Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 maart 2010 tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen, wat betreft de toevoeging van een kwalificatiebewijs voor begeleiders buitenschoolse kinderopvang, en een eindstudiebewijs deeltijds beroepssecundair onderwijs van de opleiding begeleider in de kinderopvang Datum 07/01/2011 DOCUMENT De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 12; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders, artikel 5, § 5, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2007; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiering van initiatieven voor buitenschoolse opvang, artikel 12, 2°, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 houdende de voorwaarden voor toestemming voor en subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte kinderopvang, artikel 25, 3°, en artikel 27; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen, artikel 9, eerste lid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen, artikel 7; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring als gemandateerde voorziening, coördinatiepunt en flexibele opvangpool van doelgroepwerknemers, artikelen 47 en 48; 1 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, 4 december 2009, 6 juli 2010, 7 juli 2010 en 24 september 2010; Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 2010 tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 december 2010; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat er dringend een kwalificatiebewijs moet worden toegevoegd gezien de opleiding in kwestie opgestart is in september 2010 en de eerste cursisten na drie maanden het kwalificatiebewijs kunnen behalen, Besluit : Art. 1. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 3 maart 2010 tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen worden de woorden "of het inkomensgerelateerde opvangsysteem" vervangen door de woorden "of verantwoordelijken van zelfstandige kinderdagverblijven die het inkomensgerelateerde opvangsysteem". Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid wordt een punt 20° toegevoegd, dat luidt als volgt : "20° een eindstudiebewijs deeltijds beroepssecundair onderwijs van de opleiding begeleider in de kinderopvang."; 2° aan het tweede lid worden de woorden "afgeleverd binnen een Europese lidstaat en als gelijkwaardig erkend door" vervangen door de woorden "dat als gelijkwaardig erkend is door". 2 Art. 3. In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "afgeleverd binnen een Europese lidstaat en als gelijkwaardig erkend door" vervangen door de woorden "dat als gelijkwaardig erkend is door". Art. 4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 8° een attest van de startopleiding begeleider buitenschoolse opvang, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs met erkenning voor het studiegebied personenzorg. »; 2° tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt : « In het geval, vermeld in het eerste lid, 8°, bestaat de startopleiding uit volgende vijf modules uit de modulaire opleiding kinderzorg/begeleider in de kinderopvang of de modulaire opleiding begeleider buitenschoolse opvang : 1° module Zorg in de kinderopvang 1; 2° module Begeleiding van het schoolgaande kind 1; 3° module Begeleiding van het schoolgaande kind 5; 4° module Begeleiding van het schoolgaande kind 6; 5° module Zorg in de kinderopvang 4. De modules, vermeld in het derde lid, zijn vermeld op het attest. »; 3° in het bestaande derde lid, dat het vijfde lid wordt, worden de woorden "afgeleverd binnen een Europese lidstaat en als gelijkwaardig erkend door" vervangen door de woorden "dat als gelijkwaardig erkend wordt door". Art. 5. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "in artikel 6, 4°" vervangen door de woorden "in artikel 6, 4° en 8°". Art. 6. In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in punt 4°" vervangen door de woorden "in punt 4° en 8°". 3 Art. 7. In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden "in artikel 6, 4°" vervangen door de woorden "in artikel 6, 4° en 8°". Art. 8. In artikel 14, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "begeleiders van initiatieven" vervangen door de woorden "verantwoordelijken van zelfstandige kinderdagverblijven of van zelfstandige buitenschoolse opvangvoorzieningen" en worden de woorden "afgeleverd binnen een Europese lidstaat en als gelijkwaardig erkend wordt door" vervangen door de woorden "dat als gelijkwaardig erkend is door". Art. 9. In artikel 15, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in punt 4°" vervangen door de woorden "in punt 4° en 8°". Bron: http://www.codex.vlaanderen.be/Portals/Codex/documenten/1019985.html 4 Ministerieel besluit tot wijziging van artikelen 3, 6 en 7 van het ministerieel besluit van 3 maart 2010 tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen Datum 05/12/2012 DOCUMENT De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 12; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiering van initiatieven voor buitenschoolse opvang, artikel 12, 2°, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 houdende de voorwaarden voor toestemming voor en subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte kinderopvang, artikel 25, 3°, en artikel 27; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen, artikel 9, eerste lid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen, artikel 7; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring als gemandateerde voorziening, coördinatiepunt en flexibele opvangpool van doelgroepwerknemers, artikel 47 en 48; Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 2010 tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 november 2012; 5 Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat er dringend een kwalificatiebewijs moet worden toegevoegd zodat de eerste cursisten die de opleiding voltooien in januari 2013 in aanmerking zouden kunnen komen als gekwalificeerd personeel in de kinderopvang, Besluit : Art. 1. In artikel 3, eerste lid, van het ministerieel besluit van 3 maart 2010 tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 januari 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 20° wordt vervangen door wat volgt : « 20° een eindstudiebewijs deeltijds beroepsonderwijs van de opleiding begeleider in de kinderopvang, uitgereikt vanaf het schooljaar 20102011; »; 2° er wordt een punt 21° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 21° een attest dat bevestigt dat het eerste en het tweede studiejaar van de bacheloropleiding "Bachelor Pedagogie Jonge Kind" ingericht door de Erasmushogeschool van Brussel, of door de Arteveldehogeschool van Gent, of door de Karel de Grote Hogeschool van Antwerpen, met vrucht zijn voltooid. Het attest is opgesteld en voor waar en echt verklaard door de directeur van de onderwijsinstelling waar de opleiding gevolgd werd. ». Art. 2. Aan artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 januari 2011, wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 9° een kwalificatiebewijs van de opleiding "Educatief kinderwerker" uitgereikt door het Centrum voor Volwassenenonderwijs Sociale School Heverlee. ». 6 Art. 3. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 januari 2011, wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 6, 4° en 8°," vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 6, eerste lid, 4°, 8° en 9°,". Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013. Bron: http://www.codex.vlaanderen.be/Portals/Codex/documenten/1022568.html 7