HOOFDSTUK EEN Het Griekse en Romeinse theater De oorsprong van het theater ligt in een ver verleden , in de religieuze riten van de vroegste samenlevingen . Gedurende de hele geschiedenis van de mensheid kan men sporen vinden van liederen en dansen ter ere van een god , vertolkt door priesters en gelovigen in dierevellen , en van de uitbeelding van zijn geboorte , dood enverrijzenis. Ook nu nog kan men soortgelijke erediensten waarnemen bij primitieve volkeren . Maar voor wat wij tegenwoordig onder thea ¬ ter verstaan zijn drie dingen noodzakelijk : acteurs die onafhankelijk van het oorspronkelijk in unisono optredende koor spreken of zingen ; een conflictelement dat overgedragen wordt door middel van dialoog; en een publiek dat emotioneel bij de handeling betrokken is , maar er niet aan deelneemt . Weliswaar kan er zonder deze essentiele elementen sprake zijn van religieuze of sociale ceremonieen , maar niet van theater. Er is beweerd dat de vroegste nog bestaan de Egyptische teksten voor begrafenissen en kroningen waarvan sommige zelfs van 3000 voor Christus dateren eigenlijk toneelstukken zijn . Maar een protocol voor de kroning van een vorst door de hogepriester is geen toneeltekst . De gebeurtenis maakt deel uit van de werkelijkheid en volgens Aristoteles is een toneelstuk ‘een nabootsing van een handeling en niet de handeling zelf ’ . Zelfs het befaamde passiespel van Abydos , dat verhaalt over de dood , begrafenis en herrijzenis van de god Osiris , is eigenlijk een handleiding voor een gemeenschappelijke godsdienstoefening. Voordat er van theater sprake kan zijn , moeten we wachten op iets dat wat meer afstand neemt van de werkelijkheid . Op grond hiervan is het eerste grote theatertijdperk in de geschiedenis van de Westerse beschaving dat van Griekenland in de vijfde eeuw voor Christus. Daar werden tragedies en komedies , waar¬ van sommige nog steeds bestaan , voor het eerst opgevoerd door ac teurs en niet door priesters , in speciale gebouwen of op plekken die hoewel gewijd geen tempels waren . Van sommige zijn ru ines overgebleven , die ons archeologisch bewijsmateriaal verschaffen . Er is bovendien enig materiaal over de voorstellingen en de gebouwen , en hun beider invloed kan nog teruggevonden worden in het huidige Europese en Amerikaanse theater . — — ¬ — — ' 7 - - US - I SasSat Hwstes> gl > 5« s 5Ji . im 3S 9N ; -mm ffi? > m »w< * *> OgSaaEBa -. ** il BaafeEK s£ « ee» ^-- -m SK B . j ‘ ^ "4 CSS'J * f • •• as vv ^^5: - "« J De oorsprong van het moderne theater kan teruggevoerd worden op de dithyrambe ( of unisono hymne) die gezongen werd rond het altaar van Dionysus, de god van de wijn , wiens cultus zich verspreid had van het Nabije Oosten naar Griekenland . Hij werd gezongen door een koor van vijftig mannen , vijf van elk der tien stammen van Attica . Het proces waardoor deze eenvoudige godsdienstoefening evolueerde tot de volledige Griekse tragedie zoals we die vinden in het klassieke Athene , moet traag zijn geweest en het is onmogelijk de verschillende stadia precies aan te geven . Maar in de vroegste toneelstukken vinden we de vijftig koorleden weer terug en altijd staat III . 1 in het midden van het toneel het altaar van Dionysus. De lyrische vorm van de dithyrambe verklaart de gezongen koorpartijen in de stukken en hun dichterlijke inhoud . Maar het allerbelangrijkste , de verruiming van de strekking van de dithyrambe , waarvan oorspronkelijk alleen het leven en de verering van Dionysus centraal stonden , totdat er ook verhalen over halfgoden of helden , legendarische voorouders van de Grieken en de met hen verbonden volkeren in opgenomen werden , is terug te vinden in de stukken . De goede of slechte daden van deze helden , hun oorlogen , vetes , huwelijken en over spel en het lot van hun kinderen die zo vaak boetten voor de zonden 8 m 1 (links) Het Dionysustheater in Athene zoals het er nu uitziet . Tijdens achtereenvolgende verbouwin gen ging de cirkelvormige orchestra , die in Epidaurus nog bestaat ( III. 14 ), verloren , maar de voet het altaar van Dionysus is nog te zien in het midden van de halve cirkel m < ; ? mt 2 ( rechts) Grieks acteur met een tragisch masker in de hand en een korte chiton en hoge laarzen (kothurnen) aan ; van een vaasschildering uit de late vierde eeuw v. Chr . Het masker is van een sterke, knappe held in de kracht van zijn leven met blond haar en een baard van hun ouders, zijn een bron van dramatische spanning en dragen het conflictelementaan : tussen mens en god , goedenkwaad , kind en ou ¬ ders, plicht en passie . Dit