Kindcentrum Missie De school heeft als missie ieder kind een brede basis te verschaffen op sociaal-emotioneel, cognitief, creatief en motorisch gebied, waarmee het zich verder kan ontplooien. Daarbij richt Columbus het onderwijs zodanig in dat de Daltonbeginselen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken ontwikkeld worden. MOTTO: “Uitdagen tot leren is uitdagen tot leven” Visie Daltononderwijs gaat uit van het gegeven dat elke mens in staat is tot het dragen en afleggen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn omgeving. Columbus biedt een veilig, ondersteunend klimaat voor het exploreren en begrijpen van deze omgeving en doet daarbij een beroep op de zelfstandigheid. Het leidende onderwijskundige principe is dat het kind zelfontdekkend leert. Uitdagen tot leren is uitdagen tot leven. Het leren op Columbus is betekenisvol en doet een appèl op meerdere intelligenties. De mens staat centraal en men heeft vertrouwen in de positieve bedoelingen van het individu. Zelfverantwoordelijk leren staat bij Daltonschool Columbus in een pedagogische context. Als er meer verantwoordelijkheid gegeven wordt, krijgt het kind meer mogelijkheden om zelfstandig te leren. Hoe zelfstandiger het kind, hoe meer verantwoordelijkheid hij kan leren dragen. Naar mate het kind vordert in het leerproces, kan de rol van de leerkracht steeds meer die van begeleider worden. In de maatschappij is samenwerken , het werken in teamverband, heel belangrijk. Bovendien leer je samen meer dan alleen. De drie principes: verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken, vormen het uitgangspunt van de Daltonaanpak bij Columbus. De taak is het middel om de drie principes te verwezenlijken. Units Op Columbus werken wij in units in plaats van de traditionele organisatievorm van één lokaal. Één leerkracht en één groep. Een unit kinderen heeft op een dag minimaal twee personeelsleden ter beschikking. Daarmee is het aantal kinderen binnen een unit vanzelfsprekend groter, zo rond de 50 kinderen bij twee leerkrachten. De ruimte is eveneens aangepast aan het werken met units. Lokalen kunnen eenvoudig gekoppeld worden door middel van schuifwanden. Werken met units houdt dus in dat er meer ruimte en personeel betrokken is bij meer kinderen. Sámen verantwoordelijk. Binnen de units is het van belang om een structuur te hebben die duidelijk en voorspelbaar is. Een ouder heeft binnen een unit altijd een vast contactpersoon onder het personeel. Maar een unit is ook samen vieren, op thema- en ontdekkingsreis. En natuurlijk vriendjes en vriendinnetjes, niet gescheiden door groepen. Dus vooral één gemeenschap met daarbinnen een hele duidelijke structuur van spelen, leren, werken en ontdekken! Voordelen van het werken in een unit zijn: Kinderen hebben meer sociale mogelijkheden; Zij zijn minder afhankelijk van één leerkracht. Bij ziekte of verlof is de continuïteit groter door de aanwezigheid van een ander personeelslid; Personeelsleden werken beter en gemotiveerder samen (Dalton!) en coachen elkaar; Verschillende kwaliteiten van personeelsleden vullen elkaar aan; er ontstaan ‘specialisten’.Bij het volgen en begeleiden van kinderen is er altijd een ‘tweede kijk’ in de buurt; Het onderwijs is effectiever. De vaardigheden van personeelsleden worden goed ingezet en er worden geen dubbele instructies gegeven. ‘Netto’ dus meer aandacht per kind; Nieuw personeel kan in een unit snel en beter ingewerkt en begeleid worden. Voor de verdeling van kinderen over de units: zie fasenonderwijs. Fasenonderwijs Columbus verdeelt de kinderen niet over schooljaargroepen, zoals de andere scholen doen, maar over halve (school)jaren. Wij noemen een periode van een halfjaar (=20 schoolweken) een fase. Hiermee kunnen wij beter inspelen op de ontwikkelingsbehoefte van elk kind. Kinderen zijn ingedeeld bij Columbus in een bepaalde leerstoffase, behorende bij hun ontwikkeling. Daarnaast zitten ze bijeen in een unit. Daarin zitten meerdere fasen. De verdeling van fasen over groepen en units is niet willekeurig. Sociale, pedagogische en didactische motieven spelen daarbij een rol. Zo zitten de fasen