Geen reden tot paniek…

advertisement
NATUURSTUDIE
Jacobskruiskruid
Geen reden tot paniek…
Deze zomer doken
in de nationale en
lokale pers berichten
op die opriepen tot een
algemene uitroeiingscampagne tegen het
jacobskruiskruid. Dit ‘gele
gevaar’ zou wegens zijn
giftigheid de oorzaak zijn
van de dood van vele
paarden en ander vee.
De alarmerende berichtgeving was weinig
genuanceerd en
wetenschappelijk niet
objectief. Om onnodige
paniek of wrevel te
vermijden, zetten we hier
een aantal wetenschappelijk correcte feiten op
een rijtje.
Jacobskruiskruid (foto Martin Steenbrugge)
KRIS DECLEER EN JAN WOUTERS - INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD
Is Jacobskruiskruid
gevaarlijk?
Planten van het geslacht kruiskruid
(Senecio - veertien soorten in Vlaanderen) en nog een aantal andere
inheemse plantensoorten (onder meer
smeerwortel) bevatten zogenaamde
‘pyrrolizidine alkaloiden’ (PA’s). Dit is
een groep van giftige (toxische) stoffen die bij opname door dieren nauwelijks afgebroken wordt en zich in
54
Snep! · 4de trimester 2005
de lever opstapelt. Er bestaan verschillende types PA’s, met een verschillende toxiciteit. De types PA’s en
de concentratie ervan varieert naargelang de plantensoort, het seizoen
en de verschillende delen van de
plant. Het wetenschappelijk onderzoek in deze complexe materie is
nog volop aan de gang. Net zoals bij
vele andere giftige planten zijn de
gifstoffen tijdens de evolutie ontwik-
keld als afweermiddel tegen vraat
door dieren. Een probaat middel, zo
blijkt. Paarden en runderen zullen uit
zichzelf jacobskruiskruid niet aanraken als er ander voedsel voorhanden
is. Schapen en geiten nemen het iets
minder nauw. Zij ondervinden veel
minder last van PA’s, wellicht doordat
ze in de loop van de evolutie een
zekere immuniteit ontwikkelden.
Het risico op vergiftiging ontstaat dus
NATUURSTUDIE
Jacobskruiskruid (foto Martin Steenbrugge)
pas wanneer dieren geen andere
keuze hebben dan jacobskruiskruid te
eten, hetzij doordat ander voedsel
ontbreekt, hetzij doordat jacobskruiskruid onherkenbaar voor de dieren
wordt aangereikt, onder de vorm van
hooi. Van vergiftiging bij mensen zijn
in West-Europa geen meldingen bekend. Opname van de gifstoffen via
een (onbeschadigde) huid is vooralsnog niet aangetoond en ook niet erg
waarschijnlijk. Dat het dragen van
een mondmasker, beschermkledij en
waterdichte handschoenen bij het
uittrekken van jacobskruiskruid noodzakelijk of zelfs verplicht zou zijn,
zoals in sommige persartikels wordt
aanbevolen, is dan ook uit de lucht
gegrepen. Het dragen van werkhandschoenen maakt het uittrekken van
planten natuurlijk wel makkelijker en
sowieso bieden ze een goede bescherming tegen huidwondjes en
-irritatie. Voor wie de plant toch met
wortel en al wil uitroeien, bestaat er
in de handel ook een speciaal vorkje,
‘rag-fork’ genaamd.
hoeveelheden bedoelen we hier één
tot vijf procent van het lichaamsgewicht gedurende verschillende opeenvolgende dagen. De kans dat een
dier dergelijke grote hoeveelheden
jacobskruiskruid naar binnen werkt, is
erg klein.
Breidt Jacobskruiskruid uit?
Jacobskruiskruid is in Vlaanderen
altijd al zeer algemeen geweest.
Uitgebreide en in de tijd gespreide
florakarteringen tonen dit aan. Van
een echte plaag is op dit ogenblik
helemaal geen sprake, hoewel een
lokale toename mogelijk is waar de
gepaste milieuomstandigheden ontstaan. De soort kiemt alleen op kale
grond en heeft een sterke voorkeur
voor droge, lichtrijke, verstoorde bodems. In landelijk gebied kunnen
dergelijke omstandigheden ontstaan
in overbegraasde paarden- en schapenweiden van hobbyboeren, op
braakliggende akkers en in wegbermen waar het ecologisch bermbeheer
tot een minder productieve grasmat
heeft geleid, al dan niet in combinatie met een verstoring van de bodem
(bijvoorbeeld door klepelmaaien of
graafwerken). In die ecologisch beheerde wegbermen gaat het doorgaans over een tijdelijk fenomeen: na
de verstoring of bij vestiging van de
aan de minder productieve toestand
aangepaste grassoorten, zal de grasmat zich opnieuw sluiten en wordt
het jacobskruiskruid weer verdrongen. Een invasie in grasland onder
normaal agrarisch gebruik ligt helemaal buiten de verwachtingen, tenzij
tijdelijk bij bodemverstoring. Deze
graslanden zijn voor jacobskruiskruid
te productief en de soort zal er geen
vaste voet krijgen. In natuurgebieden kan jacobskruiskruid tijdelijk
sterk op de voorgrond treden, meer
bepaald op plaatsen waar kale bodems omgevormd worden naar een
grazige vegetatie onder een begrazingsregime. Ook het omwoelen van
de bodem door konijnen of mollen
kan een belangrijke factor zijn. Met
zijn weelderige bloemtrossen vormt
jacobskruiskruid in natuurgebieden
een belangrijke voedselbron voor
vlinders en andere bloembezoekende insecten.
