Beloningsbeleid

advertisement
De Overheidsorganisatie van
St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
Prestatiegericht belonen bij de
overheid
Oktober 2007
Dit rapport bevat 31 pagina’s
BC301007,9
Inclusief wijziging migratiestrategie blz 24 (BC100608,9)
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1
1.1
1.2
1.3
1.4
Achtergrond
Doel van de beleidsnota
Een gefaseerde en beheerste aanpak
Leeswijzer
1
2
2
2
2
Uitgangspunten beloning- en salariëringbeleid
3
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
2.10
Inleiding
Uitgangspunt 1: doelstelling beloning en salariëring
Uitgangspunt 2: structurele beloning
Uitgangspunt 3: incorporatie bovenwindentoelage
Uitgangspunt 4: Inflatiecorrectie
Uitgangspunt 5: Schalen en periodieken
Uitgangspunt 6: Positionering op de arbeidsmarkt
Uitgangspunt 7: Koppeling beoordeling en beloning
Uitgangspunt 8: Periodieke verhoging
Tenslotte
3
3
3
3
4
4
4
5
5
5
3
Beloningsgrondslagen
6
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
Inleiding
Functiezwaarte
Behalen van resultaten
Ontwikkeling van competenties
Marktwaarde
Samenvattend
6
6
7
7
8
8
4
De nieuwe salarisstructuur
9
4.1
4.2
4.3
Inleiding
Nieuwe salarisstructuur
Conclusie
9
9
12
5
Beloningssysteem
13
5.1
5.2
5.2.1
5.2.2
5.2.3
5.2.4
5.2.5
5.2.6
5.2.7
Inleiding
Structurele beloning
Basissalaris
Periodieke verhoging gebaseerd op beoordeling
Vakantiegeld
Vaste toelagen
Pensioenregeling
Ziektekostenverzekering
Indexering schalengebouw (inflatiecorrectie)
13
13
13
15
16
17
17
17
17
i
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
5.3
5.3.1
5.3.2
5.3.3
5.3.4
5.3.5
5.4
Incidentele beloningen
Overwerkvergoeding
Waarnemingstoelage
Bijzondere taaktoelage
Bonus EP
Gratificatie
Samenvattend
18
18
18
19
20
20
20
6
Implementatie
21
6.1
6.2
6.2.1
6.2.2
Inleiding
Migratiestrategie
Algemeen
Migratie van de huidige salarisstructuur naar de nieuwe
salarisstructuur
Migratie van de huidige functie naar de nieuwe functie
Performancemanagement
Samenvattend
21
21
21
6.2.3
6.3
6.4
21
22
24
24
ii
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
1
Inleiding
In april 2005 is de overheid van St. Maarten gestart met het ‘Organisatieontwikkeling,
Beloningsstructuur en Functioneringsevaluatie Programma’, het zogenoemde OBF 1-3 traject,
ter afronding van het ingezette reorganisatieproces. Door deze reorganisatie zal de eilandelijke
overheidsorganisatie in staat zijn om optimaal te functioneren en zal zij in staat zijn de burgers
van St. Maarten optimaal van dienst te zijn. De focus van het programma is op de volgende
onderdelen:
1. het formaliseren van de instelling en inrichting van de overheidsorganisatie;
2. het ontwikkelen en implementeren van een modern en geëigend beloningsbeleid en
salarisstructuur;
3. het ontwikkelen en implementeren van een functioneringsevaluatie systematiek.
In het kader van het ontwikkelen en implementeren van een modern en geëigend
beloningsbeleid en salarisstructuur, heeft het Eilandgebied St. Maarten alle functies
herbeschreven en herwaardeerd. Er is een uitgebreid beloningsonderzoek uitgevoerd waarbij
zowel primaire als secundaire arbeidsvoorwaarden van Eilandgebied St. Maarten zijn
vergeleken met de arbeidsvoorwaarden van de overheden op Bonaire, Curaçao, Aruba en een
Nederlandse Gemeente als ook met verschillende overheid N.V.’s op St. Maarten zelf.
Vervolgens heeft het Bestuurscollege een aantal uitgangspunten voor het beloning- en
salariëringbeleid vastgelegd en op basis daarvan is het beloningbeleid vastgelegd en een
salarisstructuur ontworpen.
In dit beleidsdocument worden de uitgangspunten van het beloningsbeleid verder uitgewerkt en
de salarisstructuur verder beschreven.
De, in deze nota beschreven beloning- en salariëringstrategie sluit aan bij de nieuwe
functiewaarderingen en de performance management strategie.
1.1
Achtergrond
Eilandgebied St. Maarten kampt de laatste jaren met een rekruteringprobleem: het wordt steeds
moeilijker om de juiste personen aan te trekken voor de overheid, in het bijzonder
gekwalificeerde professionals voor de kaderfuncties binnen de ambtelijke organisatie. De
oorzaken van dit probleem zijn te vinden in het feit dat er steeds hogere eisen worden gesteld
aan nieuwe werknemers vanwege onder andere de constitutionele veranderingen, de vele
organisatorische veranderingen, eisen van de burger voor meer interactieve beleidsvorming, het
gebruik van ICT binnen de overheid en de complexe problemen ‘an sich’ waar de overheid voor
staat. Van nieuwe medewerkers wordt veel verwacht. Eilandgebied St. Maarten heeft dan ook,
gezien alle veranderingen die het in de nabije toekomst zal doormaken, behoefte aan
topmanagers, projectmanagers en een hoger beleidskader.
1
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
De tot op heden geboden salarissen worden vaak ervaren als een struikelblok in de rekrutering
van deze topmanagers, projectmanagers en hoger beleidskader wat weer tot gevolg heeft dat er
veel functies lang vacant zijn gebleven of nog zijn. Dit is een situatie die als onwenselijk wordt
geacht, gezien de uitdagingen van Eilandgebied St. Maarten. Er wordt op dit moment gegrepen
naar
noodoplossingen
zoals
arbeidsmarkttoelagen
en
een
incentivesbeleid,
‘aanmoedigingspremiebeleid’. Maar ook deze noodoplossingen zijn niet voldoende omdat veel
nieuwkomers relatief kort binnen de organisatie blijven en vrij snel elders een betrekking met
betere arbeidsvoorwaarden vinden.
1.2
Doel van de beleidsnota
Het doel van deze beleidsnota is het vastleggen van een objectief kader voor een rechtvaardige
beloning. Beloning dient te worden beschouwd als een essentiële schakel in de bedrijfsvoering.
In
deze
nota
hangen
beloning
en
salariëring
nauw
samen
met
het
performancemanagementbeleid van Eilandgebied St. Maarten. Door objectieve en consistente
richtlijnen en criteria te hanteren in het vaststellen van de beloning zullen medewerkers
effectiever en gemotiveerder gaan functioneren. Op basis van de geschetste problematiek is dit
nieuwe beloning- en salariëringbeleid vastgesteld. In deze nota wordt dit beleid verder
uitgewerkt.
1.3
Een gefaseerde en beheerste aanpak
De overheidsorganisatie van St. Maarten heeft gekozen voor een gefaseerd en beheerst proces
van introductie en invoering van performancemanagement en daarmee ook de volledige
toepassing van het beloning- en salariëringbeleid. Verder is de aanpak pragmatisch, realistisch
en voor de overheidsorganisatie specifiek van aard, vanuit het besef dat de organisatie in een
ontwikkelingsproces verkeert en de druk op de mensen al behoorlijk groot is en niet sterk
verzwaard moet worden.
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten van het nieuwe beloningsbeleid zoals vastgesteld door
het Bestuurscollege beschreven. Deze uitgangspunten vormen de basis van het voorliggende
beloning- en salariëringbeleid.
In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de beloningsgrondslagen, wat wordt bij Eilandgebied Sint
Maarten beloond. In dit hoofdstuk komen de onderwerpen functiezwaarte, behalen van
resultaten, de ontwikkeling van competenties en de marktwaarde aan de orde.
In hoofdstuk 4 wordt de nieuwe salarisstructuur inclusief de ontwerpcriteria gepresenteerd.
In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op het beloningssysteem in zijn geheel met daarbij alle voor de
medewerker van Eilandgebied Sint Maarten van belang zijnde structurele en incidentele
beloningscomponenten.
In hoofdstuk 6 zal kort worden ingegaan op de implementatie van het beloning- en
salariëringbeleid in nauwe samenhang met de implementatie van het plaatsingsproces en het
performance management.
