At opinio facillime sumitur

advertisement
Informatiedocument onderwijs aan
asielzoekerskinderen
aarfebruari 2016
Datum
Status
Onze referentie
Mei 2016
Definitief
870775
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
Colofon
Directie
Projectnaam
Versienummer
Contactpersoon
PO
Programma onderwijs aan asielzoekers
10 mei 2016
M.C. Buisman
T +31 6 52 36 74 90
[email protected]
Rijnstraat 50 | Den Haag
Postbus 16375 | 2500 BJ Den Haag
Auteurs
Buisman, Soest, Göbbels, Swarts, Buis, Roorda
Distributielijst
G37, G4, Onderwijsinstellingen PO/VO/MBO/HO
LOWAN, VNG, COA, Inspectie van Onderwijs
Pagina 2 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
Inleiding
Informatiedocument voor gemeenten, scholen en schoolbesturen over onderwijs aan
asielzoekerskinderen. Wanneer een opvangvoorziening voor asielzoekers wordt
gevestigd of asielzoekers in een gemeente gaan wonen, zijn er vaak vragen over
het organiseren van onderwijs voor asielzoekerskinderen.
Dit document geeft gemeenten en scholen/schoolbesturen antwoorden en doet een
aantal aanbevelingen voor een aanpak (zie paragraaf 11).
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Gebruikte begrippen
1.1
Status
1.2
Type opvang
1.3
Reguliere opvang, verschillende typen huisvesting
1.4
Onderwijs op de locaties
Leerplicht en kwalificatieplicht voor asielzoekerskinderen
Wie doet wat bij het regelen van onderwijs aan asielzoekerskinderen?
Primair onderwijs
4.1
Bekostiging
4.1.1 Reguliere bekostiging
4.1.2 Aanvullende regelingen
4.1.3 Maatwerk bekostiging
4.1.4 Risico’s personeel voor het primair onderwijs
4.1.5 Huisvestingskosten
4.2
Andere faciliteiten voor scholen en docenten
4.3
Inspectie van het Onderwijs
Voortgezet onderwijs:
5.1
Bekostiging
5.1.1 Reguliere bekostiging
5.1.2 Aanvullende regelingen
5.1.3 Maatwerk bekostiging
5.2
Huisvestingskosten
5.3
Bevoegdheden docenten
5.4
Inspectie van het Onderwijs
Faciliteiten die gelden voor primair én voortgezet onderwijs
6.1
Andere faciliteiten voor ouders en kinderen
6.2
Leerlingenvervoer voor nieuwkomers
Middelbaar beroepsonderwijs
Hoger Onderwijs
Voorschoolse Educatie
Passend onderwijs en Jeugdhulp
Algemene aanbevelingen
Contact, vragen of signalen
Websites en verwijzingen
Pagina 3 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
1
Gebruikte begrippen
1.1
Status
Als het gaat om onderwijs aan asielzoekerskinderen worden vaak termen door
elkaar gebruikt. Hieronder een opsomming van de meest gebruikte terminologie
inclusief toelichting.
Asielzoeker
Een asielzoeker is iedereen die een asielaanvraag in Nederland heeft ingediend.
Zolang er geen beslissing is genomen over de asielaanvraag blijft deze persoon
asielzoeker.
Statushouder
Een statushouder is een voormalig asielzoeker met een (tijdelijke)
verblijfsvergunning in Nederland, wordt ook wel een vergunninghouder genoemd.
Nieuwkomer
Een nieuwkomer is iemand die in Nederland is en niet de Nederlandse nationaliteit
bezit. De meeste nieuwkomers die voor langere tijd in Nederland verblijven zijn EUburgers. Asielzoekers vormen een bijzondere categorie nieuwkomers. In de
regelgeving wordt in plaats van de term nieuwkomer ook de term vreemdeling
gebruikt.
1.2
Type opvang
Vanaf het moment dat een asielzoeker Nederland binnenkomt, wordt hij
opgevangen in één van de opvangcentra. Het COA kent reguliere opvanglocaties en
noodopvanglocaties.
Reguliere opvang
Reguliere opvanglocaties hebben een opvangcapaciteit van 300-1500+ personen en
worden door het COA geëxploiteerd voor een termijn van minimaal twee jaar.
Incidenteel worden ook recreatieparken, migrantenhuisvesting of vergelijkbare
accommodaties benut.
Noodopvang
Dit zijn tijdelijke, sobere opvanglocaties. Het gaat bijvoorbeeld om paviljoens als
Heumensoord en aangepaste kantoren die voor de duur van 6 tot 12 maanden
opvang kunnen bieden aan +/- 300+ asielzoekers.
Crisisnoodopvang
Daarnaast bestaat er crisisnoodopvang voor in beginsel 72 uur in accommodaties,
zoals sporthallen, die normaal bij incidenten, rampen of crisis worden ingezet. Voor
deze crisisnoodopvang zijn de gemeenten verantwoordelijk. Meer informatie over
een specifieke crisisnoodopvanglocatie vindt u dan ook op de website van de
betreffende gemeente.
Er zijn afspraken gemaakt met het Rijk en de gemeenten om de capaciteit van de
(nood)opvang zodanig uit te breiden dat de crisisnoodopvang kan worden
afgebouwd, of in de toekomst niet meer nodig is.
Pagina 4 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
1.3
Reguliere opvang, verschillende typen huisvesting
Na binnenkomst in Nederland komen vreemdelingen in de volgende locaties terecht,
in principe in onderstaande volgorde. De grote toestroom kan maken dat dit in de
praktijk anders uitpakt. Op alle genoemde locaties moet als er minderjarigen zijn,
worden verzorgd.
Centrale Ontvangstlocatie (COL)
Een vreemdeling die asiel aanvraagt in Nederland wordt in eerste instantie
opgevangen in de Centrale Ontvangstlocatie (COL). Er zijn COL’s in Ter Apel, BudelCranendonck en Veenhuizen.
Procesopvanglocatie (POL)
In een POL worden asielzoekers opgevangen die in de eerste fase van de
asielprocedure zitten. De POL’s bevinden zich altijd in de buurt van het kantoor van
de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) waar de aanvraag van de asielzoeker in
behandeling is.
Asielzoekerscentrum (AZC)
In een AZC verblijven zowel statushouders (verblijfsgerechtigden) die in afwachting
zijn van een woning als asielzoekers die in de verlengde procedure zitten.
Vrijheidsbeperkende locatie (VBL)
Op een VBL verblijven uitgeprocedeerde asielzoekers die geen recht meer hebben
op opvang op een AZC. Zij kunnen nog maximaal twaalf weken terecht op de VBL.
Er is een vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel.
Gezinslocatie (GLO)
In een Gezinslocatie verblijven gezinnen met minderjarige kinderen waarvan het
asielverzoek is afgewezen. Een uitspraak van de Hoge Raad verbiedt dat kinderen
op straat worden gezet. Met Gezinslocaties kan dit worden voorkomen.
Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV)
Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen heeft het COA speciale kleinschalige
opvanglocaties ingericht.