kan leiden tot begrip en verzoening tussen de botsende partijen aangezien een Griekse tragedie niet noodzakelijkerwijs slecht afloopt of tot onbegip en chaos . Het publiek kende de verhaJen van aile Griekse toneelstukken bij voorbaat . Ze maakten onderdeel uit van hun religieuze en culturele erfgoed , want vele gingen terug tot de tijd van Homerus. Het interessante lag daardoor voor de toeschouwer niet in de onbekendheid met het verhaal , maar in het kijken hoe de toneelschrijver ermee omging en ongetwijfeld in de waardering van de acteursprestaties en de verrichtingen van het koor tijdens het zingen en dansen iets waarover we helaas erg weinig weten . Maar het Griekse drama bleef niet beperkt tot de tragedie. Zelfs de vroomste geest heeft ontspanning nodig en de komedie kwam binnensluipen in de vorm van feestelijkheden die plaatsvonden in de dorpen wanneer de oogst veilig was binnengehaald . Ze werden opgesierd door de grollen van de satyrs half mens , half geit die de dienaren van III . 3 Dionysus waren . Uit hun grappenmakerij en uit het ruwe vermaak van andere dorpsfestivals ontstonden de eerste echte komedies in het theater . 9 — — — — — Waarschijnlijk werd de inhoud van de dithyrambe gedurende enige tijd ruimer zonder dramatisch te worden . Er was iets nodig, een nieuwe bouwsteen , om van de eredienst theater te maken . En aangezien de natuurlijke menselijke reactie , wanneer er een vorm van gemeenschappelijke activiteit gecatalogiseerd moet worden , is om iedere fase aan te duiden door middel van een herkenbare per soon , is het geen verrassing dat de eer van het inluiden van het theater aan een man toegeschreven moet worden : aan Thespis , de leider van een dithyrambekoor wiens naam synoniem geworden net zoals met het is met het acteren ‘de kunst van Thespis’ ‘Thespiskleed ’ het toneelkostuum bedoeld wordt . Men zegt dat Thespis uit zijn geboorteplaats Icaria reisde met zijn koor en al III . 3 zijn bezittingen in een wagen , waarvan de vloer en de achterklep een geimproviseerd toneel konden vormen . Tijdens zijn omzwer vingen van het ene festival naar het andere bereikte hij uiteindelijk als eerste een naar hem toekwam Athene , en daar won hij Dionysia . toneelfestival de , stedelijke prijs op het pas ingestelde De grote vernieuwing van Thespis was dat hij zich losmaakte uit het koor en er in de gedaante van de god of held wiens daden gevierd werden een dialoog mee aanging . Hij was zo de eerste acteur en tevens de eerste theaterdirecteur . De stap die hij zette was zelfs nog meer revolutionair dan hij nu lijkt , omdat hij de eerste niet - gewijde was die de gedaante van een god aan durfde te nemen . Tot dan toe was dat het voorrecht geweest van priesters of koningen , die uit hoofde van hun functie al half goddelijk waren . De weg lag nu open voor een onafhankelijke ontwikkeling van de acteur en voor een gebouw dat aan zijn behoeftes voldeed . De vroegste Griekse theaters , zoals dat in Delphi bijvoorbeeld , werden altijd III . 4 bij een tempel gebouwd . Ze bleven het middelpunt van de gemeen schappelijke godsdienstoefening , maar de vertolking van de toneelstukken die er opgevoerd werden , werd toevertrouwd aan man nen die in de eerste plaats acteurs waren en alleen in traditie dienaren van Dionysus . Ook de toeschouwers , waaronder een aantal van de vroegere priester-acteurs , veranderden . Ze waren zich nog wel bewust van de religieuze betekenis van de stukken , maar begonnen deze te beoordelen als een kunstwerk , en uiteindelijk als vermaak , en werden zo meer een publiek dan een geloofsgemeenschap . Van de drie belangrijkste festivals in Griekenland verrijkte de dat in het midden van de winter gehouden landelijke Dionysia werd en waarin de nadruk gelegd werd op Dionysus als god van — — — — ¬ — 10 > . ; .:: V V • • : V: MM m wm* 3 De wagen van Thespis, reconstructie van een Attische vaasschildering. Hij toont Dionysus met zijn gevolg van satyrs op weg naar de stedelijke Dionysia — de vruchtbaarheid het theater met de koorleider , die waarschijnlijk het dorpshoofd was, en met het woord ‘tragedie ’ (van tragos , geit ; hetzij omdat een geit geofferd werd op de eerste dag, hetzij omdat hij als prijs werd uitgereikt op de laatste) . Het Januari-festival , de Lenaia , was voornamelijk gewijd aan vermaak , met elementen die bijdroegen aan de latere ontwikkeling van de komedie ( het woord komt van comos : feest of verkleedpartij). Maar het festival waarvoor alle nog bestaande Griekse toneelstukken zijn geschreven , evenals vele andere die verloren zijn gegaan , was de stedelijke Dionysia , die in april in Athene gevierd werd en niet alleen werd bijgewoond door iedere burger die daartoe in staat was , maar ook door vertegenwoordigers van de geassocieerde en geallieerde staten . De voorbereidingen begonnen ongeveer tien maanden van te voren . Dichters die mee wilden dingen moesten allereerst hun werk voorleggen aan het presidium , dat drie toneelstukken uitzocht om te spelen . Door loting werd vervolgens aan iedere dichter een hoofdrolspeler toegewezen en een beschermheer of choregos , een rijk man die als onderdeel van zijn sociale plichten alle productiekosten voor zijn rekening nam . De auteur van het stuk componeerde de muziek ervoor en legde de dansen vast . Totdat specialisten die taak overnamen , studeerde hij ook het koor in . En totdat het aantal acteurs en hun belangrijkheid toenam , speelde hij vaak zelf de hoofdrol . 11 De eerste dag van de stedelijke Dionysia was gewijd aan de prachtige processie die afgebeeld staat op de fries van het Parthenon. De acteurs namen eraan deel in hun toneelkostuums, maar zonder hun maskers. De volgende drie dagen waren gewijd aan de tragedies en de vierde aan komedies, hoewel later de komedies ’ s avonds gespeeld werden , na de tragedies die bij zonsopgang begonnen . Iedere tragedieschrijver moest drie stukken bijdragen : hetzij een trilogie over een thema , hetzij drie aparte stukken die een thema gemeen had den , plus een satyrspel , waarover we weinig weten . Waarschijnlijk was het een schunnig, komisch commentaar op het hoofdthema van de tragedies, dat behouden werd als verbinding met de vroegere Dionysus-verering. De komedie-schrijvers mochten maar een stuk afleveren . Er werden prijzen uitgereikt voor de beste komedie en de beste tragedie , voor de beste productie ( vandaar het belang van een m H' emmas * mm in > - mf t y - ii IS t B t - sc, i * ’ r y:«l? mm mm ’ . '/*** r J m ' • at - ' ~3 vrijgevige choregos) , en later ook voor de beste acteur in een tragedie die niet per se in het winnende stuk hoefde te spelen . Van de vele dichters die schreven voor de stedelijke Dionysia , en waarvan we de namen en de titels van hun stukken kennen uit de verschillende catalogi die in de oudheid zijn opgesteld , was de eerste en wellicht ook de beste Aeschylus . Hij werd geboren in 525 v . Chr . en was tijdens zijn leven niet alleen als dichter bekend maar ook als soldaat en stadgenoot . Hij vocht bij Marathon en Salamis en stierf in 456 v . Chr . tijdens een bezoek aan Syracuse . Men neemt aan dat hij ongeveer tachtig a negentig stukken geschreven heeft , waarvan zeven complete stukken en een aantal fragmenten over zijn . Zijn Oresteia is het enige voorbeeld van een dramatische trilogie die is Ills. 5 , 6 overgebleven . In zijn stukken kunnen we de ontwikkeling van het Griekse theater volgen . In de vroegste telt het koor nog vijftig leden , > 4 ( links ) Het theater en de tempel van Apollo in Delphi , vierde eeuw v . Chr . 5 ( onder ) Clytemnestra doodt Cassandra , detail van een vaasschildering; ca . 430 v . Chr . Deze gebeurtenis uit Aeschylus’ Oresteia vond achter het toneel plaats. De kledingstukken zijn waarschijnlijk toneelkostuums ; beide rollen werden door mannen gespeeld Wm ms iHHm s m M & 1 m I 1 i ?- I f 5$ x % * KJ ' - 1 SJTJ '1 net als in de dithyrambe , en is er maar een acteur . Later wordt het koor tot twaalf man teruggebracht en wordt er een tweede acteur ingevoerd en uiteindelijk zelfs een derde . Alle stukken van Aeschylus zijn krachtig, majestueus en in prachtige verzen geschreven . Na zijn dood werden ze vaak heropgevoerd , hoewel er gewoonlijk alleen nieuwe stukken werden gebracht in het festival . Ze zijn nog steeds bekend en worden vaak in vertaling gespeeld , vooral het eerste deel van de Oresteia , dat de moord op Agamemnon door zijn vrouw Cly- temnestra behandelt . De volgende bekende Atheense toneelschrijver was Sophocles, joriger dan Aeschylus en van een heel ander temperament . De meest productieve periode van zijn toneelschrijfkunst viel samen met het hoogtepunt van de Atheense geschiedenis onder Pericles. Ook hij schreef ongeveer negentig stukken waarvan er zeven over zijn , en altijd een eerste of tweede , nooit een der ¬ won achttien prijzen de . Hij schreef zijn laatste stuk , Oidipoes in Kolonos , een vervolg op dat vaak nieuw geensceneerd het meer bekende Koning Oidipoes aan het eind van zijn lange leven: III. 261 wordt in het moderne theater hij was negentig jaar toen hij stierf . Het werd posthuum opgevoerd . Sophocles, die een serene en weloverwogen