2
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
2
Uitgangspunten beloning- en salariëringbeleid
2.1
Inleiding
Om het nieuwe beloning- en salariëringbeleid vorm te kunnen geven is een aantal stellingen
voorgelegd aan het Bestuurscollege van St. Maarten. Op basis van de antwoorden van het
Bestuurscollege op de stellingen zijn de uitgangspunten van het nieuwe beloning- en
salariëringbeleid geformuleerd. In onderstaande paragrafen worden de uitgangspunten zoals
vastgesteld door het Bestuurscollege beschreven en waar nodig nader toegelicht.
2.2
Uitgangspunt 1: doelstelling beloning en salariëring
Beloning en salariëring als managementinstrument heeft bij Eilandgebied St. Maarten de
volgende doelstellingen:
2.3
ƒ
het aantrekken van kwalitatief de juiste personeelsleden op de arbeidsmarkt;
ƒ
het behouden en binden van gekwalificeerde medewerkers en van degenen met het
gewenste groeipotentieel;
ƒ
het stimuleren tot het leveren van goede prestaties doordat de beloning in verhouding staat
tot de geleverde prestatie;
ƒ
medewerkers optimaal motiveren en stimuleren tot (nieuw) gewenst arbeidsgedrag;
ƒ
extra inzet extra belonen;
ƒ
stimuleren van competentieontwikkeling;
ƒ
stimuleren van kernwaardeontwikkeling.
Uitgangspunt 2: structurele beloning
De specifieke vormen van structurele beloning die binnen Eilandgebied St. Maarten worden
gebruikt zijn:
Structurele beloning
2.4
ƒ
Basissalaris waarbij in de nieuwe structuur de bovenwindentoelage is geïncorporeerd
ƒ
Vakantiegeld
ƒ
Vaste toelagen
ƒ
Pensioenregeling
ƒ
Ziektekostenverzekering
Uitgangspunt 3: incorporatie bovenwindentoelage
Het uitgangspunt van het Bestuurscollege is dat de bovenwindentoelage (16,3% van het
basismaandsalaris) zal worden geïncorporeerd in het basissalaris. De incorporatie van de
bovenwindentoelage heeft tot gevolg dat de pensioengrondslag verbetert. Hierdoor zal de
pensioenpremie voor zowel de werkgever als de werknemer hoger worden. Voor de werknemer
3
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
betekent dit dat hij bij incorporatie van de bovenwindentoelage in het basissalaris er netto op
achteruit kan gaan. Deze achteruitgang dient gecompenseerd te worden via een salarisverhoging
in de nieuwe salarisstructuur.
2.5
Uitgangspunt 4: Inflatiecorrectie
Inflatiecorrectie is een middel om de koopkracht op het salaris te behouden. Om deze reden is er
een duidelijk onderscheid gemaakt tussen (periodieke jaarlijkse) salarisverhoging en
inflatiecorrectie.
De inflatiecorrectie wordt niet gezien als een salarisverhoging maar als behoud van koopkracht.
Inflatiecorrectie vindt afhankelijk van de financiële ruimte plaats. Het wel of niet toekennen van
de inflatiecorrectie wordt besloten door het Bestuurscollege van St. Maarten.
Op het moment dat gekozen wordt voor toepassing van inflatiecorrectie, wordt het gehele
schaalgebouw met hetzelfde percentage aangepast om de relatieve salarispositie in de schaal te
kunnen waarborgen.
2.6
Uitgangspunt 5: Schalen en periodieken
Het functiewaarderingssysteem dat gebruikt wordt bij Eilandgebied St. Maarten en op basis
waarvan recentelijk alle functies opnieuw zijn beschreven en gewaardeerd is gebaseerd op 17
schalen. Het huidige aantal van 17 schalen functioneert goed en het past binnen de
beloningsverhoudingen in het Koninkrijk. Het aantal schalen dient daarom in de nieuwe
salarisstructuur gelijk te blijven.
De inhoud van de schalenstructuur zal wijzigen ten opzichte van de huidige opzet. Het
uitgangspunt is dat alle functionarissen in elke schaal een groeiperspectief dienen te hebben van
maximaal 20 jaar. Elke schaal is opgebouwd uit 20 gelijke periodieken. Voor de lagere schalen
betekent dit een uitbreiding van de periodieken naar 20 periodieken. Dit betekent het invoeren
van 20 periodieken in de schalen 13 en hoger.
2.7
Uitgangspunt 6: Positionering op de arbeidsmarkt
Eilandgebied St. Maarten heeft op St. Maarten als overheid een toonaangevende rol op het
gebied van beloning. Op dit moment is de marktpositie van de hogere schalen van Eilandgebied
St. Maarten ten opzichte van vergelijkbare functies in de private sector op St. Maarten lager dan
de markt. Dit heeft tot gevolg dat met name in de hogere posities het moeilijk is om vacatures in
te vullen. Bij de lagere functies doet dit probleem zich niet voor en is uitstroom vrijwel nihil. Bij
de lagere functies is naast beloning ook de factor werkzekerheid en stabiliteit waarschijnlijk van
meer belang dan voor de hogere functies.
Het beloningsbeleid dient daarom voor bepaalde functiegroepen meer marktconform te zijn dan
voor andere functiegroepen. Het beloningsbeleid wordt gedifferentieerd naar salarisgroep. Dit
betekent voor de salarisgroep tot en met schaal 8 dat er geen aanpassing nodig zal zijn behalve
de incorporatie van de bovenwindentoelage. Voor de salarisgroep van schaal 9 en hoger dient
het beloning- en salariëringbeleid meer marktconform te zijn. Hierbij wordt voor de
marktconformiteit vooral vergeleken met de overheid N.V.’s op St. Maarten.
4
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
2.8
Uitgangspunt 7: Koppeling beoordeling en beloning
Het nieuwe beloningsbeleid dient goede performers te belonen en slechte performers te
sanctioneren. Dit betekent geen reële salarisgroei bij matige prestaties. Het nieuwe
beloningsbeleid is dus gekoppeld aan prestatie en dient gefaseerd ingevoerd te worden (conform
implementatiestrategie performance management). De koppeling tussen beoordeling en
beloning zal met name komen te liggen bij het principe loon naar groei door
competentieontwikkeling, kernwaardeontwikkeling en resultaten. Voor de koppeling tussen
beoordeling en beloning wordt in dit kader ook verwezen naar het
performancemanagementbeleid. Dit betekent dat volgens de huidige planning per 1 januari 2009
werkelijk op basis van beoordeling zal worden beloond.
2.9
Uitgangspunt 8: Periodieke verhoging
Op dit moment vindt er om de twee jaar een automatische verhoging met 1 periodiek plaats. In
het nieuwe beloning- en salariëringbeleid wordt overgegaan tot het invoeren van jaarlijkse
periodieke verhogingen. Er zal geen sprake zijn van automatische jaarlijkse verhogingen maar
van een verhoging afhankelijk van de beoordeling. Op basis van de beoordeling kan
mogelijkerwijs de verhoging 0, 1 of 2 periodieken zijn.
2.10
Tenslotte
De bovengenoemde uitgangspunten zijn richtinggevend geweest bij het opstellen van het
onderliggende beloning- en salariëringbeleid en bij het ontwerpen van de nieuwe
salarisstructuur. Op sommige punten is vanuit praktische of financiële overwegingen in nuance
afgeweken van de vastgestelde uitgangspunten.
5
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
3
Beloningsgrondslagen
3.1
Inleiding
Eilandgebied Sint Maarten beloont haar personeel op basis van 4 grondslagen. Deze 4
grondslagen zijn:
•
de functiezwaarte,
•
het behalen van resultaten
•
het ontwikkelen van competenties
•
marktconform in vergelijking met de overheids N.V.’s.
In dit hoofdstuk worden deze 4 grondslagen behandeld. In onderstaand plaatje (figuur 1) wordt
het verband tussen de verschillende onderdelen en de relatie met beloning duidelijk zichtbaar
gemaakt.
Organisatiestructuur
Functiegebouw
Functiebeschrijvingen
Functiewaarderingen
Beloningsbeleid
Salarisschalen
Beloning
Door-/uitstroom
Beoordeling
Jaarplan
Ontwikkeling
Competenties
Figuur 1: het krachtenveld van beloning
3.2
Functiezwaarte
Tot nu toe werd bij Eilandgebied St. Maarten voornamelijk beloond op basis van opleiding en
anciënniteit. Met het herbeschrijven en waarderen van de functies is dit veranderd naar beloning
op basis van de organieke functies.