Zie voor meer uitleg www.coa.nl
1.4
Onderwijs op een COA locatie
Aan veel opvanglocaties is vaak al een (basis)school gekoppeld. Op dit moment
worden ook veel nieuwe opvanglocaties ingericht. De gemeente waar de leerling
woont (of waar de locatie is gehuisvest) is ervoor verantwoordelijk dat de kinderen
naar school gaan. De gemeente neemt meestal het initiatief om met de
schoolbesturen daarover in gesprek te gaan.
Pagina 5 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
2
Leerplicht en kwalificatieplicht asielzoekerskinderen
Asielzoekerskinderen hebben net als alle kinderen in Nederland recht op onderwijs
en moeten zich kunnen voorbereiden op maatschappij en arbeidsmarkt. In ons land
gelden de leerplicht en de kwalificatieplicht. Dit betekent dat jongeren van 5 tot 18
jaar (voor 5 tot 16-jarigen geldt een leerplicht – voor 16 en 17-jarigen geldt een
kwalificatieplicht) naar school moeten tot zij een startkwalificatie hebben gehaald:
een havo-diploma, vwo-diploma of een mbo-diploma op niveau 2 of hoger. De
overheid ziet toe op de handhaving.
In de leerplichtwet staat dat kinderen recht op onderwijs hebben, dat recht geldt
uiteraard meteen. Er wordt logischerwijs geen termijn genoemd waarbinnen dat zou
moeten. Die termijn staat in de Europese Richtlijn.
In de Europese Richtlijn staat dat asielzoekerskinderen na indiening van de
asielaanvraag binnen drie maanden toegang moeten hebben tot onderwijs.
Onderwijs is belangrijk voor kinderen, daarom is het de bedoeling dat ieder zich
maximaal inspant om onderwijs sneller te realiseren dan deze drie maanden
termijn.
Het beleid is er op gericht om het onderwijs aan asielzoekerskinderen zo snel
mogelijk te realiseren. Het is in de huidige praktijk van de snelle en hoge instroom
van asielzoekers niet overal haalbaar dat de asielzoekerskinderen na aankomst in
Nederland de eerste dag naar school kunnen. Omdat de reguliere centra (POL, COL
en AZC’s) vol zijn, worden er ook gezinnen met kinderen geplaatst in
noodopvanglocaties. Wanneer kinderen langer in de noodopvang verblijven dan
moet daar voor onderwijs gezorgd worden, zoals dat bijvoorbeeld in Heumensoord
(Nijmegen/Heumen) is gebeurd.
In de crisisnoodopvang (geen COA opvang) waar mensen in de regel maar kort
verblijven (maximaal 72 uur) is het vanwege deze korte verblijfsduur niet mogelijk
onderwijs te organiseren.
Pagina 6 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
3
Wie doet wat bij het regelen van onderwijs aan
asielzoekerskinderen?
COA
•Verantwoordelijk voor het huisvesten van asielzoekers
•Overlegt met gemeente over vestiging van een voorziening voor asielzoekers
•Geeft een inschatting van het aantal kinderen (nieuwkomers)
•Overlegt met gemeente over onderwijs - inschakelen LOWAN/PO-Raad/VO-Raad
•Beschikt over een regelingen voor vervoer van asielzoekers en een faciliteitenregelingen waarop een
beroep kan worden gedaan.
•COA voert de Ohba regeling uit. Dit is de regeling Onderwijshuisvestingsbudgetten ten behoeve van
basisonderwijs aan asielzoekerskinderen (Ohba-regeling). Een beroep op deze regeling kan uitsluitend
gedaan worden door de gemeente
Gemeente
•Overlegt met LOWAN/ PO-Raad /VO Raad en schoolbesturen over onderwijs
•Verantwoordelijk voor het huisvesten van scholen
•Verantwoordelijk voor het leerlingenvervoer van de in de gemeente gevestigde statushouders
LOWAN/PO-Raad/VO-Raad
•Ondersteunt op verzoek scholen bij het organiseren van onderwijs aan nieuwkomers
•COA/Gemeenten kunnen LOWAN/ PO-Raad/VO-Raad direct betrekken bij onderwijsvraagstukken
•Geeft voorlichting over financiële regelingen en verdere inrichting van het onderwijs
Scholen (schoolbesturen)
•Verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs
•Overlegt met COA en gemeente (en LOWAN/ PO-Raad/VO-Raad) over organiseren van onderwijs
•Overlegt met de gemeente over huisvesting
•Zorgt voor deze doelgroep voor voldoende, bevoegd en bekwaam personeel
OCW
•Verstrekt reguliere bekostiging, voorwaarde is dat asielzoekerskinderen zijn aangemeld bij de school
•Verstrekt op aanvraag aanvullende bekostiging op basis van bestaande regelingen
•Als dan nog knelpunten ontstaan kan een aanvraag voor maatwerk worden ingediend. OCW garandeert dat
de bekostiging per asielzoekersleerling wordt aangevuld tot maximaal 9000 euro op jaarbasis voor een PO
leerling en maximaal 11.000 euro voor een VO leerling.
•OCW heeft Accountmanagers voor vragen, meedenken, signaleren en het aandragen van oplossingen.
•OCW is aanspreekbaar wanneer er problemen zijn bij de uitvoering. De relevante directies kunnen worden
benaderd, zie verderop in het document.
Inspectie voor het Onderwijs
•Ziet toe op en rapporteert over de kwaliteit van de voorzieningen en het onderwijs aan nieuwkomers
•Denkt mee over de verspreiding van goede voorbeelden.
•Is aanspreekbaar bij knelpunten en participeert bij de oplossing daarvan.
Pagina 7 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
4
Primair onderwijs
Informatie vanuit het LOWAN of de PO-raad is beschikbaar om schoolbesturen en
scholen te ondersteunen bij het inrichten van het onderwijs.
Ook bij het aanvragen van aanvullende regelingen bij DUO of wanneer sprake is van
maatwerk (zie verderop voor meer informatie).
4.1
Bekostiging
4.1.1
Reguliere bekostiging
Scholen die lesgeven aan asielzoekerskinderen kunnen aanspraak maken op
reguliere bekostiging en verschillende aanvullende regelingen.
Basisscholen krijgen bekostiging voor het aantal leerlingen dat zij op 1 oktober van
het voorafgaande jaar hadden. Ook de gewichtenregeling en de groeiregeling zijn
van toepassing. Het is zeer belangrijk de kinderen tijdig in te schrijven.
4.1.2
Aanvullende regelingen
Daarnaast zijn er drie regelingen voor aanvullende bekostiging; 1) voor de toename
van het aantal asielzoekers, 2) de eerste opvang van asielzoekers (de regeling
spreekt over ‘nieuwkomers’ hieronder vallen asielzoekers) en 3) de opvang van
asielzoekerskinderen in procesopvanglocaties (POL) en gezinslocaties (GLO). Ook
een beroep op deze regelingen is het belangrijk de kinderen tijdig in te schrijven.
•
Als er sprake is van een toename van minimaal tien leerlingen,
asielzoekerskinderen of statushouders onder na 1 oktober en vóór 1 juli, kan
een schoolbestuur een aanvraag indienen voor bijzondere bekostiging. Het
schoolbestuur ontvangt dan € 1.396 per asielzoekerskind voor een heel
schooljaar.
Op het moment dat er een toename is van minimaal 10 leerlingen,
asielzoekerskinderen en/of statushouders gedurende het jaar kan de school
wederom additionele financiering aanvragen. Een kopie van de
verblijfsstatus van de asielzoeker, het ‘IND-pasje’ of afsprakenkaart volstaat
als bewijs bij eventuele controle.
