LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD 1. LESBEGIN : analogie bemerken tussen mens en plant, groeifactoren van een plant nagaan.. Probleemstelling . We hebben vorige les chemisch proces bestudeerd van de voedselopname bij de mensn naar analogie bestuderen we nu de voedselopname bij planten. De witte roos wordt rozig → neemt dus water op. Planten hebben licht nodig. weten dat je met lugol zetmeel kan opsporen. LESDOELEN proefneming : → witte roos in gekleurd water, gewoon water . →plant tonen die een hele week in een donkere ruimte gestaan heeft. Plant sterft af. - Als je een plant wekenlang niets geeft van water en voedsel wat gebeurt er dan? Licht, water en voesel - Wat heeft een plant nodig om te groeien ? LEERINHOUD 2. LESUITWERKING : WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE OLG Demonstratie proef Weten dat je met lugol zetmeel kan opsporen. → maatbeker met zetmeeloplossing → lugol aan toevoegen Je stelt een verkleuring vast . - Wat stel je vast ? Besluit : met lugol wordt zetmeel opgespoord. - Wat kan je uit deze proef besluiten? 1 TIJD 2.1. Welk bestanddeel bevindt zich in de bladeren van een plant. Demonstratie proef → blad gekookt in water, ethanol en terug gekoookt in water is ontkleurd. →daarop doen we een druppel lugol Vaststellen dat er zetmeel in bladeren van de plant aanwezig is. Het blad verkleurd zoals bij de zetmeeloplossing In het blad is zetmeel aanwezig. Besluit : in bladeren van de plant is er zetmeel aanwezig. Dit zetmeel kan men aantonen met lugol. 2.2. Aan welke voorwaarden moet een plant voldoen om zetmeel te kunnen vormen. Vaststellen dat zetmeel aanwezig is in het belichte blad. Enkel het belichte blad verkleurd. Dus daar alleen is zetmeel aanwezig. - Wat stel je vast. - Wat kun je daar uit afleiden? - Wat kun je nu besluiten uit deze 2 proefjes ? Demonstratie proef →plant gedurende 2 dagen in een donkere kast en een plant die 1 dag onder een lamp hebben gestaan ontkleuren zoals hierboven beschreven. →op beide bladeren een druppel lugol - Wat stel je vast? . - Wat kan men aantonen met lugol? LESDOELEN LEERINHOUD maagsap eiwitten → invullen werkblaadje aminozuren 2.3. 12-vingerige darm Het chemisch proces uitleggen, weten welke verteringssappen in de 2 WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE In de 12-vingerige darm worden er 2 verteringssappen aan het voedsel toegevoegd. • doceren TIJD 12- vingerige darm aan het voedsel wordt toegevoegd. *galsap → wordt gevormd door de lever *alvleessap → wordt gevormd door de alvleesklier. • Onderwijs leergeprek Demonstratie proef → In een proefbuis is vet (olie) aanwezig De olie vormt kleine druppeltjes. De grote vetbolletjes worden afgebroken tot kleinere vetbolletjes. → daaraan ossegalzeep toevoegen - Wat gebeurt er met de olie ? - Wat kunnen we daaruit afleiden? Het chemisch proces dat plaatsgrijpt in de 12-vingerige darm kan je vergelijken met deze proef. Het galsap doet hier het werk van de ossegalzeep. vetten LESDOELEN galsap → • doceren didactisch materiaal en zetmeel slide: vetten en zetmeel kleine vetbolletjes LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE Het volgende chemisch proces dat in de 12vingerige darm plaatsgrijpt : Maltose (2 suikerblokjes) worden afgesbroken tot 1 blokje (glucose) door het alvleessap. alvleessap 3 Invullen werkblaadje TIJD maltose → glucose 2.4. De dunne Darm Inzien dat het verteren van het voedsel belangrijk is om zo de nodige stoffen te kunnen opnemen . Bouwstoffen, energierijke stoffen. In de dunne darm wordt het voedsel nog verder gemengd. • onderwijsleergesprek - Welke stoffen zijn er nu allemaal aanwezig in de dunne darm, welke verschillende stoffen zijn gevormd na een chemisch proces ? glucose vetbolletjes aminozuren water vitaminen Deze stoffen worden dan uit de dunne darm opgenomen in het bloed. Het zijn de bouwstoffen en ze zorgen ook voor energie. Waarom worden deze afgebroken ? De dunne darmwand bevat kleine poriën waar de voedselbestandelen zoals, zetmeel, eiwitten .... niet kunnen doorheen dringen, ze zijn te groot. Vandaar dat ze moeten LESDOELEN LEERINHOUD afgebroken worden in kleinere deeltjes die wel door die poriën gaan. WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE Invullen werkblaadje 2.5. De dikke darm Functie van de dikke darm formuleren. 4 In de dikke darm worden de onverteerbare - Wat gebeurt er in de dikke darm? TIJD voedselresten uitgescheiden. Formuleren wat verteren is. Het verteringsproces chemisch kunnen verklaren. 5 3. LESAFSLUITING verteren = chemisch proces ih menselijk lichaam. Het voedsel wordt afgebroken door vertering, dit gebeurt zowel mechanisch als chemisch. Mechanisch. : kauwen en kneden Chemisch : verkleinen van de stoffen door inwerking van verteringssappen. Speeksel, maagsap, galsap, alvleessap. • onderwijsleergesprek slide : besluit - Wat is verteren ? - Hoe gebeurt het ? slide : overzicht chemisch proces LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE Overzicht slide 6 TIJD 7