aard had , charmant, succesvol en hooggeacht door zijn tijdgenoten , was een minder krachtig, maar menselijker schrijver dan Aeschylus , wiens thema’ s kosmisch waren . Sophocles hield zich meer bezig met de verwikkelingen van de intermenselijke verhoudingen dan die van de relatie goden rnensen . Zijn plots zijn complexer , zijn karaktertekening, zoals in Antigone en Electra is subtieler , zijn versregels zijn flexibeler en har monieuzer . In zijn stukken beweegt de Griekse tragedie zich weg van de eenvoud en soberheid van haar oorsprong en is het koor veel minder in de handat hij van twaalf tot vijftien uitbreidde deling betrokken , waarschijnlijk vanwege een technische reden met betrekking tot het patroon van de koordansen . Sophocles’ vernieuwingen werden doorgezet door zijn jongere tijdgenoot Euripides, de laatste grote Griekse tragedieschrijver. Hij werd geboren in 484 v . Chr. en stierf in 406 , het jaar waarin ook Sopho ¬ cles stierf. Hij kwam uit een gegoede familie , was een beetje teruggetrokken en veel individualistischer dan zijn twee voorgangers. Tot zijn stukken waarvan er achttien van mogelijk tweeennegentig over zijn , behoort De Cycloop , het enige volledige satyrspel dat we bezit ten . Euripides was sceptisch , modern van visie en naarmate hij ou der werd steeds genadelozer en in zijn tijd duidelijk minder populair — — — — 14 — r >v i & X P ft * r £s R .'iw , iS - *r i r V 5 V A' y f ' r- % / v* * ? r / ^ a e- 9 t / M \ i . N -V; i : r. r ;i ft' te . S "i i • ZS** wara / us ^r 6 Apollo beschermt Orestes tegen de Furieen , een scene uit Aeschylus’ Oresteia , vaasschildering; ong . 370 v . Chr . dan Aeschylus en Sophocles : hij won de prijs slechts vijf keer . Zijn stukken werden beter begrepen en meer gewaardeerd door latere generaties, wat wellicht het aantal stukken dat bewaard is gebleven verklaart . Ze zijn ook nu nog populair : ongewoon realistisch , niet langer pure tragedie maar tragi- komedies , zelfs melodrama ’ s. Een aantal ervan zijn studies van abnormale gemoedstoestanden en hij was geinteresseerd in de psychologie van de vrouw . Tot zijn vernieuwingen behoorde het gebruik van een proloog in de moderne betekenis van het woord , om de situatie aan het begin van het stuk samen te vatten . Hij versnelde ook het proces waarin het koor steeds minder belangrijk werd . In sommige van zijn stukken , bijvoorbeeld Medea en Hippolytm , die over individuele emoties handelen en niet over gra ¬ te , algemene gebeurtenissen , zoals in vroegere tragedies , moet hij het koor als obstakel ervaren hebben . Voor zijn opvolgers werd het steeds minder belangrijk ; zij lasten obligaat een groep zangers en dansers in die de handeling onderbrak met op zichzelf staande tussen - spelen . 15 i i 7 5 Terwijl de tragedie zich ontwikkelde in de handen van dezedrie auteurs, smolten de verschfllende vormen van komedie samen tot de stukken van Aristophanes, die geboren werd in 448 v. Chr. en stierf III. 7 in 380 . Hij is de enige Atheense komedieschrijver waarvan we com ¬ plete stukken bezitten ; van de anderen hebben we slechts fragmen ¬ ts. Maar net als Shakespeare lijkt hij een half dozijn schrijvers in zich te verenigen . Veel van zijn komisch werk is vluchtig en sterk gerelateerd aan de politieke en sociale mores van zijn tijd . Het beste ervan laat zich niet vertalen . Maar de overlevering van zijn genie is zo sterk dat zijn naam in alle landen staat voor frivole, actuele, uitgekiende komedie. We beschikken over elf van de veertig stukken waarvan we weten dat hij de auteur is, en veel ervan ontlenen hun titel aan de gedaanten die het koor aannam : De Ridders, De Wespen, De Vogels, De Wolken en De Kikkers. En vooral door dat koor wordt de satirische boodschap van de auteur overgebracht. Het basisidee in elk stuk is op zichzelf al komisch en wordt versterkt door een serie incidenten die nauwelijks iets met elkaar te maken hebben en ruim baan maken voor de inventiviteit van zowel de auteur als de acteur , want zoals altijd in komedies , had de acteur grote invloed op het eindresultaat . Geen moderne auteur zou zich de schimppartijen , sociale satire , het op de man spelen , de clownerie en obsceniteit van het leeuwendeel van Aristophanes’ werk kunnen permitteren . Bij vertaling verdwijnen meestal de humor en de scherpe kanten . Het moderne publiek weet te weinig van de achtergronden om de actuele toespelingen te kunnen waarderen . Het enige wat gedaan kan worden is de universele kenmerken van het stuk te benadrukken in plaats van de tijd gebonden kenmerken , misschien