Kentalis / Expertise en Innovatie / PonTem Kom maar op! Gevolgen van doofheid/slechthorendheid voor de weerbaarheid van jonge kinderen (verkorte versie) Auteurs: Daan Hermans, Jeanne Berkelmans, Eline Rikken en Freke Bonder 1 Kentalis / Expertise en Innovatie / PonTem Weerbaarheid bij jonge kinderen met een auditieve beperking Achtergrond. José Sagasser (2002) gebruikt de volgende definitie van weerbaarheid: “Een weerbaar kind is in staat aan te voelen wat hij wel en niet wil en wat hij wel en niet kan, en kan daar naar handelen. Dat betekent dat een kind kan vertrouwen op zijn eigen kracht en mogelijkheden, voldoende durf heeft om nieuwe oplossingen te zoeken en uitdagingen aan te gaan, maar ook in staat is hulp te vragen of te zoeken als dat nodig is.” José Sagasser heeft voor LOOPP (Landelijke Vereniging OpvoedingsOndersteuning en Pedagogische Preventie) een themapakket ontwikkeld voor bijeenkomsten met ouders over het thema weerbaarheid. In deze ouderbijeenkomsten wordt op verschillende manieren opvoedingsondersteuning geboden aan ouders die graag advies willen hebben om de weerbaarheid van hun kind te vergroten. In deze ouderbijeenkomsten worden twee themapakketten gebruikt (weerbaarheid 2-4 jaar / weerbaarheid 4-12 jaar). Binnen Kentalis Centrum voor Gezinsbegeleiding (Locatie Sint-Michielsgestel) worden sinds 2005 ook bijeenkomsten georganiseerd voor ouders in het kader van weerbaarheid. Deze ouderbijeenkomsten gebruiken een ietwat aangepaste versie van één van Sagasser’s themapakketten (weerbaarheid 2-4). De ouderbijeenkomsten worden preventief aangeboden, vanuit het oogpunt dat kinderen met een auditieve beperking (vanaf nu naar verwezen als dove kinderen1) meer risico lopen in de ontwikkeling van weerbaarheid. In deze zin passen de ouderbijeenkomsten ook prima in het preventiebeleid dat Kentalis voert betreffende (seksueel) misbruik. Om het themapakket verder aan te passen en te onderbouwen is er onderzoek aangevraagd en gehonoreerd via de zogenaamde vouchersystematiek van de Koninklijke Kentalis. Dit voucheronderzoek betrof: (1) een literatuurstudie naar weerbaarheid bij jonge (dove/slechthorende) kinderen (2) aanpassingen van de oudercursus (3) het toetsen van het effect van deze oudercursus. In dit verslag vatten we alléén de belangrijkste bevindingen uit de literatuurstudie samen. De literatuurstudie is in zijn geheel te downloaden via de Kentalis website of op te vragen bij Daan Hermans ([email protected]). Als U specifieke vragen heeft over de aanpassingen aan deze oudercursus voor dove kinderen kunt U contact opnemen met Jeanne Berkelmans ([email protected]) 2 Kentalis / Expertise en Innovatie / PonTem Weerbaarheid volgens Sagasser. Sagasser (2001) stelt dat weerbare kinderen vaak een realistisch en positief zelfbeeld hebben. Ze hebben ook voldoende zelfvertrouwen, ze zijn zelfstandig en hebben een krachtige uitstraling. Daarnaast hebben ze genoeg inzicht in de emoties van zichzelf en anderen. Ten slotte hebben ze voldoende veerkracht om met tegenslagen in hun leven om te kunnen gaan. Bij het bevorderen van de weerbaarheid van kinderen speelt het stimuleren van de bovenstaande aspecten volgens Sagasser dan ook een grote rol. Weerbaarheid bij dove kinderen en volwassenen. Er zijn in de afgelopen decennia verschillende studies bij dove kinderen en volwassenen uitgevoerd naar aspecten die volgens Sagasser van belang zijn voor weerbaarheid: het zelfbeeld, de emotionele ontwikkeling en de zelfstandigheid. Uit studies naar het zelfbeeld van dove mensen komt over het algemeen een positief beeld naar voren. Dat geldt overigens niet alleen voor dove mensen, maar vaak in algemene zin voor mensen uit gestigmatiseerde groepen in onze samenleving. De studies laten ook zien dat het zelfbeeld van dove mensen positiever is naarmate zij vaardigheden ontwikkelen waarmee zij zich goed staande kunnen houden in de overwegend horende maatschappij én zij tegelijkertijd meer aansluiting hebben bij de dovengemeenschap. Maar op het gebied van de emotionele ontwikkeling (inzicht in en regulatie van de eigen emoties en inzicht in de emoties/intenties van anderen) en op het gebied van zelfstandigheid scoren dove kinderen (en volwassenen) als groep vaker minder goed dan horende leeftijdsgenoten.2 De literatuurstudie heeft ook laten zien dat Sagasser’s definitie te beperkt lijkt voor dove kinderen. Uit studies naar het sociaal functioneren van dove kinderen is naar voren gekomen dat dove kinderen wat minder inzicht hebben in hoe zij moeten handelen in sociale situaties. En dat vooral maakt het voor hen lastiger om in die situaties goed te kunnen reageren. Dat geldt niet alleen voor kennis van sociale situaties, maar ook voor andere kennis, bijvoorbeeld op het gebied van seksualiteit. Met andere woorden, bij het bevorderen van de weerbaarheid van dove kinderen gaat het niet alleen over