij een grote groep betrokken en gebaat bij is. Verenigingen van agrariërs zijn daar als rechtspersoon zeer geschikt voor, ook om sectorbrede doelen te realiseren. Maatregel 121 Verwijderen van voorwaarde: Bankverklaring levensvatbaarheid onderneming Administratieve lastenverlichting voor aanvragers, maakt de maatregel minder bewerkelijk. Maatregel 125 De wijzigingen worden voorgesteld zodat ook top up projecten – die reeds waren voorzien bij indiening van het POP-programma, maar gehinderd werden door de relatief beperkte omschrijving van mogelijkheden onder het ‘oorspronkelijke fiche’ – toch doorgang kunnen vinden. Daarmee zal het resultaat zijn dat de oorspronkelijke doelstellingen naar verwachting – bij gelijk blijven van de financiële middelen voor dit onderwerp - toch gehaald zullen kunnen worden. - aanpassingen onderdeel begrenzing glastuinbouwgebieden: De wijzigingen worden voorgesteld zodat projecten die ‘gehinderd’ werden door de relatief beperkte omschrijving van mogelijkheden toch doorgang kunnen gaan vinden. 6 Daarmee zal het resultaat zijn dat de oorspronkelijke doelstellingen naar verwachting – bij gelijk blijven van de financiële middelen voor dit onderwerp - gehaald zullen kunnen worden. Maatregel 212 Door lager dan tevoren ingeschatte belangstelling voor dit fiche worden financiële middelen verschoven naar anderen maatregel en worden de indicatoren voor deze maatregel evenredig naar beneden bijgesteld. Maatregel 214 Totaal aan beschikbare financiële middelen wijzigt niet, waardoor ook geen wijzigingen in indicatoren verwacht worden. Maatregel 216 Ook bij de aanpassingen voorgesteld in dit fiche betekent de aanpassing dat het maximale steunbedrag dat naar een agrariër kan gaan ten behoeve van een bedrijfsverplaatsing (aanzienlijk) hoger uit kàn vallen dan oorspronkelijk voorzien. Het aantal bedrijfsverplaatsingen dat op grond van dit maatregelfiche naar verwachting uitgevoerd zal worden is echter beperkt: naar schatting zal dit maximaal 20 projecten betreffen. De ‘impact’ van de verhoging op het totale aantal gesteunde acties zal daarom beperkt zijn. Maatregel 221 Door lager dan tevoren ingeschatte belangstelling voor dit fiche worden financiële middelen verschoven en worden de indicatoren op evenredige basis naar beneden bijgesteld. Maatregel 311b Uitbreiding onderliggende staatssteunmogelijkheden zal naar verwachting betekenen dat van deze maatregel gebruik gemaakt zal gaan worden als voorheen ingeschat. Er is met deze aanpassing derhalve geen aanpassing in indicatoren nodig. Maatregel 321b Uitbreiding onderliggende staatssteunmogelijkheden zal naar verwachting betekenen dat van deze maatregel gebruik gemaakt zal gaan worden als voorheen ingeschat. Er is met deze aanpassing derhalve geen aanpassing in indicatoren nodig. Maatregel 323 De inhoudelijke aanpassing zal naar verwachting betekenen dat van deze maatregel gebruik gemaakt zal gaan worden als voorheen ingeschat. Er is met deze aanpassing derhalve geen aanpassing in indicatoren nodig. De verwijdering van de (lege) tabel met nationale outputindicatoren heeft geen consequenties voor de uitvoering of voortgang van het programma. Maatregel 421 Uitvoering van samenwerkingsprojecten Deze aanpassing zal naar verwachting betekenen dat van deze maatregel gebruik gemaakt zal gaan worden als voorheen ingeschat. Er is met deze aanpassing derhalve geen aanpassing in indicatoren nodig. Aanpassing tabel 9 Hoofddocument: Betreft aanvulling van onderliggende staatssteunmeldingen, zonder direct daaraan gerelateerde gevolgen voor uitvoering of indicatoren. 6. Omschrijving van de relatie tussen de voorgestelde wijziging en de Nationale Plattelands Strategie (NPS) Alle voorgestelde wijzigingen passen binnen het kader van de NPS/hebben geen direct effect op de NPS. 7 7. De financiële gevolgen van de voorgestelde wijzigingen Zie beschrijvingen bij de individuele maatregelfiches en de financiële tabellen 7 en 8 212 (verlaging van ELFPO en nationale financiering ieder met € 1,8 mln, verlaging aanvullende nationale financiering met € 1,5 mln) 214 (ophoging van ELFPO-financiering en nationale financiering ieder met € 1,8 mln, verlaging van aanvullende nationale financiering met € 1,8 mln) 216 (ophoging van ELFPO-financiering en nationale financiering met ieder € 4 mln) 221 (Verlaging ELFPO-financiering en nationale financiering met ieder € 4 mln) 8. Eventuele conclusies van de beoordeling van het wijzigingsvoorstel door het Comité van Toezicht POP Nederland. Het betreft hier niet-substantiële wijzigingen van het programma, die conform artikel 78 sub f van verordening 1698/2005 formeel niet voorgelegd behoefden te worden aan het CvT. Een concept van de notificatie is besproken in het CvT van 2 december 2010. Conclusie: het CvT is akkoord gegaan met verdere uitwerking en indiening van de notificatie. Bijlage Attach the text replacing or amending the relevant sections of the programming document approved by the Commission Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage 1: Maatregel 111 aangepast 2: Maatregel 121 aangepast 3: Maatregel 125 aangepast 4: Maatregel 212 aangepast 5: Maatregel 214 aangepast 6: Maatregel 216 aangepast 7: Maatregel 221 aangepast 8: Maatregel 311b aangepast 9: Maatregel 321b aangepast 10: Maatregel 323 aangepast 11: Maatregel 421 aangepast 12: Tabel 7 en 8 aangepast 13: Tabel 9A en 9B aangepast 14: Hoofdstuk 5 POP-hoofddocument (NB: zal toegevoegd worden na acceptatie van de notificatie!) 8