Nieuwsbrief The orchid professionals since 1933 JAARGANG 30 NR. 1 | MEI 2012 Phalaenopsis teelttips 1 3 5 6 8 Phalaenopsis teelttips Stilstand Miltonia Cymbidium teelttips Cymbidium productieprognose Afzet Phalaenopsis Gewasbescherming In Phalaenopsis kan op dit moment geïntegreerd worden bestreden, waarbij afhankelijk van de omvang een grote haard van een plaagorganisme chemisch kan worden aangepakt en biologisch in de hand kan worden gehouden. Het gebruik van chemische middelen zal in de toekomst verder worden beperkt, aangezien de afgelopen jaren een groot aantal niet toegelaten werkzame stoffen zijn teruggevonden in bodem en het oppervlaktewater. De overheid dwingt ons de oplossing te zoeken in een geïntegreerde aanpak met het oog op duurzaam ondernemen. De geïntegreerde bestrijding is een oplossing die in de toekomst waarschijnlijk verder beperkt wordt tot alleen biologische bestrijding. Hierdoor wordt de druk op de bestaande en nieuwe biologische middelen steeds groter. Er wordt in de natuur of op onbespoten gewassen, voortdurend gezocht naar nieuwe natuurlijke vijanden als aanvulling en verbreding van het biologische pakket. Het doel hierbij is, om met een afwisseling aan biologische bestrijders, een ziekte of plaag afdoende te kunnen bestrijden. Bij het werken met biologische bestrijders oriënteert het onderzoek zich vooral op de effectiviteit van de verschillende bestrijders, de levenswijze van het insect en het opbouwen van een populatie in het gewas. Verder wordt bekeken in welk gewasstadia een desbetreffende plaag voor kan komen en met welke natuurlijke vijanden deze kan worden bestreden. Zo is er tegen de varenrouwmug al een roofvlieg ontdekt en tegen de Sciaramug wordt inmiddels al gewerkt met een kever. De kever leeft in de bovenste laag van de grond of het substraat, is lichtschuw, voedt zich vooral met de larve en pakt tevens andere schadelijke bodemorganismen aan. Belangrijk om te weten is dat eerst een populatie moet groeien waarbij andere bestrijders moeten worden uitgezet. lees verder op pagina 2 Licht De lichtniveaus in de verschillende afdelingen nemen snel toe, waarop ook de andere klimaatfactoren goed moeten worden afgestemd. Er worden meer planten per vierkante meter geteeld en omloopsnelheid neemt hierbij eveneens toe. Er wordt steeds meer gezocht naar de grens van het telen met een maximaal lichtsom. Wat die grens is weten we nog niet maar het telen bij steeds hogere lichtniveaus en onregelmatigheden in het licht, vergroten de kans op lichtschade bij de gevoeligste soorten. De ervaring leert dat Phalaenopsis best veel licht kan hebben, mits het bij voorkeur met een constant niveau wordt toegelaten. Ook het rustig open afbouwen van het licht op een dag is van belang voor een goed functioneren van de plant. Vaker dan in het verleden komen we halverwege de middag al slappe bovenste bladeren tegen. Dan staan de huidmondjes open. Op dat moment is de plant vatbaar voor uitdroging en lichtpieken. Dit verschijnsel wordt versterkt als een plant droog staat, dus de dag voor het gieten. Ons idee is dat het slap gaan van deze bladeren niet positief is voor de plant. Temperatuur en RV (Relatieve Vochtigheid) De vorst eind januari kan geleid hebben tot sterkere uitstraling van warmte naar het koude dek en daling van de kas- en daarmee de planttemperatuur. Om hierop in te spelen is het raadzaam het LS10 doek dicht te houden, om schommelingen in de kastemperatuur tegen te gaan. Aangezien het afvoeren van vocht met een kleine kier soms noodzakelijk is, heeft kouval in gevoelige soorten geleid tot het vormen van voortakken. Tevens hebben planten naar ons idee op een tweede teeltlaag vlak onder het dek, meer luchtwortels gevormd op zoek naar vocht. In de komende tijd is het belangrijk een plotselinge daling van de RV tijdig op te vangen met bijvoorbeeld de nevelinstallatie. Ook kan vroegtijdig op straling de stook- en luchtingstemperatuur naar beneden aangepast worden. Verder