Nieuwsbrief - Floricultura

advertisement
Nieuwsbrief
The orchid professionals since 1933
JAARGANG 30 NR. 1 | MEI 2012
Phalaenopsis teelttips
1
3
5
6
8
Phalaenopsis
teelttips
Stilstand Miltonia
Cymbidium
teelttips
Cymbidium
productieprognose
Afzet
Phalaenopsis
Gewasbescherming
In Phalaenopsis kan op dit moment geïntegreerd worden
bestreden, waarbij afhankelijk van de omvang een grote
haard van een plaagorganisme chemisch kan worden
aangepakt en biologisch in de hand kan worden gehouden.
Het gebruik van chemische middelen zal in de toekomst
verder worden beperkt, aangezien de afgelopen jaren
een groot aantal niet toegelaten werkzame stoffen zijn
teruggevonden in bodem en het oppervlaktewater.
De overheid dwingt ons de oplossing te zoeken in
een geïntegreerde aanpak met het oog op duurzaam
ondernemen. De geïntegreerde bestrijding is een oplossing
die in de toekomst waarschijnlijk verder beperkt wordt tot
alleen biologische bestrijding. Hierdoor wordt de druk op de
bestaande en nieuwe biologische middelen steeds groter. Er
wordt in de natuur of op onbespoten gewassen, voortdurend
gezocht naar nieuwe natuurlijke vijanden als aanvulling en
verbreding van het biologische pakket. Het doel hierbij is,
om met een afwisseling aan biologische bestrijders, een
ziekte of plaag afdoende te kunnen bestrijden. Bij het werken
met biologische bestrijders oriënteert het onderzoek zich
vooral op de effectiviteit van de verschillende bestrijders,
de levenswijze van het insect en het opbouwen van een
populatie in het gewas. Verder wordt bekeken in welk
gewasstadia een desbetreffende plaag voor kan komen en
met welke natuurlijke vijanden deze kan worden bestreden.
Zo is er tegen de varenrouwmug al een roofvlieg ontdekt
en tegen de Sciaramug wordt inmiddels al gewerkt met een
kever. De kever leeft in de bovenste laag van de grond of
het substraat, is lichtschuw, voedt zich vooral met de larve
en pakt tevens andere schadelijke bodemorganismen aan.
Belangrijk om te weten is dat eerst een populatie moet
groeien waarbij andere bestrijders moeten worden uitgezet.
lees verder op pagina 2
Licht
De lichtniveaus in de verschillende afdelingen nemen snel
toe, waarop ook de andere klimaatfactoren goed moeten
worden afgestemd. Er worden meer planten per vierkante
meter geteeld en omloopsnelheid neemt hierbij eveneens
toe. Er wordt steeds meer gezocht naar de grens van het
telen met een maximaal lichtsom. Wat die grens is weten
we nog niet maar het telen bij steeds hogere lichtniveaus
en onregelmatigheden in het licht, vergroten de kans op
lichtschade bij de gevoeligste soorten. De ervaring leert dat
Phalaenopsis best veel licht kan hebben, mits het bij voorkeur
met een constant niveau wordt toegelaten. Ook het rustig open afbouwen van het licht op een dag is van belang voor een
goed functioneren van de plant. Vaker dan in het verleden
komen we halverwege de middag al slappe bovenste
bladeren tegen. Dan staan de huidmondjes open. Op dat
moment is de plant vatbaar voor uitdroging en lichtpieken. Dit
verschijnsel wordt versterkt als een plant droog staat, dus de
dag voor het gieten. Ons idee is dat het slap gaan van deze
bladeren niet positief is voor de plant.
Temperatuur en RV (Relatieve Vochtigheid)
De vorst eind januari kan geleid hebben tot sterkere
uitstraling van warmte naar het koude dek en daling van
de kas- en daarmee de planttemperatuur. Om hierop in
te spelen is het raadzaam het LS10 doek dicht te houden,
om schommelingen in de kastemperatuur tegen te gaan.