van het voorbereidend lezen van fase 4 (“oudste kleuter”) en het aanvankelijk lezen van fase 5 (“eerste helft van groep 3”) bewust bij elkaar in unit B. Een uitspraak als “Mijn kind kan en wil al echt lezen, maar moet nog tot augustus wachten op groep 3!” behoort tot de verleden tijd. Een kind kan versneld door bepaalde fasen heen. Blijven zitten en “het overdoen” kan niet bij Columbus. Wel is het mogelijk om een halfjaar langer over bijvoorbeeld groep B te doen (vertragen). (zie hiervoor ook: Kwaliteit werkwijze) Columbus hanteert in principe vijf units, waarin de 16 fasen zijn onderverdeeld. Wanneer we het Fasenonderwijs van Columbusgroepen leggen onder het traditionele leerstofjaarklassensysteem, zien we het volgende: Twee stromen Een ander inzicht op het Fasenonderwijs geeft het volgende schema. Daar wordt uitgegaan van een standaardstroom, zonder vertragen of versnellen. Kleuters die tussen 1 april t/m 30 september vier jaar worden, komen terecht in de “augustusstroom”. Kleuters die tussen 1 oktober t/m 31 maart vier jaar worden, komen terecht in de “februaristroom”. De kleuren geven de groepen/units A t/m E aan. Voordelen van het Fasenonderwijs: o o o o o o o Het geeft kinderen makkelijker de mogelijkheid om te vertragen en te versnellen en Columbus kan daardoor het leerstofaanbod goed bij de ontwikkeling van het kind laten aansluiten. De kleuterfase kan beter worden afgesloten. De kleuterperiode “uitzitten” of “met twijfel” naar groep 3 is er dus niet bij. Er is een vroegtijdige signalering bij eventuele leesmoeilijkheden, al voor dat het kind met het aanvankelijk leesproces begint. Er trekken binnen een unit verschillende fasen samen op. Daarbij ervaren kinderen zowel om een halfjaar verder te zijn in de stof, als het zich kunnen optrekken aan kinderen die verder zijn in hun ontwikkeling. Dit werkt het leren mét en ván elkaar in de hand. Het maakt het ook mogelijk om bepaalde leerstofonderdelen te volgen bij een andere fase. Door het doorstromen van fasen krijgen kinderen deels met verschillende medeleerlingen te maken dan in het traditionele groepensysteem, waar kinderen vaak zes jaar bijeen zitten. De kinderen die terechtkomen in de “februaristroom”, worden fase 17-leerlingen. Zij hebben zich de basisstof eigen gemaakt, maar kunnen nog niet naar het voortgezet onderwijs in februari. Zij volgen een verdiepingsprogramma en behoren samen met fase 16 tot de schoolverlatersgroep. Extra ondersteuning binnen de unit is heel gewoon. Ieder kind heeft zijn eigen werk in zijn fase, dus niemand is een uitzondering. Er wordt veel samengewerkt. Omdat er een aantal fasen bij elkaar zit, is het “elkaar helpen” vanzelfsprekend. Kinderen leren daarmee ook om te gaan met verschillen. Daltononderwijs Dalton is een manier van omgaan met elkaar. Een Daltonschool schept ruimte en geeft kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak. Kindvisie. Daltonscholen onderscheiden zich door een eigen kindvisie: Daltonscholen gaan er vanuit dat elk mens in staat is verantwoordelijkheid te dragen. Deze benadering leidt tot een democratische grondhouding. De leerkrachten proberen een veilig, ondersteunend klimaat te bieden om het kind de kans te bieden zo zelfstandig mogelijk met de omgeving om te gaan. Daltonscholen gaan er vanuit dat elk kind de omgeving zo goed mogelijk probeert te begrijpen en er zo positief mogelijk mee omgaat. Door elk kind te benaderen als open, communicatief en redelijk, wordt persoonlijke groei geboden. Leerkrachten hebben vertrouwen in de positieve bedoelingen van het kind. In het spanningsveld van individuele belangen en belangen van de groep leert het kind zijn positie te bepalen. De zes kernwaarden van Daltononderwijs Verantwoordelijkheid en Vertrouwen Delegeren van verantwoordelijkheid voor het leren naar de kind toe betekent kinderen verantwoordelijk stellen voor het eindproduct, maar ook voor de wijze waarop dat eindproduct tot stand is gekomen. De leerkracht volgt nauwlettend het totale proces. Wij vinden het van belang dat onze kinderen zich mede verantwoordelijk voelen; voor de sfeer, voor de omgang met elkaar en voor het