22-01-2015 Dag van het Jodendom

advertisement
1
Woord bij de Dag van het Jodendom in Statenzaal in Gouvernement aan de Maas op
donderdag 22 januari 2015
Dames en heren,
Het is met genoegen dat ik vandaag uw gastheer mag zijn.
Met name hier in de Statenzaal; de zaal van de Limburgse volksvertegenwoordiging.
Wat dit tot een zaal maakt, die het nodige gewend is binnen haar ronde muren…
Ze is gewend,
dat hier ideeën en standpunten over en weer vliegen;
dat tegenstellingen, maar net zo goed overeenkomsten, bloot komen te liggen.
dat er steun bij elkaar wordt gezocht, om samen een middenweg te zoeken.
Met als ultieme doel een samenleving waarin álle Limburgers het beste uit zichzelf – én voor elkaar –
kunnen halen. Ongeacht afkomst, geloof, kleur, leeftijd, geaardheid of wat dan ook …
Maar deze zaal is nog meer gewend.
Zo zag zij 23 jaar geleden Europese regeringsleiders hun handtekening plaatsen onder een verdrag.
Een verdrag dat hun landen nog verder zou verenigen in een unie.
Een vereniging die meer welvaart en welzijn moest brengen; maar bovenal Europa voor eens en altijd
moest vrijwaren van oorlog; moest vrijwaren van de wreedheid van wereldoorlogen zoals die hier, in
dit continent, hadden gewoed…
Meer recentelijk vormde deze Statenzaal ook een thuis voor een nieuwe Limburgse traditie: de
Rijnlandlezing.
Mijn voorganger – gouverneur Leon Frissen – startte deze traditie met een eerste lezing, gehouden
door nu voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker.
Juncker, die in die eerste lezing zijn gehoor voorhield dat een Rijnlandse samenleving synoniem is
aan een solidaire samenleving, waarin een ieder zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid oppakt.
2
In mei van het vorig jaar, in 2014, sprak de Benedictijner monnik Pater Anselm Grün, in deze zaal,
achter dit spreekgestoelte, de tweede Rijnland-lezing uit. Een lezing waarin hij onder meer aandacht
besteedde aan de verlammende invloed van ‘haat’.
Hoezeer ‘haat’ een klimaat creëert van ‘angst en overspannenheid, van agressie en onzekerheid’. Zo
sprak hij.
Dat ‘haat’ een allesverwoestende uitwerking heeft, hoef ik u niet te vertellen.
Zeventig jaar geleden is het dit jaar, dat er een eind kwam aan die grootschalige vernietigende
haatcampagne tegen ieder die het Joodse geloof aanhing… Deze dag is mede bedoeld om de
herinnering aan de Holocaust niet te doen vervagen.
Maar ook het recente drama in Parijs is helaas een bewijs dat haat tegen andersgelovigen;
haat tegen andersdenkenden;
haat tegen niet-gelovigen,
nog steeds een drijfveer kan zijn.
De drijfveer van mensen met maar één doel voor ogen: het creëren van dat ‘klimaat van angst en
overspannenheid, van agressie en onzekerheid’.
En dan is het wrang, zeer wrang dat deze mensen haten uit naam van hun godsdienst, uit naam van
religie.
Dat is niet te bevatten;
Niet te bevatten voor wie hetzelfde geloof aanhangt;
Niet te bevatten voor wie een ander geloof aanhangt;
En niet te bevatten voor wie geen geloof aanhangt.
Als ik gisteren lees dat 63%, bijna twee derde van de Nederlandse bevolking meent dat religie meer
kwaad dan goeds teweeg brengt, dan speelt het verband religie-geweld in de gedachten van mensen
een grote rol. Religieuze leiders van alle gezindten dragen hierin een verantwoordelijkheid.
Zoals bijvoorbeeld de Paus deze verantwoordelijkheid opnam in een toespraak naar aanleiding van de
Parijse moorden. Hij zei heel nadrukkelijk – ik citeer - :
“Gods naam mag nooit als rechtvaardiging voor geweld worden gebruikt.”
3
In diezelfde toespraak riep hij Moslimleiders wereldwijd op, om gewelddadig fundamentalisme voor
ééns en voor altijd af te zweren.
Iets wat gelukkig ook gebeurt.