Regeling: Toename aantal asielzoekers/statushouders (art. 37)
•
Voor de eerste opvang van vreemdelingen (asielzoekers of statushouders)
die korter dan één jaar in Nederland verblijven, ontvangt een schoolbestuur
€ 2.793 per leerling, vanaf tenminste vier leerlingen. Een school die voor het
eerst asielzoekers (of andere nieuwkomers) opvangt, ontvangt een
eenmalige aanvulling van € 10.679. Om aanspraak op dit laatste bedrag te
doen moet de school niet vergeten om een verklaring mee te sturen, zie
LOWAN Site [link toevoegen] voor een voorbeeld verklaring.
Regeling: Eerste opvang vreemdelingen (artikel 38).
•
Voor asielzoekerskinderen die in een proceslocatie (POL) of gezinslocatie
(GLO) zijn ondergebracht, ontvangt een schoolbestuur extra bijzondere
bekostiging vanaf minimaal 10 leerlingen. Dit bedrag is € 811 per leerling
per schooljaar.
Regeling: De opvang van asielzoekerskinderen in procesopvanglocaties
(POL) en gezinslocaties (GLO) (artikel 39).
Pagina 8 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
Voor aanvragen zie:
DUO: https://duo.nl/zakelijk/primair-onderwijs/bekostiging-en-subsidies/extrabekostiging-aanvragen.jsp
Of meer uitleg op de Site van LOWAN: http://www.lowan.nl/primaironderwijs/financiering/ocwduo/bijzondere-bekostiging/
4.1.3
Maatwerkbekostiging
Op dit moment is de instroom van leerlingen zo hoog dat scholen vaak niet uit de
voeten kunnen met de bekostiging. Dit is vooral het geval wanneer de kinderen die
verblijven in een COA-locatie na 1 oktober instromen in de basisschool. De scholen
kunnen dan onvoldoende beroep doen op de bestaande aanvullende regelingen. In
die gevallen zijn de gewone en aanvullende regelingen niet toereikend voor de
bekostiging van het onderwijs aan asielzoekerskinderen.
Om te voorkomen dat scholen over onvoldoende financiële middelen beschikken om
asielzoekerskinderen onderwijs aan te bieden heeft het ministerie van OCW de
mogelijkheid gecreëerd voor maatwerkbekostiging. Ook voor maatwerk geldt dat de
leerlingen ingeschreven moeten staan op een school.
In aanvulling op de reeds bestaande regelingen kan een vergoeding aangevraagd
worden tot een bedrag van maximaal €9.000 per leerling per schooljaar. De
beschikking wordt in juni 2016 opgemaakt op basis van de realisatie. De school
krijgt het verschil uitgekeerd tussen het bedrag dat men ontvangt vanuit de
reguliere bekostiging en uit de aanvullende regelingen enerzijds en het bedrag van
€ 9.000 op jaarbasis anderzijds.
Contact over maatwerk:
Met een verzoek voor maatwerkfinanciering kan een school terecht bij de directie
Primair Onderwijs van het ministerie van OCW. Er is een format beschikbaar voor
het indienen hiervan, voor meer informatie: [email protected]
4.1.4
Risico’s personeel voor het primair onderwijs
Voor de opvang van asielzoekerskinderen kan het nodig zijn tijdelijke contracten te
sluiten met werknemers. De Wet Werk en Zekerheid bepaalt dat werknemers een
vast contract moeten krijgen na drie opeenvolgende tijdelijke contracten, of als
langer dan twee jaar gebruik wordt gemaakt van elkaar opvolgende tijdelijke
contracten. Schoolbesturen dienen zelf te letten op de consequenties van de Wet
Werk en Zekerheid bij het sluiten van tijdelijke contracten met werknemers.
Wanneer bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst de werknemer aanspraak
maakt op een werkloosheidsuitkering, meldt de werkgever zich bij het
participatiefonds. Het is waarschijnlijk dat het participatiefonds de uitkeringskosten
zal vergoeden. Indien blijkt dat het participatiefonds de werkloosheidskosten niet
kan vergoeden van tijdelijke werknemers die zijn aangenomen voor onderwijs aan
asielzoekers, is OCW bereid onder nadere voorwaarden de kosten voor haar
rekening te nemen. OCW wil in dat geval vooraf inzage krijgen in het aantal
leerkrachten en de wijze waarop leraren, die onderwijs geven aan asielzoekers,
worden ingehuurd om de omvang van het risico in te schatten. Deze afspraak geldt
ook indien de school personeel aanneemt ter vervanging van eigen, meer ervaren,
personeel dat wordt ingezet voor onderwijs aan asielzoekerskinderen.
Voor vragen: [email protected]
Pagina 9 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
4.1.5
De huisvestingskosten
Voor de huisvestingskosten van het basisonderwijs bij een opvanglocatie kan de
gemeente een beroep doen op de regeling Onderwijshuisvestingsbudgetten ten
(Ohba-regeling, link opnemen). Het COA voert de regeling uit. De gemeente kan
een beroep op deze regeling doen in geval van een nieuwe (tijdelijke) voorziening of
bij uitbreiding op bestaande voorzieningen.
Voor extra voorzieningen voor scholen in verband met een toename van
statushouders (vergunninghouders) die niet verblijven op een COA-opvanglocatie
geldt dat dit een reguliere aanvraag bij de gemeente is.
Gezien de hoge instroom van asielzoekersleerlingen is de Ohba-regeling verruimd.
Tot eind 2015 is als regel aangehouden, dat sprake is van een opvangcentrum
indien het voorzieningen betreft met zowel een vestigingsduur van één jaar of
langer als een opvangcapaciteit van 100 plaatsen of meer. Gezien de hoge instroom
zal zich vaker een situatie voordoen waarbij de opvangduur korter dan dat ene jaar
is. Daarom heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie in overleg met het COA de
Ohba-regeling ook van toepassing verklaard op opvanglocaties met een
vestigingsduur van zes maanden of langer en een opvangcapaciteit van 100
plaatsen of meer.
De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting en inrichting van de
onderwijsvoorziening. Meteen bij de start moet de gemeente een keuze maken
tussen een voorziening in bestaande bouw of nieuwbouw (semipermanente
nieuwbouw) als dislocatie (dat is een vestiging onder hetzelfde brinnummer, in het
primair onderwijs kan dit alleen via een dislocatie en niet met een nevenvestiging)
van een moederschool. Het is belangrijk dit tijdig te besluiten zodat eventuele
nieuwbouw aangesloten kan worden bij de planvorming en het vergunningentraject
van de opvanglocatie. Indien nog onduidelijk is hoeveel leerlingen er komen, mag
de onderbouwing van de aanvraag op basis van de Ohba-regeling gedaan worden
met een te verwachten leerlingenaantal. De definitieve vaststelling van het bedrag
vindt dan plaats op basis van de officiële leerlingentelling. Hoe/wanneer?
