Informatieblad - De Hoogstraat Revalidatie

advertisement
Fenol-injectie
In dit informatieblad leest u wat een injectie met fenol precies is, wat de behandeling
inhoudt en hoe lang de behandeling werkt.
Spasme
Door diverse neurologische aandoeningen, zoals MS, CVA, contusio of een dwarslaesie,
kunt u last hebben van verhoogde spierspanning, ofwel spasticiteit. Het kan zijn dat u
hier weinig hinder van ondervindt. Maar het kan ook zijn dat de spasticiteit u ernstig in
uw handelen en bewegen belemmert. U kunt dan pijn of problemen ondervinden bij
dagelijkse handelingen, zoals bij lopen of bij het aantrekken van uw schoenen.
Clonus
U kunt ook last hebben van een sterke en vaak hinderlijke reflex, ofwel clonus. Hierdoor
kan uw voet gaan trillen, waardoor uw voet bijvoorbeeld van de treeplank van de rolstoel
schiet of het lopen instabiel wordt.
Behandelmogelijkheden
Er zijn diverse behandelingen mogelijk om een spasme of clonus te verminderen, zoals
zelf rekken van de spier, fysiotherapie, het dragen van een spalk, gebruik van medicijnen
of een injectie met botuline toxine om de spierspanning te verminderen (zie
Informatieblad Botuline injectie). Een blokkade van de zenuw door een fenol-injectie is
ook een mogelijkheid. De revalidatiearts of physician assistant (PA) bespreekt met u
welke behandeling voor u het beste is. Soms wordt gekozen voor een combinatie van
behandelingen.
Wat is het effect van een injectie met fenol?
Bij een spasme of clonus trekt een spier of spiergroep samen op momenten dat dit niet
nodig of wenselijk is. Het spierweefsel wordt constant geprikkeld om zich aan te
spannen, het is overprikkeld. Deze overprikkeling kan worden afgeremd door de zenuw
te blokkeren die de prikkel aan de spier geeft. Er wordt een vloeistof ingespoten op een
plaats waar de zenuw goed te bereiken is voordat deze de spier binnengaat. De vloeistof
heet fenol en zorgt er vrijwel direct voor dat de zenuw geen prikkels meer doorgeeft.
Deze behandeling wordt een 'perifere zenuwblokkade' genoemd. We spreken ook wel van
'fenoliseren': met behulp van fenol wordt voor langere tijd een zenuwblokkade
aangelegd.
Behandeling met een fenol-injectie
Er wordt geprikt met een dunne naald. De prik die u voelt is vergelijkbaar met een prik
voor bloedafname. De naald zendt elektrische signalen uit. Als de naald vlakbij de zenuw
is, wordt de zenuw geprikkeld en gaat de spier met schokjes samentrekken. Zo weet de
arts of PA de precieze plaats waar de vloeistof moet worden ingespoten. De totale
ingreep duurt ongeveer 30 minuten.
Als u poliklinisch wordt behandeld kunt u na de behandeling direct naar huis. We raden u
echter af om zelf te rijden, omdat u direct het effect van de injectie merkt.
Hoe lang werkt een fenol-injectie?
De werkingsduur van de injectie verschilt per persoon. Gemiddeld houdt de werking 9 tot
12 maanden aan.
1
Proefbehandeling
Het is mogelijk dat u eerst een proefbehandeling krijgt met het verdovingsmiddel
lidocaïne. De revalidatiearts of PA past deze behandeling toe om te zien wat het
uiteindelijke effect van de fenol-injectie zal zijn. Het verdovingsmiddel werkt ongeveer 3
tot 4 uur.
Als u poliklinisch wordt behandeld kunt u na de behandeling direct naar huis. We raden u
echter af om zelf te rijden, omdat u direct het effect van de injectie merkt.
Bijwerkingen
Soms treden bijwerkingen op na een fenol-injectie. De meest voorkomende bijwerking
(bij 5 tot 10% van de patiënten) ontstaat als onbedoeld een gevoelszenuw wordt geraakt
door de fenol. Het gevolg is pijn of een doof gevoel in het gebied van de betreffende
zenuw. In de meeste gevallen gaan deze klachten na verloop van tijd (binnen 12
maanden) over. Een enkele keer is tijdelijk pijnmedicatie nodig. De kans op deze
bijwerking wordt kleiner, als u tijdens het stimuleren van de zenuw goed aangeeft of er
prikkelingen, pijn of tintelingen in bijvoorbeeld de voet optreden.
U kunt ook tijdelijk een beurs gevoel hebben op de injectieplaats. Soms kan de huid van
het gebied van de zenuw tijdelijk roder worden en warmer aanvoelen. Het is ook
mogelijk dat de enkel van het behandelde been tijdelijk dikker wordt, omdat deze vocht
vasthoudt.
Neem bij vragen over bijwerkingen contact op met uw revalidatiearts.
Nabehandeling
Na de injectie zult u even moeten wennen aan het ontbreken van de hoge spanning in de
behandelde spier. Soms is begeleiding door een fysiotherapeut zinvol. Uw revalidatiearts
of PA bespreekt dit met u.
Het zelf rekken van de behandelde spier helpt om de terugkeer van spasme te
verminderen als de fenol is uitgewerkt. Het rekken lukt ook beter na de injectie doordat
de spier meer ontspannen is.
Het kan zijn dat u met 1 injectie voldoende bent geholpen. Het is ook mogelijk dat het
spasme weer terugkomt als de fenol is uitgewerkt. Herhalen van de injectie is dan
mogelijk. U kunt dit bespreken tijdens de poliklinische controle door de revalidatiearts of
PA.
Vergoeding
Een fenol-injectie wordt als onderdeel van uw behandeling volledig vergoed door uw
ziektekostenverzekeraar.
Uitgave: Catja Dijkstra en Mirjam Kouwenhoven, revalidatieartsen, Ben Fengler,
physician assistant (PA), De Hoogstraat Revalidatie, januari 2015
2
Download