door een discrete modernizering van sommige gebeurtenissen . Op deze manier zijn de meeste van de stukken heropgevoerd , vooral De Vogels en De Kikkers; in het Nieuw Grieks door het Griekse Kunst Theater onder leiding van Karolos Koun . De acteurs in de Griekse tragedie , wier kostuums we voornamelijk kennen van Griekse vaasschilderingen met theaterscenes , droegen bewerkelijke gewaden , vaak in felle kleuren en met gedetailleerd borduurwerk , en hoge schoenen (cothurni) om hun god Dionysus na te bootsen . Later werden hun gewaden opgevuld en nam hun lengte toe door een hoofdtooi (onkos) en door dikke zolen onder de schoenen . Dit gaf hen in de weidse openluchttheaters van die tijd een in drukwekkende waardigheid die paste bij de personages die zij voorstelden en hun aanwezigheid op het toneel benadrukte . Het belang- — Ills. 5, 6 III . 2 III. 23 16 3 rijkste kenmerk van hun kostuum was het masker , waarvan men zegt dat het door Thespis werd geintroduceerd . Het was gemaakt van licht Ills. 2, 11, 23 hout , kurk of linnen en stelde de drie acteurs in de tragedie in staat om elk verschillende rollen te spelen en , in een theater waarin alleen door mannen gespeeld werd , ook om vrouwen voor te stellen . Elk masker er zijn meer dan dertig types bekend gaf niet alleen leeftijd , maatschappelijke positie en geslacht van het personage aan , maar ook de dominante emotie : vrees , woede , haat , wanhoop . De acteur , die het middel van de gelaatsuitdrukking niet kon gebruiken , moest voor de meeste effecten vertrouwen op het bereik en de expressie van zijn — — \ 7 Acteurs als vogels verkleed , vaasschildering; ong. 500 v . Chr. Hoewel hij1 van voor de komedie van Aristophanes dateert , toont deze scene wellicht hoe het koor in De Vo gels was aangekleed . Het kostuum volgt het traditionele gebruik van vogelvermom mingen in vroege religieuze ceremonieen ¬ 5 % P LV < v: V V •v <1 " KST . i * .v 3 9 * e c ' 3 It V © * - A" - - ‘ .? : . - ms m •v m A •A, t . X L. J \ r. 8 ( links ) Hellenistisch beeldje van een komische acteur met masker , uit Tralles in Turkije 9 ( boven ) Archa isch Punisch komisch masker , Tunis 10 ( rechts ) Hellenistisch komisch masker , Athene 11 (geheel rechts ) Een marmeren replica van het masker van een tragische heldin . Dit is een laat Romeins exemplaar van de ‘blonde , langharige , tragische heldin ’ , maar waarschijnlijk ge modelleerd naar vroegere Griekse maskers ' — die bekritiseerd stem . Zelfs na de hervormingen van Euripides werd door Aristophanes in een van diens komedies omdat hij zijn bleef de Griekse tragische acteur een acteurs ‘in lompen ’ hulde statisch , goddelijk wezen , sprekend en zingend in harmonie met speciaal gecomponeerde muziek (die allemaal verloren is gegaan ) en zijn individualiteit verliezend in het personage dat hij uitbeeldde . Het koor , dat meer bewegingsvrijheid nodig had , droeg de kledij van de mensen die zij voorstelden en lichte maskers. Het kostuum van de komische acteur verschafte natuurlijk meer bewegingsvrijheid , aangezien de laatste een halve acrobaat moest 12, 13 zijn . Hij droeg meestal zachte slippers ( socci) , een vleeskleurige mail lot , een korte tuniek die op groteske wijze was opgevuld , en in de III. 10 komedies uit Aristophanes’ tijd , een grote , rode , leren fallus . De dienaren van Dionysus in het satyrspel droegen wollige korte broeken — 18 12-13 ( rechts) Acteurs van de Oude Komedie; beeldjes uit het midden van de vierde eeuw v . Chr. Links een slaaf die doet alsof hij doof is, of die zojuist een oorvijg heeft gekregen ; rechts twee dronken slaven of feestgangers, met maillots, opgevulde jasjes en een fallus I NV > a" \ & \ P W :: x - - <w% W V 1 . ?! » ' fk ) i i /. - £& .rs - - £r vl ^ ts :v & JT > at :-- *= ' i d B 1/ it. v iW - .-*hi • *.-h p-% m ' t A : H a £~ - ,- r?; £. & Fv 6 -- -- - I >.vt * c Safes k m *4 m % - - . 1 w . . >’ ' 3 « mm I m I ry; X »: W ' • « 1 ' * waaraan een staart en een fallus vastzaten . Van de theaters waar de Griekse toneelstukken voor het eerst werden opgevoerd , is weinig over , maar het is mogelijk om de essentiele kenmerken te reconstrueren uit latere gebouwen of uit het architectonische materiaal van het Dionysus-theater in Athene, dat een aantal keren gerestaureerd is. Het hart van het theater werd gevormd door III. 1 de oorspronkelijke dansplaats, de vlakke cirkelvormige ruimte met het altaar van Dionysus in het midden die gebruikt werd door het koor . Deze orchestra , zoals hij genoemd werd , is uitstekend bewaard gebleIII. 