Zeven
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
bekostigingsonderdelen van de Ohba-regeling:
Terrein of grond
Gebouw
Onderwijsleerpakket
Meubilair
Klokuren gymnastiek
Verzekeringen
Onroerend zaakbelasting
De bijdrage geldt voor de periode die vermeld wordt in de bestuursovereenkomst
van gemeenten en het COA. De bijdrage wordt voor de gehele periode van de
bestuursovereenkomst in een keer verstrekt op basis van de in het stichtingsjaar
gelden normbedragen en percentages. Bij verlenging van de overeenkomst of
ophoging van de capaciteit van de opvanglocatie wordt opnieuw beschikt over de
nieuwe periode en/of aantallen, rekening houdend met de inmiddels verstreken
afschrijvingstermijn en de toentertijd geldende normbedragen en percentages.
Procedure (wordt nader aangevuld door COA)
De aanvrager is een gemeente, COA voert deze regeling uit.
Telling tussentijds hogere aantallen.
Verantwoording van middelen.
Tijd die de procedure in beslag neemt.
Pagina 10 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
4.2
Andere faciliteiten voor scholen en docenten
4.2.1
Leskisten voor scholen
Info: zie www.lowan.nl
4.2.2
Omgaan met trauma’s
Voor het omgaan met leerlingen die last hebben van posttraumatische stress en
oorlogstrauma’s kunnen scholen terecht bij de Stichting Tussenspel. Dankzij de
methodiek van Stichting Tussenspel kunnen kinderen die in zeer moeilijke sociale
omstandigheden zitten nieuwe stappen in hun ontwikkeling zetten, Daardoor
kunnen ze de moeilijke omstandigheden beter de baas blijven. Creatieve therapie is
een vorm van hulpverlening die met behulp van beeldend werk (tekenen,
schilderen, knutselen enzovoort), drama, muziek of dans een verandering of
groeiproces op gang brengt. De kracht van deze therapie bij kinderen is, dat praten
niet nodig is.
Zo kunnen de kinderen hun moeite met taal overwinnen, evenals de angst om te
verwoorden wat in hen omgaat. Via een ‘alsof wereld’ communiceren ze over wat ze
beleven. Met behulp van het spel of het materiaal leert het kind hoe het zich anders
met zijn omgeving kan verhouden. Daardoor is het in staat om eigen oplossingen
voor problemen te vinden. Vaak komt hierna de persoonlijke ontwikkeling vanzelf
weer op gang. Creatieve therapie kan zowel individueel als groepsgericht worden
aangeboden.
Daarnaast biedt de Augeo Foundation een online cursus die docenten leert de
veerkracht en het herstel van kinderen te bevorderen en om te gaan met
symptomen van traumatische stress. Deze cursusmaterialen worden door Augeo
gratis (online) verspreid.
https://www.augeo.nl/vluchtelingenkinderen
http://www.tussenspel.nl/pg-23842-7-32814/pagina/home.html
4.3
De Inspectie van het Onderwijs
Omdat er verschillende soorten van nieuwkomersvoorzieningen zijn, verschilt ook
het toezicht van de inspectie.

De inspectie bezoekt type 1- (school verbonden aan asielzoekerscentrum)
en type 2-voorzieningen (school uitsluitend gericht op eerste opvang van en
onderwijs aan nieuwkomers, eventueel inclusief kinderen van een azc én
basisscholen met drie of meer nieuwkomersklassen) elke twee jaar voor een
kwaliteitsonderzoek. Hiervoor gebruikt de inspectie een waarderingskader.
De voorziening krijgt een toezichtarrangement en de inspectie publiceert
een openbaar rapport met hun bevindingen.

De inspectie bezoekt type 3-voorzieningen (1 of meer klas(sen) gericht op
eerste opvang/onderwijs aan nieuwkomers, verbonden aan een basisschool;
de klassen kunnen een functie hebben voor de betreffende school, voor alle
scholen van een bestuur, voor verschillende besturen, voor de gemeente of
voor de regio). De inspectie bezoekt de type 3-voorziening als de
basisschool waaraan de klassen voor nieuwkomers verbonden zijn, bezocht
wordt. Voor de nieuwkomersklassen worden vier standaarden van het
waarderingskader onderzocht. In het rapport van bevindingen van de
Pagina 11 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016

basisschool schrijft de inspectie een aparte paragraaf over de kwaliteit van
de nieuwkomersklassen. De nieuwkomersklassen krijgen geen aparte
beoordeling en ook geen apart toezichtarrangement.
De kwaliteit van het onderwijs aan nieuwkomers die geïntegreerd in de
basisschoolklassen zitten (type 4 = geen aparte voorziening: nieuwkomers
zijn geïntegreerd in een (reguliere) school en zitten in reguliere
basisschoolklassen) beoordeelt de inspectie tijdens de reguliere bezoeken
aan de school. Zij nemen dit mee bij de beoordeling van standaard 2.2
(zicht op ontwikkeling) en standaard 2.4 (ondersteuning).
Tijdens de jaarlijkse gesprekken met besturen gaat de inspectie na of scholen te
maken hebben met instroom van nieuwkomers en hoe het onderwijs voor deze
groep leerlingen ingevuld wordt.
Het toezicht op scholen/voorzieningen voor nieuwkomers volgt zoveel mogelijk de
reguliere aanpak voor het toezicht op basisscholen. Omdat de opbrengsten niet te
beoordelen zijn aan de hand van leerresultaten, beoordeelt de inspectie deze niet.
De inspectie verwacht van scholen/voorzieningen dat ze hun onderwijs doelgericht
en plannend vormgeven. De inspectie beoordeelt of scholen/voorzieningen werken
met doelen en op basis daarvan hun leerstofaanbod plannen en evalueren.
Daarnaast kijkt ze vooral of het (taal)aanbod en de instructie past bij wat
nieuwkomers nodig hebben.
Nieuwe type 1- en type-2 voorzieningen bezoekt de inspectie in het tweede jaar van
hun bestaan met een kwaliteitsonderzoek. Op verzoek van besturen, de scholen of
op eigen initiatief brengt de inspectie in het startjaar een oriënterend bezoek aan
een deel van de nieuwe scholen. Doel van deze bezoeken is van gedachten wisselen
en feedback geven over de inhoud en vormgeving van het onderwijs, en informatie
geven over de inrichting van het toezicht. Daarnaast spreekt de inspectie met het
bestuur over het nieuwkomersonderwijs.
Zie voor meer informatie: https://t.co/14qNHeWrKP
Pagina 12 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
5
Voortgezet onderwijs
Informatie vanuit het LOWAN is beschikbaar om schoolbesturen en scholen te
ondersteunen bij het inrichten van het onderwijs (www.lowan.nl).
5.1
Bekostiging
5.1.1
Reguliere bekostiging
•
Scholen in het voortgezet onderwijs krijgen bekostiging per kalenderjaar
voor het aantal leerlingen dat zij op 1 oktober van het voorafgaande jaar hadden.
•
Onderstaande aanvullende regelingen komen bovenop de reguliere
bekostiging en zijn cumulatief. Dit geldt niet voor de maatwerkbekostiging die
vervolgens wordt toegelicht. Deze komt in plaats van (gemiste) reguliere en
aanvullende bekostiging.
