Dood en uitleiding - TESJOEVA

advertisement
Dood en uitleiding
geslacht en verbrand, buiten het kamp. De as daarvan werd met
water vermengd, en gebruikt om van de dood te reinigen.
De wekelijkse parasha
We zullen eens gaan kijken naar de bijzonderheden van het
tweede pesachverhaal: de dood, reiniging van de dood, de
uitleiding uit het rijk van de dood (Egypte), en het uitgestelde
feest. Al deze thema's komen terug bij twee andere passages die
we in deze parasja bestuderen: Bij de Pesachviering van koning
Josia, nadat hij een oordeel velde over afgoderij in Israël. Nog
geen enkele koning in Israël vóór Josia, had het Pesach
nationaal gevierd. En ook bij Jesjoea's dood op Pesach lezen we
over de dood, ditmaal gevolgd door de opstanding.
112. T'mee'iem (Onreinen)
Nisan III (4 april 2015)
Lezingen: Numeri 9:6-14, 2 Koningen 23:1-30,
Mattheüs 27, Psalm 98, Hooglied 2:15-3:6
Vanaf het middaguur (het zesde uur) werd de zon bedekt, alsof
God Zijn gelaat afwendde van Zijn lijdende zoon (naar Amos
6:9). De diepe duisternis bleef tot halverwege de middag, het
negende uur. Rond het negende uur hief Jesjoea zijn hoofd op
en schreeuwde hard naar de Hemel in het Aramees,
“Eli Eli, lama sabachtani! Mijn God, mijn God, waarom hebt
Gij mij verlaten!?” Sommigen dachten in de schreeuw “Elia”
te verstaan. 'Ha!' zeiden ze, 'hij roept Elia!'
Een van hen kreeg medelijden, stak een spons op een hysopstengel en doopte die in galwater, dat bereid was uit papavers.1
Dit gaf hij hem te drinken. Maar de anderen wilden hem
tegenhouden en riepen: 'Laat Elia maar komen, misschien zal
die hem verlossen!' Jesjoea riep nog een keer, 'het is
volbracht!' En hij gaf de geest. Op dat moment scheurde het
voorhangsel in de Tempel van boven naar beneden, en opende
het Allerheiligste voor iedereen. Zo scheurde God Zijn kleren,
in rouw over de dood van Zijn zoon. De aarde beefde en
rotsen scheurden. Het rommelde tot in de graven van de
heiligen die werden opgewekt in de kracht die uitging van
Jesjoea's rechtvaardige dood. Tot na de opwekking van
Jesjoea zijn hun nieuwe lichamen her en der gezien in
Jeruzalem, de heilige stad. De Romeinse hoofdman en zijn
garde die verantwoordelijk waren voor de executies, zagen de
duisternis en voelden de aarde beven, toen Jesjoea stierf. Zij
werden bang en zeiden tegen elkaar, 'dit kon inderdaad Gods
zoon wel eens zijn geweest!'2
De dood
In het eerste leesjaar lazen we over de dood van Abel, en Kaïn
die vlucht in de gevolgen daarvan, en als het ware 'in de dood
voortleeft'. Toen was het nog geen Pesach, nog geen 'dood die
voorbij gaat'.
Het tweede jaar ging over de dood van de eerstgeborenen van
Egypte, en het leven van heel Israël, vertegenwoordigd door alle
eerstgeborenen die als het ware 'in de opstanding voortleven'.
Dit jaar is het voor de tweede keer in de geschiedenis Pesach.