Het basissalaris van de medewerker wordt bepaald door de organieke functie die de medewerker
bekleedt. Het niveau van de functie-inhoud en daarmee functiezwaarte is bepalend voor de
salarisschaal waaraan de functie wordt gekoppeld. De functiezwaarte wordt bepaald door
middel van functiewaardering. Bij het Eilandgebied St. Maarten zijn de functies gewaardeerd
volgens het FUWASXM-systeem een variant van het FUWASYS-systeem dat bij veel
overheden wordt toegepast. Met behulp van deze methode worden punten toegekend aan elke
6
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
organieke functie. Elke functie wordt op 14 criteria gewogen op een vijfpuntenschaal. Hoe
zwaarder de functie weegt op een criterium, hoe hoger het aantal punten.
Aan de hand van een conversietabel zijn de functies geconverteerd naar de betreffende
salarisschaal.
In de nota Formatiebeleid is deze systematiek vastgelegd en in het functieboek zijn alle functies,
inclusief hun waardering opgenomen.
3.3
Behalen van resultaten
De beloning van de medewerker van Eilandgebied Sint Maarten zal voor een deel bepaald
worden door de mate waarin hij van te voren afgesproken resultaten behaald. De medewerker
zal worden beoordeeld op het behalen van resultaten en het ontwikkelen van competenties. Met
behulp van de ‘9-box tool’ (zie figuur 2) wordt een beoordeling van zowel de resultaten als de
competenties vertaald naar een definitieve beoordeling in de trant van ‘Needs Improvement’
(NI), ‘Strong Performance’ (SP) en ‘Excellent Performance’ (EP). Op basis van deze
beoordeling ontvangt de medewerker wel of geen extra periodiek of zelfs een bonus.
HOOG
Kernw aarden en competenties
Exceptionele prestatie
Exceptionele
prestatie
Sterke
prestatie
EP-2
Zeer
zw akke
prestatie
Prestatieresultaten
EP-1
SP-4
LAAG
LAAG
Sterke prestatie Zeer zw akke prestatie
M et de vraag
w at er is
bereikt, w ordt
er een
koppeling
gelegd tussen
de prestatie en
de
doelstellingen
van de overheid
van St.
M aarten.
EP-3
SP-6
SP-5
NI-8
NI-7
NI-9
M et de vraag hoe het is bereikt, w ordt een koppeling
gelegd tussen de prestatie en de waarden en competenties.
Figuur 2: ‘9-box tool’
Bij het beoordelen van de resultaten van medewerkers gaat het om het vaststellen in hoeverre
vooraf afgesproken doelen en targets zijn gehaald en in welke mate de inzet van de medewerker
aldus heeft bijgedragen aan het realiseren van de doelstellingen van Eilandgebied Sint Maarten.
De doelen van de overheidsorganisatie dienen daartoe te worden vertaald naar meetbare
doelstellingen en targets voor medewerkers. Eindresultaat, meetpunt en de norm en mate van
beïnvloeding door de medewerker dienen vooraf te worden vastgesteld en afgesproken.
3.4
Ontwikkeling van competenties
Zoals gezegd wordt de medewerker tevens beloond naar de mate waarin hij zijn competentie
weet te ontwikkelen. Competentie wordt gedefinieerd als de belangrijkste kennis,
vaardigheden, attitude en andere eigenschappen (normen, waarden, overtuigingen en
motieven), in termen van actie- en resultaatgerichte waarneembare en meetbare gedragingen, die
7
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
bepalend zijn voor het succesvol functioneren in een bepaalde functie, rol en of situaties, en die
tegelijkertijd bijdragen tot het realiseren van de visie, missie en strategische doelen van de
overheidsorganisatie. Vooral deze elementen blijken in de praktijk van cruciaal belang om werk
goed te (kunnen) verrichten. De houding van iemand kan bij het uitoefenen van functies bepalen
hoe hij met bijvoorbeeld zijn (vak)kennis omgaat of hoe hij met zijn collega’s/klanten omgaat.
Bij het beoordelen van de competenties van medewerkers is de aandacht gericht op het
vaststellen in welke mate de kennis, de vaardigheden en het gedrag van de medewerkers zich
ontwikkelen. Voorlopig worden de per sector / directie vastgestelde strategische competenties
als maatstaf gebruikt. Voor de toekomst is het de bedoeling dat per functie(groep) is een
competentieprofiel wordt opgesteld. Competenties vormen de unieke combinatie van kennis en
vaardigheden zoals die tot uitdrukking komt in de wijze van opereren van de “best performer” in
deze functiegroep.
Er wordt nadrukkelijk gestreefd naar een excellent functioneren van medewerkers en
organisatie. Het excellent functioneren wordt daarom ook extra beloond.
3.5
Marktwaarde
Zoals in de inleiding al is aangegeven is één van de knelpunten waar Eilandgebied Sint Maarten
mee worstelt, het aantrekken en behouden van het hoger kader. De reden hiervoor is dat
salarissen en arbeidsvoorwaarden bij met name de overheids N.V.’s op Sint Maarten voor het
hoger kader hoger c.q. beter zijn dan bij Eilandgebied Sint Maarten. Om deze verhouding meer
gelijk te trekken is de nieuwe salarisstructuur ontworpen op basis van een
arbeidsmarktonderzoek.
In het arbeidsmarktonderzoek zijn de salarissen en de secundaire arbeidsvoorwaarden van de
verschillende functies vergeleken met de overheden op Aruba, Bonaire, Curacao, een
Nederlandse gemeente en met verschillende overheids N.V.’s op Sint Maarten. De conclusie die
uit dit onderzoek getrokken kon worden, was dat in vergelijking met de overheids N.V.’s op
Sint Maarten Eilandgebied Sint Maarten inderdaad mindere voorwaarden had.
In de nieuwe structuur is vooral vanaf schaal 9 de input van het arbeidsmarktonderzoek
richtinggevend meegenomen. De nieuwe salarisstructuur geeft vooral medewerkers vanaf schaal
9 en hoger een groeiperspectief met daarbij salarissen die goed te vergelijken zijn met de
salarissen in de private sector op Sint Maarten. De nieuwe structuur geeft ook de medewerkers
in schaal 1 tot en met 8 een groeiperspectief van 20 jaar en ook in deze schalen zijn de salarissen
over het algemeen iets gestegen om de algehele structuur een logische opbouw te laten volgen.
3.6
Samenvattend
De beloningsgrondslagen functiezwaarte, behalen van resultaten, ontwikkeling van
competenties en marktwaarde zijn in dit hoofdstuk besproken. De functiezwaarte is bepalend
voor de salarisschaal waaraan de functie wordt gekoppeld en dit heeft direct gevolgen voor de
hoogte van het salaris en het salarisperspectief. De groei in de schalen zal na de invoering van
het performancemanagement worden bepaald door de beoordeling van de medewerker op het
behalen van de resultaten. Tevens zal bij de beoordeling worden gekeken naar de ontwikkeling
van competenties van de medewerker. Bij het bepalen van de eindbeoordeling zal gebruik
worden gemaakt van de ‘9-box tool’. Tenslotte is de marktwaarde richtinggevend geweest voor
het bepalen van de hoogte van de schaalminima en schaalmaxima in de nieuwe salarisstructuur.
8
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
4
De nieuwe salarisstructuur
4.1
Inleiding
De uitgangspunten en doelstellingen van het beloningsbeleid zijn vastgelegd in het
beslisdocument inzake de uitgangspunten voor het beloningsbeleid en welke is vastgesteld
middels BC besluit 281106,25.
4.2
Nieuwe salarisstructuur
De nieuwe salarisstructuur is gebaseerd op een logische structuuropbouw van de schalen 1 – 17
waarbij de huidige structuur inclusief de bovenwindentoelage en 25% toelage bij hogere schalen
de basis vormen. Elke salarisschaal kent een minimum (functie aanvangsalaris = FAS) en een
maximum (functie eindsalaris = FES). Elke salarisschaal is zodanig gerangschikt dat het
maximum hoger is dan het minimum van de daarop volgende salarisschaal. Door deze overlap
tussen twee salarisschalen (verschil tussen maximum van de ene salarisschaal en het minimum
van de daarop volgende salarisschaal) is het mogelijk dat het salaris van een medewerker in een
bepaalde schaal gelijk is aan of hoger is dan die van een andere medewerker in de daarop
volgende salarisschaal. Het maximum van de hogere salarisschaal is altijd hoger dan het
maximum van de lagere salarisschaal. Verder maakt de bandbreedte tussen het minimum en
maximum van elke schaal het mogelijk om verschillende salarissen te bepalen voor
medewerkers in dezelfde schaal, op basis van verschillen in kennis, ervaring en prestatie van
elke medewerker.