5.1.2
Aanvullende regelingen
Nieuwkomers VO
Een VO-school kan in aanvulling op de reguliere bekostiging per leerling aanvullende
bekostiging ontvangen voor nieuwkomers. Hiermee worden asielzoekers,
statushouders en andere nieuwkomers bedoeld. De school ontvangt geen vast
bedrag per nieuwkomer, maar middelen voor formatieplaatsen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de opvang van nieuwkomers die korter dan één jaar in
Nederland zijn (ca. € 5.100 per leerling per jaar), en nieuwkomers die tussen één en
twee jaar in Nederland verblijven (ca. € 3.100 per leerling per jaar). De school telt
de leerlingen mee tijdens de integrale leerlingentelling (1 oktober).
Bij de gegevenslevering voor de aanvullende bekostiging voor Nieuwkomers VO
dienen de gegevens van de BRP als uitgangspunt.
In het geval het bevoegd gezag van de school ervoor kiest af te wijken van de
gegevens nationaliteit en/of verblijfsduur uit de BRP-registratie (omdat gegevens
ontbreken of volgens het bevoegd gezag van de school anders zijn), dient, voor het
aantonen van de juistheid van de door het bevoegd gezag verstrekte gegevens, een
kopie van één of meer documenten uit onderstaande limitatieve lijst in de
administratie van de school aanwezig te zijn.
A. Nationaliteit

Paspoort

Pasje (kopie voor- en achterkant): W-document en/of verblijfsvergunning
voor bepaalde tijd asiel (VVA-bep) of verblijfsvergunning voor bepaalde tijd
regulier (VVR-bep)

Beschikking minister van Justitie op grond van artikel 9 van de
Vreemdelingenwet

Rapportage IND

Registratieformulier COA
B. Verblijfsduur

Datumstempel in paspoort bij binnenkomst in Nederland

Beschikking minister van Justitie op grond van artikel 9 van de
Vreemdelingenwet

Rapportage IND
Pagina 13 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016

Registratieformulier COA.
Eerste opvang Vreemdelingen
Een VO-school kan in aanvulling op de reguliere bekostiging per leerling aanvullende
middelen ontvangen voor de eerste opvang van vreemdelingen, waaronder
asielzoekerskinderen vallen, die korter dan één jaar in Nederland verblijven. Scholen
kunnen deze leerlingen op twee peilmomenten tellen: 1 oktober (voor de periode
1/7-31/12) en 1 april (voor de periode 1/1-30/6). Per periode gaat het om een
bedrag van € 2.250 per leerling. Zodra een leerling met reguliere bekostiging is
meegeteld, komt deze niet meer in aanmerking voor de eerstvolgende telling op 1
april van de regeling Eerste opvang vreemdelingen, waaronder ook
asielzoekerskinderen vallen. De regeling Eerste opvang vreemdelingen is voor het
jaar 2016 niet van toepassing, in verband met de maatwerkbekostiging.
Als de school sinds 1 augustus 2003 geen nieuwkomers meer opgevangen heeft,
krijgt de school ten behoeve van voorbereidende en coördinerende werkzaamheden
die samenhangen met de start van het onderwijs aan die school bovendien eenmalig
€ 16.000,00. Dit geldt indien deze eerste opvang betrekking heeft op tenminste 10
nieuwkomers op de peildatum.
5.1.3
Maatwerkbekostiging
Op dit moment is de instroom van leerlingen zo hoog dat scholen vaak niet uit de
voeten kunnen met de timing van de bekostiging zoals deze nu geregeld is.
In overleg met het onderwijsveld en het LOWAN en de VO-raad is daarom gezocht
naar een maatwerkoplossing waarbij de financiële middelen op een transparante
wijze tot stand komen en op een gelijkmatige wijze over het schooljaar worden
gespreid, zodat scholen beter geëquipeerd zijn om tussentijds wisselende aantallen
nieuwkomers op te vangen.
Bekostiging onderwijs
Er is gekozen voor vier peildata, zodat scholen vaak genoeg kunnen tellen zonder
teveel administratieve last te ondervinden.
Om het bedrag te berekenen dat scholen krijgen, zijn het bedrag van de reguliere
bekostiging (gemiddelde van wat een school ontvangt voor een vmbo-leerling) en
het gemiddelde bedrag van de nieuwkomersregeling bij elkaar opgeteld en over de
peilmomenten verdeeld. Hierbij is een bedrag per leerling berekend. In
onderstaande tabel is dit verder uitgewerkt.
Pagina 14 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
Tabel 1. Bedragen per leerling verdeeld over vier peildata.
Peildatum en
periode
Regeling
Nieuwkomers
VO
(gemiddelde
van 1e en 2e
jaar)
Reguliere
bekostiging
Totaalbedrag
per kwartaal
per nieuwkomer
Peildatum:
1 januari
Periode:
januarifebruari-maart
Peildatum:
1 april
Periode:
april-meijuni
Peildatum:
1 juli
Periode: juliaugustusseptember
Peildatum:
1 oktober
Periode:
oktobernovemberdecember
1025
1025
1025
1025
4100
1725
1725
1725
1725
6900
2750
2750
2750
2750
11000
Gemiddelde bekostiging reguliere vmbo-leerling + LWOO
Totaal
per jaar
11000
Opstartkosten
Door de hoge instroom moeten verschillende scholen een nieuwe (tijdelijke)
nevenvestiging te openen. Hierbij komen opstartkosten kijken waarin de regelingen
nu niet voorzien. In het leerplusarrangement kunnen scholen die voor het eerst
onderwijs gaan verzorgen aan nieuwkomers, een opstartbekostiging van € 16.000
aanvragen.
Dit maken we vanaf nu mogelijk voor iedere nieuw op te starten nevenvestiging, die
alleen wordt gebruikt voor het onderwijs aan nieuwkomers.
Contact over maatwerk:
Deze maatwerkoplossing is van toepassing voor bekostiging in het kalenderjaar
2016 en op iedere nieuwkomer die na 1 oktober 2015 is ingestroomd.
Wanneer een school hiervan gebruik wil maken, kan deze zich melden het ministerie
van OCW.
Dit kan door een email te sturen naar: [email protected]
Voor andere vragen kunt u ook contact opnemen met Sabine Roorda-van Westen
[email protected] 0646849006 of met LOWAN vo: [email protected]
5.2
Huisvesting
De gemeente is verantwoordelijk voor de bekostiging van de
onderwijsvoorziening/de huisvesting en ontvangt hiervoor middelen uit het
gemeentefonds.
5.3
Bevoegdheden docenten
Scholen willen in het onderwijs aan nieuwkomers pabo-afgestudeerden voor
meerdere vakken kunnen inzetten. Deze leraren zijn veelal bekwaam, omdat de
pedagogisch-didactische vaardigheden die zij bezitten goed aansluiten bij de
behoeften van nieuwkomers. Pabo-gediplomeerden zijn echter niet formeel
benoembaar, tenzij zij in opleiding gaan voor een volledige tweedegraads
lerarenopleiding voor het vak dat zij geven. Deze tweedegraads lerarenopleiding
Pagina 15 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
sluit echter niet aan op deze specifieke doelgroep. Een opleiding op het gebied van
Nederlands als tweede taal (NT2) doet dit wel, maar leidt niet tot een bevoegdheid.
Daarom wordt het mogelijk voor pabo-afgestudeerden om les te geven aan
nieuwkomers, als zij voldoende ervaring hebben met of gekwalificeerd zijn voor het
lesgeven in NT2.
