Module 11, Hoofdstuk 4. Opdracht 6: Opdracht 7: a) Intern geheugen – virtueel geheugen, cachegeheugen Extern geheugen – cd-rom Opdracht 8: a) Oppervlakte cirkel: xr2 - Diskette: x4,452=62,07 cm2 - Cd-rom: 6,002 = 113,1 cm2 b) 62,07/1500000=0,0000414 cm2 c) 113,1/882000000=0,000000128 cm2 d) Een diskette is magnetisch en een cd is met putjes. Opdracht 9: a) Het is analoog dus moet je alle bits bij langs welke het is en dat is een hele grote klus. Opdracht 10: a) de link : http://www.cit.ac.nz/smac/hf100/hstart.html, doet het niet. Opdracht 11: a) Een Hard Disk is een vaste schijf met veel geheugen, een cd-rom is een schijfje wat je in een cd-rom station stop en waarop lang niet zoveel geheugen kan als op een Harde Schijf. Opdracht 12: a) Gaat een stuk langzamer, doordat ie minder kan opslaan. Opdracht 13: a) Zie dossieropdrachten op mijn site. Opdracht 14: a) - Mix van beide. - Invoer. - Uitvoer. - Uitvoer. - Uitvoer. - Invoer. - Mix van beide. - Invoer. b) - Opslag voor allerlei data die bewaard blijft na het opnieuw opstarten van de computer. - Invoerapparaat, hiermee word de GUI bestuurd. - Beeld van de computer, hierop word onder andere de GUI getoond. - Om gegevens vanaf de computer op papier te zetten. - Printer van lijnen, zoals een hartslag. - Lezer van CD-ROM’s door middel van een rode laser. - Modulator/demodulator, verzend verzoeken en ontvangt antwoorden daarop. - Om gegevens op papier in de computer te krijgen. Opdracht 15: a) Invoer is alle gegevens waarmee de computer wat (kan) doen. Opdracht 16: a) AMD Athlon 64 3200+ MSI K8T Neo-FIS2R 2x 512MB PC3200 DDR SDRAM Western Digital Raptor WD360GD 36,7GB Seagate Barracuda 7200.7 160GB 8MB ATi Radeon 9800 Pro 256MB Creative Soundblaster Audigy 2 ZS Lite-On DVD 16/48 Lite-On LDW-811S DVD±RW Samsung Syncmaster 957DF Logitech MX 500 Deze configuratie kost ongeveer 1800 euro, het is een gamesysteem, vandaar dat er geen TFT-monitor bij zit (hoewel je daar ook prima spellen op kunt spelen). Opdracht 17: a) Er gaat met telefoongesprekken een constante datastroom naar de bellers, ontvangen ‘data’ word afgespeeld, verstuurde ‘data’ bij de andere deelnemer(s). b) Nee, je hoeft niet tegelijk te communiceren bij het versturen van een fax, dat gaat om de beurt. c) Als de taxicentrale terug kan praten half duplex, als de taxichauffeur alleen maar kan praten is het simplex. Opdracht 18: a) In een ringnetwerk met 5 werkende computers kan je in maximaal twee stappen naar elke andere computer komen. Als er een uitvalt word dat 3, en dat met maar 5 computers… Bij een sternetwerk gaat alle communicatie langs een punt, waardoor je altijd in twee stappen bij iedere andere computer bent, ook al valt er een tussen weg. b) Een sternetwerk is het meest waardevol om aan te leggen, omdat je vanaf iedere computer naar een centraal punt moet. Bij een ringnetwerk kan je de draden simpelweg doortrekken naar de volgende computer. c) Ik hoop een ster- of busstructuur. d) Sterstructuur, een kabel langs alle computers (met afscheidingen uiteraard). Opdracht 19: We kunnen niet zomaar een netwerk bouwen, ik heb zelf thuis wel een netwerk van drie computers, dus ik heb er ervaring mee. Opdracht 20: a) Dit principe gaat uit van de ruimte op de lijn, dit kan dus best a-synchroon, maar ook wel synchroon als de ontvanger de informatie niet hoeft te verwerken voordat hij zender wordt. b) Omdat dit een stuk effectiever is dan message switching en circuits switching. Opdracht 21: a) Tot laag 3 b) Dat de computer weet dat het word bestand op de andere computer geopend is. Opdracht 22: a) 0 even aantal enen en nullen b) idem c) Een fout waarbij in een byte twee bytes zeg maar omvallen d) Bijvoorbeeld d.m.v. alle enen tellen en daarvoor een controlebyte toevoegen Opdracht 23: a) Zodat alleen de Windows gebruikers dit kunnen gebruiken en/of kunnen lezen. Opdracht 24: a) Windows kwam in 1983 met de meest eerste GUI voor IBM compatible pc's (zie beneden) Multimedia pc kwam in ongeveer 1994 (voor de bewerking van audio,video en andere dingen op de pc). MS-DOS kwam in 1980 met de eerste OS van microsoft. IBM In 1981 bracht IBM zijn Personal Computer (PC) op de markt gebouwd. De PC had een Intel 8088 processor (4,77 Mhz). Als besturingssysteem kon PC-Dos