De ontwerpcriteria voor de nieuwe salarisstructuur staan uitgebreid beschreven in bijlage A1. In
het kort komen de criteria op het volgende neer:
•
Er is uitgegaan van het behoud van de 17 schalen. Elke schaal bestaat uit 20 periodieken.
Binnen de schaal is elke periodiek van dezelfde grootte.
•
De bovenwindentoelage van 16.3% is meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het
schaalminimum en het schaalmaximum in vergelijking met de oude schalenstructuur. Enkel
bij schaal 1 is hiervan afgeweken en is gekozen om het vastgestelde minimumloon als
schaalminimum te nemen.
•
Vanaf schaal 13 is in vergelijking met de oude schalenstructuur naast de
bovenwindentoelage ook de 25% arbeidsmarkttoelage, die veel leidinggevende inmiddels
ontvangen, meegenomen bij het bepalen van de marge tussen het schaalminimum en
schaalmaximum. Dit geldt overigens niet voor persoonlijke toelagen en functiegebonden
toelagen.
•
De uitkomsten van het beloningsonderzoek zijn richtinggevend meegenomen maar hebben
niet de schaalgrenzen bepaald.
•
Er is gestreefd naar een logische opbouw van de schalen en de periodieken waarbij de
periodiek groter wordt naarmate de schaal hoger wordt (zie ook figuur 4). Er is gestreefd
naar een logische lineaire opbouw van de salarisbandbreedtes.
9
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
De nieuwe salarisstructuur ziet er als volgt uit:
Figuur 3: Nieuwe salarisstructuur
10
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
De nieuwe salarisstructuur laat het volgende periodiekenverloop over de schalen zien.
Hoogte periodiek in ANG
Verloop periodieken per schaal
200
150
100
50
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17
Schalen
Figuur 4: Verloop periodieken per schaal bij de nieuwe salarisstructuur
Concreet resulteert de invoering van de nieuwe salarisstructuur waarbij een rechtstreekse
vertaling is gemaakt van de huidige salarissen plus bovenwindentoelage naar de nieuwe
structuur plus 1 periodiek dat de volgende aantallen medewerkers boven c.q. onder de schalen
vallen.
Inschaling totaal
boven
schaal
1%
onder
schaal
4%
Inschaling totaal
in
schaal
95%
boven schaal
8
in schaal
629
onder schaal
totaal
25
662
Figuur 5: Aantal medewerkers onder, boven of in de schaal bij invoering van de nieuwe structuur
Op het moment dat de migratie naar de nieuwe functies met daaraan gekoppeld de nieuwe
waardering gereed is, kan dit beeld enigszins veranderen wanneer nieuwe functies hoger
gewaardeerd zijn dan dat zij momenteel bezoldigd worden.
11
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
4.3
Conclusie
In dit hoofdstuk is de nieuwe salarisstructuur van Eilandgebied Sint Maarten gepresenteerd. De
nieuwe salarisstructuur is gebaseerd op de 17 reeds bestaande schalen. Anders dan in de reeds
bestaande salarisstructuur bestaat elke schaal uit 20 periodieken. Binnen een schaal zijn de
periodieken van gelijke grootte. De nieuwe salarisstructuur is opgebouwd op basis van
uitgangspunten vastgesteld door het BC waarbij vooral de logische opbouw van de structuur in
het oog is gehouden.
12
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
5
Beloningssysteem
5.1
Inleiding
Deze nota en voornamelijk dit hoofdstuk van de nota beoogd uitvoering te geven aan een aantal
artikelen uit de LMA voornamelijk artikel 17, 18 en 19.
A. De structurele beloning voor Eilandgebied St. Maarten ziet er als volgt uit:
1.
Basissalaris waarbij in de nieuwe structuur de Bovenwindentoelage is geïncorporeerd;
2.
Periodieke verhoging gebaseerd op beoordeling (performancemanagementbeleid / art.
15 en 15a LMA);
3.
Vakantiegeld;
4.
Vaste toelagen (met die aantekening dat in de nieuwe structuur de 25% arbeidsmarkt
toelage voor leidinggevende functies is geïncorporeerd in het salaris);
-
Kindertoelage (artikel 29 LMA)
-
Jubileumgratificatie
-
Onregelmatigheidstoelagen
5.
Pensioenregeling;
6.
Ziektekostenverzekering;
7.
Indexering loongebouw.
B. De incidentele beloning bij Eilandgebied St. Maarten bestaat uit:
1.
Overwerkvergoeding (art. 27 LMA);
2.
Waarnemingstoelage (art. 26 LMA);
3.
Bijzondere taaktoelage (art, 19 LMA);
4.
Bonus bij exceptional performance (Performancemanagementbeleid / art. 75 LMA) .
In de volgende paragrafen wordt elk onderdeel verder uitgewerkt c.q. toegelicht.
5.2
Structurele beloning
5.2.1
Basissalaris
Het basissalaris bestaat uit twaalf maal het maandsalaris.
5.2.1.1
Aanvangsalaris
De nieuwe medewerker wordt geplaatst in een gewaardeerde functie. Het beginsalaris van
(nieuwe) medewerkers wordt bepaald door de afdeling P&O van Eilandgebied St. Maarten
13
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
gebaseerd op: de mate waarin aan de functiecriteria wordt voldaan inzake relevante opleiding en
ervaring. In deze overweging worden meegenomen:
ƒ
De functie van de medewerker en de corresponderende salarisschaal volgens FUWASXM;
ƒ
Het salaris bij de vorige werkgever (indien van toepassing);
ƒ
Het aantal jaren ervaring;
ƒ
Het niveau van relevante kennis en vaardigheden voor de functie;
ƒ
Het salaris van andere medewerkers die equivalente ervaring en kwalificaties hebben.
De inschaling kan geschieden conform de functieschaal of minus 1 of 2 schalen als men (nog)
niet voldoet aan de functiecriteria.
5.2.1.2
Aanstellingseisen
Het uitgangspunt is dat gezocht wordt naar geschikte kandidaten voor uitoefening van de
functie. De inschaling kan geschieden conform de functieschaal of minus 1 of 2 schalen als men
(nog) niet voldoet aan de functiecriteria. Het is hierbij van belang dat kandidaten worden
benoemd die redelijk snel het gewenste niveau kunnen bereiken. Dit moet haalbaar zijn binnen
1 tot 4 jaar. Is dat vooruitzicht er niet dan is dit niet de juiste kandidaat en moet de persoon niet
in die functie worden geplaatst.
5.2.1.3
Bevordering
Benoemingen vinden plaats, afhankelijk van de mate waarin de kandidaat voldoet aan de
functiecriteria, tot maximaal twee schalen onder de functionele schaal voor een functie zoals
bepaald door de functiewaarderingscommissie. Er wordt gesproken van bevordering wanneer de
medewerker overgaat van de 2e aanloop schaal naar de eerste of van de eerste aanloopschaal
naar de functionele schaal.
1. Bevordering van de 2e naar de eerste aanloopschaal moet plaatsvinden binnen twee jaar na
aanstelling als gevolg van een beoordeling. Hierin is vastgelegd dat de medewerker
dusdanige vooruitgang heeft geboekt dat hij bijna aan de functie eisen voldoet, en dat het de
verwachting is dat hij binnen 1 à 2 jaar geheel daaraan zal kunnen voldoen. Indien dit
niveau niet is bereikt binnen twee jaar is de persoon ongeschikt voor de functie.
2. Bevordering van 1e aanloopschaal naar functionele schaal moet plaatsvinden binnen 2 jaar
benoeming in de eerste aanloopschaal. Bevordering geschied als gevolg van een
beoordeling waarin is vastgesteld dat de medewerker inmiddels de functie naar behoren en
compleet uitvoert. Indien dit niveau niet is bereikt binnen twee jaar na benoeming in de
eerste aanloopschaal is de persoon ongeschikt voor de functie.
Het nieuwe salaris wordt door P&O bepaald, gebaseerd op de regels zoals die gelden voor
bevordering. De medewerker wordt ingedeeld in de naastgelegen hogere schaal. De
salarisperiodiek is de eerstvolgende hogere periodiek op de periodiek in de oude schaal. Het is
derhalve niet meer noodzakelijk dat iemand drie jaar in een schaal moet hebben gediend
alvorens hij bevorderd kan worden.