kunnen eventuele maximum raamstanden en doekstanden (maximale kier) voorzichtig aangepast worden. Een enkele keer bij helder weer kan er nog nachtvorst optreden. Verwarming Aangezien er in deze tijd van het jaar grote kans is op wisselingen in de RV, is het goed dat het boven- en ondernet goed op elkaar zijn afgestemd. We zien nog wel eens grote verschillen in planttemperatuur tussen de pot en de bovenste bladeren. De worteldruk kan bij een hete onderbuis hoog zijn eventueel in combinatie met een droog substraat, terwijl de omstandigheden negatief zijn voor het openen 2 Phal. '332407' van de huidmondjes, wat overdag het geval is. Een te hoge pottemperatuur kan met een verkeerde afstelling van het bovennet, in combinatie met te veel luchten en dalende planttemperatuur leiden tot het barsten van de takken of het verschijnsel ‘guttatie’. Intern kunnen cellen ook wel klappen met Fusarium en Erwinia als gevolg. De plant wordt als het ware opgeblazen. Watergift en bemesting In het voorjaar kan in de eerste vier tot zes weken van de opkweek gestart worden met wat meer stikstof in de vorm van ureum voor de celstrekking en het doorwortelen van de net opgepotte planten. Ureum is bij voorkeur erg geschikt omdat het zowel door de wortel als door het blad voor de plant beschikbaar is. Zijn de planten eenmaal gestart dan kan bijvoorbeeld een 20-20-20 meststof worden toegediend en afhankelijk van de grote van de bladeren en afsplitsingsnelheid extra ureum worden toegevoegd. Let wel op dat de hoeveelheid ureum tussen verschillen de samengestelde meststoffen kan verschillen en het extra toevoegen hiervan kan leiden tot vergiftigen van de plant. Laat ook uw uitgangswater regelmatig bemonsteren op elementen. Bij een droog voorjaar met weinig regenwater is het zaak dat uw mestschema met (volledig) leidingwater wel degelijk aangepast wordt. Het hangt echter wel af wat de kwaliteit is van het leidingwater en waar u zich dus bevindt in Nederland. Begin tijdig met bijmengen van leidingwater, dan kan het moment van gieten met 100% leiding een tijdje uitgesteld worden. CO2 Het doseren van CO2 gebeurt veelal tijdens het ingaan van de donkere periode in de nacht, waarbij de huidmondjes open zijn. Het bovenste blad is C3 en neemt overdag nog CO2 op, de bladeren daaronder gedragen zich als CAM waar dit proces in de nacht plaatsvindt. De plant kan echter voor het ingaan van de nacht, al behoefte hebben aan CO2. Dit wordt veroorzaakt door de hoeveelheid aangeboden licht en de lichtduur. Heeft de plant de mogelijkheid om over een langere periode zijn benodigde CO2 op te nemen en op te slaan, kun je, mits de overige factoren hierop goed zijn afgesteld, dit terugzien in een hoger drogestofpercentage. Het blijft een kostenoverweging, gezien het verlies via de luchtramen aan het einde van de dag. Uit onderzoek blijkt dat de CO2 opname door de plant het meest optimaal is in de eerste 8 uur van de donkerperiode en de fases waarin de plant omschakelt in het sluiten en openen van de huidmondjes. CO2 kan op verschillende manieren worden toegediend en het beste onder de planten de kas worden ingebracht. Hoe zuiverder de CO2 hoe beter, het is belangrijk regelmatig onderhoud en controle van ketel- en WKK-installaties te doen. We komen in de praktijk uiteenlopende waarden tegen, waarbij soms ook de hele dag wordt gedoseerd. Ons advies is een dosering tussen de 800 en 1.000 ppm. Phal. 