14 ven in het theater van Epidaurus , dat nog ieder jaar gebruikt wordt 20 M1 . ' 15 ms > - r 8 fi . .* - V » m & f. * * 14 Een moderne voorstelling in het gerestaureerde theater in Epidau rus. De steil oplopende zitplaatsen en de goed bewaard gebleven orchestra zijn ook zichtbaar voor een toneelfestival in de zomer . De musici zaten of stonden waarschijnlijk op de trap naar het altaar. In een hoefijzer rond de orchestra , op een glooiing, zat het publiek , aanvankelijk op de kale grond , later op houten banken , nog later op stenen of marmeren zitplaatsen . In het midden van de eerste rij stonden de bewerkte stenen zetels die gereserveerd waren voor de priester van Dionysus ( tot wie de god zelf zich richt met een bede om hulp in Aristophanes’ De Kikkers ) en andere hoogwaardigheidsbekleders en gasten van de staat . Aanvankelijk was de toegang vrij. Later werd een klein bedrag gevraagd . Arme burgers kregen het noodzakelijke geld voor een kaartje , aangezien aanwezig- 21 heid bij de stedelijke Dionysia vrijwel verplicht was. Achter de orchestra bevond zich een, waarschijnlijk uit zeer vroege tijden afkomstig, toneelgebouw , dat doet denken aan de fagade van de oorspronkelijke tempel. In de praktijk diende het om de acteurs een achtergond en een klankbord te verschaffen en om de kleedkamers , de toneelmachinerie en de noodzakelijke rekwisieten aan het oog te onttrekken : de rode loper in Agamemnon , het hoofd van Pentheus in De Bacchanten , Hectors schild in Trojaanse Vrouwen . Het toneelgebouw werd in tweeen gedeeld door een grote dubbele deur in het midden , en had aan weerszijden een kleinere deur waardoor de acteurs op- en afgingen . Het koor kwam binnen langs de twee toegangen tussen het toneelgebouw en het auditorium die ook gebruikt konden worden als het publiek binnenkwam . Het belangrijkste onderdeel van de toneelmachinerie was de kraan ( mechane ) waarmee de god vanuit de hemel kon afdalen om de verwikkelingen van de plot op te lossen , (vandaar de uiidrukking deus ex machina ) , maar er was ook een rolwagen waarop een eerder gebouwd toneeltje kon worden getoond , en een machine waarmee men onweer kon nabootsen . Er was geen decor in de huidige betekenis van het woord , maar de toneelmuur zorgde voor een achtergrond die allengs verder uitgewerkt werd . Aan beide kanten van het toneel stonden verder periaktoi. Men denkt dat het driezijdige prisma’ s waren die om hun as gedraaid konden worden om op sym bolische wijze een verandering van scene aan te geven , door middel van een geschilderde boom , zuil of golven . Gezien de afmetingen van de theaters kunnen we redelijkerwijs aannemen dat er tussen het toneelgebouw en de orchestra een verhoging was voor de acteurs , waardoor ze gemakkelijker te zien waren en onderscheiden konden worden van het koor . Zeker is dat er in latere tijIII . 1 den een vrij hoog toneel was met een marmeren fries aan de onderkant en een trapje naar de orchestra . Tegen de tijd dat de grote stenen bouwsels die wij als typisch Grieks beschouwen in gebruik kwamen , was de macht over het theater verschoven van de toneelschrijvers naar de acteurs , zoals vaker zou gebeuren in de geschiedenis van het theater , en waren de hoogtijdagen van het Griekse theater voorbij. Komedie voerde de boventoon en III . 15 de enige noemenswaardige schrijver was Menander , die rond 342 v . Chr . geboren werd en in 292 stierf . Slechts vijf van zijn stukken zijn bewaard gebleven en die zijn onvolledig , maar hij had een grote reputatie in de Oudheid en er zijn voldoende fragmenten van zijn werk over om ons in staat te stellen een beeld te vormen van zijn ‘Nieuwe 22 - = m m Jf 2?- I V & I \ 3S t K* t i m i - , 15 Menander in zijn atelier met maskers uit de Nieuwe Komedie van een relief dat zich nu in Rome bevindt . De maskers zijn die van Menanders belangrijkste personages : een jonge man , een courtisane en een boze vader . Het meisje rechts , dat misschien nog een masker vasthoudt , zou de Muze der Komedie kunnen zijn of Menanders maitresse , Glykera 16 Een scene uit een Romeinse komedie van voor 79 n . Chr . ; muurschildering uit Pompei. De afbeelding lijkt een spottende slaaf die twee gelieven heeft verrast ' th* h ' ' m '7 ' & r 3 W p “ L ?' , i $ < B 1 A T mm. ; * f/ r idT ' K ' SSSi " V. ? fey — : i &t i i" ’ • arSl • ST v jp . TD # j J > 17 Het Romeinse theater in Sabrata , het grootste in Noord - Afrika . Het werd rond 200 gebouwd en heeft de typisch Romeinse half-cirkelvormige orchestra , een verhoogd toneel en een uitgebreid versierde frons scenae van drie verdiepingen Komedie’ , zoals