14
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
Binnen het huidige formatieplan zijn de functies niet gekoppeld. Dat wil zeggen dat de functie
waarin iemand benoemd wordt is vastgesteld op bijvoorbeeld beleidsmedewerker C. Wanneer
deze persoon de functionele schaal heeft bereikt kan hij niet doorgroeien naar de salarisschaal
van beleidsmedewerker B middels bevordering in die functie. Om de positie van
beleidsmedewerker B te bereiken moet hij solliciteren naar een beleidsfunctie welke op die
schaal is gewaardeerd.
5.2.2
Periodieke verhoging gebaseerd op beoordeling
Elk jaar worden de medewerkers van Eilandgebied St. Maarten beoordeeld op het behalen van:
1. Aan de begroting gerelateerde organisatiedoelen;
2. Aan competentie ontwikkeling gerelateerde doelen.
Deze individuele beoordeling is de basis voor structurele en incidentele salarisverhoging (en
bevordering van aanloopschalen naar functionele schaal, indien van toepassing).
Volgens het performancemanagementbeleid is het eindoordeel op beide doelstellingen, één van
de volgende categorieën:
1.
Exceptional Performance (EP)
Exceptionele prestatie en functionering
2.
Strong Performance (SP)
Goede prestatie en functionering
3.
Needs Improvement (NI)
Zwakke prestatie en functionering
Afhankelijk van het eindoordeel per werknemer krijgt de werknemer volgens de nieuwe
schalenstructuur ‘geen verhoging’ (NI) of ‘1 trede verhoging’ (SP/ EP).
ƒ
De individuele verhogingen dienen een gevolg te zijn van de prestatie van de medewerker.
Het nieuwe salarisniveau dient de opgedane ervaring weer te geven en de bijdrage in het
bereiken van de doelen van de organisatie.
ƒ
De verhoging dient niet alleen gericht te zijn op het belonen van prestatie in het verleden, de
verhoging moet ook dienen als een stimulans en motivatie voor de medewerker in de
toekomst en dient in lijn te zijn met mogelijke carrièreplannen.
ƒ
De volgende medewerkers komen niet in aanmerking voor een verhoging:
-
Medewerkers met een beoordeling ‘Needs Improvement’ (NI)
-
Medewerkers van wie het salaris het maximum van de salarisschaal heeft bereikt.
Als richtlijn voor het toekennen van prestatiebeoordeling wordt de normale distributiecurve
(normale verdeling) gehanteerd. Dit betekent dat de uitkomsten van de prestatiebeoordeling in
lijn dienen te zijn met deze curve. De curve is toepasbaar voor organisaties van minstens 30
medewerkers. Gebaseerd op de curve, is de normale verdeling van de uitkomsten van de
prestatiebeoordeling als volgt:
1. NI: 15% van de medewerkers;
2. SP: 70% van de medewerkers;
3. EP: 15% van de medewerkers.
15
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
Om te voorkomen dat er een situatie ontstaat waarin naar het oordeel van de leidinggevende er
alleen maar SP en EP medewerkers zijn, wordt deze verdeling dwingend voorgeschreven. Om
het vereiste minimum niveau van 30 te bereiken passen we de verdeling toe op sector- of
directieniveau. Met andere woorden: op sector / directieniveau zijn er evenveel NI medewerkers
als EP medewerkers en bedragen samen ongeveer 30% van het personeelsbestand. Het bestaan
van deze verdeling is een gegeven en het is de taak van het management te beoordelen wie in
welke categorie valt.
De verantwoordelijke directeuren en afdelingshoofden maken in samenwerking met de afdeling
Personeelszaken een salarisvoorstel voor alle medewerkers van de sector of directie. Hierbij
wordt rekening gehouden met de positie binnen de salarisschaal en de uitkomst van de
beoordeling. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de volgende tabel:
Beoordeling
Salarisverhoging
NI:
Geen
SP:
1 periodieke verhoging volgens salarisstructuur
EP:
1 periodieke verhoging volgens salarisstructuur
Bonusregeling
+ 1 bonus
De bonus is een eenmalig bedrag ter hoogte van twaalf maal een periodieke verhoging in de
schaal van medewerker (zie verder onder incidentele beloningen: paragraaf 5.3.4 Bonus EP).
Door de gedwongen normaalverdeling zijn de gevolgen voor extra stijging van de loonkosten
als gevolg van het toekennen van bonussen vrijwel nihil. Het toekennen van een bonus en het
onthouden van een periodieke verhoging moeten middels een beschikking geschieden. Het
toekennen van 1 periodieke verhoging geschied automatisch.
Elke salarisschaal heeft een maximum salaris. Wanneer een medewerker het maximum salaris
van zijn salarisschaal bereikt, kan geen structurele periodieke verhoging meer worden gegeven.
Door de koppeling van de beoordeling aan de beloning worden alle periodieken per 1 januari
van het betreffende jaar tegelijkertijd toegekend. Medewerkers die voor 1 juli in dienst treden,
komen voor dat jaar nog in aanmerking voor een periodiek per 1 januari bij goed functioneren.
Mensen die na 1 juli in dienst treden komen de eerstvolgende 1 januari niet in aanmerking voor
een extra periodiek, maar het jaar daarop.
De medewerker die drie opeenvolgende beoordelingen wordt beoordeeld als NI, is ongeschikt
voor de functie evenals een medewerker die in een periode van 5 jaren drie keer als zodanig is
beoordeeld. Afhankelijk van de omstandigheden zullen geëigende maatregelen moeten worden
getroffen zoals overplaatsing of ontslag.
5.2.3
Vakantiegeld
De hoogte van het vakantiegeld is geregeld in de Landsverordening ‘Vakantie en vrijstelling
van dienst Ambtenaren’ (AB 1969 nr. 44) en blijft 6% van het bruto jaarsalaris.
16
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
5.2.4
Vaste toelagen
5.2.4.1
Kindertoelage
De kindertoelage bedraagt ANG55 per maand voor het eerste kind, ANG50 per maand voor het
tweede kind, ANG45 per maand voor het derde kind en voor de overige kinderen elk ANG25
per maand met een maximum van 10 kinderen.
5.2.4.2
Jubileumgratificatie
Medewerkers van Eilandgebied St. Maarten die respectievelijk 25, 35 en 40 jaar in dienst zijn
ontvangen bij het bereiken van dit dienstjaar 1 maand salaris.
5.2.4.3
Onregelmatigheidstoeslagen
In gevallen waarin diensten ook buiten normale werktijden beschikbaar moeten zijn kunnen
verschillende soorten toelagen gebruikt worden. Zo kent de Brandweer bijvoorbeeld 24
uurstoelage bij de manschappen die in 24 uursdienst werken van 16%. Voor het draaien van
piketdiensten, 25% (beschikbaar zijn in geval van), en continuïteitstoelagen bij ploegenwerk
van ANG90 bij twee ploegen en ANG120 bij drie ploegen diensten.
5.2.5
Pensioenregeling
Alle medewerkers van Eilandgebied St. Maarten zijn ondergebracht in het door APNA beheerde
overheidspensioenfonds conform de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren. (AB 1997
nr. 312). De pensioenbijdrage voor de werknemer bedraagt 8% van het bruto maandsalaris en
voor de werkgever bedraagt deze 12%.
5.2.6
Ziektekostenverzekering
Eilandgebied St. Maarten betaalt de noodzakelijke ziektekosten voor medewerkers van schaal 1
t/m 5 voor 100%. Voor de medewerkers in de hogere schalen wordt 90% door het Eilandgebied
St. Maarten vergoed ingevolge de Landsverordening: Regeling vergoeding behandelings- en
verplegingskosten overheidsdienaren (AB 1986 nr. 165). De uitvoering is uitbesteed aan de
BZV.
5.2.7
Indexering schalengebouw (inflatiecorrectie)
Een bijzondere vorm van structurele beloning is de algehele indexering van het schalengebouw.
Doel hiervan is het behouden van koopkracht bij inflatie. Jaarlijks zal het Bestuurscollege de
haalbaarheid van algehele indexering beoordelen. Hiertoe zal het Bestuurscollege een analyse
laten maken van de inflatie van het afgelopen jaar en de verwachte inflatie van het komende jaar
en tevens van de budgettaire ruimte. Het besluit hieromtrent wordt op basis van een voorstel
opgesteld door de afdeling Personeelszaken en de afdeling Financiën en welke door het
Bestuurscollege goedgekeurd wordt.
17
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
5.3
Incidentele beloningen
Een incidentele beloning bestaat uit een eenmalige of tijdelijke financiële vergoeding voor extra
inspanning of uitzonderlijke prestatie door medewerkers. Deze incentives kunnen worden
gerelateerd aan het salaris (als een percentage van het basissalaris), maar hebben geen
verhogende werking op het basissalaris. Incidentele beloning kan worden gebaseerd op de
individuele prestatie van de medewerker.