Aangezien het afvoeren van vocht met een kleine kier soms
noodzakelijk is, heeft kouval in gevoelige soorten geleid tot
het vormen van voortakken. Tevens hebben planten naar
ons idee op een tweede teeltlaag vlak onder het dek, meer
luchtwortels gevormd op zoek naar vocht. In de komende
tijd is het belangrijk een plotselinge daling van de RV tijdig
op te vangen met bijvoorbeeld de nevelinstallatie. Ook kan
vroegtijdig op straling de stook- en luchtingstemperatuur
naar beneden aangepast worden. Verder kunnen eventuele
maximum raamstanden en doekstanden (maximale kier)
voorzichtig aangepast worden. Een enkele keer bij helder
weer kan er nog nachtvorst optreden.
Verwarming
Aangezien er in deze tijd van het jaar grote kans is op
wisselingen in de RV, is het goed dat het boven- en ondernet
goed op elkaar zijn afgestemd. We zien nog wel eens
grote verschillen in planttemperatuur tussen de pot en de
bovenste bladeren. De worteldruk kan bij een hete onderbuis
hoog zijn eventueel in combinatie met een droog substraat,
terwijl de omstandigheden negatief zijn voor het openen
2
Phal. '332407'
van de huidmondjes, wat overdag het geval is. Een te hoge
pottemperatuur kan met een verkeerde afstelling van het
bovennet, in combinatie met te veel luchten en dalende
planttemperatuur leiden tot het barsten van de takken of het
verschijnsel ‘guttatie’. Intern kunnen cellen ook wel klappen
met Fusarium en Erwinia als gevolg. De plant wordt als het
ware opgeblazen.
Watergift en bemesting
In het voorjaar kan in de eerste vier tot zes weken van de
opkweek gestart worden met wat meer stikstof in de vorm
van ureum voor de celstrekking en het doorwortelen van de
net opgepotte planten. Ureum is bij voorkeur erg geschikt
omdat het zowel door de wortel als door het blad voor
de plant beschikbaar is. Zijn de planten eenmaal gestart
dan kan bijvoorbeeld een 20-20-20 meststof worden
toegediend en afhankelijk van de grote van de bladeren
en afsplitsingsnelheid extra ureum worden toegevoegd.
Let wel op dat de hoeveelheid ureum tussen verschillen
de samengestelde meststoffen kan verschillen en het extra
toevoegen hiervan kan leiden tot vergiftigen van de plant.
Laat ook uw uitgangswater regelmatig bemonsteren op
elementen. Bij een droog voorjaar met weinig regenwater
is het zaak dat uw mestschema met (volledig) leidingwater
wel degelijk aangepast wordt. Het hangt echter wel af wat de
kwaliteit is van het leidingwater en waar u zich dus bevindt
in Nederland. Begin tijdig met bijmengen van leidingwater,
dan kan het moment van gieten met 100% leiding een tijdje
uitgesteld worden.
CO2
Het doseren van CO2 gebeurt veelal tijdens het ingaan van de
donkere periode in de nacht, waarbij de huidmondjes open
zijn. Het bovenste blad is C3 en neemt overdag nog CO2
op, de bladeren daaronder gedragen zich als CAM waar dit
proces in de nacht plaatsvindt. De plant kan echter voor het
ingaan van de nacht, al behoefte hebben aan CO2. Dit wordt
veroorzaakt door de hoeveelheid aangeboden licht en de
lichtduur. Heeft de plant de mogelijkheid om over een langere
periode zijn benodigde CO2 op te nemen en op te slaan,
kun je, mits de overige factoren hierop goed zijn afgesteld,
dit terugzien in een hoger drogestofpercentage. Het blijft
een kostenoverweging, gezien het verlies via de luchtramen
aan het einde van de dag. Uit onderzoek blijkt dat de CO2
opname door de plant het meest optimaal is in de eerste
8 uur van de donkerperiode en de fases waarin de plant
omschakelt in het sluiten en openen van de huidmondjes.