Deze zomer wordt er een beleidsregel gemaakt voor beoordeling van bekwaamheid,
waarin staat onder welke voorwaarden leraren een erkenning bekwaamheid (bij
ontbreken van een lerarenopleiding) of ontheffing van de bevoegdheidseisen (in
geval van buitengewone bekwaamheid en bijzondere omstandigheden) kunnen
aanvragen. Dit vormt tevens een tussenoplossing voor leraren die lesgeven aan
nieuwkomers. Totdat in wetgeving is vastgelegd hoe ook zij bevoegd kunnen
lesgeven aan nieuwkomers in het vo, kunnen zij een ontheffing aanvragen, mits zij
beschikken over de vereiste NT2-kennis.
5.4
Inspectie van het Onderwijs
Inspectie van het onderwijs houdt toezicht op onderwijs op nieuwkomers in de
voortgezet onderwijs leeftijd.
Programma’s voor nieuwkomers in het voortgezet onderwijs dienen te voldoen aan
de eisen voor de eerste twee leerjaren VO (onderwijstijd, bevoegdheden,
inschrijving). Het doel van het onderwijs is de leerlingen vervolgens te laten
instromen in het regulier VO of een ander vervolg. Het onderwijs wordt gegeven in
de vakken die nodig zijn om in te kunnen stromen in het regulier onderwijs. In
principe zijn dat: Nederlands, rekenen, sport, en maatschappijleer. De school kan
dit nog verder aanvullen. Veel scholen kiezen er voor om bijvoorbeeld ook Engels
aan te bieden.
Het toezicht op scholen/voorzieningen voor nieuwkomers volgt zoveel mogelijk de
reguliere aanpak voor het toezicht op het voortgezet onderwijs. Het
onderwijsresultatenmodel waarmee de inspectie vanaf 2016 mee werkt, voorziet in
de zogenaamde nieuwkomers. Voor de indicator ‘Onderwijspositie in leerjaar 2 t.o.v.
advies PO’ tellen nieuwkomers alleen mee als van hen een basisschooladvies bekend
is. Bij de indicator ‘Onderbouwsnelheid’ en ‘Bovenbouwsucces’ worden nieuwkomers
buiten beschouwing gelaten. Wanneer nieuwkomers een regulier examen doen,
tellen zij gewoon mee bij de centraal examencijfers en dus ook voor de indicator
‘Examencijfers’.
De inspectie verwacht van scholen dat zij het onderwijs doelgericht en plannend
vormgeven. De kwaliteitszorg dient zodanig ingericht te zijn dat de school zicht
heeft op de ontwikkelingen van leerlingen en het succes in het vervolgonderwijs.
Daarnaast kijken ze vooral of het (taal)aanbod en de instructie past bij wat
nieuwkomers nodig hebben. Het schoolklimaat en de veiligheid is eveneens een
aspect dat wordt beoordeeld.
Elke afdeling voor onderwijs aan nieuwkomers wordt eens in de vier jaar
onderzocht, of eerder als er risicosignalen binnenkomen bij de inspectie.
Zie voor meer informatie: https://t.co/14qNHeWrKP
Pagina 16 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
6
Faciliteiten die gelden voor primair én voortgezet onderwijs
6.1
Andere faciliteiten voor ouders en kinderen
COA heeft een algemene regeling voor het faciliteren van het volgen van onderwijs
door leerplichtige kinderen: het Kader Onderwijsvoorziening en –faciliteit t.b.v.
kinderen. Ouders van een leerplichtig kind ontvangen van het COA per schooljaar
een bedrag voor de aanschaf van schrijfmateriaal, schooltas, gym-/zwemspullen en
dergelijke.
6.2
Leerlingenvervoer voor nieuwkomers
Er zijn twee groepen te onderscheiden:
1. Leerlingen de verblijven in een opvanglocatie van het COA
Op basis van de “Richtlijn schoolvervoer asielzoekers” betaalt het COA het
noodzakelijke vervoer voor kinderen die in een opvanglocatie van het COA
verblijven (ongeacht hun status). Dit kan ook betekenen dat COA een fiets
regelt/betaalt. Dit geldt voor zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. Het
gaat hierbij om alle typen opvang: COL, POL, AZC, GLO, VBL en AMV.
2. Leerlingen die staan ingeschreven in een gemeente en niet (meer) in een COA
opvanglocatie verblijven. De gemeente is verantwoordelijk voor het betalen van
leerlingenvervoer van huis naar school en vice versa zodra een leerling een
verblijfstatus heeft én ingeschreven is in de betreffende gemeente.
Deze wettelijke verplichting geldt wanneer de school meer dan 6 kilometer van
de woonplaats ligt (alleen PO) of wanneer het kind een handicap heeft,
waardoor het niet zelfstandig kan reizen (PO en VO). Dan geldt de verordening
leerlingenvervoer.
Wanneer nieuwkomers met schoolgaande kinderen in de gemeente komen wonen, is
het aan te bevelen dat scholen en gemeente met elkaar om de tafel gaan, om de
mogelijke problemen bespreken. Een belangrijk onderwerp is dan het vervoer naar
en van de school. Zo is, wanneer ouders en/of kinderen niet bekend zijn met het
openbaar vervoer of het gebruik van een fiets, voorlichting aan en begeleiding van
ouders en/of leerlingen gewenst.
Pagina 17 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
7
Middelbaar beroepsonderwijs
Zie separaat document met Q en A’s voor onderwijsinstellingen.
Als uw vraag daarin niet beantwoord wordt dan kunt u contact opnemen met de
Directie MBO van het Ministerie van OCW
Contact of vragen:
Anamaria Waarts, [email protected], 06-15038078
Hans Hindriks, [email protected], 06-46849003
Of het secretariaat, mevrouw Marianne Henzing: [email protected]
Pagina 18 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
8
Hoger onderwijs
Dit informatiedocument richt zich met name op leerplichtige nieuwkomers (dus tot
18 jaar). Voor het hoger onderwijs zal het met name om volwassen statushouders
gaan; volwassen asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen voor
bepaalde of onbepaalde tijd. Het is in hun belang dat zij zo snel mogelijk
doorstromen naar de arbeidsmarkt of – indien zij aan de vereisten voldoen – een
opleiding. Dat bevordert hun integratie en zorgt ervoor dat zij zo snel mogelijk
economisch zelfstandig worden. Studerende statushouders moeten, net als reguliere
studenten, voldoen aan de instroomeisen van een opleiding. Ze maken net als
reguliere studenten aanspraak op studiefinanciering en betalen het wettelijk
collegegeld. Vluchtelingstudenten volgen zoveel mogelijk het reguliere hoger
onderwijs, maar hebben vaak behoefte aan extra begeleiding.
Contact of vragen:
Er is een landelijke Taskforce vluchtelingen hoger onderwijs (TVHO) ingesteld om
initiatieven voor vluchtelingstudenten te stroomlijnen en knelpunten weg te nemen.
Contact met deze taskforce kan via [email protected].