'Queen of Hearts' Phal. ‘Miraflore’ Stilstand Miltonia In een recente proef met een Growwatch in de teelt van Miltonia leek er een probleem te ontstaan met de fotosynthesemeter. In een zeer korte periode viel de groei van de gemeten plant stil. Ook in de nacht trad geen herstel meer op en in de volgende dagen was er eigenlijk geen groei meer te vinden. Op 19-11 zie je dat het benut licht (groen vlak) terugzakt naar bijna 0. De lichtbelasting (blauw vlak) zie je toenemen op 20-11, maar de lichtschade (rood vlak) wordt enorm groot. Lichtreactie Miltonia op een gewasbehandeling 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 17-11-11 00:00 17-11-11 12:00 18 -11-11 00:00 18-11-11 12:00 19-11-11 00:00 19-11-11 12:00 20-11-11 00:00 20-11-11 12:00 17-11-11 00:00 17-11-11 00:05 17-11-11 00:10 17-11-11 00:15 17-11-11 00:20 17-11-11 00:25 17-11-11 00:30 17-11-11 00:35 17-11-11 00:40 17-11-11 00:45 17-11-11 00:50 17-11-11 00:55 17-11-11 01:00 Benut licht (Florwatch P3) Lichtbelasting (Florwatch P3) Lichtschade (Florwatch P3) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 3 Aan het uiterlijk van de plant was eigenlijk niets bijzonders te zien. Zelfs de kenmerkende stressverschijnselen als het vouwen van de bladeren, waren niet zichtbaar. De fotosynthesemeter is in staat om het benut licht voor de plant te meten. Wanneer de plant door welke oorzaak dan ook weinig licht gebruikt voor de fotosynthese, dan belast dit licht de plant. In de metingen is dit weergegeven in lichtbelasting en lichtschade. De eerste van de twee draagt niet bij aan de fotosynthese en levert geen schade op aan het gewas. Bij lichtschade gaat de kwaliteit van de plant wel achteruit. Dit hoeft niet direct zichtbaar te zijn. De bladtemperatuur loopt meestal op bij gemeten lichtschade waardoor de verbranding van suikers van de plant toeneemt. Dit kan je interen van de plant noemen. De voorraden worden aangesproken zonder dat dit een positief effect heeft voor de groei. Uiteindelijk kan dan verbranding van de bladpunten optreden. de plant zich zelf nog kan koelen. Dit betekent dat bij een kas- en planttemperatuur van 25oC de RV niet onder de 70% mag dalen. Wanneer de bladtemperatuur 2oC hoger is dan deze kastemperatuur mag de RV niet onder de 80% komen. Het verlagen van de temperatuur of het verhogen van de RV door te nevelen is het beste advies. Voor licht geldt dat er boven de 400 µmol/m2/sec (ongeveer 200 W/m2 of 22.000 lux) lichtstress is. Optimaal lijkt 100 µmol/m2/sec. Na 200 µmol/m2/sec neemt het voordeel van extra licht snel af. In de ochtend kan de plant beter omgaan met licht dan aan het eind van de dag. Extra licht toelaten aan het eind van de dag is niet zinvol. Voor CO2 is duidelijk geworden dat waarden boven de 1.000 ppm eerder remmend werken dan positief. Uit deze metingen kwam naar voren dat een lichte behandeling met onkruidbestrijdingsmiddel de reden was Als tweede effect zie je dat wanneer er meer lichtschade overdag is, de plant in de nacht niet of niet goed kan herstellen. Een volgende dag is de plant niet in staat om een goede groei te realiseren. In de nacht hoort de plant telkens te herstellen van de belasting overdag. Wanneer het herstel goed is, kan de plant elke keer weer een goede groei realiseren. Herstelt de plant niet voldoende, dan kan de plant minder goed tegen extremen in het klimaat. Het rendement van de fotosynthese loopt bij Miltonia overdag met voldoende licht terug tot rond de 50%. In de nacht herstelt het rendement tot ongeveer 80%. De gemeten plant had overdag een fotosyntheserendement van nog geen 5% en een herstel in de nacht van nog geen 50%. Met andere woorden de plant stond helemaal stil. Door deze metingen zijn wij erachter gekomen dat de plant stilstond, maar aan de plant was niets te zien. Door te belichten wordt de belasting van de plant alleen maar groter en zal het herstel langer op zich laten wachten. Een plant die stilstaat neemt ook nauwelijks water en voeding op. Afhankelijk van het weer of tijd, water geven kan dan rampzalig uitpakken. Planten die te nat staan, zullen veel gemakkelijker van de wortel gaan en ziek worden. Met behulp van de Growwatch zijn al een aantal belangrijke factoren voor het sturen van de teelt gevonden. Een dampdrukdeficiet van 1,0 kPa lijkt de hoogste waarde waar 4 Milt. ‘Newton Falls’ voor een snelle stop van de groei van de plant. Het herstel hebben we niet gezien. Maar in ieder geval vijf dagen lang was de groei volledig gestopt. Dit houdt in dat er geen assimilatie en geen