De specifieke vormen van incidentele beloning die kunnen worden gebruikt binnen
Eilandgebied St. Maarten zijn:
1. Overwerkvergoeding
2. Waarnemingstoelage
3. Bijzondere taaktoelage
4. Bonus bij Exceptional Performance
5. Gratificatie
5.3.1
Overwerkvergoeding
Overwerkvergoeding is geregeld in art. 27 van de LMA. Overwerk van medewerkers in
salarisschaal 9 of lager wordt in principe vergoed met timeback. Hierbij geldt de voorwaarde dat
overwerk eerst moet worden aangevraagd bij of moet worden opgedragen door het management
en/of directie en tevens moet worden goedgekeurd door het Bestuurscollege (sommige diensten
zijn hiervan vrijgesteld). Voor overwerk gedurende normale werkdagen wordt ieder
overwerkuur vergoed met 150%. Overwerk gedurende het weekend of tijdens feest- en andere
vrije dagen wordt met 200% gecompenseerd. Slechts in uitzonderlijke gevallen waarin het
geven van timeback geen oplossing biedt, kan worden voorgesteld het overwerk geheel of
gedeeltelijk te vergoeden in geld. Er wordt afgerond op halve uren.
Overheidsdienaren die betaald worden volgens schaal 10 en hoger, of belast zijn met de leiding
van een dienstvak kunnen een eenmalige vergoeding in vrije tijd, of in uitzonderlijke gevallen in
de vorm van een geldelijke beloning of een gratificatie (artikel 75 LMA) ontvangen.
5.3.2
Waarnemingstoelage
Waarnemingstoelage wordt geregeld in artikel 26 van de LMA. Indien het noodzakelijk is dat
een bepaalde functie bezet wordt kan een ambtenaar tijdelijk opgedragen worden dit te doen. Al
dan niet met ontheffing uit zijn eigenlijke functie. Indien de functie in belangrijkheid en
verantwoordelijkheid aanmerkelijk uitgaat boven het eigenlijke ambt van de ambtenaar wordt
gedurende de tijd van de waarneming een toelage toegekend.
De hoogte van die toelage wordt berekend naar het verschil tussen het huidige salaris en het
salaris welke de ambtenaar zou ontvangen ware hij definitief benoemd in die functie.
18
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
5.3.3
Bijzondere taaktoelage
Artikel 19 van de LMA maakt het mogelijk om andere toelagen aan het basissalaris toe te
kennen. Voorheen werd dit vaak gedaan door te verwijzen naar art. 25 LMA. Dit artikel is
echter sinds 1998 vervallen.
Door de invoering van dit beloningsbeleid is het de bedoeling dat aan de wildgroei van het
toekennen van toelagen een einde komt. Er is veelvuldig gebruik gemaakt van het toekennen
van toelagen om arbeidsmarkt effecten op te vangen. Met de introductie van de huidige, meer
marktconforme salarisschalen kan dit voor de toekomst veel beter voorkomen worden.
Daarnaast kan bijvoorbeeld bij het grote aantal leidinggevenden dat een dergelijke aan de
arbeidsmarkt gerelateerde toelage genieten de toelage vervallen doordat het overeenkomstige
bedrag in de schaal bereikt kan worden.
Voor het overige worden bij deze nadere regels gesteld om te voorkomen dat om andere
redenen weer wordt gegrepen naar het middel van bijzondere toelagen. Vanaf ingang van dit
beloning- en salariëringbeleid wordt een strikte definitie en berekeningswijze gehanteerd voor
het toekennen en berekenen van de hoogte van dergelijke toelagen. In de functiewaardering is
namelijk al opgenomen dat het assisteren bij overige werkzaamheden van de sectie, of afdeling
of directie /sector tot het normale takenpakket van iedere werknemer behoort. Derhalve wordt
het uitvoeren van dit soort werkzaamheden niet additioneel beloond. Er zijn twee
uitzonderingen mogelijk:
1. Wanneer het gaat om extra werk, dus meer uren werk dan de gebruikelijke 40 uur per week
die op een regelmatige wijze worden gemaakt en die niet als overuren kunnen worden
uitbetaald.
2. Wanneer het taken betreft die niet tot het normale takenpakket van de overheidsdienaar
behoren, en ook niet tot het takenpakket van een andere functie. En wanneer die taken
functiewaarderingstechnisch aanmerkelijk uitstijgen boven het eigenlijke werk, en deze
taken niet worden uitgevoerd in het kader van het waarnemen van een functie.
Voor beide gevallen geldt overigens dat de maximale toelage niet hoger mag zijn dan 25% en
dat de maximale duur waarvoor die toelage wordt toegekend 1 jaar bedraagt. Indien de
werkzaamheden een permanent karakter dragen behoort het management een andere oplossing
te bewerkstelligen door het opnemen van een dergelijke taak in een van de
functiebeschrijvingen van de afdeling.
Berekeningswijzen:
1. Voor de situatie onder 1 wordt gerekend naar analogie van overwerk. Het aantal uren dat
gemiddeld per week aan de additionele taken, dus buiten werktijd, wordt besteed, wordt als
uitgangspunt genomen. Dat wordt vervolgens in een procentuele verhouding uitgedrukt ten
opzichte van de normale werkweek van de overheidsdienaar tot een maximum van 25%.
Hiertoe dienen de overheidsdienaar en zijn leidinggevende de totale werktijd bij te houden
en middels weekstaten aan te geven aan welke taken de werkuren zijn besteed.
2. Voor de berekening van de hoogte van de toelage onder 2 wordt gerekend naar analogie van
waarnemingstoelagen. Allereerst moet door de afdeling P&O worden vastgesteld welk
waarderingsniveau aan de taak toegekend kan worden. Bij twijfel of onenigheid hierover
kan de beschrijving van de taak worden voorgelegd aan de functiewaarderingscommissie.
19
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
Indien de taak van een hoger niveau is dan het huidige functieniveau, en indien de
medewerker tenminste 20% van de normale werktijd aan die taak besteedt, kan een toelage
worden toegekend ter hoogte van het verschil van het huidige salaris en het salaris wat de
betrokken medewerker zou hebben ontvangen indien hij benoemd zou worden in de
salarisschaal waartoe die taak behoort .
5.3.4
Bonus EP
Als gevolg van de beoordeling wordt ca 15% van de medewerkers beoordeeld als Exceptional
Performers (EP). Naast een periodieke verhoging ontvangen zij een bonus. De bonus is een
eenmalige betaling ineens ter hoogte van 12 maal 1 periodieke verhoging tot een maximum van
ANG1620,-. De juridische grondslag is verankerd in artikel 75 LMA lid 2 sub d. en 4.
5.3.5
Gratificatie
Met de instelling van de Bonusregeling zal het verdere gebruik van art. 75 LMA die de
mogelijkheid biedt tot het toekennen van een beloning voor buitengewone toewijding of
bijzondere loffelijke dienstverrichting vrijwel overbodig zijn. Immers het management heeft
reeds de mogelijkheid EP’s te belonen.
Gratificaties kunnen worden verstrekt in de volgende gevallen:
1.
Als jubileumgratificatie (zie paragraaf 5.2.4.2)
2.
Als overwerkvergoeding van schaal 10 en hoger (zie paragraaf 5.3.1)
3.
Wanneer bijzondere prestaties worden geleverd die niet middels een EP kunnen
worden beloond.
Het maximale bedrag zoals bedoeld in artikel 75 lid 3b is 1 maand volledig salaris.
5.4
Samenvattend
In dit hoofdstuk zijn alle componenten van de structurele en incidentele beloning van
Eilandgebied Sint Maarten opgenomen. Hierbij is wat betreft de structurele beloning ingegaan
op het basissalaris met daarin de bovenwindentoelage geïncorporeerd. Tevens is ingegaan op de
periodieke verhoging die plaats gaat vinden op basis van het performancemanagementbeleid. In
het kader van de inschaling en groei worden ook kort de aanstellings- en bevorderingseisen
uitgewerkt. Bij de vaste toelagen zijn met name de kindertoelage, de jubileumgratificatie en de
onregelmatigheidstoelagen besproken. Naast de structurele beloning kent Eilandgebied Sint
Maarten ook incidentele beloning in de vorm van de overwerkvergoeding, de
waarnemingstoelage, de bijzondere taaktoelage en de bonus bij exceptional performance.