CO2 kan op verschillende manieren worden toegediend en
het beste onder de planten de kas worden ingebracht. Hoe
zuiverder de CO2 hoe beter, het is belangrijk regelmatig
onderhoud en controle van ketel- en WKK-installaties te
doen. We komen in de praktijk uiteenlopende waarden tegen,
waarbij soms ook de hele dag wordt gedoseerd. Ons advies
is een dosering tussen de 800 en 1.000 ppm.
Phal. 'Queen of Hearts'
Phal. ‘Miraflore’
Stilstand Miltonia
In een recente proef met een Growwatch in de teelt van Miltonia
leek er een probleem te ontstaan met de fotosynthesemeter. In
een zeer korte periode viel de groei van de gemeten plant stil.
Ook in de nacht trad geen herstel meer op en in de volgende
dagen was er eigenlijk geen groei meer te vinden.
Op 19-11 zie je dat het benut licht (groen vlak) terugzakt naar
bijna 0. De lichtbelasting (blauw vlak) zie je toenemen op
20-11, maar de lichtschade (rood vlak) wordt enorm groot.
Lichtreactie Miltonia op een gewasbehandeling
80,00
70,00
60,00
50,00
40,00
30,00
20,00
10,00
0,00
17-11-11 00:00
17-11-11 12:00
18 -11-11 00:00
18-11-11 12:00
19-11-11 00:00
19-11-11 12:00
20-11-11 00:00
20-11-11 12:00
17-11-11 00:00 17-11-11 00:05 17-11-11 00:10 17-11-11 00:15 17-11-11 00:20 17-11-11 00:25 17-11-11 00:30 17-11-11 00:35 17-11-11 00:40 17-11-11 00:45 17-11-11 00:50 17-11-11 00:55 17-11-11 01:00
Benut licht (Florwatch P3)
Lichtbelasting (Florwatch P3)
Lichtschade (Florwatch P3)
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
3
Aan het uiterlijk van de plant was eigenlijk niets bijzonders
te zien. Zelfs de kenmerkende stressverschijnselen als het
vouwen van de bladeren, waren niet zichtbaar.
De fotosynthesemeter is in staat om het benut licht voor de
plant te meten. Wanneer de plant door welke oorzaak dan ook
weinig licht gebruikt voor de fotosynthese, dan belast dit licht
de plant. In de metingen is dit weergegeven in lichtbelasting
en lichtschade. De eerste van de twee draagt niet bij aan de
fotosynthese en levert geen schade op aan het gewas. Bij
lichtschade gaat de kwaliteit van de plant wel achteruit. Dit
hoeft niet direct zichtbaar te zijn. De bladtemperatuur loopt
meestal op bij gemeten lichtschade waardoor de verbranding
van suikers van de plant toeneemt. Dit kan je interen van de
plant noemen. De voorraden worden aangesproken zonder
dat dit een positief effect heeft voor de groei. Uiteindelijk kan
dan verbranding van de bladpunten optreden.
de plant zich zelf nog kan koelen. Dit betekent dat bij een
kas- en planttemperatuur van 25oC de RV niet onder de 70%
mag dalen. Wanneer de bladtemperatuur 2oC hoger is dan
deze kastemperatuur mag de RV niet onder de 80% komen.
Het verlagen van de temperatuur of het verhogen van de RV
door te nevelen is het beste advies.
Voor licht geldt dat er boven de 400 µmol/m2/sec (ongeveer
200 W/m2 of 22.000 lux) lichtstress is.
Optimaal lijkt 100 µmol/m2/sec. Na 200 µmol/m2/sec neemt
het voordeel van extra licht snel af.
In de ochtend kan de plant beter omgaan met licht dan aan
het eind van de dag. Extra licht toelaten aan het eind van de
dag is niet zinvol.
