EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.2.2014 COM(2014) 96 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Verslag over de uitvoering van de totaalaanpak van migratie en mobiliteit 2012-2013 NL NL BIJLAGE I – Mobiliteitspartnerschappen – Gesloten Besprekingen gaande Te overwegen in 2014 Te overwegen zodra omstandigheden het toelaten Algerije X Egypte X Libië X Marokko X Tunesië X Jordanië X Libanon X Syrië X Armenië X Azerbeidzjan X Belarus X Georgië X Moldavië X Oekraïne Kaapverdië X X Met de volgende landen kan een mobiliteitspartnerschap worden overwogen: Algerije: In het kader van de lopende onderhandelingen over een nieuw actieplan voor het Europees nabuurschapsbeleid heeft Algerije zijn interesse geuit voor het beginnen van een dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid met het oog op de mogelijke uiteindelijke toetreding tot een gestructureerde samenwerking met de EU op het gebied van migratie. Afhankelijk van de bereidheid van Algerije om onderhandelingen te beginnen met de EU over een overnameovereenkomst, kan een dergelijk kader worden gevormd door een mobiliteitspartnerschap. 2 Oekraïne: De samenwerking op het gebied van migratie en mobiliteit met dit land is reeds zeer vergevorderd, onder meer in het kader van de visumdialoog tussen de EU en Oekraïne, en Oekraïne heeft zelf nog geen interesse geuit in het sluiten van een mobiliteitspartnerschap met de EU. Deze optie kan echter worden overwogen in de komende maanden, afhankelijk van de ontwikkelingen in het land. Belarus: Ondanks de complexe politieke relaties tussen de EU en Belarus als gevolg van o.a. mensenrechtenkwesties, wordt er op bepaalde gebieden samengewerkt en deze kunnen de basis vormen voor een toekomstige dialoog, bv. mensensmokkel, grensbeheer en asiel. Bovendien kunnen verschillende punten van zorg voor Belarus worden aangepakt in het kader van de totaalaanpak van migratie en mobiliteit. Tijdens de top van het Oostelijk Partnerschap in Vilnius heeft Belarus aangegeven dat het bereid is te beginnen met onderhandelingen over visumversoepelingsen overnameovereenkomsten. Gelet hierop kan een mobiliteitspartnerschap worden overwogen. Het Europees Parlement heeft in een aanbeveling van 12 september 2013 betreffende het EU-beleid inzake Belarus1 opgeroepen tot sluiten van een mobiliteitspartnerschap tussen de EU en Belarus. 1 Document 2013/2036 van het Europees Parlement. 3 BIJLAGE II – Gemeenschappelijke agenda's voor migratie en mobiliteit – Gesloten Besprekingen gaande Te overwegen in 2014 Te overwegen zodra omstandigheden het toelaten China India X X Indonesië Nigeria X X Zuid-Afrika X Ghana X Kazachstan X Brazilië X Het aantal landen dat in aanmerking komt voor de totaalaanpak van migratie en mobiliteit is in beginsel veel groter dan voor mobiliteitspartnerschappen, en de prioritering is gecompliceerder. Potentiële kandidaten omvatten strategische partners van de EU evenals partners die een specifiek EU-belang vertegenwoordigen op een van de vier thematische prioriteiten van de totaalaanpak. De selectie van prioritaire kandidaten voor de totaalaanpak moet worden geleid door overwegingen van politieke en economische prioriteit en haalbaarheid, evenals door mogelijkheden en beperkingen in termen van financiële en personele middelen. Vanuit dit standpunt moet bilaterale samenwerking worden nagestreefd met landen die van belang zijn voor de EU voor de verzekering van economische groei. Bovendien moet, overeenkomstig de conclusies van de raad over de totaalaanpak van 29 mei 2012, prioriteit worden gegeven aan strategisch belangrijke landen langs de migratieroutes en landen van oorsprong en doorreis, met name landen die belangen delen en wederzijdse verplichtingen willen aangaan met de EU en haar lidstaten. De volgende kandidaatlanden voor de totaalaanpak kunnen worden overwogen: China: De EU heeft een gevestigd belang in het vergroten van de samenwerking met China op het gebied van terugkeer en mobiliteit. De ondertekening van een totaalaanpak zou de dialoog verder vereenvoudigen en structureren en een platform bieden voor concrete en zeer nodige samenwerking op het gebied van migratie- en mobiliteitszaken. Dankzij de economische ontwikkeling wordt China een steeds belangrijkere bestemming voor (regelmatige en onregelmatige) migranten en ziet het land zich geconfronteerd met grote 4 uitdagingen bij het opstellen van de vereiste reacties op het gebied van wetgeving en beleid. Dit biedt een mogelijke basis voor uitwisseling en samenwerking met de EU, ook op andere gebieden dan uitsluitend de onderwerpen van visa en overname. Indonesië: Indonesië is voor de EU een prioriteitsland als gevolg van de omvang, demografie, economie en geopolitieke relevantie. Indonesië past prima binnen het opkomend