eigenschappen zoals zelfbeeld, zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Maar vraagstukken over weerbaarheid bij dove kinderen gaan vooral ook over hun kennis en inzicht. Doofheid dus als risicofactor in de ontwikkeling van weerbaarheid? Een gehoorverlies vormt een ernstige bedreiging voor de interactie van een kind met anderen in zijn omgeving. Om sociaal-emotioneel goed te kunnen functioneren, een belangrijk aspect van weerbaarheid, moeten kinderen zichzelf en anderen (bijvoorbeeld de gevoelens en wensen 3 Kentalis / Expertise en Innovatie / PonTem van anderen) kunnen begrijpen. Daarnaast moeten kinderen de cultuur (de normen, waarden en kennis) verwerven van de samenleving waarvan zij deel uit maken. Die kennis en vaardigheden doen zij op in (talige) interacties met hun omgeving. Communicatieve barrières tussen een kind en bijvoorbeeld (horende) ouders, leeftijdsgenoten en leerkrachten, hebben dan ook een grote impact op de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen. Het gehoorverlies is een risicofactor in de ontwikkeling van weerbaarheid bij dove kinderen, maar vooral omdat het voor de omgeving vaak lastiger is om zich goed af te stemmen op de behoeften van een doof kind. Strategieën ter bevordering van de weerbaarheid van kinderen. De ontwikkeling van weerbaarheid start al vroeg. Ouders (en later vrienden en leerkrachten) vormen de schakel waar langs het kind informatie opdoet over zichzelf en de wereld. De relatie die een kind aangaat met, in eerste instantie zijn moeder en vader, speelt op twee verschillende manieren een rol: 1) de relatie tussen ouder en kind zelf functioneert als een model voor het kind om zichzelf en anderen te bezien. Met andere woorden, het zelfconcept (en het concept van anderen) van een kind wordt direct bepaald door de kwaliteit van de relatie die het kind ervaart met zijn ouders. 2) de relatie tussen ouder en kind vormt de schakel waar langs het kind informatie opdoet over de wereld. Op latere leeftijd speelt verbale communicatie daarbij een belangrijke rol. Wanneer de relatie tussen ouder en kind minder goed is of wanneer de interactie tussen ouder en kind niet optimaal verloopt, kan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in negatieve zin beïnvloed worden. Op grond van deze inzichten is het in het bevorderen van de weerbaarheid van dove kinderen dan cruciaal dat ingestoken wordt op het bevorderen van de interactie tussen kind en ouders (en broers/zussen, leeftijdsgenoten en leerkrachten). Met betrekking tot de inhoud van de interactie tussen ouder en kind is het van belang dat ouders gesprekken voeren met hun kind over wat zij denken en wat zij voelen. Deze gesprekken stimuleren de ontwikkeling van het begrip van de eigen en andermans emoties en het begrip van de individualiteit van anderen. De sociale competentie kan bevorderd worden door kinderen bijvoorbeeld expliciet te leren wat in onze maatschappij sociaal als geaccepteerde strategieën beschouwd wordt om onze emoties te reguleren. Deze culturele kennis omvat ook kennis over het lichaam en seksualiteit. Ten slotte is het van belang dat ouders de balans leren tussen het beschermen en vrijlaten van hun dove kind zodat het kind een grote mate van zelfstandigheid kan verwerven. Het vinden van deze balans is per definitie gecompliceerd voor sommige ouders van kinderen met een auditieve beperking. Er bestaat een risico op aangeleerde hulpeloosheid; het kind wordt onnodig klein gehouden. 4 Kentalis / Expertise en Innovatie / PonTem Onder welke omstandigheden zijn interventies nu het meest effectief? Over het algemeen geldt dat interventies die bedoeld zijn om de cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen te stimuleren het meest effectief zijn wanneer: (1) de interventies zo vroeg mogelijk starten (2) de interventies gericht zijn op zowel het kind als zijn directe omgeving (3) de interventies structureel uitgevoerd worden Het is dus van belang om vroeg te beginnen met het stimuleren van de weerbaarheid van dove kinderen, en deze stimulans structureel aandacht te geven. Ook lijkt het cruciaal in deze interventies niet alleen het kind, maar ook zijn omgeving te betrekken (het gezin of de leerkracht/klas). Naast het organiseren van bijeenkomsten voor ouders over weerbaarheid wordt er vanuit het Centrum voor Gezinsbegeleiding dan ook thuis aandacht gegeven aan ouders én kind. Noten. 1 Hoewel het zeer waarschijnlijk is dat de ontwikkeling van weerbaarheid verschillend is voor dove en slechthorende mensen is het op basis van de beschikbare literatuur niet mogelijk om deze verschillen te beschrijven en te onderbouwen. 2 Daarbij lijken de prognoses voor dove kinderen die nu opgroeien aanzienlijk gunstiger, bijvoorbeeld door vroegere detectie van het gehoorverlies, eerder startende en effectievere interventies en nieuwe technologische ontwikkelingen. 5