Vragenlijst 2 spreken voor een groep 1. 2. 3. 4. 5. 6. Vond je het eng om voor een groep te spreken? Vond je het leuk om te doen? Leg kort uit waarom wel/niet. Ging het je makkelijk af? Leg uit waarom wel/niet. Wat vond je het moeilijkst? Wat vond je het makkelijkst? Noteer twee zwakke en twee sterke punten van jezelf bij het houden van een spreekbeurt/voordracht 7. Wat was je leerdoel? 8. Heb je dit leerdoel bereikt? 9. Welke problemen voorzie je nu bij jezelf bij het houden van je mondelinge betoog voor de klas? 10. Waar ben je het bangst voor? 11. Heeft de oefening geholpen om de angst daarvoor te verminderen? 12. Zo ja, op welke manier? 13. Heeft de feedback van anderen je daarbij geholpen? 14. Op een schaal van 0 (helemaal niet) tot 5 (heel erg), hoe eng vind je het om straks een betoog voor de klas te houden?