Voor specifieke informatie zijn ook de volgende contactpersonen beschikbaar:
•
Stichting voor vluchtelingenstudenten UAF, A. de Voogd: www.uaf.nl of
[email protected]
•
Vereniging voor Samenwerkende Nederlandse Universiteiten VSNU:
www.vsnu.nl, [email protected]
•
Vereniging Hogescholen, [email protected]
•
EP-Nuffic, [email protected]
Pagina 19 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
9
Voorschoolse educatie
Gemeenten zijn verplicht een aanbod te doen voor peuters (tussen 2,5 en 4 jaar)
met een risico op taalachterstand. Gemeenten bepalen hierbij zelf de doelgroep,
maar dit zijn in ieder geval kinderen van laagopgeleide ouders.
Het aantal ‘nieuwe’ peuters wordt verspreid over alle gemeenten. Per gemeente zal
naar verwachting het aantal te overzien zijn in relatie tot het beschikbare budget.
Op COA-locaties worden asielzoekerspeuters centraal opgevangen. Deze locaties
staan vaak in kleinere gemeenten die soms helemaal geen goab-middelen
ontvangen en soms een beperkt bedrag.
Huidige bekostiging
•
De gemeenten krijgen vanuit het Rijk middelen om de voorscholen te
bekostigen. Dit doen zij uit de middelen die beschikbaar worden gesteld
voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (goab-middelen).
•
Een hogere instroom van peuters heeft geen effect op de hoogte van het
goab-budget dat gemeenten ontvangen.
•
De hoogte van het budget staat vast: €361 mln. in 2016, waarvan ongeveer
70% (€ 252 mln.) wordt besteed aan vve. Vanaf 2017 neemt het goabbudget af: een ramingsbijstelling van € 10 mln. in 2017 oplopend tot € 50
mln. in 2020.
•
De goab-middelen zijn ongelijk over Nederland verdeeld. De middelen
worden nu nog verdeeld op basis van de schoolgewichten in 2009, waarbij
de grootste gemeente meer geld krijgen per schoolgewicht. Er is een aantal
gemeenten die helemaal geen goab-middelen krijgen (circa 13% van de
gemeenten).
•
Bij deze bekostiging wordt gekeken naar het opleidingsniveau van ouders:
het aantal schoolgewichten in de gemeenten in 2009. De toename van
asielzoekers heeft (vrijwel) geen invloed op de hoogte van het budget,
omdat asielzoekers met status uitspreid worden over Nederland en omdat
deze teldatum nog voor de grote toestroom van de vluchtelingen is.
•
Op dit moment doet het CBS onderzoek naar een nieuwe indicator voor de
bekostigingssystematiek. Hierbij wordt ook gekeken naar de verblijfsduur in
Nederland. Het is de bedoeling dat vanaf 2018 de nieuwe indicator in
werking treedt voor de verdeling van de goab-middelen.
Ondersteuning van gemeenten door het Rijk
Het Rijk zal gemeenten inhoudelijke ondersteuning bieden ten aanzien van
asielzoekerskinderen in de VVE. Hierin komt de toestroom van vluchtelingen(peuters) expliciet aan bod.
•
De ondersteuning voor gemeenten zal worden ingebed in de huidige
ondersteuningsstructuur voor gemeenten inzake het
onderwijsachterstandenbeleid (deze ondersteuning wordt uitgevoerd door
een consortium van Oberon, Sardes en de CED-groep).
•
De ondersteuningsstructuur is bedoeld om gemeenten concreet te
ondersteunen in de toestroom van vluchtelingen door hen in kleinere
bijeenkomsten in de regio bij elkaar te brengen en gezamenlijk naar
oplossingen zoeken.
•
Kenmerk en doel is dat deelnemers van en met elkaar leren om gezamenlijk
kennis op te bouwen rond een gedeeld domein/interesse, waarbij gebruik
wordt gemaakt van de verschillende expertise van de deelnemers en waarbij
Pagina 20 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
•
•
het leren gericht is op verbetering. Hierbij zal professionele coaching en
procesbegeleiding vanuit het consortium plaatsvinden.
Ook voor vve-locaties vindt er ondersteuning plaats over hoe zij op
werkvloer kunnen omgaan met de toestroom van asielzoekerspeuters. Er zal
een bijeenkomst met kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen
gehouden worden over het omgaan met deze bijzondere groep.
Ook wordt er een notitie ontwikkeld waarin al deze relevante en praktische
informatie verwerkt zal worden. Deze ondersteuning is uitbesteed aan de
Brancheorganisatie Kinderopvang en de MOgroep.
Meer informatie of vragen: [email protected]
Pagina 21 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
10
Passend onderwijs en jeugdzorg
10.1
Zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs
Nadat een leerling schriftelijk door de ouders/voogd is aangemeld voor een school
dient de school te onderzoeken of de leerling extra ondersteuning nodig heeft. Zo
ja, dan start de zorgplicht van de school. Dit betekent dat de school verplicht is om
zorgvuldig te onderzoeken welke extra ondersteuning een leerling nodig heeft en
wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school in kwestie zijn (eventueel met
steun vanuit het samenwerkingsverband). Het gaat hier om extra ondersteuning ten
aanzien van stoornissen of handicaps van de leerling of beperkingen die de leerling
ervaart bij het deelnemen aan onderwijs.
Als de school de noodzakelijke ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat
de leerling beter naar een andere school kan gaan, moet de school na overleg met
de ouders/voogd zorgen dat er een school gevonden wordt die wel een passend
aanbod kan doen en de leerling zal toelaten.
Extra ondersteuningsbehoefte in het kader van passend onderwijs omvat niet het
bijschaven van het Nederlands om de leerling klaar te stomen om deel te nemen
aan het reguliere onderwijs. Onder extra ondersteuning wordt dus niet verstaan
ondersteuning ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal met het
oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. Wanneer
vastgesteld wordt dat een leerling alleen extra taalonderwijs nodig heeft en geen
stoornis/ beperking heeft waarvoor extra ondersteuning nodig is, dan kan de
leerling worden geplaatst in een schakelklas. Er is dan geen zorgplicht in het kader
van passend onderwijs.
10.2
Jeugdwet
Voor asielkinderen die meer of andere zorg nodig hebben geldt de volgende
afspraak:
•
Gemeenten zijn in principe vanuit de Jeugdwet verantwoordelijk voor de
jeugdhulp aan alle kinderen. Dus ook voor de jeugdhulp aan
vluchtelingenkinderen.
•
Voor de hulp aan vluchtelingenkinderen die in een opvanglocatie van het
COA verblijven, is een afwijkende afspraak gemaakt. COA organiseert en
financiert in deze gevallen de jeugdhulp. Hieronder staat hierover meer
informatie.
Toeleiding naar en bekostiging van Jeugdhulp op de opvanglocaties
Specifiek voor asielzoekerskinderen op de opvanglocaties worden de meeste vormen
van Jeugdhulp vanaf 2015 vergoed vanuit de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA). De
route naar Jeugdhulp voor asielzoekerskinderen wijkt hierdoor af van de route naar
Jeugdhulp voor reguliere leerlingen.
Regeling Zorg Asielzoekers
De bekostiging voor Jeugdhulp aan asielzoekerskinderen is opgenomen in de
Regeling Zorg Asielzoekers (RZA). Om een beroep te doen op de RZA is een
indicatie nodig. Deze indicatie wordt afgegeven door SCIO Consult. SCIO Consult
onderzoekt of een kind Jeugdhulp nodig heeft, welke soort zorg nodig is, hoeveel
zorg dit is en voor welke periode.