En weer vinden we allerlei verwijzingen naar de dood. We lezen
nu voor het eerst over de reiniging van de dood! Niet eerder gaf
de Tora daar regels voor. Nu had het volk er concreet mee te
maken doordat mensen met de dood besmet waren, en wordt er
ontzondigings-water gebruikt voor hun reiniging. Het gaat in de
seder van vandaag om de mannen Mesaël en Elzafan, neven van
Mozes en Aharon (Lev. 10:4). Zij hadden de dode lichamen van
Nadav en Avihoe weggedragen op de achtste dag van die
maand, en zouden pas na de vijftiende dag van de maand weer
rein zijn (Num. 19:11)3. Voor hun reiniging was een rode vaars
1
2
3
Zie Ps. 69:22 en Jer. 8:14. Het Hebreeuwse rosj (wat hoofd
betekent) werd ook voor papaversoorten gebruikt, een plant
met een typisch 'hoofd' (Gesenius). Ik denk niet dat het wijn
is geweest, omdat Jesjoea gezegd had die niet meer te zullen
drinken voordat de nieuwe wijn in het Koninkrijk gedronken
zal worden. (zie verder Ps. 22:2, Luk. 22:18, Joh. 19:29)
Mattheüs 27:45-54.
De regelgeving van de rode vaars was gegeven en in praktijk
gebracht na de dood van Nadav en Avihoe, en vóór de
inwijding van de Levieten (Nm. 8:7). Het moet de tiende of
de elfde dag van die maand geweest zijn, om Mesaël en
Verlangen naar het feest
Op Pesach wordt het 'heil van God' bekend gemaakt (Ps. 98:2):
“Het is mogelijk om aan slavernij, ballingschap en
onderdrukking te ontsnappen, Hallelujah! Je kunt het rijk van
de dood (Egypte) verlaten en het rijk van het leven (Gods
Koninkrijk) binnentrekken.” Daarvoor moet je uitgeleid worden,
dat herinneren we ons op Pesach. Daar verlangen we naar met
heel ons hart, want als Jesjoea terugkomt, zal die uitleiding ook
definitief plaatsvinden. Nu zijn we nog zonder onze Bruidegom,
we zien Hem nog niet in levende lijve. Net zoals het Hooglied
bij deze parasja onder woorden brengt in 3 vs. 2: “ik zoek mijn
geliefde bruidegom, maar vind hem niet!” We verlangen naar
Hem met alle vezels van ons wezen, om het feest van de
uitleiding, het feest waarop de dood voorgoed aan ons
voorbijgaat, te vieren en vervullen! Dat verlangen komt tot
uiting bij het vieren van de sedermaaltijd, als bittere slavernij,
dood en opstanding symbolisch worden afgebeeld. Wie verlangt
er niet naar om zo het heil van God te vieren, in de zekere hoop
van de vervulling ervan, de opstanding?
Dood, een wezenlijk onderdeelToch zou het niet vreemd zijn
als we niét naar Pesach verlagen: “Al die eerstgeborenen van
Egypte die worden gedood, of de dood van Nadav en Avihoe, of
de dood van de vele heidense priesters door koning Josia in 2
Kon. 23. Als dat de prijs is voor het vieren van het Pesachfeest,
hoeft het van mij niet. Al die afschuwelijke verhalen, daar word
ik maar misselijk van.”, zou onze reactie kunnen zijn. Hier
moeten we niet te snel aan voorbijgaan. Dat is te makkelijk. De
ervaring van 'dood' is niet iets om licht over te doen! Dat zien
we wel als God Zelf duisternis brengt en Zijn kleren (het
voorhangsel) scheurt als Zijn zoon sterft. Als Hij rouwt om de
dood, en Zijn gevoelens de ruimte geeft, wie zijn wij dan om de
dood weg te denken of redeneren?
Koning Josia stierf op 39 jarige leeftijd. Maar hij had God
gediend, meer dan al zijn vaderen, zegt de tekst. Waarom moest
God juist deze koning in de kracht van zijn leven wegnemen?