materiaal. Verantwoordelijkheid komt vooral tot uiting in het werken met de taakbrief. Kinderen hebben een stuk vrijheid bij het werken aan deze taak. De vrije keuze ligt in: het tempo en de volgorde waarin een kind wil werken; het al of niet raadplegen en de keuze van de hulpbronnen; alleen werken of samenwerken met andere kinderen; De werkplek (kinderen hebben in principe géén vaste plaats); de tijd die aan de verschillende onderdelen van de taak wordt besteed. Zelfstandigheid In het Daltononderwijs wordt gestimuleerd dat kinderen zelf oplossingsmethoden zoeken, zelf leren problemen op te lossen en opdrachten uit te voeren. Deze manier van zelfstandig werken komt tegemoet aan de motivatie van kinderen. Kinderen willen graag zelf actief bezig zijn. Een tweede voordeel is dat kinderen zelfstandig kunnen werken op hun eigen niveau. Daarnaast heeft de leerkracht meer tijd om tijdens het zelfstandig werken juist die kinderen te helpen die hulp nodig hebben. De taakbrief is het middel bij uitstek om het principe van zelfstandigheid te stimuleren. Op deze taakbrief staan opdrachten die een kind binnen een bepaalde tijd (bijvoorbeeld een week) af moet hebben. Ieder kind mag bij het werken aan de taak zelf kiezen aan welk onderdeel gewerkt wordt. Sommige opdrachten kunnen in samenwerking met een ander kind gemaakt worden. Kinderen kunnen elkaar om hulp vragen als bepaalde opdrachten niet duidelijk zijn. Het werken met taken en het opbouwen van zelfstandigheid begint bij ons in unit A, dus vanaf de start. Samenwerking Op het gebied van samenwerking maken wij het volgende onderscheid: Samenwerken uit het oogpunt van sociale vorming: De sociale vorming op school dient gezien te worden als een echte leerschool voor het latere leven. Respect is hierbij een kernbegrip. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat we de kinderen leren dat ze niet met iedereen bevriend hoeven te zijn, maar wel moeten proberen om met iedereen te kunnen samenwerken. Didactisch samenwerken: Hieronder verstaan we dat kinderen elkaar helpen bij het verwerken van de leerstof. Wetenschappelijk is aangetoond dat het leerrendement het grootst is bij het uitleg geven aan een ander (tutorwerken). Bij coöperatief leren krijgen kinderen de opdracht gezamenlijk, in tweetallen of in groepjes, een bepaalde taak uit te voeren. De kinderen zijn van elkaar afhankelijk om tot een goed resultaat te komen. Doelmatigheid Daltononderwijs is gericht op effectief verzorgen van onderwijs. Daarbij kijkt de leerkracht telkens kritisch of de gebruikte methodieken wel geschikt zijn. Door te blijven experimenteren op basis van verworven kennis en inzichten zal het onderwijs doelmatig met haar zijn tijd meegaan. Reflectie Zonder reflectie geen kritische kijk op doelmatig onderwijs. Reflecteren op alle niveaus geeft inzicht in jezelf en de processen. Wij leren kinderen reflecteren en zich van daaruit verder te ontwikkelen. Borging Kwaliteit van processen moeten worden herkend en systematisch geborgd worden. Op Daltonscholen is een duidelijke kwaliteitscyclus aanwezig, op kind-, personeels- en schoolniveau. Is Columbus een erkende Daltonschool? Ja! Sinds de eerste visitatie in maart 2008 en na de tweede in maart 2013. Vanaf de start is Columbus lid van de NDV (Nederlandse Daltonvereniging) Een school is niet zomaar een erkende Daltonschool. De NDV visiteert de scholen vijfjaarlijks en geeft of verlengt een licentie Dalton indien in de praktijk de Daltonwaarden gestalte hebben gekregen. Dat doet de vereniging met een opgeleide visitatiecommissie. Klik hier om naar de visitatie van Columbus te gaan. Samenwerking binnen Campus Columbus en Dalton Vertrouwen in de eigen kracht van de kinderen. Campus Columbus is een kindcentrum waarin onderwijs, opvang en opvoeding verbonden zijn in één gebouw. De campus heeft daarom een herkenbare pedagogische en didactische visie op het kind en opvoeding vanuit Dalton perspectief. Campus Columbus biedt een totaalpakket op het gebied van educatie, opvang en ontwikkeling,zorg, welzijn en vrije tijd. Het pedagogisch beleid van de SKH past in deze visie. In dit werkplan