Verslag geologie excursie ochtend van 4 september. Verslaggever: Rinus Coesel Locaties van de excursie: Met eigen vervoer hebben wij onder leiding van Hans de Jong de volgende locaties bezocht: Nr Locatie 12 In de buurt van Steinheim langs weg 418 13 Echternach Perekop Zie onderstaande kaart. Geologie Hoog- en middenterras Luxemburger Sandstein Periode Kwartair Lias, Jura Locaties ochtendexcursie nr.13 en 12 Samenvatting van wat we hebben waargenomen: Muschelkalklagen Luxemburger Zandsteen Perekop een mooie wandelomgeving Honingraatverwering Verticale diaklazen en kloven Kris/kras gelaagdheid Overgangen in sedimentlagen Exfoliatie 1 12 Steinheim De Muschelkalk is een pakket gesteentelagen in de ondergrond van grote delen van West- en Midden-Europa. Ze bestaat uit een afwisseling van kalksteen, mergel, dolomiet en evaporietlagen en is gevormd in het Midden-Trias (ongeveer 240 tot 230 miljoen jaar geleden). De evaporiet- en sedimentatielagen zijn goed te zien op Foto 1. Deze gelaagdheid kan per dag opgebouwd zijn, b.v. door sedimentatie tussen eb en vloed. Dolomiet of bitterspaat is een carbonatisch mineraal; calcium-magnesium-carbonaat met de chemische formule CaMg(CO3)2. Het mineraal ontstaat meestal secundair in kalksteen, waar door omzetting van puur calciumcarbonaat dolomiet ontstaat. Doordat Mg ionen plaatsen van Ca ionen in het kristalrooster innemen, ontstaan zowel op atomaire als op macroschaal gaten in het gesteente. Het kwartair is gekenmerkt door het optreden van klimaatveranderingen, ijstijden en warme perioden (woestijnklimaat), die elkaar in de tijd relatief snel opvolgden. In die periode ontstonden in de woestijn op veel plaatsen zoutmeren. Deze meren waren meestal ondiep. Door de warmte verdampte veel water, waardoor het meer verzadigd raakte met zouten. Op de bodem sloegen de zouten neer als dolomiet en mergel, die beide kalkrijk zijn. De kalk was vermengd met silt en klei. Dit mengsel heet mergel. Af en toe werden de meren voorzien van vers water uit de Tethysoceaan. Dan begon een sedimentatiecyclus weer opnieuw. De Muschelkalk is arm aan fossielen, waarschijnlijk zijn deze teniet gegaan door het omzettingsproces van kalk naar dolomiet, maar in de bovenste lagen zijn vaak fossiele zeeleliestengels aanwezig. Aan het voorkomen van schelpen en afdrukken daarvan dankt Muschelkalk zijn naam (Muschel betekent schelp). De overgang naar de dikke lagen zandige kalksteen zou veroorzaakt kunnen zijn doordat lange tijd geen klimaatveranderingen zijn opgetreden. Foto 1 Locatie 12. Afzetting van Muschelkalk onder zandige kalksteen. 2 13 Perekop We zijn in het gebied van het Luxemburger Zandsteen. Dit is ontstaan tijdens de Jura. Daaraan vooraf gaand zijn in het Keupertijdperk voornamelijk sedimenten afgezet van klei, mergel, zandsteen, dolomiet en sulfaten. De (Keuper) kleilagen vormen een instabiele ondergrond voor de Luxemburger Zandsteen afzettingen, zoals we gaan waarnemen tijdens de middagexcursie. De Luxemburger Zandsteen verweert vrij makkelijk tot zand. Door het uitlogen van oplosbare stoffen gaat de samenhang tussen de zandkorrels verloren. Dit is goed te zien aan de vele spleten (diaklazen) en kloven die zo kenmerkend zijn voor dit gebied. Zie Foto 2 en Foto 3. Foto 2 Verzamelen bij de Perekop Foto 3 Kloven De verticale diaklazen zijn ontstaan onder invloed van inwendige spanningen in het gesteente in combinatie met het effect van boomwortels, bevriezen van water en erosie door regenwater. 3 Een van de typische verweringsverschijnselen is de z.g. honingraatverwering, die we nu in het echt op diverse plaatsen hebben kunnen waarnemen. Zie Foto 4 (op het voorblad van de Nieuwsbrief 60 2016-2 is dit ook te zien). Foto 4 Voorbeeld van honingraatverwering Een voorbeeld van kris/kras gelaagdheid is te zien op Foto 5 Foto 5 Kris/kras gelaagdheid 4 Een typische overgang van sedimentlagen is te zien op Foto 6 Foto 6 Sedimentlaag overgang Op Foto 7 zou een voorbeeld kunnen zijn van exfoliatie. Dat is het loslaten van de buitenste schil van het gesteente onder invloed van thermische spanningen die kunnen optreden door intense zonnestraling overdag en sterke afkoeling ’s nachts, zoals dat voor komt in een woestijnklimaat. Foto 7 Exfoliatie? 5