Little Cherry virusziekte lapins met ……en zonder little cherry lapins met… en zonder little cherry Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: [email protected] Website: www.boomgaardenstichting.be Wat is het Symptomen Little cherry is een ernstige virusziekte van zowel zoete als zure kersen, veroorzaakt door het Little Cherry Virus (LChV), inheems in Japan en wereldwijd verspreid via de beroemde japanse sierkersen. Er bestaan minstens 2 types van, veroorzaakt door een verschillend virus. Bij type 1, dat pas een tiental jaren bekend is zijn de symptomen minder ernstig Het virus uit zich vooral door vruchten die in grootte maar de helft tot 2/3 van de normale grootte halen, vaal rood blijven en achterblijven in smaak. De symptomen zijn vaak maar aan enkele takken zichtbaar. De rassen verschillen in gevoeligheid, waarbij de donkere grootvruchtige Amerikaanse rassen blijkbaar gevoeliger zijn dan de oude Europese rassen. Aangetaste bomen kunnen lichtjes in groei achterblijven maar globaal is er geen verschil in gezondheid van de boom op te merken. Sommige rassen vertonen een typisch en vroeger verkleuren van de bladeren in de herfst, ook een licht opwaarts krullen van het blad komt voor. Bladkenmerken zijn echter geen betrouwbare indicatoren gezien hiervoor tal van andere factoren bestaan. Bigarreau Van met (boven) en zonder (onder) LCV 2 Verspreiding Phenacoccus aceris typische bladverkleuring bij het ras Sam In British Columbia (B.C.) word het virus lokaal verspreid door de uit Europa afkomstige wolluis (Phenacoccus aceris). Dit insect komt voor op vele soorten loofbomen, onder meer op appel, peer, kers, pruim, maar ook op druif, bosbes en loofbomen zoals eik, berk, wilg, esdoorn, iep, linde, els en tal van struiken. Van deze wolluis vliegt enkel het mannetje. De vrouwtjes kennen wel een “kruiper” stadium waarin verspreiding gebeurt door via mekaar rakende takken naar ander bomen te kruipen. In dit stadium kan ook windverspreiding gebeuren over korte afstand. (Let op! dit insect is niet verwant aan de bij ons meer gekende wollige bloedluis) Little Cherry wordt over grote afstanden verspreid via aangetast kweekmateriaal zoals onderstammen en enthout. De belangrijkste verspreiding over langere afstand is in B.C. de vermeerdering en verspreiding van geïnfecteerde bomen. Sierkersen zijn ook drager van het virus, zonder dat dit zichtbaar wordt en kunnen zo mee oorzaak zijn van verdere verspreiding. Diagnose Bestrijding Tot voor kort werd in B.C. de diagnose gesteld door een aangetast twijg te enten op een gezonde boom om dan in het volgende groeiseizoen te zien of er op deze boom bladkenmerken verschijnen. Momenteel worden er moleculaire testen (ELISA en PCR) gedaan die een veel snellere diagnose toelaten. Er zijn geen bestrijdingsmiddelen gekend. Aangetaste bomen blijven drager van de ziekte. Sommige rassen herstellen zich enigszins en geven na enkele jaren opnieuw quasi normaal uitziende vruchten. De smaak blijft echter flets. Verwijderen van aangetaste planten in de eigen plantages en preventie bij heraanplant zijn de voornaamste maatregelen die kunnen genomen worden. In B.C. is de kweek en verhandeling van aangetast plantgoed de voornaamste oorzaak van uitbreiding van de ziekte gebleken. Het gagarandeerd virusvrije karakter van nieuw plantgoed is zeer belangrijk voor het onder controle houden van little cherry. Gebruik enkel gecertificeerd virusvrij plantgoed. Vermijd contact met Japanse sierkersen die onzichtbare dragers van de ziekte kunnen zijn. Verwijder ook kers zaailingen en wortelopslag uit uw boomgaard. Zij kunnen eveneens onzichtbaar drager zijn van de ziekte. In boomgaarden waar de wolluis in lage aantallen voorkomt (bvb. door de aanwezigheid van roofinsecten, zoals vaak het geval in Europa gezien de wolluis hier inheems is) wordt de verspreiding van little cherry sterk vertraagd. Bestrijding van de wolluis gebeurt het best in het kruiper stadium als de insecten mobiel zijn (mei-juni). Eens de diertjes zich vestigen zijn ze niet meer mobiel. In hoeverre er uitwisseling gebeurt via naburige appelplantages waarin de wolluis ook voorkomt, werd in B.C. niet onderzocht. Vergelijkbare aantastingen Bij de vervanging van een kersenaanplant worden best bloksgewijs alle bomen van de vorige aanplant verwijderd om de cyclus van het virus te onderbreken. Houdt bij nieuwe aanplantingen ook enige afstand van andere bestaande aanplantingen of boomgaarden (10m) om contact van takken te vermijden. Door vorst en storm beschadigde takken kunnen ook een dunnere bladbezetting en kleinere vruchten vertonen. Ook jarenlang onverzorgd gebleven bomen kunnen kleinere vruchten hebben zonder dat dit wijst op een aantasting met little cherry. Zinktekort kan een oorzaak zijn van zowel kleinere bladeren als kleinere en vaal gekleurde vruchten. Een overvloedige vruchtdracht zorgt ook voor kleinere vruchten, de smaak blijft dan echter wel okee. Eigen bemerkingen bron Een cytoplasmaziekte, in Amerika gekend onder de naam Western X (Candidatus Phytoplasma pruni) veroorzaakt gelijkaardige symptomen. In plaats van smakeloos wordt het fruit door deze aantasting echter bitter van smaak. Deze aantasting wordt verspreid door diverse boomcicaden die de bladeren aanprikken en sap zuigen. Over de verspreiding op korte en lange afstand in West-Europa is men het momenteel niet eens. Het lijkt ons dan ook voorbarig om nu al drastische maatregelen te nemen zonder garantie op succes. Aangezien de verspreiding (ten minste in Amerika) vooral plaatsvindt door van boom tot boom kruipende wolluizen kan een besmetting van hoogstam voorkomen worden door het aanhouden van een voldoende grote plantafstand en een onderhoudssnoei om de boomkruinen uit mekaars buurt te houden. Het verdient ook de voorkeur gekende Europese rassen aan te planten Website van het Ministery of agricultur, food & ficheries of British Columbia en de European and Mediterranean Plant Protection Organisation