is beschreven hoe we de uitgangspunten vanuit het pedagogisch beleid en de werkwijze vanuit Dalton geïntegreerd en afgestemd hebben tot onze pedagogische werkwijze binnen de opvang bij Campus Columbus. Het personeel heeft de Dalton cursus ‘Dalton en kinderopvang kort’ gevolgd. Dalton kernwaarden Bij La Niña werken we vanuit de Dalton kernwaarden: samenwerken, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, reflectie en doelmatigheid. Een opvang die volgens de Dalton kernwaarden werkt, schept ruimte voorontdekking en geeft kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak. Daarnaast zijn de pedagogisch medewerkers getraind in werken met de basisprincipes van de Kanjertraining, welke ook op school gehanteerd wordt. De vijfbasisregels van de kanjertraining zijn: we vertrouwen elkaar, we helpen elkaar, niemand speelt de baas. Je bent niet zielig en we lachen elkaar niet uit. Hiermee werken we aan weerbaar en sociaal sterke kinderen. We merken dat de manier van aanspreken via de kanjerprincipes heel herkenbaar en duidelijk zijn voor de kinderen. Hierdoor is de manier van omgaan met de kinderen afgestemd op de manier die de kinderen gewend zijn op school. Dit geeft duidelijkheid, rust en vertrouwen bij de kinderen. We vinden het belangrijk dat kinderen op ontdekking kunnen gaan en zelf keuzes kunnen maken. Kiezen en ruimte geven is goed maar betekent geen vrijheid blijheid. Wij willen kinderen helpen zich te ontwikkelen tot zelfstandige personen, die hun eigenkeuzes kunnen maken en daar hoort ook bij verantwoording kunnen dragen voor de consequenties van hun keuzes. De mate van ruimte krijgen in verantwoordelijkheid stemmen we af op de mogelijkheden en ontwikkeling van het kind. Als we merken dat kinderen te veel verantwoordelijkheid nog niet aan kunnen begrenzen we deze. Geborgenheid en veiligheid zijn immers belangrijke aspecten om te kunnen groeien. Ervaring leert dat ook jonge kinderen snel begrijpen wat van hen verwacht wordt en om leren gaan met de ruimte die ze krijgen. Sensitiviteit, ruimte geven, luisteren naar het kind en het helpen zichzelf te ontwikkelen zijn kernwaarden in de basishouding van de pedagogisch medewerker. Typisch Dalton bij Campus Columbus Uitspraken van de pedagogisch medewerker wat specifiek aan la Niña is door de Dalton werkwijze: We geven de kinderen meer eigen verantwoordelijkheid afgestemd op hun ontwikkeling. We stimuleren bewust samen spelen en samen levenKinderen geven zelf hun grenzen aan, zijn zelfbewust. Zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen is groot. We vragen eerst wat ze zelf kunnen, al gedaan hebben Kinderen vragen minder hulp van de pedagogisch medewerker en komen veelal tot eigen spel. We stimuleren het bedenken van oplossingen i.p.v. eerst onze eigen idee aan te dragen. Stapje verder brengen door iets nieuws aan te bieden en dan eigen inbreng laten hebben. Bijvoorbeeld in een gerichte knutsel activiteit ruimte bieden voor eigen inbreng, inspiratie, Eigen keuze maar ook een aanvullend en uitdagend aanbod, soms actief d oor handeling pedagogisch medewerker, soms door materiaal aanschaf. Er heerst een rustige sfeer, kinderen spelen rustiger horen we terug van oproepkrachten. In de unieke pedagogische Daltonaanpak van Campus Columbus stellen we de ontwikkeling van het kind centraal. Bij de baby’s volgen we zoveel mogelijk hun eigen ritme, terwijl we met de peuters in een vaster dagritme werken. Door deze aanpak voelt het kind zich al snel thuis op het kinderdagverblijf. Spelenderwijs worden de peuters uitgedaagd op ontdekkingstocht te gaan en worden daarmee gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het kind kan bovendien volop in contact komen met andere kinderen en al spelend sociale vaardigheden opdoen. Bij activiteiten wordt gericht aandacht besteed aan de samenwerking en het ontdekken van de eigen mogelijkheden van de kinderen, bijvoorbeeld het samen maken van een verfwerkstuk. De zelfstandigheid wordt gestimuleerd door de kinderen veel zelf te laten doen. Dit binnen de veilige grenzen die past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Doordat de