Zoals in Duitsland, waar de Moslim-gemeenschap vorige week een wake organiseerde met als motto:
“Laten we er voor elkaar zijn. Terreur: niet uit onze naam!”.
Een wake waarin naast Duits Bondspresident Joachim Gauck óók Joodse, katholieke, protestante en
Moslim-sprekers zich uitspraken vóór tolerantie en dialoog en tégen misbruik van welke religie dan
ook.
Dat is overigens exact wat ook bisschop Wiertz van Roermond preekte op de zondag na de
aanslagen in Parijs. Hij zei:
“geen enkele wereldgodsdienst predikt geweld.
Wél wordt religie vaak misbruikt om geweld te rechtvaardigen.
Maar dat is net zo fout als het geweld zelf.”
Ik sluit me graag bij de woorden van al deze sprekers aan. Net zoals ik achter hun oproep sta om
iedereen met een andere cultuur, geloof of achtergrond de hand te reiken.
Om ons sámen teweer te stellen tegen extremisten, wáár dan ook.
En daar is een dialoog voor nodig. Een dialoog met wederzijds respect, met ruimte voor tolerantie. Net
zoals katholieken en Joden elkaar gevonden hebben in deze Dag van het Jodendom vandaag hier.
De Dag van het Jodendom, die overal in Nederland in het teken van die dialoog stond en staat.
In Rotterdam is deze Dag van het Jodendom bijvoorbeeld ook bijgewoond door Achmed Aboutaleb.
De burgemeester die de inwoners van zijn stad Rotterdam opriep de tolerante samenleving te
verdedigen…
Niet verdeeld, maar samen.
Niet met wapens, maar met woorden.
4
Zijn oproep werd meteen door vele organisaties en groeperingen met achtergronden in Islam,
Christendom en Jodendom opgepakt.
Ook dit zijn woorden, waar ik me graag bij aansluit. Al zou ik hier wél heel graag nog iets aan willen
toevoegen: laten we ook zorgvuldig zijn in de woorden die we kiezen.
Laten we ook kiezen voor verzoenende, respectvolle- en niet voor verdelende of stigmatiserende woorden.
Dames en heren, het thema van deze dag luidde: ‘Geen heden, zonder verleden; geen toekomst,
zonder verleden’.
Dan is het pijnlijk om te ervaren dat 70 jaar na de bevrijding van het nationaalsocialisme ‘het verleden
opeens weer het heden’ lijkt te zijn.
Dat je bang zou moeten zijn om wie je bent;
dat je bang moet zijn om wat je gelooft,
dat je bang moet zijn om wat je denkt…
In deze weken lopen moslim-Limburgers wacht bij hun moskee, bang dat iemand brandbommen door
de ramen naar binnen gooit, zoals elders in Europa al geschiedde;
tegelijk verhogen we het bewakingsregime bij de synagoge in Maastricht, bang om aanslagen zoals
die elders in Europa reeds plaatsvonden;
Tegenover deze angst moeten wij hier tekenen van hoop zetten.
Hoop moeten we laten zegevieren over de angst.
En die hoop put ik niet alleen uit mijn eigen godsdienst. Die hoop zit namelijk verscholen in alle
godsdiensten en levensbeschouwingen.
En wel in de vorm van compassie en mededogen.
Een compassie en mededogen die besloten ligt in het universele principe ‘anderen te behandelen
zoals we zelf behandeld willen worden’.
5
Burgemeester Jozias van Aartsen suggereert zelfs om dit principe als pré-ambule aan de grondwet
toe te voegen.
Het is een universeel principe dat deze zaal – en ver daarbuiten - past.
Maar het is in ieder geval hier, in deze zaal van het Limburgse parlement, dat we moeten waarborgen
dat geen enkele Limburger wordt blootgesteld aan antisemitisme; dat geen enkele Limburger wordt
blootgesteld aan discriminatie; dat geen enkele Limburger wordt blootgesteld aan racisme.
Dat zijn we verplicht aan allen die in het verleden daaronder geleden hebben.
En dan kan ik enkel afsluiten met de woorden van bisschop Wiertz: “het is onze opdracht de
boodschap van liefde te blijven uitdragen. Juist op het moment dat die boodschap achter de horizon
van extremisme dreigt te verdwijnen.”
Ik wens u een liefdevolle voortzetting van de dag, een liefdevolle voortzetting én uitbreiding van de
dialoog hier in Limburg...
Download