PPT Hoofdstuk 8

advertisement
Hoofdstuk 8
Het regionaal en sociaal beleid
Economische convergentie


= voorwaarde en doelstelling van EU
Cijfers:




10 % bevolking uit rijkste regio’s goed voor 19 % bbp EU27
Armste 10 % goed voor 1,5 %
Rijkste regio’s tov van 100 = EU-gemiddelde bbp/capita:
 Inner London 278
 Brussel 238
 Luxemburg 234
Armste regio’s: <25
Figuur 17.16 BBP per capita in KKS 2001
Turkije
23
24
25
Bulgarije
33
39
40
41
Litouwen
Polen
48
53
59
Hongarije
65
69
70
74
Griekenland
Slovnenië
84
Spanje
101
102
103
103
103
104
109
111
115
115
118
Zweden
Frankrijk
Finland
Oostenrijk
Nederland
190
Luxemburg
0
20
40
60
80
100
EU-15=100
120
140
160
180
200
Convergentie vs divergentie?


HOS: tendens tot egalisatie van de
factorprijzen via handel en/of factormobiliteit
EU:



beperkte factormobiliteit
fysieke kapitaalmobiliteit redelijk
In deze visie: eerder convergentie
Convergentie vs divergentie?


Integratie  hogere welvaart
Maar!: centrum profiteert, periferie gaat
achteruit
Synthese : Krugman


Regionale loonverschillen leiden tot
convergentie wegens delokalisatie
Rijkere regio’s trekken ondernemingen aan
(betere afzetmarkt en arbeidsmarkt, externe
effecten)


 regionale clustering
Proces van cumulatieve causatie dat leidt tot
divergentie
Empirie

Centrum-periferie:




Met als kern Londen-Frankfurt-Turijn
Periferie: zuiden en nieuwe lidstaten
Globale convergentie: lidstaten groeien naar
mekaar toe
Lokale divergentie:


macroregio‘s: convergentie
administratieve regio’s: onduidelijk
Regional Disparities in EU27
GDP per head in % in PPP (2002)
<50
50 - 75
75 - 90
90 - 100
100 - 125
 125
Index, EUR-27 = 100
Uitleg begrip ‘regio’

NUTS 1:



NUTS 2:



89 ‘macroregio’s’ in EU (sinds 1/1/08: 97)
België: 3 gewesten
254 in EU (sinds 1/1/08: 271)
België: provincies
NUTS 3


1214 in EU (sinds 1/1/08: 1303)
België: arrondissementen
Regional GDP Growth 1995-2002
Average growth rate in %
< 1.48
1.48 – 2.18
2.18 – 2.75
2.75 – 3.62
>= 3.62
no data
HU = 1995-2001
EUR-27 = 2.25
Lissabonstrategie



Cf hoofdstuk eenheidsmarkt
Omvat enorm veel beleidsdomeinen (ook een
aantal die niet tot de bevoegdheid van EU
behoren, daarom OCM)
Een soort koepel
Waarom regionaal beleid?

Gelijkheid en billijkheid
Extra inkomen en productie
Lagere inflatie en duurzame groei
Minder stedelijke problemen

Tegenover baten staan kosten:




Directe kosten, opportuniteitskosten,
efficiëntiekosten
Waarom EU regionaal beleid?


Alle lidstaten hebben al eigen regionaal
beleid
Toch:






Armere lidstaten kunnen niet zelf regionale
problemen oplossen
Vested interest
Coördinatie
Effecten
Effecten andere beleidsmaatregelen
Verdere integratie
Regionaal beleid



opgestart eind jaren zestig
art. 87 lid 3
pijlers regionaal beleid



coördinatie
regionale impact in acht nemen
EFRO, ESF, Oriëntatie, ...
Regionaal beleid




Tot 1973: geen echt regionaal beleid
1975 : oprichting EFRO
Jaren tachtig: uitbreiding met Griekenland,
Spanje, Portugal
1989 hervorming na Verdrag van Maastricht
De fondsen