(Welke) maatregelen
gewenst?
De efficiëntie van actieve bestrijding
is op zijn minst twijfelachtig. In GrootBrittannië wordt ondanks actieve
bestrijding geen merkbare achteruit-
Rups van de jacobsvlinder
Een overdosis… paniek?
Als dodelijke dosis van jacobskruiskruid wordt in de wetenschappelijke
literatuur 50 tot 200 gram gedroogde
plant per kg lichaamsgewicht opgegeven. Uitgaande van een gewicht
van 500 kilogram en een leeftijd van
twintig jaar voor een paard komt dit
er ruwweg op neer dat een paard elk
jaar 250 tot 1000 volgroeide planten
moet eten om tegen zijn twintigste
levensjaar een dodelijke dosis binnen
te hebben. Acute contaminatie is
mogelijk wanneer het dier grote hoeveelheden jacobskruiskruid in z’n
hooi krijgt toegediend. Met grote
Snep! · 4de trimester 2005
55
NATUURSTUDIE
gelijke, meestal laag productieve percelen worden niet aanzien als kwaliteitsvol hooiland. Voor kleine percelen
kan volgehouden uittrekken in combinatie met de eerder vermelde brongerichte maatregelen succesvol zijn.
Maaisel van wegbermen vormt geen
probleem, omdat het gecomposteerd
wordt, waarbij de gifstoffen volledig
worden afgebroken.
Jacobskruiskruid kent trouwens een
natuurlijke vijand: de jacobsvlinder.
In sommige jaren kunnen de oranjezwart gekleurde rupsen de populatie
jacobskruiskruid op een perceel decimeren, waarbij de soort zelfs niet tot
bloei komt.
Om bovenstaande redenen kan vooral van een goede voorlichting heil
verwacht worden.
Jacobsvlinder
gang van jacobskruiskruid vastgesteld. Meer nog, uitroeiingscampagnes hebben soms een averechts effect: bespoten planten verliezen hun
typische afstotelijke geur, waardoor
dieren zich van geen kwaad bewust
zijn en de planten argeloos naar binnen werken. En door planten uit te
trekken schept men telkens weer
gunstige kiemplaatsen. Bovendien is
het zeer moeilijk om de volledige
wortel uit te trekken.
Over het algemeen is de aanwezigheid van jacobskruiskruid geen reden
voor ongerustheid. Een duidelijke
uitbreiding heeft lokale oorzaken, die
onderzocht dienen te worden vooraleer men tot actie overgaat. Brongerichte maatregelen zijn er op gericht
om de vestiging van de soort te vermijden. Het komt er dan op aan om
te voorkomen dat kale plekken ontstaan op de bodem. Dit kan in graslanden door de graasdruk te verlagen, bij te voederen en/of minder
zware machines te gebruiken. Een
effectgericht beheer van één of twee
maal (selectief) maaien per jaar is
een duurzaam alternatief.
Daarnaast is het vooral belangrijk te
voorkomen dat het vee van het maaisel eet. Vandaar ook dat het niet aangewezen is om terreinen met veel
jacobskruiskruid voor hooiwinning te
gebruiken. In de praktijk is de kans
hiertoe sowieso niet groot, want der56
Snep! · 4de trimester 2005
Goede voorlichting
als antigif
In Vlaanderen komen vele tientallen
inheemse plantensoorten voor met
bessen en vruchten die giftig zijn voor
mens en dier. In de doorsnee Vlaamse tuin worden vele soorten giftige
tuinplanten aangeplant, zoals goudenregen, taxus en rododendron, om
er maar enkele te noemen. Ook het
loof van de aardappelen uit de
groentetuin is giftig. Is er daarom
reden tot paniek? Helemaal niet. Het
komt er op neer zich hiervan bewust
te zijn en er gepast mee om te gaan.
De kennis van de ons omringende
natuur staat bij de meeste mensen
echter op een bedroevend laag pitje.
Die vervreemding van de natuur leidt
tot vijandigheid. Is onbekend immers
niet onbemind? Vandaar het belang
van natuureducatie, zowel in het
onderwijs als in de vrije tijd, in combinatie met objectieve voorlichting door
de overheid en pers. Zulks zou alvast
deze repliek op de recente onheilsberichten overbodig maken.
ADVERTENTIE
Download