Voor CO2 is duidelijk geworden dat waarden boven de 1.000
ppm eerder remmend werken dan positief.
Uit deze metingen kwam naar voren dat een lichte
behandeling met onkruidbestrijdingsmiddel de reden was
Als tweede effect zie je dat wanneer er meer lichtschade
overdag is, de plant in de nacht niet of niet goed kan
herstellen. Een volgende dag is de plant niet in staat om een
goede groei te realiseren.
In de nacht hoort de plant telkens te herstellen van de
belasting overdag. Wanneer het herstel goed is, kan de
plant elke keer weer een goede groei realiseren. Herstelt de
plant niet voldoende, dan kan de plant minder goed tegen
extremen in het klimaat.
Het rendement van de fotosynthese loopt bij Miltonia overdag
met voldoende licht terug tot rond de 50%. In de nacht
herstelt het rendement tot ongeveer 80%.
De gemeten plant had overdag een fotosyntheserendement
van nog geen 5% en een herstel in de nacht van nog geen
50%. Met andere woorden de plant stond helemaal stil.
Door deze metingen zijn wij erachter gekomen dat de
plant stilstond, maar aan de plant was niets te zien. Door
te belichten wordt de belasting van de plant alleen maar
groter en zal het herstel langer op zich laten wachten. Een
plant die stilstaat neemt ook nauwelijks water en voeding
op. Afhankelijk van het weer of tijd, water geven kan dan
rampzalig uitpakken. Planten die te nat staan, zullen veel
gemakkelijker van de wortel gaan en ziek worden.
Met behulp van de Growwatch zijn al een aantal belangrijke
factoren voor het sturen van de teelt gevonden. Een
dampdrukdeficiet van 1,0 kPa lijkt de hoogste waarde waar
4
Milt. ‘Newton Falls’
voor een snelle stop van de groei van de plant. Het herstel
hebben we niet gezien. Maar in ieder geval vijf dagen lang
was de groei volledig gestopt. Dit houdt in dat er geen
assimilatie en geen wateropname was. Uit de ervaring van
andere gewassen is eerder al gebleken dat het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen een remmend effect op de
wateropname kan hebben van soms meer dan een week.
Je mag concluderen dat ook de assimilatie of geremd is of
stilvalt. Wij verwachten van elk gewasbeschermingsmiddel
een remmende werking op de fotosynthese. Het lijkt ons een
goed advies om op te letten hoe een plant reageert op een
gewasbeschermingsmiddel. Zonder te testen lijkt het een
goed advies om de hoeveelheid licht die toegelaten wordt
te beperken en goed te controleren of planten niet langer
nat blijven. Regelmatig water geven leidt dan direct tot grote
kwaliteitsproblemen in Miltonia, waardoor uitval gemakkelijk
kan optreden en planten korter houdbaar zijn.
Cym. 'Cass Flor'
Milt. ‘Princess Diana Red Baron’
Cymbidium teelttips
Slakken
Slakken doen meer schade dan wordt beseft in Cymbidium.
Kleine huisjesslakken vreten aan wortels, grotere naaktslakken
kunnen later in het seizoen problemen geven. Meestal als het
een tijdje warm en vochtig is geweest, dan vermeerderen zij
zich makkelijk. De beste bestrijding is preventief te werken.
Op de eerste plaats zorg ervoor dat paden schoon zijn en
dat onkruid geen kans krijgt en op de tweede plaats door in
april-mei slakkenkorrels te strooien. Een tweede bestrijding in
augustus-september zorgt ervoor dat de slakken geen kans
krijgen hun populatie uit te breiden. Heeft u erg veel last van
slakken, dan is het beter om elke drie weken slakkenkorrels te
strooien volgens doseringsvoorschrift.
pH - water
De pH is van grote invloed op de groei en bloei van planten.
Een juiste pH heeft grote positieve invloed op de opname van
de voedingselementen. Een verkeerde pH juist een negatieve.
