Equivalentierelaties en Orderelaties In de muziek komt het begrip partituur voor. Hiermee wordt het overzicht bedoeld voor de dirigent waarin alle partijen van de verschillende muzikanten zijn opgenomen. De verschillende partijen worden onder elkaar genoteerd. Een voorbeeld is de partituur voor de Twelfth Street Rag. In deze partituur zijn de partijen opgenomen voor trompet, klarinet, trombone, banjo en tuba. Een paar dingen vallen hierbij op: P1. elke partij is een deeltje van het hele muziekstuk, bijvoorbeeld een symfonie P2. er zijn geen “lege” partijen; in de Twelfth Street Rag komt geen hobo voor en dus is in de partituur geen partij voor de hobo opgenomen. P3. de noten die voor één muzikant zijn bestemd, staan maar in één partij vermeld P4. alle partijen samen vormen het hele muziekstuk; er vallen geen dingen tussen wal en schip P5. een partij is een bij elkaar horend deel van het gehele muziekstuk We zien dat de partituur het muziekstuk als het ware in moten hakt. We kunnen dit specifieke verhaal vertalen naar een algemener, wiskundig verhaal. De symfonie wordt dan een verzameling (zeg V) die in mootjes wordt gehakt. Die mootjes zijn dan delen (deelverzamelingen) van V. En we spreken niet meer over een partituur, maar over een partitie. De opvallende zaken die we zagen bij de partijen van een partituur komen uiteraard ook hier tevoorschijn. V1. elk “mootje” is een deelverzameling van V (zie P1) V2. de deelverzamelingen zijn niet leeg (zie P2) V3. elk element van V komt in maar één deelverzameling voor (zie P3) V4. de deelverzamelingen tezamen zijn gelijk aan V (zie P4) V5. [dit laten we nog even rusten, maar komt straks nog terug] Deze uitspraken kunnen we omzetten naar wiskundige termen. Dat levert de eigenschappen op waar een partitie in de algebra aan moet voldoen. We gaan uit van een verzameling V, die niet leeg is. Verder hebben we een indexverzameling I, waarmee we onze deelverzamelingen gaan nummeren. I={1,2,3,…}. En de deelverzamelingen noemen we Ai, waarbij i dus een element is van de indexverzameling. We definiëren nu de partitie P van V als de verzameling die als elementen onze deelverzamelingen heeft. Een partitie is dus een verzameling, namelijk P = {Ai | i element van I}. P is een partitie als is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. V is niet leeg en voor alle i I geldt: Ai V (dit is eigenlijk geen voorwaarde, maar een uitgangspunt; in definitie 3.4 is het dan ook niet als een van de voorwaarden opgenomen) 2. voor alle i I geldt: Ai 3. voor alle i,j I met i j geldt: Ai 4. Ai = V Aj = Ter illustratie een opdeling van de verzameling met de natuurlijke getallen van 1 t/m 12. Als deelverzamelingen kiezen we {2,6,10,11}, {5}, {3}, {1,4}, {7} en {8,9}. Deze partitie heeft 6 elementen. We zien dat geen van de deelverzamelingen leeg is, de doorsnede van elk tweetal deelverzamelingen is juist wel leeg en de vereniging van alle deelverzamelingen is de gehele verzameling. De partitie is: { {2,6,10,11} , {5} , {3} , {1,4} , {7} , {8,9} }. Bij onze partituur hadden we nog een vijfde opvallende eigenschap ontdekt, die we bij de partitie niet meer zijn tegengekomen. In een partituur hoort alles wat in één partij is opgenomen op een logische manier bij elkaar. Alle noten voor de tuba staan bij elkaar; ze vormen tezamen één partij. Deze eigenschap van logisch bij elkaar horen hebben we halverwege ons verhaal laten vallen. In wiskundige termen is dit feit van “logisch bij elkaar horen” te beschrijven met een relatie. De elementen van één deelverzameling horen logisch bij elkaar: ze hebben een relatie met elkaar. We hebben relaties leren kennen als geordende paren (a,b). Kennelijk zegt de vijfde eigenschap die we bij de partituur hebben gezien, dat er een relatie is, zodat (a,b) element is van die relatie als a en b in dezelfde deelverzameling zitten, terwijl (a,b) juist geen element is van de relatie als a en b in verschillende deelverzamelingen zitten. Om nog een keer terug te komen op de partituur: als a een noot is voor de tuba en b een noot voor de trompet, dan zitten a en b niet in dezelfde partij en dus is (a,b) geen element van de relatie. Maar als a en b