Ecologie Of liever : … een keuze uit … IVN Natuurgidsencursus 31 oktober 2006 Onderwerpen Onderwerpen ν ν ν ν ν ν ν ν ν ν Leven Voedselketen Kringlopen Relaties Omgevingsfactoren Aanpassing Gradiënten Successie Populaties etc. Groepering in vier hoofdthema’s ν ν ν ν Voedselketen/piramide Kringlopen Relaties Verandering (in ruimte en tijd) Wat is leven ? ν ν ν ν Stofwisseling Voortplanting Groei ….. Stofwisseling (Zonne-) energie Fotosynthese Water + Koolzuurgas Suikers + Zuurstof Verbranding Energie Beweging en andere levensprocessen Voedselketen, -web Plant (Producent) Planteneter (Consument) Diereneter (Consument) Voedselpiramide 5-10% van de energie komt terecht op het volgende “trofische niveau” Het aantal niveaus in de piramide is dus beperkt Kringlopen De natuur kent geen afval; alles wordt hergebruikt, alleen de tijdschaal kan variëren ν ν ν ν ν ν Koolstof Zuurstof Water Stikstof Zwavel etc. Energie stroomt, maar niet in een kringloop ! De Koolstofkringloop (en zuurstofkringloop) Maar…….denk aan ophoping en tijdschaal (veen, bruin-/steenkool) Rol van de bodem ν Veel bouwstoffen worden door de “producenten” (lees : “planten”) uit de bodem opgenomen, en ν de meeste “eindproducten” van levensprocessen komen op de bodem terecht. ν De bodem speelt dan ook een belangrijke rol in de kringloop; daar vinden we veel “afbraakorganismen” : bodemdieren, schimmels, bacteriën etc. Bosbodem Vergelijk de bodem van een noordelijk naaldbos met de bodem in tropisch regenwoud Wat gebeurt er als er bomen worden gekapt ? Relaties: Wie doet het met wie ? Tussen soorten ν Predatie ν Parasitisme ν Commensalisme ν Mutualisme ν Symbiose ν Neutralisme ν (voortplanting?) ν Concurrentie Binnen de soort ν Concurrentie ν Territoriumvorming ν Samenwerking ν Voortplanting Omgevingsfactoren (“ABC”) Abiotisch ν Temperatuur ν Licht ν Vochtigheid ν Voedselrijkdom ν Bodemstructuur ν Zout ν Zuurgraad ν Wind ν Stroming ν Getijden ν Golfslag ν etc. Biotisch ν Zie “Relaties” Cultuur : Invloeden van menselijke activiteit ν Maaien ν Planten ν Voederen ν Licht ν Voedselrijkdom ν Verzuring ν Verstening ν Vervuiling ν etc. Ook verandering als zodanig is een belangrijke omgevingsfactor ! Aanpassing 7% De “tolerantiekromme” geeft de overlevingskansen van een organisme bij waarden van een omgevingsvariabele tussen ‘te weinig’ en ‘teveel’ 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Breedte(en plaats) van de kromme bepaalt : specialist of generalist 0 10 Minimum De “marginale” individuen zijn van belang voor overleven bij, en aanpassing aan -veranderendeomstandigheden. 20 30 Optimum Tolerantiebreedte 40 Maximum Aanpassing (2) 7% 6% Wat kan er gebeuren als bijvoorbeeld de temperatuur een paar graden stijgt ? 4% 3% 2% 1% 0% 0 10 12,5 15 17,5 20 22,5 25 27,5 30 Temperatuur 7% 6% 5% F re q u e n tie Frequentie 5% 4% 3% 2% 1% 0% 0 10 12,5 15 17,5 20 22,5 Temperatuur 25 27,5 30 Gradiënten Gradiënt : Verandering van een grootheid (omgevingsfactor) als functie van een (ruimtelijke) veranderlijke. In “gradiëntrijke” situaties vind je relatief veel verschillende (planten)soorten Voorbeeld gradiëntrijke omgeving : duinen ν Duinplas en omgeving vochtigheid/hoogteverschil ν Noord/zuidhellingen ν Invloed van wind/zout ν Kalkrijk/kalkarm Door middel van een “transect” kan een gradiënt worden onderzocht Ecologisch “gedrag” van Graslandplanten Groeiplaatsfactoren vochtigheid en zuurgraad voor een aantal boomsoorten Plantensociologie Elke plantensoort is aangepast aan specifieke omstandigheden, daardoor vind je dezelfde soorten vaak bij elkaar Indelingen : ν Plantengeografische districten ν Plantengemeenschappen ν “Landschappen” Plantengeografische districten Landschappen*) “Plantenrijk” Natuurlandschappen ν Bossen ν Moerassen ν Vennen ν Duinen ν Kwelders ν etc. Cultuurlandschappen ν Heidevelden ν Weilanden / Hooilanden ν Akkers ν Parken ν Opgespoten terreinen ν etc. *) In realiteit meer een spectrum dan tweedeling Denk ook aan : Wegbermen, (spoor)dijken, sloten, uiterwaarden etc. Ontwikkeling van een populatie koolmezen Predator en Prooi Verandering in de tijd : Successie Planten hebben invloed op hun omgeving : ν Schaduw ν Breekt de wind ν Verhoogt vochtigheid ν Organisch materiaal ν Ontkalkt (humuszuren) ν Onttrekt vocht/zouten ν Beschermt bodem tegen erosie ν Vermindert dynamiek In onze omgeving is het eindstadium (“Climax”) (bijna) altijd bos… maar….. Wind, (over)stroming, begrazing, maaien etc. kunnen de ontwikkeling tegenhouden of terugdraaien : ν ν ν ν ν ν Hoogveen Zeereep Uiterwaarden Schorren Zandverstuiving Hooiland, weide etc. Nog wat ecologische begrippen Habitat : Plaats waar een organisme leeft Niche : Rol van het organisme Biotoop : Kleinst mogelijk geografische onderverdeling van de habitat Territorium : Gebied dat tegen soortgenoten wordt verdedigd Bioaccumulatie : Ophoping van bepaalde (gif)stoffen in hogere voedselniveaus (predatoren) doordat de betreffende stoffen niet worden uitgescheiden maar (bijv in vet) worden opgeslagen Ecosysteem : Geheel van planten- dierengemeenschappen, samen met de niet levende omgeving Boeken ν ν ν ν ν ν ν ν Ecologie (Odum; Holt International; ISBN 0 03 910156 8) Ecologie, theorie en praktijk (Nys; Pelckmans, ISBN 90 289 0763 7) Plantenrijk (Schroevers cs; Kosmos, ISBN 90 215 0680 7) Wilde Flora (3 delen; Westhoff cs, Natuurmonumenten) Nederlandse Oecologische flora (5 delen; Weeda, ISBN: 90-5011-129-7) Wetenschap in de tuin (Capon; Ludion, ISBN 90-5544-537-1) De symbiotische planeet ( Margulis; Contact, ISBN 90 254 9633 4) Human wildlife (Buckman, Kery Porter, ISBN 0-8018-7406-8) Websites ν ν ν ν ν ν http://nl.wikipedia.org/wiki/Ecologie http://www.mnp.nl/nl/publicaties/2006/Natuurbalans2006.html http://www.natuurinformatie.nl/natuurdatabase.nl/natuurdatabase.nl/i000107.html http://team.bk.tudelft.nl/Publications/2002/Grondgebied%2008%20Ecologie.htm http://www9.minlnv.nl/servlet/page?_pageid=508&_dad=portal30&_schema=PORTAL30 http://www.knnvuitgeverij.nl/www2/index.htm