357.0108 Trommelvliesbuisjes Uw kind wordt opgenomen op de afdeling Dagverpleging (0 Noord). Deze folder informeert u over het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Inleiding Het plaatsen van trommelvliesbuisjes is vooral bij kinderen één van de meest voorkomende chirurgische ingrepen in Nederland. Alvorens nader in te gaan op het 'hoe' en 'waarom' is het zinvol in het kort de werking van het menselijk gehoororgaan te bespreken (figuur 1). Geluid bestaat uit luchttrillingen. Deze trillingen komen via de gehoorgang op het trommelvlies. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes versterken de trillingen en geleiden de trillingen naar het slakkenhuis, ook wel binnenoor genoemd. In het slakkenhuis bevinden zich de zintuig(zenuw)cellen, die de trillingen omzetten in zenuwprikkels. Deze zenuwprikkels worden via de gehoorzenuw naar de hersenen gevoerd alwaar zij in 'horen' vertaald worden. Het middenoor is onder normale omstandigheden gevuld met lucht, die dezelfde druk en samenstelling heeft als de omringende buitenlucht. De druk wordt gehandhaafd via de buis van Eustachius. Waarom de buis van Eustachius, vooral op jonge leeftijd, vaak niet goed werkt is niet precies bekend. Wanneer wordt een trommelvliesbuisje geplaatst? Als de buis van Eustachius niet goed werkt, ontstaat onderdruk in het middenoor, waardoor het trommelvlies naar binnen getrokken kan worden. Door de onderdruk kan het slijmvlies in het middenoor geïrriteerd raken en vocht afscheiden waardoor het middenoor gevuld raakt met vocht in plaats van met lucht. Dit wordt 'OME' ('Otitis Media met Effusie') genoemd maar ook wel 'lijmoor' of 'glue ear', vanwege de stroperige samenstelling van het vocht. Hierdoor kunnen klachten ontstaan van een vol drukkend gevoel in het oor en soms van pijn; hevige pijn kan veroorzaakt worden door een ontstekingen van het middenoor. Tevens treedt gehoorverlies op omdat de geluidstrillingen door de aanwezige vloeistof gedempt worden. Ook kan het gedrag van uw kind veranderen: het kan gaan schreeuwen en in zichzelf gekeerd raken. Bij kinderen tussen de twee en zes jaar komt deze aandoening veelvuldig voor; de afwijking is bijna altijd dubbelzijdig. figuur 1 Het oor is globaal onder te verdelen in: • de uitwendige gehoorgang, • het trommelvlies met daarachter het middenoor. Hierin bevinden zich de drie gehoorbeentjes. Via de buis van Eustachius staat het middenoor in verbinding met de neus-keelholte, • het eigenlijke gehoororgaan, ook wel het slakkenhuis genoemd. 1 Vaak treedt binnen enkele weken tot maanden spontaan genezing op zonder dat blijvende schade ontstaat. Indien de afwijking echter langer blijft bestaan of veelvuldig aanleiding geeft tot oorontstekingen, hinderlijk gehoorverlies en/of langdurige klachten van afwijkend gedrag, kan een tijdelijke beluchting van het middenoor via een trommelvliesbuisje zinvol zijn. Een trommelvliesbuisje heeft als doel een open verbinding te bewerkstelligen tussen middenoor en uitwendige gehoorgang opdat via het buisje lucht in het middenoor komt. 2 Er is geen alternatief om de functie van de buis van Eustachius te verbeteren. Er bestaat een nauw verband tussen bovenste luchtweginfecties zoals neusverkoudheid en een niet goed functionerende buis van Eustachius. Voordat een trommelvliesbuisje geplaatst wordt dienen andere oorzaken voor terugkerende bovenste luchtweginfecties zoals een vergrote neusamandel en/of een ontsteking van de neusholte en neusbijholten uitgesloten of behandeld te worden. De aandoening kan, alhoewel duidelijk minder frequent, ook op volwassen leeftijd voorkomen. Direct na de behandeling zijn de meeste klachten verdwenen. De eerste dagen na de ingreep kan er soms nog wat vocht uit de gehoorgang komen. Men kan beter geen watje of gaasje in het oor dragen. Dit belemmert een goede beluchting van de gehoorgang en het middenoor en kan daardoor de genezing vertragen. Wat is een trommelvliesbuisje? Een trommelvliesbuisje is een buisje, meestal gemaakt van kunststof, met de grootte van een 'halve luciferkop'. De doorsnede is ongeveer 1,5 mm en de lengte varieert van 3 mm tot 12 mm. Er zijn verschillende typen, die in vorm, afmeting en kleur kunnen variëren. Een veel gebruikt type is