Pagina 22 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
Procedure aanvraag Jeugdhulp voor asielzoekerskinderen
Ouders of begeleiders van het asielzoekerskind nemen, eventueel met hulp van de
huis- of jeugdarts op het asielzoekerscentrum, een hulpverlener of een andere
contactpersoon van het COA contact op met SCIO Consult om een indicatie aan te
vragen. Aan de hand van onderzoek bij o.a. de ouders, huis- of jeugdarts en
zorgverleners stelt SCIO Consult een indicatieadvies op. Hierin staat op welke zorg
het kind aanspraak kan maken, hoeveel zorg dit is en voor hoe lang. MCA (Menzis
COA Administratie) geeft op basis van dit indicatieadvies een machtiging af.
Rol van de school bij het toeleiden naar Jeugdhulp voor asielzoekers
Zodra een school signaleert dat een asielzoekerskind behoefte heeft aan een vorm
van Jeugdhulp kan de school contact opnemen met de contactpersoon op de
opvanglocatie . Deze contactpersoon kan de aanvraag voor indicatie richting SCIO
vervolgens in gang zetten. Nadat MCA een machtiging heeft afgegeven voor de
Jeugdhulp zal de betrokken school hierover van MCA een terugkoppeling ontvangen.
Meer informatie of vragen: [email protected]
Pagina 23 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
11
Aanbevelingen
Regionale samenwerking
Het verdient aanbeveling een regionale (bijvoorbeeld samenwerkingsverband
Passend Onderwijs), gemeentelijke of grootstedelijke aanpak na te streven voor het
regelen van het onderwijs aan nieuwkomers.
Een regionale aanpak heeft een aantal voordelen:
•
door van te voren afspraken te maken over waar nieuwkomers opgevangen
(gaan) worden, worden scholen niet meer plotseling geconfronteerd met de
instroom van nieuwkomers;
•
expertise (bijv. NT2) kan op deze wijze gemakkelijker worden gebundeld;
•
de uitstroom naar vervolgscholen is van te voren geregeld zodat er geen
kinderen te lang op een nieuwkomersvoorziening hoeven te blijven of thuis
komen te zitten.
•
Bij samenwerking kunnen scholen de leerlingen clusteren en daarmee
eerder in aanmerking komen voor bekostiging.
Pagina 24 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
12
Contact, vragen of signalen
Voor PO en VO: www.lowan.nl
Voor alle vragen: [email protected]
Pagina 25 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
13
Websites en verwijzingen:
Voor informatie over opvang vluchtelingen: https://www.coa.nl/
Voor informatie over immigratie:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/immigratie
en https://www.ind.nl/
Voor een handreiking aan gemeenten over de verhoogde asielinstroom:
http://www.burgemeesters.nl/asielinstroom
Officiële website met de aanvullende regelingen PO:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-9263.html
Landelijke onderwijswerkgroep asielzoekers en nieuwkomers (LOWAN)
www.lowan.nl
Website financiën Primair onderwijs:
http://www.lowan.nl/primair-onderwijs/financiering/ocwduo
Website financiën Voortgezet onderwijs:
http://www.lowan.nl/voortgezet-onderwijs/financiering/ocwduo
Voor informatie over volwasseneneducatie: www.steunpuntve.nl
Voor informatie over inburgeren: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/nieuwin-nederland
en www.inburgeren.nl
Voor informatie van DUO over onderwijs aan vluchtelingen:
https://duo.nl/Images/E-zine-algemeen-vluchtelingen-kinderen-25-november2015_tcm7-55057.html
Voor internationale schakelklassen (VO): www.lowan.nl
Voor diplomawaardering en Indicatie Onderwijsniveau:
http://idw.nl/onderwijsinstellingen.html
Voor ondersteuning aan studenten: www.uaf.nl
Pagina 26 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
Bijlage I Toezicht primair onderwijs
Type 1 - school verbonden aan asielzoekerscentrum
Criteria
•
De school is verbonden aan een asielzoekerscentrum (azc).
•
De school bevindt zich op het terrein van of in de nabije omgeving van het
azc.
Toezichtvorm
•
Elke twee jaar vindt een kwaliteitsonderzoek plaats.
Type 2 - school uitsluitend gericht op eerste opvang van en onderwijs aan
nieuwkomers, eventueel inclusief kinderen van een azc
Criteria
•
De school verzorgt uitsluitend onderwijs aan nieuwkomers.
•
De school functioneert zelfstandig, maar kan wel gekoppeld zijn aan een
‘moederschool’.
•
De school bestaat minimaal twee jaar.
•
De school beschikt over een eigen schoolplan en schoolgids, of – in het
geval van een koppeling aan een ‘moederschool’ – neemt in de documenten
van de moederschool een duidelijke plaats in.
•
Leerlingen kunnen na een periode van 1 tot 1,5 jaar uitstromen naar een
(reguliere) basisschool of naar het voortgezet onderwijs.
Onder de type 2-voorzieningen vallen ook grotere type 3-voorzieningen met 3 of
meer nieuwkomersklassen
Toezichtvorm
•
Elke twee jaar vindt een kwaliteitsonderzoek plaats.
Type 3 - klas(sen) gericht op eerste opvang/onderwijs aan nieuwkomers, verbonden
aan een basisschool; de klassen kunnen een functie hebben voor de betreffende
school, voor alle scholen van een bestuur, voor verschillende besturen, voor de
gemeente of voor de regio
Criteria
De nieuwkomers- of eerste-opvangklassen:
•
zijn gekoppeld aan een (reguliere) school en maken deel uit van de
basisschool;
•
zijn aparte klassen waarin uitsluitend nieuwkomers zitten;
•
bestaan uit één of twee klassen;
•
zijn gericht op het leren van de Nederlandse taal;
•
verzorgen voor de duur van 1 tot 1,5 jaar onderwijs aan nieuwkomers;
•
verzorgen één of meer dagen/dagdelen per week onderwijs voor
nieuwkomers;
•
vallen onder de verantwoordelijkheid van de directie van de school c.q. het
bevoegd gezag. Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang en
het onderwijs in de nieuwkomersklassen.
Toezichtvorm
Pagina 27 van 28
Definitief | Informatiedocument onderwijs aan asielzoekerskinderen | mei 2016
•
vanaf februari 2016 betrekt de inspectie de kwaliteit van het onderwijs in de
nieuwkomersklas(sen) bij kwaliteitsonderzoeken op de basisschool waar de
nieuwkomersklassen aan verbonden zijn.
Type 4 – geen aparte voorziening: nieuwkomers zijn geïntegreerd in een (reguliere)
school en zitten in reguliere basisschoolklassen
Criteria
•
De nieuwkomers zitten in de reguliere basisschoolklassen. De nieuwkomers
gaan mogelijk wel voor enkele dagdelen naar een aparte klas voor
nieuwkomers.
Toezichtvorm
•
Voor dit type is geen apart toezicht; het onderwijs aan de
nieuwkomersleerlingen wordt meegenomen bij het reguliere toezicht op de
basisschool waaraan ze verbonden zijn. In de strikte zin van het woord is hier geen
sprake van een aparte voorziening, hooguit van aangepast onderwijs.
Pagina 28 van 28
Download