EFRO
ESF
Cohesiefonds
JASPER, JEREMIE, JESSICA
EIB
Drie pijlers



Prioritaire doelstellingen
Strategische planning
Partnerschap
Prioritaire doelstellingen



doelstelling 1 ‘convergentie’ : regio’s met
ontwikkelingsachterstand (bbp/capita < 75 % EU
gemiddelde)
EFRO, ESF, Cohesiefonds
doelstelling 2 ‘regionaal concurrentievermogen en
werkgelegenheid’
EFRO, ESF
doelstelling 3 ‘Europese territoriale samenwerking’ :
EFRO
Strategische planning




Raad + Commissie + Parlement legt strategische
richtsnoeren, begroting Structuurfondsen en regels
voor 6 jaar vast
Lidstaten leggen obv communautaire strategische
richtsnoeren de nationale strategische
referentiekaders en de operationele programma’s
vast
Vertaling in concrete acties (projecten)
Evaluatie en toezicht
Partnerschap


partnerschap = gebaseerd op de
cofinanciering (ook additionaliteit genoemd)
altijd een stuk lokale, regionale of nationale
financiering
Evaluatie in het licht van
convergentie



Er is convergentie
In welke mate het gevolg van regionaal
beleid? (cf andere factoren zoals invoering
eenheidsmarkt)
Empirie:


Convergentie op nationaal niveau
Minder op subnationaal niveau
Vervolg empirie

Verschil ts potentiële en actuele groei-impact
cohesiebeleid:



Actuele impact: groei-elasticiteit 0,04
Potentiële impact: 0,18
Verklaringen:





Steun die naar rijke regio’s gaat
Crowding out nationale regionale steun
Keuze voor weinig productieve projecten
Cohesiebeleid als koekoekseffect voor alternatieve
convergentiemechanismen (cf arbeidsmobiliteit)
Belang van goede instellingen
Sociaal Europa?


economische integratie versus sociale
aspecten ervan
sociaal beleid :





verzorgingsstaat
volledige werkgelegenheid
gemengde economie
OESO-aangelegenheid
uitgangspunt : nationale staat
Europa als superwelvaartstaat

argumenten pro





tegengewicht voor eenheidsmarkt
bestrijding sociale dumping
harmonisatie fiscaliteit
regionale onevenwichtigheden
argumenten contra

subsidiariteit
De jaren zestig


weinig behoefte aan sociaal beleid
ESF


verbeteren arbeidsmarkt
zwaartepunt bij de lidstaten
De jaren zeventig



uitbreiding en verdieping
economische crisis met werkloosheid!
hervorming ESF


meer slagkracht voor de Commissie
meer middelen
Jaren tachtig

nieuw elan voor het sociale





socialistische regering in Frankrijk
nieuwe Commissie
Eenheidsakte
eenheidsmarkt
daaronder : ESF en EFRO
Jaren negentig



sociaal charter -->
sociaal actieprogramma -->
sociaal protocol : QMV voor





arbeidsvoorwaarden
veiligheid en gezondheid
informatie & consultatie werknemers
gelijkbehandeling vrouwen
enz.
Hoekstenen sociaal beleid


Doelstellingen: Sociale Agenda
Instrumenten:


Vooral werkgelegenheidsstrategie
Verder ESF, OCM, wetgeving
Sociale Agenda


Sociale dimensie Lissabonstrategie
2005-2010:



Creëren van banen
Bestrijding van armoede & creëren gelijke kansen
scoreboard
Witboek

analyse werkloosheid




groei
investeringen
concurrentievermogen
trans-europese netwerken (TEN)



transport
energie
informatie
Het ‘proces van Luxemburg’


Ontwikkelen van een Europese
werkgelegenheidsstrategie in het licht van nationale
bevoegdheid: OCM
richtsnoeren :






preventie
van passief naar actief
levenslang leren
…
nationale actieplannen
evt. werkgelegenheidsindicatoren
Wetgeving realisaties






Gestandaardiseerd minimumniveau
werknemersbescherming
Richtlijnen mbt ouderschapsverlof, parttimewerk,
tijdelijke contracten
Consultatie werknemers (‘Vredelingrichtlijn’,
‘Renaultrichtlijn’)
Minimumeisen gezondheid en veiligheid op het werk
Vrij verkeer van werknemers
Anti-discriminatierichtlijnen
Evaluatie

EU sociaal beleid:



low profile
aanvullend tov nationaal
geen race to the bottom
Download