20
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
6
Implementatie
6.1
Inleiding
De implementatie van het in deze nota beschreven beloning- en salariëringbeleid is afhankelijk
van verschillende andere onderdelen. Allereerst dient de migratie van medewerkers van de
huidige salarisstructuur naar de nieuwe salarisstructuur en van de huidige functie naar de
nieuwe functie met aangepaste functiebeschrijving en functiewaardering plaats te vinden. Beide
migraties dienen in 1 keer plaats te vinden. Bij plaatsing van een medewerker in een nieuwe
functie, dient meteen het nieuwe salaris bekend te zijn. Tenslotte dient het performance
management per 1 januari 2009 organisatiebreed ingevoerd te zijn om daadwerkelijk de
vruchten te plukken van het nieuwe beloning- en salariëringbeleid.
De migratie van oude functie naar nieuwe functie en nieuwe salarisstructuur zal hand in hand
gaan. Hierbij zal de migratiestrategie gevolgd worden. In dit hoofdstuk worden de regels ten
aanzien van de migratie van de huidige naar de nieuwe salarisstructuur besproken en worden
kort de relevante onderdelen van de migratiestrategie voor de migratie van huidige functie naar
de nieuwe functie herhaald. Voor de implementatie van het performancemanagement wordt
verwezen naar de beleidsnota Performancemanagementbeleid ‘Op weg naar een
prestatiecultuur’ d.d. 26-10-2006.
6.2
Migratiestrategie
6.2.1
Algemeen
Visueel vallen de migratie van huidige naar nieuwe functie en van huidige salarisstructuur naar
nieuwe salarisstructuur samen. De ambtenaar krijgt in één keer te horen welke nieuwe functie
hij gaat bekleden en welk salaris daar bij hoort. Omdat het in de praktijk wel degelijk om twee
migraties gaat, is er voor de zuiverheid voor gekozen om de ambtenaar eerst van de huidige naar
de nieuwe salarisstructuur te laten migreren. Deze migratie is dan het uitgangspunt op het
moment dat wordt gemigreerd van de huidige functie naar de nieuwe functie.
6.2.2
Migratie van de huidige salarisstructuur naar de nieuwe salarisstructuur
Bij de plaatsing van de ambtenaar van de huidige salarisstructuur in de nieuwe salarisstructuur
zal allereerst de vertaling worden gemaakt van de huidige schaal naar dezelfde schaal in de
nieuwe structuur en binnen deze schaal zal de periodiek worden gezocht die de naasthogere
periodiek is ten opzichte van de huidige bezoldiging plus de bovenwindentoelage. In andere
woorden de dichtstbijzijnde periodiek, afgerond naar boven. Daar bovenop zal ter compensatie
van de mogelijke netto achteruitgang door de incorporatie van de bovenwindentoelage (1) één
periodiek extra worden toegekend. In gevallen waarin bijtelling van 1 periodiek resulteert in een
netto achteruitgang ten opzichtte van het salaris zoals dat reeds werd genoten, worden zoveel
extra periodieken toegekend tot wanneer het nieuwe netto salaris gelijk of hoger is aan het netto
salaris dat reeds werd genoten.
Er kunnen bij de migratie drie knelpunten naar voren komen:
1. Mensen die bij migratie onder de nieuwe schalen vallen
21
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
2. Mensen die bij migratie boven de nieuwe schalen vallen
3. Mensen die bij migratie meteen op het maximum van de schaal zitten.
ƒ
Ad 1) Mensen die bij migratie onder de schalen vallen zijn mensen die conform de oude
salarisstructuur een salaris inclusief bovenwindentoelage ontvangen die in de nieuwe
salarisstructuur onder het schaalminimum valt. De inschaling wordt dan het
schaalminimum.
ƒ
Ad 2) Mensen die bij migratie boven de schalen vallen zijn mensen die in de oude
salarisstructuur waarschijnlijk ook al buiten de schalen vielen. Het salaris inclusief
bovenwindentoelage ligt boven het functie-eindsalaris (FES). Het salaris boven FES wordt
bevroren en blijft hierdoor (absoluut) gelijk. Wanneer het functie-eindsalaris wordt
verhoogd dan wordt deze stijging in mindering gebracht op het salaris boven FES.
Bijvoorbeeld: totaal salaris is 3.500. Het FES is 3000. De persoon verdient dus 500 boven
FES. De inflatie is 3%. De persoon ontvangt dan 103% x 3.000 = 3090 + (500-90) = 3.500.
Het salaris van de persoon blijft gelijk. Het gat tussen FES en het salaris wordt kleiner met
de tijd.
ƒ Ad 3) Mensen die bij overgang van de oude salarisstructuur naar de nieuwe salarisstructuur
reeds op het maximum van de schaal zitten in de nieuwe structuur zonder dat er een extra
periodiek ter compensatie van de incorporatie van de bovenwindentoelage bij is gedaan.
Voor deze medewerkers zal een overgangsregeling dienen te worden gezocht. Hierbij kan
gedacht worden aan het toekennen van een brutering aan deze specifieke groep mensen.
6.2.3
Migratie van de huidige functie naar de nieuwe functie
De migratiestrategie wordt gevolgd. De volgende onderdelen uit de migratiestrategie zijn
relevant in dit geval:
•
Het laatst uitbetaalde salaris wordt gegarandeerd op de datum van plaatsing van een
werknemer in de organisatie.
•
Bestaande schriftelijke vastgelegde aanspraken op salarisverhogingen vóór de vaststelling
van dit beloning- en salariëringbeleid blijven onverkort bestaan op de datum van plaatsing
van een werknemer in de organisatie. Schriftelijke vastgestelde aanspraken betreffen BC
beslissingen. Nieuwe verzoeken voor salaris verhogingen die nog niet de status van BC
beslissing hebben na de vaststelling van dit beloning- en salariëringbeleid zullen tevens
worden beoordeeld in het licht van het reeds vastgestelde maar nog niet volledig
geïmplementeerde:
a.
Beloning- en salariëringbeleid
b.
Formatiebeleid en functiewaarderingen
c.
Performance managementbeleid
22
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
Huidige situatie
1.
M edew erker heeft een functie w aarbij de
salarisschaal 1 schaal lager is dan de
functieschaal van de gewaardeerde
functie.
Voorbeeld: salarisschaal 10 en
functieschaal is 11.
Geformaliseerde situatie
De functieschaal van de gew aardeerde
functie ligt 1 schaal hoger (functieschaal 11)
dan de huidige salarisschaal van de
medewerker.
ƒ De medew erker wordt geplaatst in de
functie overeenkomstig haar huidige
salarisschaal 10 met functieschaal 11 als
eindperspectief.
ƒ Groei vindt plaats op basis van prestatie en
beoordeling.
ƒ M edew erkers die zich in soortgelijke
situatie bevinden, w orden binnen 1 a 2 jaar
na plaatsing beoordeeld om te bezien of
men in de functieschaal geplaatst kan
w orden.
Huidige situatie
Nieuw e situatie
2.
M edew erker heeft een functie w aarbij de
salarisschaal 2 schalen lager is dan de
functieschaal van de gewaardeerde
functie.
Voorbeeld: salarisschaal 7 en functieschaal
is 9.
De functieschaal van de gew aardeerde
functie
ligt 2 schalen hoger (functieschaal 9) dan de
huidige salarisschaal van de medew erker.
ƒ De medew erker wordt geplaatst in de
functie overeenkomstig haar huidige
salarisschaal (schaal 7) met functieschaal 9
als eindperspectief.
ƒ Indien de medew erker meer dan 3 jaar
deze functie heeft bekleed en goed heeft
gefunctioneerd conform
performancemanagement, wordt de
medewerker op schaal 8 geplaatst.
ƒ Verder groei vindt plaats op basis van
prestatie en beoordeling.
Huidige situatie
Nieuw e situatie
3.
M edew erker heeft een functie w aarbij de
salarisschaal meer dan 2 schalen lager is
dan de functieschaal van de gew aardeerde
functie.
Voorbeeld: salarisschaal 7 en functieschaal
is 10.
De functieschaal van de gew aardeerde
functie ligt meer dan 2 schalen hoger
(functieschaal 10) dan de huidige salarisschaal
van de medew erker.
ƒ De medew erker w ordt geplaatst in de
schaal die 2 schalen lager is dan de
functieschaal (schaal 8) met functieschaal
10 als eindperspectief.
ƒ
ƒ
Indien de medew erker meer dan 3 jaar
deze functie heeft bekleed en goed heeft
gefunctioneerd conform
performancemanagement, w orden binnen
1 a 2 jaar na plaatsing beoordeeld om te
bezien of men bevorderd kan w orden.