afgebeeld in figuur 2. figuur 2 Hoe wordt een trommelvliesbuisje geplaatst? Onder algehele verdoving (jonge kinderen) of plaatselijke verdoving (volwassenen) wordt er een kleine snede (3mm) gemaakt in het trommelvlies. Dit geschiedt met behulp van microchirurgische technieken. Indien algehele verdoving wordt toegepast dient de patiënt tevoren nuchter te zijn. De ingreep is kortdurend en vindt in het algemeen poliklinisch of in dagbehandeling plaats. Nadat zonodig het vocht uit het middenoor is gezogen, wordt het buisje als een boordenknoopje in het sneetje van het trommelvlies geplaatst; het ene uiteinde steekt in het middenoor terwijl het andere uiteinde zich in de gehoorgang bevindt (zie figuur 3). Oorpijn na de ingreep is niet gebruikelijk, pijnstilling is dan ook zelden nodig. 3 Figuur 3 A: uitwendige gehoorgang B: trommelvliesbuisje C: middenoor D: gehoorbeentjes E: buis van Eustachius Hoe lang moet een trommelvliesbuisje blijven zitten? Een trommelvliesbuisje blijft enkele maanden tot soms wel enige jaren ter plaatse. Het buisje wordt na die periode spontaan door het trommelvlies naar de gehoorgang toe uitgestoten, waarna het gaatje in het trommelvlies zich, op een enkele uitzondering na, vanzelf sluit. Bij een groot deel van de kinderen is het plaatsen van een trommelvliesbuisje slechts éénmaal nodig. Bij de overigen moet de procedure meermalen herhaald worden, omdat de functie van de buis van Eustachius nog niet hersteld is. Over het algemeen blijkt dat de functie van de buis van Eustachius na het 7e levensjaar verbetert en het opnieuw plaatsen van buisjes dan niet meer nodig is. 4 Antwoorden op enkele veel gestelde vragen: Wat moet je doen als een oor met een trommelvliesbuisje 'loopt'? Het is niet ongebruikelijk dat er bij patiënten met een trommelvliesbuisje een 'loopoor' ontstaat. Meestal geneest dit loopoor spontaan binnen enkele dagen tot een week. Indien het oor na één week nog niet droog is kunnen oordruppels en/of antibiotica worden voorgeschreven. Kunnen trommelvliesbuisjes aanleiding geven tot schade op latere leeftijd? Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat kinderen, zelfs indien het meermalen nodig is om een trommelvliesbuisje te plaatsen, blijvende schade daarvan aan trommelvliezen of gehoororgaan ondervinden. Mag iemand met trommelvliesbuisjes water in de oren krijgen? Een trommelvliesbuisje heeft een dermate kleine doorsnede dat alleen water onder hoge druk of water waarvan de oppervlaktespanning verlaagd is (zeepwater) naar binnen kan dringen. Sommige artsen adviseren wel beschermende maatregelen, zoals het gebruik van vette watten of het dragen van oordoppen. De eerste 10 dagen na het plaatsen van een buisje wordt aangeraden nog niet te gaan zwemmen omdat het trommelvliesbuisje die tijd nodig heeft zich te stabiliseren. Mag iemand met trommelvliesbuisjes vliegen? Iemand met trommelvliesbuisjes mag gewoon vliegen. Er zullen aanmerkelijk minder klachten bij dalen en stijgen optreden dan gewoonlijk, omdat de buisjes drukveranderingen in het middenoor volgen. Welke complicaties zijn te verwachten? Het directe risico van het plaatsen van een trommelvliesbuisje is gehoorverlies maar de kans hierop is nagenoeg nihil. Andere complicaties zijn een loopoor (reeds in de folder beschreven) en het niet dichtgroeien van het trommelvlies nadat het buisje is uitgestoten (in 2% van de gevallen). De complicaties van het plaatsen van trommelvliesbuisjes moeten worden afgewogen tegen de gevolgen van het niet-behandelen. 5 Wat zijn de gevolgen van langdurige niet-behandelde OME? De gevolgen van langdurig niet-behandelde OME zijn nog steeds een onderwerp van studie (het 'KNOOP-project' in Nijmegen). Deze gevolgen kunnen zijn: leer-, spraak-, school- en gedragsproblemen als gevolg van een tijdelijke slechthorendheid. Voorts kunnen blijvende trommelvlies- en middenoorbeschadigingen optreden. Algemene informatie Voorbereiding Wanneer uw kind moet worden opgenomen in het ziekenhuis, is het van belang dat het weet wat er gaat gebeuren. Wat u aan uw kind vertelt, hangt natuurlijk af van de leeftijd. Door voor te lezen, te tekenen en te spelen over het ziekenhuis, kan wat u vertelt duidelijker worden. U kunt uw kind vertellen: • waarom