worden gedraaid, een besturingssysteem wat in opdracht van IBM door het bedrijfje Microsoft was ontwikkeld. Het blijkt echter dat Microsoft dit programma, waar zij rijk en bekend op zijn geworden, nooit zelf ontwikkeld. De IBM PC zou de standaard worden voor vrijwel alle andere computermerken. Deze imiteerde de IBM dusdanig dat alle hard- en software volledig uitwisselbaar was met de IBM PC en andere daarop gebaseerde computers. IBM was hiermee de grondlegger van de generatie PC's die we nu nog steeds gebruiken. Er was echter wel een grote tweestrijd tussen IBM en Apple. Apple kwam namelijk ongeveer tegelijker- tijd met een vergelijkbare computer. Sindsdien zijn IBM en Apple (samen met later Microsoft) de leidende grootheden op het gebied van computers geworden. Opdracht 25: a) - Eerste generatie: Computers die met relais werkten, van 1950 tot 1960 - Tweede generatie: Computers die met transistors werkten, van 1960 tot 1970 - Derde generatie: Computers die met IC's werkten, van 1970 tot 1980 - Vierde generatie: Computers die met microprocessoren werkten, van 1980 tot 1990 - Vijfde generatie: Beeld en geluid wordt geïntegreerd, multimedia, vanaf 1990 Opdracht 26: Begrip/term Configuratie Pentium Intel Cachegeheugen Virtueel geheugen RAM geheugen EDORAM IDE Harddisk FD Soundblaster CDROM VGA-kaart Muis Uitleg, vertaling Alle onderdelen van de computer bij elkaar Bepaald type processor Fabrikant van processors Slaat vaak herhalende instructies op die daardoor sneller voorhanden zijn Truc om een te groot bestand toch te kunnen verwerken Read Acces Memory (willekeurig toegankelijk geheugen) Bepaald type RAM geheugen (tegenwoordig SDRAM of DDRAM) Type gegevenskabel van de harde schijf naar het moederbord (je hebt ook SCSI) De harde schijf, hier word informatie zoals bestanden opgeslagen Floppy Disk (Diskette=gegevensmedium) Merk geluidskaart Compact Disk Read Only Memory (een gegevens medium) Videokaart voor het beeld Randapparatuur om te kunnen communiceren met de computer MIPS ALU Processor Register ROM geheugen Adresbus Databus Besturingsbus USB Client-server Peer-netwerk LAN WAN Simplex Half-Duplex Duplex Modem Sternetwerk Packet switching ISO-OSI Million Instructions Per Second (aanduiding voor de snelheid van een processor) Arithmetic and Logic Unit (rekenkundige en logische eenheid) Hart van de computer (voert de instructies van een programma uit) Tijdelijke opslagplaatsen voor instructies en gegevens Read Only Memory (Dit word niet gewist bij het uitzetten van de computer) Geeft aan waar de gegevens vandaan moeten worden en geplaatst na berekening Word gebruikt om de gegevens te vervoeren Verzend signalen die vertellen hoe iets moet worden uitgevoerd Universial Serial Bus (maakt het mogelijk randapparatuur aan te sluiten terwijl de computer aanstaat) Netwerk met werkstations en een server Klein netwerk waarbij geen server nodig is Local Area Network (groter netwerk waarbij wel een server nodig is) Wide Area Network (Erg groot netwerk met computers in verschillende steden) Zender zend alleen, ontvanger ontvangt alleen Zender zend alleen, ontvanger ontvangt alleen maar de zendrichting kan omgedraaid worden Zender en ontvanger kunnen op hetzelfde tijdstip informatie zenden en ontvangen MOdulaterDEModulator (zet analoog om in digitaal en andersom) Elk werkstation is met een eigen lijn verbonden aan de server Schakeltechniek op basis van pakketten (het bericht word in allemaal even grote stukken gehakt Internationale Standaard Organisatie-Open System Interconnect (systeem voor het standaardisatie van netwerken Opdracht 27: a) - Wat is Firewire? - Wat houdt een inch in bij een monitor? - Wat houd het interne geheugen in? - Wat is DDR-RAM? - Wat is een BIOS? Module 11, Hoofdstuk 5. Opdracht 1: a) Eerst worden algemene gegevens gegeven die in de BIOS zitten. Ook wordt er weergegeven wat aangesloten zit e.d. zoals videokaarten of schijfstations. Ook komt er een intro van windows xp in mijn geval. b) Eerst de gegevens van windows, dan van de gebruiker zelf. Opdracht 2: a) Gedaan. b) Deze link staat er niet meer. c) Be Strategy, Overview Opdracht 5: a) Richting aangeven, remmen, sturen, claxonneren lichten aan- en uitdoen. Opdracht 6: a) Richting aangeven = knipperlicht indrukken Remmen = gas loslaten en rempedaal gebruiken Claxonneren = op claxon drukken Sturen = gewicht verplaatsen en sturen met het stuur Lichten =verlichting aanzetten Opdracht 7: a) Je drukt gewoon op een knopje om een gewenste actie te zien. De afstandbediening doet zijn werk wel. Alleen moet je even de icoontjes weten. Opdracht 8: a) De Windows knop, Ctrl+X/C/V, F1-F12 b) Ctrl+Alt+Delete of Ctrl+X/C/V (knippen, kopiëren, plakken) Opdracht 9: a) Printscreen bijvoorbeeld. Opdracht 10: a) Het presenteren van gegevens op een makkelijke manier. Opdracht 11: a) Een beeldscherm is echt een scherm waarop het beeld verschijnt, een monitor is meer een waarnemer. Opdracht 12: a) Atari en Commodore bijvoorbeeld. Ik had vroeger ook een commodore. Opdracht 13: a) Dit vond ik een onoverzichtelijke site en bij het vakje current version stond niks. Opdracht 14: a) Dit heb ik gedaan met een voorbeeld van een bestand op diskette (A:) Opdracht 15: a) Op school hebben we een netwerkprogramma, dus daar staan alleen pictogrammen op dat netwerkprogramma. Thuis zijn de belangrijkste: Deze Computer’ waarmee je naar explorer kan om bestanden te zien e.d, Internet Explorer om het Internet op te gaan, Microsoft Word (tekstverwerker), Microsoft Outlook (E-Mail) en de Prullenbak, waar de niet direct verwijderde bestanden staan. b) Menu = Openen, Knippen, Snelkoppeling maken, Verwijderen, Naam wijzigen, Eigenschappen. Opdracht 16: a) Het kan ook anders, ik werk altijd met shift +delete. Hierdoor is het gelijk verwijderd van de harde schijf. Opdracht 17: a) Windows is veel gebruiksvriendelijker en de interface is beter. Je hoeft niet codes te leren om te doen wat je wilt. Veel kan nu ook met de muis. Opdracht 18: a) Bell Laboratories b) In het jaar 1969 Opdracht 19: a) In het Engels: A Linux Distribution has thousands of dollars worth of software for no cost (or a couple of dollars if purchased on CD) Linux is a complete operating system that is: stable - the crash of an application is much less likely to bring down the operating system under Linux reliable - Linux servers are often up for hundreds of days compared with the regular reboots required with a Windows system extremely powerful Comes with a complete development environment, including C, C++, Fortran compilers, toolkits such as Qt and scripting languages such as Perl, Awk and sed. A C compiler for Windows alone would set you back hundreds of dollars. Excellent networking facilities: allowing you to share CPUs, share modems etc; all of which are not included or available with Windows 95. The ideal environment to run servers such as a web server (e.g. Apache), or an FTP server. A wide variety of commercial software is available if your needs aren't satisifed by the free software. An operating system that is easily upgradeable. After any length of time a typical installation of Windows and software gets into a complete mess. Often the only way to clear out all the debris is to reformat the hard disk and start again. Linux, however, is much better for maintaining the system. Supports multiple processors as standard. True multi-tasking; the ability to run more than one program at the same time. An excellent window system called X; the equivalent of Windows but much more flexible. Opdracht 20: a) Mandrake Linux, SUSE Linux, Red Hat Linux b) www.linuxstart.nl Opdracht 21: a) Dit is een clientsysteem Opdracht 22: a) Het grafische programma vergt meer van het geheugen, omdat er sowieso 2,5mb geladen moet worden, dan heeft de computer meer moeite de prioriteit te bepalen. Opdracht 23: a) Directeur = 1 Magazijnchef = 2 Administratieve medewerkers = 3 Boekhouders =1 Opdracht 24: a) In een tabel: Software Word perfect DR-DOS Scandisk MS-Word Beos Pascal 7.0 Corel Draw Exact Finance Powerpoint Minix C++ AND Route Categorie Applicatie Besturingssoftware Utility Applicatie Besturingssoftware Overig Applicatie Applicatie Applicatie Besturingssoftware Overig Applicatie Opdracht 25: a) Nee b) Dit is een Client-Server techniek. Opdracht 26: a) Een soort RAM-geheugen waarbij de computer dingen heeft onthouden nadat de computer uit is geweest. Er is geen batterij voor nodig. Helaas is dit geheugen wel vrij traag. Dit is best duurzaam.