wateropname was. Uit de ervaring van andere gewassen is eerder al gebleken dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een remmend effect op de wateropname kan hebben van soms meer dan een week. Je mag concluderen dat ook de assimilatie of geremd is of stilvalt. Wij verwachten van elk gewasbeschermingsmiddel een remmende werking op de fotosynthese. Het lijkt ons een goed advies om op te letten hoe een plant reageert op een gewasbeschermingsmiddel. Zonder te testen lijkt het een goed advies om de hoeveelheid licht die toegelaten wordt te beperken en goed te controleren of planten niet langer nat blijven. Regelmatig water geven leidt dan direct tot grote kwaliteitsproblemen in Miltonia, waardoor uitval gemakkelijk kan optreden en planten korter houdbaar zijn. Cym. 'Cass Flor' Milt. ‘Princess Diana Red Baron’ Cymbidium teelttips Slakken Slakken doen meer schade dan wordt beseft in Cymbidium. Kleine huisjesslakken vreten aan wortels, grotere naaktslakken kunnen later in het seizoen problemen geven. Meestal als het een tijdje warm en vochtig is geweest, dan vermeerderen zij zich makkelijk. De beste bestrijding is preventief te werken. Op de eerste plaats zorg ervoor dat paden schoon zijn en dat onkruid geen kans krijgt en op de tweede plaats door in april-mei slakkenkorrels te strooien. Een tweede bestrijding in augustus-september zorgt ervoor dat de slakken geen kans krijgen hun populatie uit te breiden. Heeft u erg veel last van slakken, dan is het beter om elke drie weken slakkenkorrels te strooien volgens doseringsvoorschrift. pH - water De pH is van grote invloed op de groei en bloei van planten. Een juiste pH heeft grote positieve invloed op de opname van de voedingselementen. Een verkeerde pH juist een negatieve. Het druppelwater wordt over het algemeen goed gestuurd, maar het kan voorkomen dat door algenvorming in het bassin dat de pH van het uitgangswater veel te hoog is. Controleer daarom regelmatig dit water. Een lichte warme meimaand geeft veelal een algenexplosie te zien. Afdekken (geen licht doorlaten), beluchten en eventueel aanzuren zijn middelen om de pH onder controle te houden. Spint Spint is een hardnekkige aantasting die zeker in het voorjaar bij warm droog weer vrij plotseling massaal de kop op kan steken. Zorg voor regelmatige scouting van uw gewas. Er zijn redelijk goede ervaringen met biologische bestrijding maar daarvoor zijn twee zaken belangrijk. Op de eerste plaats het creëren van een wat vochtiger klimaat waar de roofmijten beter in gedijen en de spintmijt zich wat ongemakkelijker voelt en ten tweede een zorgvuldige regelmatige controle zodat op tijd ingegrepen kan worden door meer uitzetten van roofmijten en of pleksgewijze aantastingen chemisch te bestrijden. Cym. 'Mighty Flor' 5 Cymbidium productieprognose VROEG-SORTIMENT De vroegheid van de bloei van het afgelopen seizoen in Nederland, dus de bloei vóór 1 november, is in de eerste plaats te verklaren doordat het van eind maart tot medio juni 2011 zeer zonnig is geweest. Daardoor werden de vereiste gemiddelde etmaaltemperaturen van 20°C moeiteloos door iedereen gehaald. Op het moment dat het mogelijk te warm zou kunnen worden, kregen we te maken met een slechte (koele, regenachtige) zomer. Daardoor was het wel geen strandweer, maar wel ideaal voor het vroege sortiment om eerder in bloei te komen bij nog steeds die gemiddelde 20°C! Dit is de verklaring waarom er zoveel meer aanvoer was van zowel grootbloemige en kleinbloemige Cymbidium alsmede pot Cymbidium. Met deze kennis kunt u uw voordeel doen als de weersomstandigheden dit jaar in april en mei precies het omgekeerde zijn. Door de kas aanvullend te verwarmen om te zorgen dat de vereiste etmaalgemiddelde van 20°C wordt gehaald, kan de productie weer vroeg komen! Heeft u vanaf begin februari voor het sortiment dat voor 1 november moet bloeien onvoldoende verwarmd en dus niet de vereiste etmaalgemiddelden gerealiseerd, dan haalt u dat helaas niet