kinderopvang samenwerkt met de school, merken we dat de kinderen vertrouwd zijn met het gebouw en werkwijze en zal de overgang naar school minder groot is. De open inrichting van het gebouw biedt kinderen, van het KDV, de Speelzaal en de BSO, (bijv. broertjes en zusjes) de mogelijkheid elkaar regelmatig tegen te komen en samen te spelen. In de unieke pedagogische Daltonaanpak van Campus Columbus stellen we de ontwikkeling van het kind centraal. Bij de baby’s volgen we zoveel mogelijk hun eigen ritme, terwijl we met de peuters in een vaster dagritme werken. Door deze aanpak voelt het kind zich al snel thuis op het kinderdagverblijf. Spelenderwijs worden de peuters uitgedaagd op ontdekkingstocht te gaan en worden daarmee gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het kind kan bovendien volop in contact komen met andere kinderen en al spelend sociale vaardigheden opdoen. Bij activiteiten wordt gericht aandacht besteed aan de samenwerking en het ontdekken van de eigen mogelijkheden van de kinderen, bijvoorbeeld het samen maken van een verfwerkstuk. De zelfstandigheid wordt gestimuleerd door de kinderen veel zelf te laten doen. Dit binnen de veilige grenzen die past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Doordat de kinderopvang samenwerkt met de school, merken we dat de kinderen vertrouwd zijn met het gebouw en werkwijze en zal de overgang naar school minder groot is. De open inrichting van het gebouw biedt kinderen, van het KDV, de Speelzaal en de BSO, (bijv. broertjes en zusjes) de mogelijkheid elkaar regelmatig tegen te komen en samen te spelen. In de unieke pedagogische Daltonaanpak van Campus Columbus stellen we de ontwikkeling van het kind centraal. Bij de baby’s volgen we zoveel mogelijk hun eigen ritme, terwijl we met de peuters in een vaster dagritme werken. Door deze aanpak voelt het kind zich al snel thuis op het kinderdagverblijf. Spelenderwijs worden de peuters uitgedaagd op ontdekkingstocht te gaan en worden daarmee gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het kind kan bovendien volop in contact komen met andere kinderen en al spelend sociale vaardigheden opdoen. Bij activiteiten wordt gericht aandacht besteed aan de samenwerking en het ontdekken van de eigen mogelijkheden van de kinderen, bijvoorbeeld het samen maken van een verfwerkstuk. De zelfstandigheid wordt gestimuleerd door de kinderen veel zelf te laten doen. Dit binnen de veilige grenzen die past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Doordat de kinderopvang samenwerkt met de school, merken we dat de kinderen vertrouwd zijn met het gebouw en werkwijze en zal de overgang naar school minder groot is. De open inrichting van het gebouw biedt kinderen, van het KDV, de Speelzaal en de BSO, (bijv. broertjes en zusjes) de mogelijkheid elkaar regelmatig tegen te komen en samen te spelen. De peuters van 2,5 tot 4 jaar kunnen op dinsdag en vrijdag ochtend naar speelzaal La Pinta (de Pinta was één van de schepen waarmee Columbus op ontdekkingsreis ging). Op de speelzaal kunnen de kinderen al kennismaken met de Daltonkernwaarden samenwerken, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, reflectie en doelmatigheid. Binnen de speelzaal staat vrij spelen en leren omgaan met leeftijdsgenootjes voorop. Spelenderwijs worden de peuters uitgedaagd op ontdekkingstocht te gaan en worden daarmee gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het kind kan bovendien volop in contact komen met andere kinderen en al spelend sociale vaardigheden opdoen. De zelfstandigheid wordt gestimuleerd door de kinderen veel zelf te laten doen. Dit binnen de veilige grenzen die past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Er wordt gewerkt met thema's en de methode Puck en Ko. De samenwerking met de onderbouw van Columbus wordt gevonden in het op visite gaan als de kinderen bijna 4 jaar zijn, een keer per maand mee te gymmen met de kleuters en de jaarfeesten mee te vieren met school. Doordat de speelzaal samenwerkt met de school, merken we dat de kinderen vertrouwd zijn met het gebouw en werkwijze en zal de overgang naar school minder groot zijn.