het naar het ziekenhuis moet; • dat het verblijf in het ziekenhuis nodig is om beter te worden (en nooit als straf bedoeld is); • dat er meer kinderen zijn en • dat één van de ouders of verzorgers in het ziekenhuis blijft (dit geldt niet voor broertjes, zusjes en andere kinderen). Maak het kind ook duidelijk dat het ziekenhuis anders is dan thuis: • de bedden zijn hoger en je kunt er mee rijden; • er zijn verpleegkundigen die je helpen. Ter voorbereiding op de ingreep kunt u uw kind zeggen dat: • je geen sieraden (oorbellen, ringen) mag dragen; • lange haren in een paardenstaart gebonden moeten worden; • je misschien een zetpil krijgt (dit hangt van de ingreep af); • je met je bed naar de operatiekamer wordt gereden; • papa of mama een jas, een muts en sloffen aankrijgt; • papa of mama mee mag totdat je slaapt; • je in een kapje moet blazen en dan in slaap valt; • als je weer goed wakker bent, je na een paar uur naar huis mag. Wat neemt u mee • oude pyjama • voor reserve: twee oude T-shirts • ziekenfonds- of verzekeringspapieren • poliklinisch ponsplaatje • medicijnen die uw kind thuis gebruikt • lievelingsspeelgoed 6 Ouders die tot na 12.00 uur in het ziekenhuis blijven en eventueel willen eten, wordt vriendelijk verzocht zelf brood mee te nemen. Soep, koffie en thee krijgt u van de medewerkers van de afdeling dagverpleging. Wanneer er geen bijzonderheden zijn, mag uw kind om ongeveer 10.00 uur weer naar huis. Belangrijk! Mocht uw kind kort voor de opname in contact komen met een kinder- of infectieziekte, neem dan contact op met het secretariaat van de K.N.O.artsen, telefoonnummer, (0183) 64 42 37. Het zou namelijk een reden kunnen zijn om de opname even uit te stellen, zowel in het belang van uw kind als in dat van de andere patiëntjes. Tevens vragen wij u om uw kind bij pijn vanaf een week voor de opnamedatum alleen Paracetamol te geven. Vanaf 24.00 uur 's nachts voor de ingreep mag uw kind niets meer eten of drinken. Dit kan namelijk problemen geven tijdens de narcose. Indien uw kind medicijnen gebruikt (pillen, pufjes) mag het deze medicijnen op de ochtend van de ingreep wel innemen. Het is niet mogelijk om in een voorlichtingsfolder alle details voor elke situatie te beschrijven. Als u nog vragen heeft of u wilt meer informatie, neem dan contact op met uw Keel-Neus-Oorarts. Het secretariaat van de K.N.O.-artsen is bereikbaar onder telefoonnummer (0183) 64 42 37. Tot slot Aankomst en opname Om 7.30 uur wordt uw kind verwacht op de afdeling dagverpleging. Deze afdeling is het gemakkelijkst te bereiken via de hoofdingang van het ziekenhuis. U kunt zich melden bij de receptie in de centrale hal. De receptionist zal u de afdeling dagverpleging wijzen. U kunt zich vervolgens aan het loket van de afdeling dagverpleging melden. Op de afdeling dagverpleging vangt een verpleegkundige u op. U kunt helpen bij het uitkleden van uw kind. Verzorg alleen uw eigen kind, ook al is bij een ander kind geen vader of moeder. Samen met de verpleegkundige brengt u uw kind naar de operatiekamer van de polikliniek. In een tussenruimte krijgt u een jas, een muts en sloffen. Daarna mag u de operatiekamer in, waar uw kind van de anesthesioloog de anesthesie (narcose) krijgt. U kunt erbij blijven totdat uw kind slaapt. Vervolgens wacht u tot de ingreep achter de rug is op de afdeling dagverpleging. De verpleegkundige brengt u naar uw kind in de uitslaapkamer, waar hij/zij wakker wordt. Daarna gaat u samen naar de zaal van de afdeling dagverpleging. Daar krijgt uw kind wat te drinken. Na de ingreep Er wordt voor uw kind een controle afspraak gemaakt. U krijgt eventueel een recept mee voor medicijnen. Uw kind mag op de dag van ontslag weer alles eten. Dezelfde middag mag uw kind weer naar buiten; de dag erna weer naar school. Zwemmen, haren wassen en douchen is in het algemeen niet eerder dan na de eerste controle (circa 1 week na de ingreep) toegestaan. 7 De tekst van deze folder is samengesteld onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging voor Keel-NeusOorheelkunde. Op een aantal plaatsen is de tekst gewijzigd en aangepast aan de situatie in het Beatrixziekenhuis. Beatrixziekenhuis, Banneweg 57, 4204 AA Gorinchem, telefoon (0183) 64 44 44 www.rivas.nl