Hoofdstuk 24 - Noordhoff Uitgevers

advertisement
© 2009 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten
Hoofdstuk 24 Valutamarkt
Open vragen
24.1
Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven
moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het
verschil tussen bied- en laatkoersen en de transactiekosten verwaarloosbaar is):
Amsterdam: EUR 1 = USD 1,0959
New York:
EUR 1 = USD 1,0923
Londen:
GBP 1 = USD 1,6269
GBP 1 = EUR 1,4845
a
Het economisch bureau van zijn bank verwacht dat de eurokoers aan het eind van het
jaar $ 1,1111 zal bedragen. De valutahandelaar mag een ongedekte positie van
maximaal $ 100 mln innemen.
Wat verstaan we onder de directe notering van de wisselkoers van een vreemde
valuta?
b Bereken de koers van de dollar uitgedrukt in euro’s in Londen.
c
Wat is arbitrage? Leg uit wat de valutahandelaar op basis van de verstrekte gegevens
zal doen.
d Wat zal er op basis van uw antwoord bij c gebeuren met de dollarkoers ten opzichte
van de euro in de verschillende financiële centra?
24.2
e
Wat is speculatie? Leg uit wat de valutahandelaar op basis van de verstrekte
gegevens kan doen.
f
Wat zal er op basis van uw antwoord bij e gebeuren met de dollarkoers uigedrukt in
euro’s?
Gegeven is de volgende tabel met de rente-ontwikkeling in de Verenigde Staten en het
eurogebied.
Tabel Driemaandse rente (%) in de Verenigde Staten en het eurogebied
(maandcijfers)
2006
2007
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sept
Verenigde
Staten
5,19
5,36
5,36
5,35
5,35
5,36
5,36
5,36
5,48
5,49
Eurozone
3,08
3,75
3,82
3,89
3,98
4,07
4,15
4,22
4,54
4,74
Bron: ECB, Monthly bulletin, oktober 2007
Open vragen en vraagstukken
Algemene economie en bedrijfsomgeving
1
© 2009 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten
a
Welk verband bestaat er tussen het Amerikaans-Europese renteverschil en de koers
van de euro ten opzichte van de dollar?
b Leg uit welk effect een daling van de economische groei in de VS heeft voor de
lopende rekening van de betalingsbalans in de VS. Welk effect heeft de verandering in
de lopende rekening op de euro/dollarkoers?
c
Leg uit welk effect een daling van de economische groei in de VS heeft voor de
financiële rekening van de betalingsbalans in de VS. Welk effect heeft de verandering
in de financiële rekening op de euro/dollarkoers?
d Geef aan welke invloed de volgende gebeurtenissen hebben op de koers van de dollar
ten opzichte van de euro:
In Rusland ontstaat politieke onrust over de rente- en aflossingsverplichtingen die de
overheid aan het buitenland moet betalen.
Het Amerikaanse tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans verbetert met
0,4% van het bbp. De markt had op een verbetering van 1,4% van het bbp gerekend.
In Europa ruziën de Franse en Duitse regering over het monetaire beleid dat in de
eurozone moet worden gevoerd.
Het Internationaal Monetair Fonds voorspelt dat de Europese economie een fors
herstel laat zien, terwijl de Amerikaanse economie de top in de conjunctuur is
gepasseerd.
Na afloop van een overleg tussen de zeven grootste industrielanden ter wereld (de
G7) maken de regeringsleiders bekend dat de betalingsbalansonevenwichtigheden
tussen Europa, de VS en Japan worden veroorzaakt door een overgewaardeerde
dollar.
De president van de Amerikaanse centrale bank spreekt zijn zorg uit over de forse
groei van de geldhoeveelheid in de VS.
De inflatie in de VS stijgt met 1%, wat precies overeenstemt met de verwachting van
valutahandelaren.
24.3
a
Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zouden de centrale banken van de
vier belangrijkste valutagebieden ter wereld – de VS, de EMU. Japen en China – hun
valutabeleid moeten coördineren om betalingsbalansonevenwichtigheden te bestrijden
en wilde koersfluctuaties te voorkomen.
