Beknopte handleiding ARIE aanwijzing 1 Wat is ARIE

advertisement
Wat is ARIE?
Bedrijven die vallen onder de ARIE-regeling hebben veel gevaarlijke stoffen in huis,
maar de effecten van een ongeval met een gevaarlijke stof blijven binnen de poort. Dit
betekent dat vooral degenen die zich op het bedrijfsterrein bevinden risico's lopen en
moeten worden beschermd. Of bedrijven onder de ARIe-regeling vallen hangt af van de
daadwerkelijk aanwezige hoeveelheden gevaarlijke stoffen in een afgebakende installatie
en is ook afhankelijk van de omstandigheden − installatie in een gebouw of buiten, onder
druk, bij verhoogde temperatuur ed. Zo valt een bedrijf dat bewerkingen op gevaarlijke
stoffen loslaat, eerder onder de ARIE-regeling dan een bedrijf dat diezelfde gevaarlijke
stoffen alleen maar in een verpakking opslaat. Daarnaast is een installatie in een gebouw
risicovoller voor werknemers dan een installatie die buiten staat. Een installatie binnen
zal daarom eerder onder de ARIE-regeling vallen.
Om vast te stellen of de ARIE-regeling van toepassing is op een bedrijf zijn rekenregels
opgesteld, waarmee bepaald kan worden of een of meerdere installaties aangewezen zijn
en daarmee ook de inrichting. Deze rekenregels zijn in deze webapplicatie opgenomen en
voor iedereen beschikbaar.
Bijzondere situaties:
Ammoniakkoelinstallaties
Het berekenen van het aanwijsgetal voor ammoniakkoelinstallaties is ingewikkeld
vanwege de verschillende fases waarin ammoniak in de installatie voorkomt. In praktijk
wordt de vuistregel gehanteerd: indien in de totale installatie (inclusief opslagvat) 5.000
kg ammoniak of meer aanwezig is, is de installatie aangewezen.
Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing?
Ga naar www.rivm.nl/arie, u krijgt dan het volgende scherm:
Beknopte handleiding ARIE aanwijzing
1
Klik onderaan de tekst op de link aanwijzing bepalen. Er verschijnt het onderstaande
scherm waarin de relevante gegevens moeten worden ingevuld.
Het scherm toont, afhankelijk van de condities, alle relevante gegevens die moeten
worden ingevuld voor de berekening. Zolang niet alle relevante gegevens ingevuld zijn
blijft de knop aanwijzing bepalen grijs. Zodra alle gegevens ingevuld zijn kan de knop
aangeklikt worden en wordt de aanwijzing bepaald. Sommige gegevens hoeven alleen
onder bepaalde condities te worden ingevuld.
De volgende gegevens moeten altijd ingevuld worden:
• Installatietype. Geef aan of de gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of bewerkt.
• Locatie. Geef aan of de installatie waar de gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of
bewerkt binnen of buiten staat.
Beknopte handleiding ARIE aanwijzing
2
• Stofnaam, dit is een vrij veld. Er vindt geen koppeling plaats met externe tabellen met
stofgegevens.
• Komt voor op de lijst van (extreem) toxische of explosieve stoffen. Wanneer een stof
voorkomt op een van deze lijsten is het aantal in te vullen gegevens beperkt. Via de
link wordt een pdf op het scherm getoond zodat in de lijst gezocht kan worden naar de
grenswaarde, die later ingevuld moet worden. Wanneer de stof niet op de lijsten
voorkomt dient later op het scherm zelf de toxiciteit of explosie-energie ingevuld te
worden.
Extreem toxische stoffen hebben altijd een grenswaarde van 1 kg. De webapplicatie
houdt hier al rekening mee zodra het vakje extreem toxisch is aangevinkt.
• Aggregatietoestand onder procesomstandigheden, hierbij kan gekozen worden uit
gasvormig, vloeibaar of vast. Geef aan of de stof onder procesomstandigheden
gasvormig, vloeibaar of vast is.
• Categorie: brandbaar, toxisch, extreem toxisch, ontplofbaar. Vink aan welke
eigenschappen de stof heeft.
Een stof is brandbaar als deze een procestemperatuur heeft gelijk aan of hoger dan het
vlampunt.
Een stof is extreem toxisch wanneer het acuut giftige eigenschappen bezit bij eenmalige
betrekkelijk korte blootstelling en het één of meer van de volgende kenmerken heeft:
- De LC50rat bij blootstelling gedurende 4 uur is kleiner of gelijk aan 20 mg/m3.
- De LD50rat bij orale toediening is kleiner of gelijk aan 1 mg/kg.
- De LD50rat bij percutane toediening is kleiner of gelijk aan 2 mg/kg.
LC50 is de dosis die overeenkomt met 50% sterfte van proefdier, in dit geval de rat; de
LD50 is de acute letale dosis die gemiddeld voor 50 percent van een proefdierpopulatie
dodelijk is.