hij genoemd werd om een onderscheid te maken met de Oude Komedie van Aristophanes . De Nieuwe Komedie is zeer verschillend : goedgeluimd , politiek ongevaarlijk , houdt zich op oppervlakkige wijze bezig met komische situaties in het stadsleven van alledag en is nauwelijks satirisch , maar nog wel sca breus . De gekunstelde plots gaan over familiezaken , verdwenen kinderen , uitgestelde huwelijken en zoekgeraakte schatten , en in Ills. 18, 19 al die plots speelt de slimme , doortastende slaaf een hoofdrol . In feite is het een romantische zedenkomedie die alle sporen van zijn religieuze oorsprong heeft verloren en waarin voor het koor geen plaats meer is . Met dit type Griekse komedie , dat in de reusachtige Hellenistische theaters met hun hoge tonelen en uitgebreide toneelgebouwen gespeeld werd , kwamen de Romeinen in contact toen ze hun impe rium naar het zuiden , in de richting van Griekenland , uitbreidden . III . 16 Het werd gemakkelijk begrepen en geassimileerd en in Italie geim 24 18- 19 ( rechts ) Acteurs in de Nieuwe Komedie . waarschijnlijk persona ¬ ges uit stukken gebaseerd op die van Menander . Het beeldje links stelt een potten bakker of drinker voor , het rechter een woekeraar , handelaar of diefachtige slaaf M i l I J X 7 20 Een scene uit Adelphi van Terentius , een latere copie van een beeldje uit de vierde of vijfde eeuw . Het toont Aeschinus en zijn broer Ctesipho tegenover de slaven handelaar Sannio ( die meegevoerd wordt door hun slaaf Syrus) , van wie zij een meisje gestolen hebben waarop Ctesipho verliefd is . % -- n f ^ - es A ^ C1ESI £S ? HO 11 A H C H l >J U S I X • SlflAJVS a l meriyuderitrriuqujLclrurn dffertrecciJvrnhiluicleo - r w I porteerd , waar het enige belangrijke wijzigingen onderging en de basis vormde voor het werk van de twee belangrijkste schrijvers van de Romeinse komedie ( fabula palliata ): Plautus en Terentius. Ze ontleenden er hun verhalen aan en veel van de standaardpersonages die de dramatis personae van hun stukken uitmaken : licht ontvlambare oude mannen , jonge losbollen en bemoeizieke slaven . Plautus, van wie twintig stukken over zijn , was in eerste instantie een vertaler en bewerker die zijn stukken baseerde op oorspronkelijk Griekse stukken , die later verloren zijn gegaan , maar de handeling naar Rome verplaatste en er herkenbare trekjes van het Ro¬ meinse leven aan toevoegde. Zijn personages zijn duidelijk onderscheiden . Men vindt er de snoevende soldaat { miles gloriosus ) onder , de vrek , de parasiet , de identieke tweeling ( wier avonturen Shake¬ speare materiaal verschaften voor zijn Klucht der vergissingen) en de onvermijdelijke slaaf, afgesnauwd maar vindingrijk. Zijn daden maken de kern van de meeste komedies uit . Plautus was een voortreffelijk ambachtsman en zijn stukken laten zich beter spelen dan lezen. Terentius, een vrijgelaten slaaf uit Afrika , was origineler en een beter schrijver , doordat hij dankzij de goedheid van een aristocratische beschermheer een betere opleiding had genoten . Zijn stuk ¬ ken , waarvan er zes over zijn , bevatten minder actuele toespelinIII. 20 gen en grollen dan bij Plautus en de strekking van zijn plots en di alogen is universeler . Wellicht was dat de reden waarom ze impopulair werden bij het publiek , wier smaak meer uitging naar koorddansen , gladiatoren en pantomime. Maar net als Seneca , wiens tra¬ gedies geschreven zijn om te lezen en niet om te spelen , zouden Plau ¬ tus en Terentius enorme invloed hebben op toneelschrijvers in een later en heel ander tijdperk. Terwijl de geschreven komedies van Plautus en Terentius wegkwijnden bij gebrek aan toeschouwers , raakte de fabula atellana , de korte boerse klucht uit Zuid-Italie , steeds populairder . Zijn aantrekkingskracht berustte op de puur Romeinse humor van de clowns Maccus en Bucco , de domme oude man Pappus en de gebochelde slaaf Dossennus. Eenmaal naar Rome getransporteerd hield het gebruik van dialect in deze stukken op en werden de geimproviseerde plots vervangen door vaste , geschreven teksten waarvan een paar titels over zijn . In de vorm waarin dit genre opbloeide onder dic¬ tator Sulla was het het enige oorspronkelijke Romeinse drama . Het had natuurlijk weinig literaire waarde en de aantrekkingskracht was hevig maar kort . Toch is het vermelding waard vanwege de opmer' n l m UT , 7/ "y I t / $ ;S 4 5 $ l t a 33 i t i . 