Noem en beschrijf de voor- en nadelen van een systeem van flexibele wisselkoersen
ten opzichte van een systeem van vaste wisselkoersen.
Een van de belangrijkste onevenwichtigheden in de wereldeconomie is het
Amerikaanse tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans. In de
onderstaande tabel staan de saldi op de lopende rekening van de Verenigde Staten,
Japan, de EMU en China weergegeven.
Open vragen en vraagstukken
Algemene economie en bedrijfsomgeving
2
© 2009 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten
Tabel Lopende rekening van de betalingsbalans ($ mld)
Verenigde Staten
Japan
Eurogebied
China
1
2
2005
2006
20071
20082
–754,9
–811,5
–784,3
–788,3
165,7
170,4
195,9
195,1
27,9
0,9
–21,2
–48,8
160,8
249,9
379,2
453,2
Schatting
Prognose
Bron: IMF, World Economic Outlook, oktober 2007
b Welke afspraken zouden de centrale banken van de Verenigde Staten, Japan, het
eurogebied en China volgens het IMF moeten maken over de wisselkoersverhouding
tussen dollar, yen, euro en de Chinese yuan renminbi?
c
Welke consequenties hebben deze afspraken voor het monetair beleid in de EMU?
Geef tevens aan of dit haaks staat op het streven naar prijsstabiliteit in de eurozone.
Volgens de ECB is een wisselkoersbeleid ten opzichte van bijvoorbeeld de yen en de
dollar niet nodig, omdat de externe waarde (de wisselkoers) van de euro volgt uit de
interne waarde (de koopkracht op de binnenlandse markt).
d Leg dit uit.
24.4
a
Met ingang van 1 januari 2008 hebben 15 van de 27 EU-landen de euro ingevoerd.
Uiteindelijk zullen alle EU-landen de euro invoeren. Alleen Groot-Brittannië, Zweden
en Denemarken hebben een uitzonderingspositie bedongen. Zij hebben de vrijheid om
de euro niet in te voeren.
Wat zijn de belangrijkste voor- en nadelen van de economische en monetaire unie in
Europa?
b Welke voorwaarden gelden er voor deelname aan de euro?
c
Het pact voor stabiliteit en groei, dat er onder andere voor moet zorgen dat landen de
tekortnorm van 3% van het BBP niet overschrijden, is zeer omstreden. Sommigen
spreken zelfs van het instabiliteits- en depressiepact.
Waarom is het belangrijk dat individuele EU-lidstaten zich houden aan de tekortnorm
van 3%?
d Welke nadelen zijn aan de strikte handhaving van de begrotingsnormen in een periode
van laagconjunctuur verbonden?
24.5
a
Een belegger heeft op 1 februari gedurende een periode van een jaar een
liquiditeitsoverschot van € 1 miljoen. Na een jaar heeft hij dit bedrag weer nodig. Bij
een belegging in vreemde valuta’s wenst hij daarom het valutarisico uit te sluiten.
De belegger neemt een belegging in dollars (rente op jaarbasis: 10%) en een
belegging in euro’s in overweging (rente op jaarbasis 4%). De contante koers van de
dollar bedraagt op 1 februari € 0,86.
Door welke oorzaak wordt volgens Fisher het renteverschil tussen de Verenigde
Staten en de EMU verklaard?
Open vragen en vraagstukken
Algemene economie en bedrijfsomgeving
3
© 2009 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten
b Bereken de eenjaarstermijnkoers van de dollar op 1 februari. Heeft de belegger bij
deze termijnkoers van de dollar een beleggingsvoorkeur?
c
Om 13.00 uur ’s middags stijgt de rente in de Verenigde Staten van 10 naar 10,2%.
Bereken nauwkeurig het beleggingsresultaat van beide alternatieven om 13.00 uur
’s middags (gebruik de gegeven contante koers en de bij b berekende termijnkoers).
