Hoorcollege strafprocesrecht

advertisement
De rol van de raadsman
in het strafproces
21 maart 2012
Raison d’être
Powel v. Alabama (USSC, 1932 –
Scottsboro)
“Even the intelligent and educated
layman has small and sometimes no
skill in the science of law. If charged
with crime, he is incapable, generally,
“of determining for himself whether the
indictment is good or bad. He is
unfamiliar with the rules of evidence.
Left without the aid of counsel he may
be put on trial without a proper
charge, and convicted upon
incompetent evidence, or evidence
irrelevant to the issue or otherwise
inadmissible.
“He lacks both the skill and knowledge
adequately to prepare his defense, even
though he have a perfect one. He requires
the guiding hand of counsel at every step in
the proceedings against him. Without it,
though he be not guilty, he faces the
danger of conviction because he does not
know how to establish his innocence.
“If that be true of men of intelligence,
how much more true is it of the
ignorant and illiterate, or those of
feeble intellect. If in any case (…), a
(…) court were arbitrarely to refuse to
hear a party by counsel (…), it
reasonably may not be doubted that
such a refusal would be a denial of
(…) due process (…).”
Back to basics
Wetgever in 1926:
* Onderzoek ter terechtzitting is
beslissende procesfase (vgl.
bijvoorbeeld art. 342 Sv)
* Vooronderzoek als voorbereiding op
terechtzitting
* Verdachte heeft ter zitting een
volwaardige positie als procespartij
* Maar is in vooronderzoek vooral
voorwerp van onderzoek (inquisitoir)
Inquisitoire voorfase:
* Geen rechtsbijstand voor of tijdens
politieverhoor
* Geen zelfstandige bevoegdheden tot
onderzoek
* Verdedigingsrechten kunnen worden
beperkt door belang opsporing (art. 30
lid 2 Sv; art. 50 lid 2 Sv)
Na inwerkingtreding WvSv:
* De auditu: zwaartepunt verschuift van
eind- naar vooronderzoek
* Betekent ook dat balans t.a.v. positie
verdediging verstoord is geraakt
Invloed van art. 6 EVRM
Uitgangspunt:
* Onderzoek ter zitting moet beslissende
fase van het strafproces zijn
-
Jurisprudentie over getuigen (lid 3
onder d): in beginsel op zitting
(“adversarial argument”)
Uitgangspunt hangt samen met:
* Equality of arms
* Effectieve verdedigingsrechten
Maar:
* Artikel 6 EVRM betekent niet dat voor
het bewijs geen gebruik mag worden
gemaakt van De auditu-verklaringen
* ”Proceedings as a whole”: verband
tussen voor- en eindonderzoek
* Artikel 6 EVRM is dus ook van
betekenis voor vooronderzoek (EHRM
inzake Imbrioscia, NJ 1994, 459)
* Maar niet onbeperkt: EHRM inzake
Reinprecht, ECHR 2006, 5
* Doorwerking art. 6 EVRM in
vooronderzoek: in die fase aandacht
voor effectieve verdedigingsrechten en
equality of arms
* Probleem: verhouding tot belang van
adequate opsporing
Consequenties:
* Doorwerking art. 6 EVRM is afhankelijk
van belang dat vooronderzoek
toekomt
* “Proceedings as a whole”: verdediging
moet op enig moment haar rechten
kunnen uitoefenen
Salduz (NJ 2009, 214)
* Toepasselijkheid art. 6 EVRM op
vooronderzoek:
“if and so far as the fairness of the
trial is likely to be seriously
prejudiced by an initial failure to
comply with its provisions”
* Recht op rechtsbijstand moet
“practical and effective” zijn
* Als vooronderzoek van groot belang
voor uitkomst strafzaak vereist art. 6
EVRM in beginsel “that the accused be
allowed to benefit from the assistance
of a lawyer already at the initial stages
of the proceedings”
* Doel: bescherming tegen “abusive
coercion”; bijdrage aan voorkomen
gerechtelijke dwalingen en realisering
recht op eerlijk proces, i.h.b. equality
of arms.
Dayanan, NJ 2010, 92
Taken raadsman in vooronderzoek:
* Bespreking van de zaak
* Organisatie van de verdediging
* Verzamelen ontlastend materiaal
* Voorbereiding van verhoren
* Steun van de gespannen verdachte
* Toezicht op detentieomstandigheden
Taken raadsman in vooronderzoek
gaan dus verder dan alleen toezicht op
naleving zwijgrecht
Zie (onder veel meer) ook Brusco
(EHRM 11 oktober 2010)
Terug naar Nederland
HR 17 november 2009, NJ 2010, 143
(Hoogerheide)
* Wezenlijk belang van rechtsbijstand
* Afstand alleen als ondubbelzinnig,
welbewust en vrijwillig
* Recente wetgeving en jurisprudentie
-
NJ 2009, 349-351: Post-Salduz,
consultatie
Aanwijzing rechtsbijstand
politieverhoor Stcrt. 2010, 4003)
-
Wetsvoorstel rechtsbijstand en
politieverhoor
Aanwezigheid bij misdrijven
waarop zes jaar of meer staat
Informatieplicht over rechten
verdachte
- Salduz in praktijk:
Nog veel vragen (Wat mag raadsman
doen?)
Nog veel problemen (ook voor
verdachte en advocatuur)
What about the money?
Maar erkenning eigen positie
raadsman
Voorzichtige conclusie:
Langzaam maar zeker wordt in
rechtspraak en wetgeving de
raadsman in het vooronderzoek
serieus genomen
De keerzijde: eisen aan
de raadsman
Versterking positie verdediging in
vooronderzoek betekent dat meer
eisen aan verdediging kunnen worden
gesteld:
-
Consequenties van slechte
rechtsbijstand
Eigen verantwoordelijkheid rechter
Getuigen
EHRM:
P.S tegen Duitsland (NJ 2002, 435)
versus S.N. tegen Zweden (NJ 2003,
671): de invloed van het optreden van
de raadsman
HR:
NJ 2001, 535: herhaald verzoek
NJ 2006, 124: reeds gehoorde getuige
NJ 2011, 297: afwijzing verzoek
getuigen niet onbegrijpelijk, gelet op
onderbouwing verzoek
LJN BM0154: aanhoudingsverzoek niet
herhaald
Verweren en standpunten
HR:
NJ 2002, 317: geen nietigheid
dagvaarding i.v.m. onjuiste
betekening, als raadsman geen
verweer voert
NJ 1996, 249: verweren vastleggen in
pleitaantekeningen (zie ook HR 22
februari 2011, LJN: BM6159)
NJ 2007, 121: geen UOS ten aanzien
van geuridentificatieproef
NJ 2007, 119: geen UOS ten aanzien
van betrouwbaarheid verklaring
slachtofffer
NJ 2007, 146: verklaring verdachte is
geen beroep op psychische
overmacht, gelet op opstelling
raadsman
NJ 2004, 77: in appèl niet geklaagd
over ontbreken last tot toevoeging
eerste aanleg; tardief in cassatie
NJ 2011, 194: geen goed verweer in
zin van 359a Sv (over onrechtmatige
aanhouding)
NJ 2011, 141: NOOM-verweer niet op
Zwolsman-criterium toegespitst
(mishandeling door politie)
Discussie
Is consequentie van deze rechtspraak
niet dat de verdachte vaak beter af is
zonder raadsman? Hoe verhoudt zich
dat tot “wezenlijk belang van
rechtsbijstand”?
Wat zegt deze rechtspraak over eigen
verantwoordelijkheid van rechter voor
waarheidsvinding en eerlijk proces?
Download