Verder groei vindt plaats op basis van
prestatie en beoordeling.
23
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
Huidige situatie
4.
Medewerker heeft een functie waarbij de
salarisschaal 1, 2 of meer schalen hoger is
dan de functieschaal van de gewaardeerde
functie.
Nieuwe situatie
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
Medewerker behoudt haar/ zijn
salarisschaal.
Er is geen groeiperspectief in de
betreffende functie.
Verdere groei door sollicitatie of plaatsing
in een andere functie.
De aangegeven voorkeur van de
medewerker is ondersteunend aan dit
proces.
(Punt 4 van de migratiestrategie is aldus gewijzigd t.o.v het origineel dmv BC100608,9)
Performancemanagement
In deze nota is uitgegaan van het invoeren van performancemanagement. De implementatie van
performancemanagement gaat volgends de implementatiestrategie zoals beschreven in de
beleidsnota ‘Performancemanagement, Op weg naar een prestatiecultuur!’ d.d. 26 oktober 2006.
Tot de invoering van performancemanagement, of een ander algemeen systeem van
functionerings- en beoordelingsgeprekken ontvangt iedere medewerker jaarlijks op 1 januari 1
periodiek totdat het maximum van de schaal is bereikt.
6.3
Samenvattend
Bij de implementatie van het beloning- en salariëringbeleid dienen er vanuit de bestaande
situatie 2 migraties te worden gedaan. Eerst zal de migratie plaatsvinden van de huidige
salarisstructuur rechtstreeks naar de nieuwe salarisstructuur. Hierbij zal worden afgerond naar
de naasthogere periodiek ten opzichte van de huidige bezoldiging inclusief bovenwindentoelage
en hier zal 1 periodiek bij worden geteld. Vervolgens zal de migratie plaatsvinden van de
huidige functie naar de nieuwe functie. De regels die hiervoor gelden zijn overgenomen uit de
reeds vastgestelde migratiestrategie. Het beloning- en salariëringbeleid is gebaseerd op
performancemanagement. Op basis van de beleidsnota performance management zal dit per 1
januari 2009 zijn ingevoerd. Tot die tijd krijgt iedereen jaarlijks 1 periodieke verhoging.
24
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
A
Verantwoording financiële doorberekening
A.1
Salarisstructuur
A.1.1
Ontwerpcriteria
De ontwerpcriteria gehanteerd bij het opzetten van de salarisstructuur zijn:
ƒ
Brongegevens op basis van 31-01-2006;
ƒ
Incorporatie van de bovenwindentoelage in alle salarisschalen;
ƒ
Incorporatie van de 25% toelage voor leidinggevenden in het functie eindsalaris voor
schaal 13 en hoger;
ƒ
Marktconformiteit: de salarisschalen vanaf schaal 9 t/m 17 zijn mede gebaseerd op
salarisniveaus van soortgelijke functies bij de overheid N.V.’s op St. Maarten;
ƒ
Doorgroeimogelijkheden: de voorgestelde salarisschaal is zodanig opgesteld dat de
medewerkers een groeiperspectief wordt aangeboden ten opzichte van de huidige
salarisstructuur;
ƒ
2006: salarismigratie van huidige salarisschaal en basismaandsalaris inclusief
bovenwindentoelage en waar van toepassing inclusief 25% toelage bij leidinggevenden naar
de nieuwe salarisstructuur. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat iemand er niet op achteruit
kan gaan. In de nieuwe salarisstructuur wordt de naast hogere periodiek in dezelfde schaal
gekozen. Bij deze periodiek wordt 1 periodiek opgeteld om eventueel netto verlies in
verband met de incorporatie van de bovenwindentoelage te compenseren. Uitzondering:
zodra de top van de schaal (Functie eindsalaris) is bereikt is er geen extra periodiek te
ontvangen;
ƒ
2007/2008: Na de migratie krijgt elke medewerker er elk jaar 1 periodiek bij totdat hij het
functie eindsalaris heeft bereikt;
ƒ
Vanaf 2009 wordt de koppeling tussen beoordeling en beloning gelegd op basis van een
normaalverdeling. Dit betekent dat op basis van zijn beoordeling zal een medewerker een
periodiek kunnen krijgen. De normaalverdeling gaat uit van 15% van de populatie die er 0
periodieken bij krijgt, 70% krijgen er 1 periodiek bij en de andere 15% krijgt er 1 periodiek
bij en een eenmalige bonus uitkering;
25
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
A.2
Financiële doorberekening van salarisstructuur op basis van factor per
medewerker:
In de onderstaande grafiek en tabel worden de financiële gevolgen van de nieuwe
salarisstructuur bij benadering weergegeven waarbij is uitgegaan van de beschreven
salarismigratie in 2006, 1 extra periodiek in 2007 en in 2008 en de invoering van performance
management volgens een vastgestelde normaalverdeling in 2009 en 2010.
Er zijn op dit moment geen cijfers beschikbaar om de loonsom en de loonsomontwikkeling op
basis van het huidige beleid inzichtelijk te maken.
50,000,000
45,000,000
40,000,000
35,000,000
30,000,000
2006
2007
2008
2009
2010
Loonsom obv nieuwe systematiek
Loonsom obv huidig beleid
2006
2007
2008
2009
2010
3.96%
2.1%
2.0%
1.7%
1.4%
Loonsom obv nieuwe systematiek
Loonsom obv huidig beleid
42,190,638
40,585,386
43,081,475
0
43,944,257
0
44,684,406
0
45,328,550
0
stijging loonsom per jaar
1,605,252
890,837
862,782
740,149
644,144
Gem. verhoging obv nieuwe systematiek
Loonsomontwikkeling obv huidig beleid
Het is aan te raden om nadat de migratie naar de nieuwe functies is gemaakt om de
brongegevens opnieuw in te voeren om de financiële gevolgen en de kwalitatieve gevolgen
opnieuw te berekenen. Er zou dan extra gekeken kunnen worden naar het aantal mensen dat
reeds de bovenkant van de schalen hebben bereikt en welke overgangsregelingen er getroffen
dienen te worden.
26
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
A.2.1
Factoren
Uitgangspunten werkgeversbijdragen:
12% APNA
6% Vakantiegeld
0,72% FZOG
0,5% AVBZ
6,75% AOV*
* De totale AOV premie bedraagt 12,5%, waarvan 5,75% voor rekening komt van de
werknemer, en de werkgever betaalt een toeslag van 6,75%. Echter het maximale bedrag
waarover AOV premie betaald dient te worden is ANG49.748,40 per jaar. Dit betekent dat het
maximale werkgeversdeel is ANG3.358,02.
Op basis van deze gegevens zijn de volgende factoren berekend op basis waarvan het
basismaandsalaris van elke medewerker in de brongegevens wordt doorberekend naar een
bedrag te betalen door de werkgever op jaarbasis.
Factor berekening loonsom voor bruto jaarsalaris onder maximaal AOV (ANG4.145,70):
15.1164.
Factor berekening loonsom voor bruto jaarsalaris boven maximaal AOV (ANG4.145,70):
14.3064.
Bij deze laatste factor wordt na vermenigvuldiging met het basismaandsalaris het maximale
bedrag voor AOV opgeteld van ANG3.358,02 om op het door de werkgever te betalen bruto
jaarsalaris te komen.
Achtergrond berekening factor 15.1164:
Werkgever betaalt 6% (vakantiegeld) + 12% (APNA) + 0,72% (FZOG) + 0,5% (AVBZ) +
6,75% (AOV). Dit betekent dat de werkgever 1.2597 maal het basismaandsalaris betaalt per
maand. Op jaarbasis maakt dit een factor van 12 * 1.2597 = 15.1164.
Achtergrond berekening factor 14.3064:
Voor de medewerkers die een basismaandsalaris boven (ANG49.748,40:12 = ) ANG4.145,70
ontvangen, wordt gebruik gemaakt van de factor: 12 * 1.1922 (idem bovenstaande minus het
percentage voor AOV) = 14.3064. Bij het huidige basismaandsalaris maal deze factor wordt
ANG3.358,02 geteld.
27
De overheidsorganisatie van St. Maarten
Beloning- en salariëringbeleid
BC301007,9
Het huidige salaris maal de betreffende factor met eventueel het bedrag ANG3.358,02 van elke
medewerker uit de brongegevens wordt bij elkaar opgeteld voor de jaren 2006, 2007, 2008,
2009 en 2010. Dit is de basis voor de financiële prognose.
28
Download