Wat zullen internationale beleggers doen?
d Leg uit welke gevolgen de rentestijging heeft voor de contante koers en voor het
(dis)agio in de termijnkoers.
e
Veronderstel dat de contante koers stijgt tot € 0,862. Bij welke eenjaarstermijnkoers is
er weer sprake van interestpariteit?
Vraagstukken
V24.1
In de volgende tabel is de ontwikkeling van de marktkoers van de Amerikaanse dollar
en de koopkrachtpariteit van de dollar weergegeven (de koopkrachtpariteit is berekend
op basis van de prijzen van het BBP).
Tabel Marktkoers en koopkrachtpariteit van de dollar in euro’s
2003
2004
2005
2006
Marktkoers
0,884
0,804
0,804
0,796
Koopkrachtpariteit
0,871
0,866
0,859
0,854
Bron: OESO, Main Economic Indicators, oktober 2007; ECB, Maandbericht, oktober
2007
a
Leg uit wat met de koopkrachtpariteit van de dollar wordt bedoeld.
b Wat kunt u op basis van de tabel concluderen over de prijsontwikkeling in de EMU en
in de Verenigde Staten in de periode 2003-2006?
c
Wanneer spreken we van een overwaardering van een munt?
d Noem en beschrijf een voor- en een nadeel van een overgewaardeerde munt voor een
land.
e
f
Welke oorzaken zijn er voor het verschil tussen de koopkrachtpariteit (op basis van de
prijzen van het BBP) en de marktkoers van de dollar?
Het IMF verwachtte in oktober 2007 dat de prijsstijging van het BBP in de Verenigde
Staten en het eurogebied in 2007 respectievelijk 2,6% en 2,0% zou bedragen.
Bereken de verwachte koopkrachtpariteit van de dollar aan het eind van 2007.
Men kan de koopkrachtpariteittheorie gebruiken om de koers van de dollar te
voorspellen.
g Zou u deze voorspelling gebruiken voor de besluitvorming over het afdekken van een
exportorder naar de VS? Verandert uw antwoord als het gaat om een directe
investering in de VS?
Open vragen en vraagstukken
Algemene economie en bedrijfsomgeving
4
© 2009 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten
V24.2
In de volgende tabel zijn enkele macro-economische kerngegevens voor het Verenigd
Koninkrijk en de EMU weergegeven.
Verenigd Koninkrijk
EMU
2006
2007
2008
2006
2007
2008
BBP (groei in %)
2,7
2,6
2,8
2,6
2,4
2,3
Inflatie (%)
2,3
2,3
2,0
2,2
1,9
2,0
Lopende rekening (%BBP)
–2,8
–2,9
–2,5
–0,2
–0,1
0,1
Korte rente (%, jaarultimo)
5,2
5,4
5,6
3,7
4,1
4,5
Bron: ABN AMRO, Economisch Perspectief, maart 2007
a
Ten slotte is nog bekend dat de wisselkoers van de euro ten opzichte van het pond op
31 december 2006 gelijk is aan: € 1 = £ 0,6715. De koopkrachtpariteit van de euro ten
opzichte van het pond bedraagt op 31 december 2006: €1 = £ 0,7236 (bron OECD).
Is de euro op 31 december 2006 over- of ondergewaardeerd ten opzichte van het
Britse pond? Motiveer je antwoord.
b Benader de koopkrachtpariteit van de euro ten opzichte van het Britse pond op 31
december 2007 en 2008.
c
Welke invloed heeft het saldo op de lopende rekening van beide gebieden op de
koersontwikkeling in 2007 en 2008?
d Welke invloed heeft het verschil in economische groei tussen beide gebieden op de
koersontwikkeling in 2007 en 2008?
e
Welke invloed heeft de renteontwikkeling in beide gebieden op de koersontwikkeling in
2007 en 2008?
f
Bereken de eenjaarstermijnkoers van de euro ten opzichte van het Britse pond op 31
december 2006.
g Wat mogen we op basis van de eenjaarstermijnkoers van de euro ten opzichte van het
Britse pond op 31 december 2006 verwachten voor de contante koers van de euro op
31 december 2007?
Open vragen en vraagstukken
Algemene economie en bedrijfsomgeving
5
Download