Gedood door de farao nog wel? Zal het rijk van de dood dan
toch winnen? Neen, Israël moest sterven, de koningen moesten
sterven, alle mensen zullen sterven. De dood is een onderdeel
van het leven, en dat is zo bedoeld. God had de mens uit de
Tuin van Eden verbannen, om daarbuiten te sterven. Maar de
vraag is: hoe ga je met die dood om? Lijden en sterven
aanvaarden, is nódig om daar dwars doorheen God te ontmoeten
in verrukkelijke gemeenschap! Die ontmoeting kan alleen in de
Tuin van Verrukking plaatsvinden als we door de dood
heengaan. Pesach (en dus ook elk ander feest) begint met die
dood, want pas als je daar begint, kun je leven in de
opstanding. Door dat lijden en de dood heen, herleeft de mens,
herleeft Israël. Daarom, als we denken aan de sjoa, is het
ontstaan van de staat Israël ook zo'n duidelijk wonder van God!
Reiniging van de dood
Elzafan in de gelegenheid te stellen om zich op de derde dag
van hun onreinheid te kunnen ontzondigen (Num. 19:19).
Omdat het feest begint met de dood, gaat ook koning Josia eerst
door de dood heen, met heel het volk. Koning Josia is de
achterkleinzoon van Hizkia, die de wegvoering van het
tienstammenrijk met lede ogen aanzag. Josia kan vrij
huishouden tussen Dan en Bethel (het gebied van de tien
stammen), en er alle afgodische monumenten afbreken, en de
blijken van zonde met de grond gelijk maken. Hij doet dat
echter op een vreemd moment, in het heetst van een
wereldoorlog. Op vrijwel hetzelfde moment meten de grootste
wereldrijken van dat moment (Assyrië en Egypte) zich met
elkaar, op en rond het grondgebied van Israël!
Waarom zou je de graven openbreken Josia, om 'recht aan het
verleden' te doen, terwijl machten klaar staan om ook Juda te
vernietigen? Wat voor belachelijke strijd voer je eigenlijk? Zou
je je niet beter gewoon concentreren op je leger, om de vijanden
buiten je land te houden? Nee, Josia voert, op dit moment in de
geschiedenis, de juiste strijd! Van de dood, en van dat wat de
dood brengt (heidendom en afgoderij) behoren we ons te
reinigen, door vuur heen, om er dan uit te trekken. Zo dat we
ons de verrijzenis zullen herinneren, en nooit zullen vergeten
dat het rijk van de dood en zijn afgodische prikkel, wordt
verslagen! Dan kun je Pesach vieren, ook al word je daarna
door de vijand overwonnen en gedood zoals Josia. Want je hebt
de dood overwonnen door dwars door het vuur van de reiniging
heen te gaan. Zo getuigd deze koning van Israël van de
opstanding, die ooit door een van zijn nazaten (Jesjoea) ook
echt wordt ingezet.
Uitleiding uit de dood
Het lijkt zo vreemd dat men in de Tora intens kon verlangen
naar de tweede Pesachviering, terwijl de oudste zonen van
Aharon net waren omgekomen. Wij mensen worden makkelijk
verleid om te blijven hangen in de rouw en de onredelijkheid
van de dood. Kunnen wij door de ervaring van de dood heen,
het verlangen naar de opstanding levend houden? Daarbij wordt
de rouw en de pijn niet weg geredeneerd, er wordt juist ruimte
voor geschapen zoals ook Josia doet. Zijn oordeel over zonde en
dood moest eerst klaar en verwerkt zijn, dan pas kon aan de
voorbereiding van Pesach begonnen worden. Net zoals Mesaël
en Elzafan pas Pesach konden vieren in de tweede maand, als
zij gereinigd waren van de dood. Zij moesten eerst uitgeleid
worden uit de realiteit van dood en rouw. Het verlangen naar
het feest kan pas vervuld worden na die rouw. Dan kan het feest
waarlijk uitzien naar het leven in de herschepping! En de kracht
die dáárvan uitgaat, helpt ons om steeds verder uitgeleid te
worden uit het rijk van de dood! Want als je daar uitgeleid
wordt, ben je op weg naar het leven. En dat leven zie je, omdat
het 'de dood voorbijgaat', en dat is precies wat Pesach betekent.