discours over het inkaderen van visumbeleid voor migratie en mobiliteit als middel om economische groei te stimuleren. Het is noodzakelijk om een antwoord te vormen op de vragen en verzoeken van Indonesië in verband met de Schengenstatus van het land en om in dit verband een relevante en gestructureerde uitwisseling van informatie aan te gaan. Een totaalaanpak zou een passend kader vormen voor de verkenning van dergelijke concrete zaken, terwijl het tevens een algemeen platform biedt voor zinvolle beleidsuitwisselingen en gerichte ontwikkeling van projecten en andere acties. Zuid-Afrika: Met dit land vindt reeds een lokale migratiedialoog plaats en er is ruimte voor een nadere uitbreiding van deze samenwerking. Zuid-Afrika deelt gemeenschappelijke kenmerken met de situatie van de Europese Unie. Zuid-Afrika is in feite voornamelijk een bestemmingsland voor arbeiders en asielzoekers die afkomstig zijn uit omringende landen. Deze situatie vormt de aanleiding voor de behoefte van Zuid-Afrika voor de uitwisseling van beste praktijken, met het oog op de verbetering van zijn capaciteit om deze stromen te beheren. Dit kan zich richten op bv. de verbetering van mobiliteit voor bepaalde categorieën reizigers en versterking van de capaciteiten van het land op gebieden van internationale bescherming en het beheer van arbeidsmigratie. Ghana: Aan dit land was reeds een uitnodiging verstrekt voor een mobiliteitspartnerschap van de 'eerste generatie' en het zorgt voor een aanzienlijke migratiedruk op de EU. Tevens is er aanzienlijke ruimte voor samenwerking op het gebied van migratie- en ontwikkelingskwesties, aangezien het land steeds meer een regionaal migratieknooppunt wordt en het belang van migratie erkend in zijn ontwikkelingsagenda. De optie voor het sluiten van een totaalaanpak is reeds in 2012 voorgesteld aan de Ghanese autoriteiten, maar er is sindsdien geen positieve terugkoppeling ontvangen. Het land is in deze lijst opgenomen als geheugensteun, maar proactieve interventie door de EU wordt niet aanbevolen. Kazachstan: Kazachstan is een belangrijke partner voor de EU in Centraal-Azië. De EU wil graag haar samenwerking en contacten met Kazachstan uitbreiden door middel van de onderhandeling over een nieuwe, herziene partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst. De EU wil ook graag uitwisselingen en contacten tussen mensen stimuleren tussen Kazachstan en de EU door middel van verschillende programma's, waarvoor de mobiliteit van personen een belangrijk element is. Kazachstan heeft op meerdere momenten interesse getoond voor het verder uitbreiden van de samenwerking op het gebied van migratie. Brazilië: Een verbeterde bilaterale samenwerking met Brazilië biedt kansen voor beide partijen. In het kader van het strategische partnerschap tussen de EU en Brazilië zijn beide partijen overeengekomen de samenwerking op het gebied van economische zaken te vergroten, waaronder op het gebied van concurrentievermogen en investeringen. Hiervoor leggen de EU en Brazilië de laatste hand aan een actieplan, dat acties bevat die zijn gericht op het vereenvoudigen van de mobiliteit van wetenschappers, studenten en ondernemers tussen Brazilië en de EU. Brazilië is opgenomen op de lijst van prioriteitslanden waarmee de EU meer concrete partnerschappen moet ontwikkelen en specifieke gebieden voor samenwerking moet identificeren op het gebied van mensensmokkel. Brazilië is momenteel bezig met de herziening van wetgeving over migratie en tegelijkertijd veranderen de migratietrends tussen dit land en de EU, hetgeen een bijzonder interessant moment biedt voor een versterkte samenwerking. 5 Soms verzekert een regionale aanpak een doeltreffender gebruik van middelen en aanzienlijk betere beleidsresultaten dan mogelijk zou zijn via bilaterale dialoog en samenwerking. In dit kader beschikt de recentelijk opgerichte partnerschap voor migratie van de zijderoute over de potentie voor een mogelijke verbeterde dialoog en samenwerking bij het beheer van migratiestromen met een aantal belangrijke landen van oorsprong en doorreis, waaronder Iran en Pakistan. Daarom moet de samenwerking met de landen worden uitgebreid binnen een regionale aanpak. Evenzo lijkt, in plaats van de uitbreiding van de bilaterale samenwerking met afzonderlijke Oost-Afrikaanse landen, bv. Kenia, dat een groot aantal vluchtelingen huisvest, de oprichting van een gericht regionaal dialoogproces in het kader van de EUAfrika-dialoog met landen langs de Oost-Afrikaanse migratieroutes voorlopig beter haalbaar, gelet op de veranderende onregelmatige verplaatsingen in de regio. Dit proces kan tevens voorzien in de behoefte om de smokkel van migranten en mensensmokkel uit de Hoorn van Afrika op veelomvattende en efficiënte wijze te voorkomen en bestrijden. 6