Het druppelwater wordt over het algemeen goed gestuurd,
maar het kan voorkomen dat door algenvorming in het bassin
dat de pH van het uitgangswater veel te hoog is. Controleer
daarom regelmatig dit water. Een lichte warme meimaand
geeft veelal een algenexplosie te zien. Afdekken (geen licht
doorlaten), beluchten en eventueel aanzuren zijn middelen om
de pH onder controle te houden.
Spint
Spint is een hardnekkige aantasting die zeker in het voorjaar
bij warm droog weer vrij plotseling massaal de kop op kan
steken. Zorg voor regelmatige scouting van uw gewas. Er zijn
redelijk goede ervaringen met biologische bestrijding maar
daarvoor zijn twee zaken belangrijk. Op de eerste plaats het
creëren van een wat vochtiger klimaat waar de roofmijten
beter in gedijen en de spintmijt zich wat ongemakkelijker voelt
en ten tweede een zorgvuldige regelmatige controle zodat op
tijd ingegrepen kan worden door meer uitzetten van roofmijten
en of pleksgewijze aantastingen chemisch te bestrijden.
Cym. 'Mighty Flor'
5
Cymbidium productieprognose
VROEG-SORTIMENT
De vroegheid van de bloei van het afgelopen seizoen in
Nederland, dus de bloei vóór 1 november, is in de eerste
plaats te verklaren doordat het van eind maart tot medio juni
2011 zeer zonnig is geweest. Daardoor werden de vereiste
gemiddelde etmaaltemperaturen van 20°C moeiteloos door
iedereen gehaald. Op het moment dat het mogelijk te warm
zou kunnen worden, kregen we te maken met een slechte
(koele, regenachtige) zomer. Daardoor was het wel geen
strandweer, maar wel ideaal voor het vroege sortiment om
eerder in bloei te komen bij nog steeds die gemiddelde 20°C!
Dit is de verklaring waarom er zoveel meer aanvoer was van
zowel grootbloemige en kleinbloemige Cymbidium alsmede
pot Cymbidium.
Met deze kennis kunt u uw voordeel doen als de
weersomstandigheden dit jaar in april en mei precies het
omgekeerde zijn. Door de kas aanvullend te verwarmen om
te zorgen dat de vereiste etmaalgemiddelde van 20°C wordt
gehaald, kan de productie weer vroeg komen!
Heeft u vanaf begin februari voor het sortiment dat voor 1
november moet bloeien onvoldoende verwarmd en dus
niet de vereiste etmaalgemiddelden gerealiseerd, dan
haalt u dat helaas niet meer in. Tot medio maart zijn de
temperaturen buiten laag geweest en door ontbreken van
de zon als gevolg van bewolkt weer had u extra moeten
stoken. Etmaalgemiddelden boven de 21°C werken averechts.
Vergelijk het met te laat van huis vertrekken en dan met hard
rijden de achterstand inhalen.
Voor sortiment dat vóór de Kerst moet bloeien is het echter
ook noodzakelijk dat u op tijd voor de juiste temperaturen
zorgt. Als het tot en met eind mei of nog later koud en donker
weer blijft, gevolgd door hete zomermaanden en daarna weer
een donker en koel najaar, dan is de kans groot dat de bloei
niet vóór maar ook voor een (groot) deel ná de Kerst valt.
In dat scenario bent u nooit alleen, dus met vele collega’s
ervaart u een herhaling van het aanvoerseizoen van
2010-2011.
Cym. 'Mystery Red Dream'
6
Voorkom met name in het hele vroege sortiment grote
verschillen tussen de dag- en nachttemperaturen in de
periode juni-juli. Zwarte stempelkappen en rode bloemen
kunnen soortspecifiek het gevolg zijn.
Door donker en koud weer in augustus kan opnieuw
vertraging of verlating optreden van de takstrekking. Ook dan
moet er weer aanvullend gestookt worden. Al wordt het mooi
weer in september of oktober, dat weet u nooit van te voren!