beide noten zijn voor de tuba, dan is (a,b) wel een element van de relatie. Ook nu kunnen we weer een aantal opvallende eigenschappen benoemen. - elke noot hoort logisch gezien bij zichzelf; elke noot staat in relatie tot zichzelf - als noot 1 logisch gezien bij noot 2 hoort, dan hoort omgekeerd noot 2 logisch bij noot 1 - als noot 1 bij noot 2 hoort en noot 2 hoort bij noot 3, dan hoort noot 1 bij noot 3 Nu definitief terug naar de wiskunde. We hebben in het vorige stukje een relatie gezien (“logisch bij elkaar horen”), waar een drietal eigenschappen aan vast zat. Als het gaat over de relatie R in de verzameling V, dan kunnen we die eigenschappen als volgt omschrijven: - voor alle a V geldt: (a,a) R - voor alle a,b V geldt: als (a,b) R, dan ook (b,a) R - voor alle a,b,c V geldt: als (a,b) R en (b,c) R, dan ook (a,c) R Een relatie die aan deze eigenschappen voldoet noemen we een equivalentierelatie. Ook de eigenschappen hebben namen. Achtereenvolgens gaat het over reflexief, symmetrisch en transitief zijn van de relatie. We zijn dit verhaal begonnen met de partitie: een opdeling van een verzameling in delen. Een partitie is dan een verzameling met als elementen de deelverzamelingen, waarbij die deelverzamelingen aan een aantal eigenschappen moeten voldoen. Vervolgens zagen we dat we elk tweetal elementen uit zo’n deelverzameling konden zien als een geordend paar uit een relatie. De relatie die op die manier ontstaat voldoet aan een aantal eigenschappen, waarmee de relatie een equivalentierelatie is. Partitie en equivalentierelatie zijn begrippen die 1-op-1 lopen met elkaar. Bij elke partitie van een verzameling hoort een equivalentierelatie in die verzameling. En omgekeerd hoort bij elke equivalentierelatie in een verzameling een partitie van die verzameling. Een voorbeeld. We gaan uit van de verzameling Z en we definiëren de relatie R door: (x,y) zit in R onder voorwaarde dat x-y even is. Dus R = { (x,y) ZxZ | x-y is even }. We bepalen de partitie die hier bij hoort. Maar allereerst gaan we na of R wel een equivalentierelatie is. Daarvoor tonen we drie dingen aan: - reflexief We moeten aantonen dat (x,x) R voor elke willekeurige x Z. Voor elke x geldt dat x-x=0. En aangezien 0 even is, kunnen we zeggen dat xRx voor elke x. (De notatie xRy is hetzelfde als (x,y) R). - symmetrisch Hiervoor moeten we aantonen dat als (x,y) R ook (y,x) R. En dat natuurlijk weer voor elke willekeurige x Z en y Z. Als xRy, dan is x-y even. Maar als x-y even is, dan ook y-x. En dus is dan ook yRx. - transitief Voor de transitiviteit moeten we aantonen dat als (x,y) R en (y,z) R, dan ook (x,z) R. We zullen dus moeten laten zien dat x-z even is, onder voorwaarde dat x-y en y-z even zijn. Aangezien we te maken hebben met elementen van Z, kunnen we x-z herschrijven tot (x-y)+(y-z) (ga dit na!). Van x-y en y-z weten we dat het even is, want xRy en yRz. Maar dan is ook hun som (x-y)+(y-z) even en dus ook x-z. Conclusie is dat xRz. Nu we zeker weten dat R een equivalentierelatie is, kunnen we spreken over de bijbehorende partitie. Stel nu eens dat A1 een element is van deze partitie. A1 is dan een deelverzameling van Z. En stel ook eens dat 1 in deze deelverzameling zit. Dan moeten ook alle getallen in die deelverzameling zitten, waarvan het verschil met 1 even is. Maar dat zijn precies alle oneven getallen. Dus kunnen we schrijven A1 = { x Z | x is oneven }. Het getal 2 zit niet in deze deelverzameling. We stellen dus maar eens dat 2 in A2 zit. Dan blijkt dat A2 de verzameling wordt van alle even getallen: A2 = { x Z | x is even }. En hiermee hebben we de elementen van onze partitie. Partitie = { A1 , A2 }. We zouden de voorwaarden voor een partitie kunnen controleren: 1. A1 Z en A2 Z 2. A1 en A2 3. A1 A2 = 4. A1 A2 = Z In dit voorbeeld ging het om het bepalen van een partitie bij een gegeven relatie. Eerste stap was controleren of het wel een equivalentierelatie was. Vervolgens hebben we de equivalentieklassen bepaald. Daarna hebben we op basis van stelling 3.1 geconcludeerd dat dit een partitie is. En als we tijd over hebben kunnen we (ten overvloede) controleren dat dit echt een partitie is. Terug naar de index