11 Is ggsa % ? = li E 3 21 Een Romeins mime-stuk van voor 79 n . Chr . waarop het tot in de details opgebouwde toneel met drie ingangen en een bovenverdieping te zien is . Op het toneel een jonge held , twee krijgers en achter twee slaven , de een met een fakkel , de ander met een wijnkruik , duidelijk bezig met de voorbereidingen van een feest kelijke paralellen met de vroege uitingen van de later zo populaire Italiaanse vorm van theater , de commedia dell’ arte. ( zie hoofdstuk 3) De theaters van de Romeinse wereld verschilden zeer van die in Griekenland . Ze werden op een vlak stuk grond gebouwd niet in een heuvelkom met een grote stenen muur eromheen , die meest - III . 17 al fraai bewerkt was . Met de verdwijning van het koor was de laatste band met de dithyrambe verbroken en werd de orchestra overbodig . In het Romeinse theater waren daardoor alle ogen gericht op het hoge toneel waar rijen banken voOr stonden dat aan de achterzijde een uitgebreid bewerkte toneelmuur had , de frons scenae (soms III . 21 twee verdiepingen hoog) . Dit toneel vertoonde duidelijk verwant schap met de primitieve , tijdelijke platforms ( de phlyakes-tonelen ) — E I >» — — cr l — 27 J 'Y 3 & a £ £ - -T • ' / o if m* Q M i 22 Op een phlyakes- toneel met steunpilaren en een zij-ingang, ( zie ook III . 20) probeert de vrek Charinus zijn schatkist tegen dieven te beschermen . Een vaasschil dering uit het midden van de vierde eeuw v . Chr . Waarschijnlijk ontwikkelde het Romeinse toneel ( zie III . 17) zich uit dit soort tijdelijke tonelen waarop in Zuid - Italie de mime- kluchten gespeeld werden tot ongeveer 300 v . Chr . Op de vele overgebleven vaasschilderingen van phlyakes -opvoeringen kan men zien hoe het hoge platform met pa III . 22 nelen of gordijnen tot ontwikkeling kwam en ook hoe grotesk ge kostumeerd en overdreven de toneelspelers er uitzagen in deze ka rikaturen van de Griekse tragedie of in de stukken die gebaseerd waren op de liefdesavonturen van Zeus en de zeven werken van Her ¬ cules , die een groot gedeelte van hun repertoire uitmaakten . In de eerste eeuwen van het nieuwe tijdperk waren Romeinse theaters in Italie gebouwd , in Spanje en Frankrijk , en in de kolonien in Noord -Afrika . Een aantal ervan is goed bewaard gebleven III . 17 en men kan zien hoe imposant ze geweest moeten zijn toen ze net 28 TT ‘ . . - 3 K ? 6 m *9 - b ' - I; ~v i fjr - 4r -; | '4 _ _i - 7srT /i, w - ; ft? m . Ifcf -/»J'0 ^ V j "‘ «1 A * . V/ ^ M 23 Tragische acteur met masker , die de hoge pruik ( onkos) laat zien ; wandschildering uit Herculaneum , en dus van voor 79 n . Chr . Te zien aan zijn verwarde haardos heeft de acteur die zit zojuist zijn tragische masker , dat helemaal rechts te zien is , afgenomen . De man achter is waarschijnlijk zijn kleder gebouwd waren . Ze waren van alle snufjes voorzien , inclusief een voordoek dat verdween in een gleuf aan de voorkant van het toneel . Voor het publiek waren er luifels , fruitverkopers en op hete dadouches met geparfumeerd water . Maar het waren prach gen tige lege hulzen waarin een uitstervende kunst huisde . De voorstel lingen die men er kon zien haalden het niet bij die in de eenvoudige houten bouwsels uit de vroege Griekse tijd . De belangrijkste kost bestond er uit platvloerse en obscene toneelstukjes en kluchten die zich voornamelijk bezighielden met dronkenschap , hebzucht , over spel en onderbroekenlol , of overdadige acrobatische spektakels met schaars geklede dansers . Acteurs, die in Griekenland een grote III . 24 reputatie genoten , stonden niet langer in aanzien . Roscius , wiens — — 29 a > J / • - S : ,«w, jr \ .< ; J ^ 1 ' f" • T ^ ** • ' *V II naam synoniem is geworden met goed acteren , was wellicht een eervolle uitzondering, maar zelfs Cicero die hem verdedigde in een rechtszaak vond dat een toneelstuk iets was om te lezen . Thea tervoorstellingen , eens de glorie van Griekenland , en zelfs in het Ro me van de republiek van enig belang, werden in het grote Rijk niet veel meer dan een vulgaire vorm van volksvermaak . Op een gegeven moment werden ze totaal verboden . De religieuze oorsprong en glorieuze verleden vergetend , leek het theater zoals zo vaak in zijn te sterven aan eigen onbenulligheid , om sterker dan geschiedenis ooit weer terug te keren vanuit een onverwachte richting . — — ¬ — — 24 ( links ) Meisjes in ‘bikini ’ die dansen tijdens een Romeins waterballet ; een laat derde eeuws mozaiek . Waterballetten waren erg populair bij het Romeinse publiek en de orchestra werd hiervoor waen voor de naumachiae ( namaak -zeeslagen ) terdicht gemaakt en onder water gezet , zelfs die van het Atheense Dionysus- theater ( zie III. 1 ) — — 25 Romeinse maskers van een slaaf en een fluitspeler M l ' m a sat - V m m 31 1