Wordt het echter in juli of augustus erg zonnig, overweeg dan
extra licht te krijten!
MIDDEN-SORTIMENT
Het midden-sortiment heeft het afgelopen seizoen minder
geproduceerd dan het vorige jaar. Reden is voornamelijk
dat in seizoen 2010-2011 er een hogere productie is
gerealiseerd van ca. 10% maar met minder zware takken.
In 9 van de 10 gevallen leidt een meerproductie in het ene
jaar, tot een minderproductie in het daaropvolgende seizoen.
De plantbelasting is te hoog geweest waardoor er minder
scheuten zijn gemaakt. Dit seizoen ervaren we minder
productie en zwaardere takken.
Omdat het afgelopen najaar nu ook niet zo licht was, zal
er over het algemeen ook niet zoveel meer scheuten zijn
gemaakt. Pas komend najaar valt hier een beter oordeel
over te geven. Over het algemeen kan het midden-sortiment
gewoon zoals altijd worden behandeld. Laat licht toe, krijt
niet te snel, liefst zo licht mogelijk. Belangrijk is, als het in
augustus-september te donker en te koud is, door middel van
stoken te zorgen voor een actief gewas.
Stoken in die periode klinkt merkwaardig, maar het kan wel
heel slim zijn. Merkwaardig genoeg wordt wel veel gepraat
over stookkosten, maar de arbeidskosten zijn tot in sommige
gevallen wel twee keer zo hoog dan de stookkosten en daar
wordt minder vaak naar gekeken.






Vervroeging
De keuze om het april-sortiment (midden-sortiment) te
vervroegen naar half maart 2013 betekent:
dat er in de periode tot eind juni
voldoende koude is opgebouwd;
dat er vanaf begin juli naar warmere waarden
wordt gegaan (etmaalgemiddelde van 20°C);
dat er vanaf november naar een etmaalgemiddelde wordt
gegaan van maximaal 15°C om de bloei te vervroegen.
Verlating
De keuze om het april-sortiment (midden-sortiment) te
verlaten naar eind april 2013 betekent:
dat er in de periode tot eind juli voldoende
koude is opgebouwd;
dat er vanaf eind juli naar warmere waarden wordt
gegaan (etmaalgemiddelde van 20°C);
dat er vanaf november naar een etmaalgemiddelde wordt
gegaan van minimaal 11°C om de bloei te verlaten.
LAAT-SORTIMENT
Het late sortiment zal nu nog een keer gekrijt moeten
worden, zeker als het zeer zonnig wordt. Een nevelinstallatie
kan ervoor zorgen dat de temperatuur overdag door de
verdamping voldoende laag blijft. Het product wordt kwalitatief
beter. Blijf de verdamping controleren door drain en of
gewicht van de plant te meten.
Zeker voor de zeer late kwekers is het van belang om pas
in eind juni- begin juli het krijt van de kas te verwijderen.
Als het super mooi weer is, wacht daar dan even mee
om de overgang niet te scherp te maken, maar probeer
het wel voor medio juli eraf te hebben. Ook hier moet in
augustus-september worden gezorgd dat de temperaturen
worden gerealiseerd, desnoods door verwarmen.
De scheutontwikkeling voor bloei voorjaar 2014 wordt
dan bepaald, maar ook de takontwikkeling voor bloei
voorjaar 2013!
Iets meer stoken zorgt voor een betere kwaliteit en
planning. Dat levert veel meer op dan de energiebesparing
en bespaart ook op arbeidskosten doordat er minder
gesorteerd hoeft te worden.
Let wel op dat in 2013 Pasen op 31 maart valt. Dat betekent
dat voor het midden–sortiment gekozen moet worden welke
soorten voor de Pasen in bloei moeten komen en welke
niet. We zullen dit komend najaar nog een keer onder de
aandacht brengen.
7
© Copyright Floricultura BV.