meer in. Tot medio maart zijn de temperaturen buiten laag geweest en door ontbreken van de zon als gevolg van bewolkt weer had u extra moeten stoken. Etmaalgemiddelden boven de 21°C werken averechts. Vergelijk het met te laat van huis vertrekken en dan met hard rijden de achterstand inhalen. Voor sortiment dat vóór de Kerst moet bloeien is het echter ook noodzakelijk dat u op tijd voor de juiste temperaturen zorgt. Als het tot en met eind mei of nog later koud en donker weer blijft, gevolgd door hete zomermaanden en daarna weer een donker en koel najaar, dan is de kans groot dat de bloei niet vóór maar ook voor een (groot) deel ná de Kerst valt. In dat scenario bent u nooit alleen, dus met vele collega’s ervaart u een herhaling van het aanvoerseizoen van 2010-2011. Cym. 'Mystery Red Dream' 6 Voorkom met name in het hele vroege sortiment grote verschillen tussen de dag- en nachttemperaturen in de periode juni-juli. Zwarte stempelkappen en rode bloemen kunnen soortspecifiek het gevolg zijn. Door donker en koud weer in augustus kan opnieuw vertraging of verlating optreden van de takstrekking. Ook dan moet er weer aanvullend gestookt worden. Al wordt het mooi weer in september of oktober, dat weet u nooit van te voren! Wordt het echter in juli of augustus erg zonnig, overweeg dan extra licht te krijten! MIDDEN-SORTIMENT Het midden-sortiment heeft het afgelopen seizoen minder geproduceerd dan het vorige jaar. Reden is voornamelijk dat in seizoen 2010-2011 er een hogere productie is gerealiseerd van ca. 10% maar met minder zware takken. In 9 van de 10 gevallen leidt een meerproductie in het ene jaar, tot een minderproductie in het daaropvolgende seizoen. De plantbelasting is te hoog geweest waardoor er minder scheuten zijn gemaakt. Dit seizoen ervaren we minder productie en zwaardere takken. Omdat het afgelopen najaar nu ook niet zo licht was, zal er over het algemeen ook niet zoveel meer scheuten zijn gemaakt. Pas komend najaar valt hier een beter oordeel over te geven. Over het algemeen kan het midden-sortiment gewoon zoals altijd worden behandeld. Laat licht toe, krijt niet te snel, liefst zo licht mogelijk. Belangrijk is, als het in augustus-september te donker en te koud is, door middel van stoken te zorgen voor een actief gewas. Stoken in die periode klinkt merkwaardig, maar het kan wel heel slim zijn. Merkwaardig genoeg wordt wel veel gepraat over stookkosten, maar de arbeidskosten zijn tot in sommige gevallen wel twee keer zo hoog dan de stookkosten en daar wordt minder vaak naar gekeken. Vervroeging De keuze om het april-sortiment (midden-sortiment) te vervroegen naar half maart 2013 betekent: dat er in de periode tot eind juni voldoende koude is opgebouwd; dat er vanaf begin juli naar warmere waarden wordt gegaan (etmaalgemiddelde van 20°C); dat er vanaf november naar een etmaalgemiddelde wordt gegaan van maximaal 15°C om de bloei te vervroegen. Verlating De keuze om het april-sortiment (midden-sortiment) te verlaten naar eind april 2013 betekent: dat er in de periode tot eind juli voldoende koude is opgebouwd; dat er vanaf eind juli naar warmere waarden wordt gegaan (etmaalgemiddelde van 20°C); dat er vanaf november naar een etmaalgemiddelde wordt gegaan van minimaal 11°C om de bloei te verlaten. LAAT-SORTIMENT Het late sortiment zal nu nog een keer gekrijt moeten worden, zeker als het zeer zonnig wordt. Een nevelinstallatie kan ervoor zorgen dat de temperatuur overdag door de verdamping voldoende laag blijft. Het product wordt kwalitatief beter. Blijf de verdamping controleren door drain en of gewicht van de plant te meten. Zeker voor de zeer late kwekers is het van belang om pas in eind juni- begin juli het krijt van de kas te verwijderen. Als het super mooi weer is, wacht daar dan even mee om de overgang niet te scherp te maken, maar probeer het wel voor medio juli eraf te hebben. Ook hier moet in augustus-september worden gezorgd dat de temperaturen worden gerealiseerd, desnoods door verwarmen. De scheutontwikkeling voor bloei voorjaar 2014 wordt dan bepaald, maar ook de takontwikkeling voor bloei voorjaar 2013! Iets meer stoken zorgt voor een betere kwaliteit en planning. Dat levert veel meer op dan de energiebesparing en bespaart ook op arbeidskosten doordat er minder gesorteerd hoeft te worden. Let wel op dat in 2013 Pasen op 31 maart valt. Dat betekent dat voor het midden–sortiment gekozen moet worden welke soorten voor de Pasen in bloei moeten komen en welke niet. We zullen dit komend najaar nog een keer onder de aandacht brengen. 