- De voor de mens carcinogene stoffen met een hoge potentie : 2-acetylaminofluoreen, 4aminobifenyl, benzidine, bischloormethylether, dialkylnitrosaminen, 4dimethylaminoazobenzeen, methylnitroso-ureum, 2-naftylamine, 4-nitrobifenyl en 3nitronaftylamine.
• Een stof is toxisch wanneer het aan de volgende kenmerken voldoet:
- Het bezit acuut giftige eigenschappen bij eenmalige betrekkelijk korte blootstelling, en
- het is geen extreem toxische stof is, en
- de letale concentratie 50 bij blootstelling van de rat gedurende 1 uur is kleiner of gelijk
aan 20.000 mg/m3.
Een stof is ontplofbaar als het op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen is
ingedeeld in de categorie ‘ontplofbaar’.
Fysische chemische en toxische eigenschappen van stoffen kunnen opgezocht worden
in de veiligheidsinformatiebladen die worden geleverd bij de gevaarlijke stoffen of op
websites als
Beknopte handleiding ARIE aanwijzing
3
http://www.echemportal.org/echemportal/index?pageID=0&request_locale=en of
http://chem.sis.nlm.nih.gov/chemidplus/
• Hoeveelheid aanwezig in de installatie in kg
Afhankelijk van de hierboven genoemde aangevinkte categorieën dienen andere relevante
gegevens ingevuld te worden.
Het gaat om de volgende gegevens die al dan niet gevraagd worden:
• Oplossingsvorm, zuiver, verdund met niet-gevaarlijke stof, verdund met andere
gevaarlijke stof(fen). Vink aan wat de oplossingsvorm is.
• Procestemperatuur in °C
•
Grenswaarde toxisch in kg. Zoek deze op in de lijst (pdf-bestand dat kan worden
gedownload) en kies uit de uitklaplijst.
• Grenswaarde ontplofbaar in kg Zoek deze op in de lijst (pdf-bestand dat kan worden
gedownload) en kies uit de uitklaplijst.
• Giftigheid van de stof, uitgedrukt in de LC50 waarde voor een 1- uursblootstelling
van de rat in mg/m3; gekozen kan worden uit 4 waarden van een uitklaplijst.
Dit gegeven moet ingevuld worden wanneer een toxische stof niet op de lijst staat.
• Aggregatietoestand bij 25°C: gasvormig, vloeibaar of vast. In het geval van vloeibaar
is ook het atmosferisch kookpunt van belang. Via een uitklaplijst moet worden
aangegeven of het atmosferisch kookpunt ligt tussen 25 °C en 50 °C, 50 °C en 100 °C
of boven 100 °C.
• Explosie-energie uitgedrukt in equivalenten van 1000 kg TNT
Dit gegeven moet ingevuld worden wanneer een ontplofbare stof niet op de lijst staat.
• Atmosferisch kookpunt in °C
• Partiële dampspanning in bar wanneer de stof verdund is in een niet-gevaarlijke stof.
• 10% punt in °C in het geval van een stof gemengd met andere gevaarlijke stof(fen).
Dit is de temperatuur waarbij 10% van het mengsel bij een standaardtestmethode
overgedestilleerd is.
Als alle relevante gegevens ingevuld zijn wordt de knop
Zichtbaar:
en wordt bij klikken op deze knop de berekening uitgevoerd.
Beknopte handleiding ARIE aanwijzing
4
Vervolgens wordt voor elke categorie (brandbaar, toxisch, extreem toxisch, ontplofbaar)
het aanwijsgetal uitgerekend en deze worden bij elkaar opgeteld. Indien het totaal >1 is
de installatie aangewezen.
Als de gebruiker een stof wil toevoegen, bepaalt het systeem eerst de Aanwijzing. Als uit
deze berekening volgt dat de installatie is aangewezen, toont het systeem de volgende
melding:
Indien op de knop ok geklikt wordt kan een nieuwe stof ingevoerd worden, indien op de
knop cancel geklikt wordt toont het systeem het resultaatscherm.
Indien de installatie niet is aangewezen, maar er meerdere stoffen aanwezig zijn, kan de
gebruiker terug naar de ingevoerde gegevens met de knop installatie tonen en onderaan
op het scherm via de knop stof toevoegen nog een tweede stof toevoegen en daarna nog
een derde enzovoort.
Beknopte handleiding ARIE aanwijzing
5
De gegevens van de stof kunnen in- en uitgeklapt worden via de knop onder het vakje
stofnaam:
Het is mogelijk om het resultaat te bewaren, klik op resultaatbestand downloaden. Dan
wordt een xml bestand geopend waarin de ingevoerde gegevens staan. Dit bestand kan
bewaard worden en via de knop uploaden in de bovenbalk ook weer ingelezen worden.
De woorden true of false op de regel bij <installatieIsAangewezen> geeft aan dat een
installatie wel of niet is aangewezen.
Dit bestand kan ook weer ingelezen worden via de knop uploaden in de bovenbalk.
De woorden true of false op de regel bij <installatieIsAangewezen> geven aan dat een
installatie wel of niet is aangewezen.
Beknopte handleiding ARIE aanwijzing
6
Download