Gehele of gedeeltelijke overname is toegestaan op voorwaarde van bronvermelding. Onze informatie en adviezen worden met de grootst mogelijke zorg samengesteld, doch zijn te allen tijden vrijblijvend.
Afzet Phalaenopsis
We zien dat telers van Phalaenopsis steeds meer een
keuze maken op welk marktsegment (bloemist, tuincentrum,
retailketen) zich men wil richten. Deze ontwikkeling hangt
samen met de keuze van de ondernemer voor welk
marktsegment men wil produceren en tegen welke kostprijs
men kan produceren. Bedrijven die geen keuze hebben
gemaakt, zouden tussen ‘wal en schip’ kunnen raken.
Over de keuze van sortiment kan lang worden gediscussieerd.
Het feit is dat een teler zelf nog steeds het beste een
inschatting kan maken of een bepaald ras of sortiment bij
zijn bedrijf past. Bij de keuze van sortiment spelen vele
factoren een rol, waaronder teelt, afzetsegment en -markt,
toekomstverwachting, persoonlijke voorkeur en toeleverancier.
We zien een toename in de vraag bij Phalaenopsis naar
bloemen met spikkels, streepjes, vlekken en andere
bijzondere kleuren en kleurvariaties. Om te komen tot een
goede samenstelling van sortiment met uiteindelijk een zo
hoog mogelijk bedrijfsrendement, blijven ook de basiskleuren
als wit, roze, rood, paars en geel belangrijk.
Naast het basiskleursortiment is altijd ruimte voor
zogenaamde specialiteiten of ‘specialties’. Een ‘specialty’
blijft natuurlijk alleen maar ‘speciaal’ in de markt als het
aantal beperkt blijft. Als diverse bedrijven eenzelfde ras in
grote aantallen op de markt brengt, dan is de kans groot
op een ‘overaanbod’ met als gevolg een daling van de prijs.
Een ‘specialty’ wordt dan automatisch een ‘bulkproduct’.
Een bedrijf kan zich onderscheiden door bijvoorbeeld in het
kleurensortiment een ‘specialty’ op te nemen.
Wij raden aan om een ras te bestellen wanneer hiermee op
het eigen bedrijf in verschillende seizoenen constante en
betrouwbare resultaten zijn verkregen in de teelt. Uiteindelijk
spelen ook factoren als houdbaarheid en afzetmogelijkheden
Phal. '312776'
Phal. 'Durango'
een rol bij de keuze van een ras. Wanneer het product rijper
wordt aangeleverd is de houdbaarheid en sierwaarde beter.
Hieraan kan nog veel worden gedaan en verbeterd, en is het
moeilijk uit te leggen aan de consumenten.
Het sortiment van Floricultura onderscheidt zich door een
zeer breed aanbod van rassen dat continu wordt aangepast
aan de wensen van de markt. Het sortiment is het resultaat
van een jarenlange ‘fine tuning’ van ervaringen van al onze
klanten wereldwijd. Uit recente marktgegevens van Valentijn
2012 blijkt dat het standaard kleurensortiment de hoogste
middenprijs heeft opgebracht.
Op de Flora Holland Trade Fair in Naaldwijk waren de meeste
Phalaenopsis telers vertegenwoordigd. Het is goed om te
zien hoe een ieder zich presenteert en zich probeert te
onderscheiden. De keuze van een handelaar is enorm. Eén
van de belangrijkste criteria van een handelaar of inkoper
om juist bij een bepaald bedrijf zijn planten te betrekken is
dat hij of zij kan rekenen op een continu kwalitatief goed,
betrouwbaar product met een uitstekende houdbaarheid. Dit
is dan ook bij uitstek een voorbeeld waar uw bedrijf zich in
kan onderscheiden.
P.O. Box 100, 1960 AC Heemskerk, The Netherlands
T: +31 (0)251 - 20 30 60 F: +31 (0)251 - 20 30 61
E: [email protected] I: www.floricultura.com
Download