7 © Copyright Floricultura BV. Gehele of gedeeltelijke overname is toegestaan op voorwaarde van bronvermelding. Onze informatie en adviezen worden met de grootst mogelijke zorg samengesteld, doch zijn te allen tijden vrijblijvend. Afzet Phalaenopsis We zien dat telers van Phalaenopsis steeds meer een keuze maken op welk marktsegment (bloemist, tuincentrum, retailketen) zich men wil richten. Deze ontwikkeling hangt samen met de keuze van de ondernemer voor welk marktsegment men wil produceren en tegen welke kostprijs men kan produceren. Bedrijven die geen keuze hebben gemaakt, zouden tussen ‘wal en schip’ kunnen raken. Over de keuze van sortiment kan lang worden gediscussieerd. Het feit is dat een teler zelf nog steeds het beste een inschatting kan maken of een bepaald ras of sortiment bij zijn bedrijf past. Bij de keuze van sortiment spelen vele factoren een rol, waaronder teelt, afzetsegment en -markt, toekomstverwachting, persoonlijke voorkeur en toeleverancier. We zien een toename in de vraag bij Phalaenopsis naar bloemen met spikkels, streepjes, vlekken en andere bijzondere kleuren en kleurvariaties. Om te komen tot een goede samenstelling van sortiment met uiteindelijk een zo hoog mogelijk bedrijfsrendement, blijven ook de basiskleuren als wit, roze, rood, paars en geel belangrijk. Naast het basiskleursortiment is altijd ruimte voor zogenaamde specialiteiten of ‘specialties’. Een ‘specialty’ blijft natuurlijk alleen maar ‘speciaal’ in de markt als het aantal beperkt blijft. Als diverse bedrijven eenzelfde ras in grote aantallen op de markt brengt, dan is de kans groot op een ‘overaanbod’ met als gevolg een daling van de prijs. Een ‘specialty’ wordt dan automatisch een ‘bulkproduct’. Een bedrijf kan zich onderscheiden door bijvoorbeeld in het kleurensortiment een ‘specialty’ op te nemen. Wij raden aan om een ras te bestellen wanneer hiermee op het eigen bedrijf in verschillende seizoenen constante en betrouwbare resultaten zijn verkregen in de teelt. Uiteindelijk spelen ook factoren als houdbaarheid en afzetmogelijkheden Phal. '312776' Phal. 'Durango' een rol bij de keuze van een ras. Wanneer het product rijper wordt aangeleverd is de houdbaarheid en sierwaarde beter. Hieraan kan nog veel worden gedaan en verbeterd, en is het moeilijk uit te leggen aan de consumenten. Het sortiment van Floricultura onderscheidt zich door een zeer breed aanbod van rassen dat continu wordt aangepast aan de wensen van de markt. Het sortiment is het resultaat van een jarenlange ‘fine tuning’ van ervaringen van al onze klanten wereldwijd. Uit recente marktgegevens van Valentijn 2012 blijkt dat het standaard kleurensortiment de hoogste middenprijs heeft opgebracht. Op de Flora Holland Trade Fair in Naaldwijk waren de meeste Phalaenopsis telers vertegenwoordigd. Het is goed om te zien hoe een ieder zich presenteert en zich probeert te onderscheiden. De keuze van een handelaar is enorm. Eén van de belangrijkste criteria van een handelaar of inkoper om juist bij een bepaald bedrijf zijn planten te betrekken is dat hij of zij kan rekenen op een continu kwalitatief goed, betrouwbaar product met een uitstekende houdbaarheid. Dit is dan ook bij uitstek een voorbeeld waar uw bedrijf zich in kan onderscheiden. P.O. Box 100, 1960 AC Heemskerk, The Netherlands T: +31 (0)251 - 20 30 60 F: +31 (0)251 - 20 30 61 E: [email protected] I: www.floricultura.com