Dat toekomstige leven is door het geloof in ons aanwezig, als
we verlangt naar dat feest. Dan kun je zelfs lijden en
onmenselijkheid verwerken en laten rusten zonder angst voor de
herinnering. Dat laat zien dat we niet bang hoeven zijn, niet
voor lijden, niet voor de dood. We kunnen het zien, en leven!
Uitstel van het feest
Josia is niet alleen de éérste koning die Pesach viert, hij is
voorlopig ook de laatste die het doet. De viering van Pesach
tijdens deze omwenteling van autonoom koninkrijk naar
ballingschap (vs. 27), laat zien dat God, ook in tijden van
hoogste nood, in vreugde en blijdschap feest wil vieren met
iedereen die ernaar verlangt om het heil van God te zien.
Terwijl het volk uiterlijk gezien de ballingschap ingaat, vieren
zij hun opstanding, hun uitleiding, het voorbijgaan van de dood
en van de ballingschap. Zo wordt de vervulling van het feest
uitgesteld.
Als Jesjoea tijdens de sedermaaltijd de laatste beker wijn laat
staan (Luk. 22:18), bevestigt hij dat dit feest van vervulling nog
verder zal worden uitgesteld. Totdat Hij komt om Israël te
herstellen. Bij die verrijzenis zal de enige ware Erfgenaam van
de Judese dynastie, Jesjoea de Zoon van David, plaatsnemen,
om het uitstelde Pesachfeest te vieren. Om precies te zijn zal dát
het tweede Pesachfeest zijn, dat ooit door een koning in Israël is
gevierd. Zouden er dáárom twee Pesach-vieringen beschreven
zijn in de Tora?
Het thema van de lezingen van deze week is:
Het heil van God wordt zichtbaar door het vuur van lijden en
dood heen. Maar de rouw vraagt om uitstel, zodat we dood en
onreinheid achter ons kunnen laten (Ps. 98:2, 9, Num. 9:7, 2
Kon. 23:16, Matt. 27:7, 50, 63).
Thematische verbindingen en verdiepende vragen:
 Er gebeuren nieuwe dingen op Pesach: in de Tora een
verdubbeling van het feest, in de profeet een koning die
Pesach viert terwijl het volk op weg is naar
ballingschap, in het Evangelie een rechtvaardige die
sterft om Pesach nu écht Pesach te laten zijn, een
uitleiding uit de dood!
 God zal in gerechtigheid oordelen, zingt de psalm (vs.
9), zoals ook Josia met vuur oordeelde over afgoderij
en heidendom.
 De opwekking uit de graven (Mt. 27:53) doet denken
aan de Levieten die werden ingewijd in Numeri 8.
Want de Levieten leefden in plaats van getroffen
eerstgeborenen (zegt vs. 16-17). Wat betekent
'eerstgeborene' in dit licht? Wat zegt dat over
plaatsvervanging? En hoe vindt dat plaats of hoe zal
dat plaatsvinden?
 Waarom komt de bruid in Hooglied, uit de woestijn te
voorschijn met zuilen van rook (vs. 6)? Welke
betekenis heeft dat voor Pesach?
 Koning Josia geeft een profetisch uitzicht op Jesjoea's
tweede komst. Wat herkennen we allemaal in Josia's
daden, dat ook Jesjoea zal doen bij zijn komst?
Volgende week lezen we Esfah-li (Verzamel voor Mij): Numeri
11-12, Joël 2:15-32, Psalm 99, Lukas 3:21-38
© 2015, Kees Bloed www.evangelieentenach.nl.
Deze uitgave is bedoeld voor liturgisch gebruik in de
Messiaanse gemeente Tesjoeva te Emmeloord
www.tesjoeva-gemeente.nl
Wees welkom in onze samenkomsten om deze seder te bestuderen:
Elke 1e, 3e en 4e sjabbat van de maand om 10.00 uur
Buurthuis 'de Erven', Amstelland 2 te Emmeloord
Download