4. deesje – joke van leeuwen

advertisement
POUPETTE
in Bruxelles
lesmap
THEATER FROEFROE & THÉÂTRE DES 4 MAINS
THEATER FROEFROE
Namenstraat 7 – 2000 Antwerpen
Tel: 03 248 72 21
[email protected]
1
INHOUD
1. INLEIDING
2. POUPETTE IN BRUXELLES
3. FROEFROE
4. DEESJE – JOKE VAN LEEUWEN
5. TAALPROBLEMEN
6. BRUSSEL
7. MUZIEK
8. ACHTERGRONDINFORMATIE
9. BIJLAGEN
2
1. INLEIDING
Beste leerkrachten
Jullie komen met de klas kijken naar de nieuwe voorstelling ‘Poupette in Bruxelles’ van FroeFroe en
Théâtre des 4 Mains. We maakten voor deze voorstelling een eigentijdse video-hiphopbewerking van
het boek Deesje van Joke van Leeuwen.
In deze lesmap reiken we enkele thema’s en ideeën aan waarrond jullie in de klas kunnen werken
voor jullie naar het stuk komen kijken of als nabespreking. Jullie vinden in deze map ook heel wat
didactisch materiaal zoals foto’s, repetitiefilmpjes en liedjesteksten uit de voorstelling. We stellen
ook concrete opdrachten voor (aangeduid met een FroeFroe-icoontje) maar uiteraard zijn jullie vrij
om daarmee te doen wat voor jullie en de klas het beste past.
Op het einde geven we ook enkele theatercodes mee. Lees deze aandachtig. Dit kan de beleving van
de schoolvoorstellingen enkel ten goede komen.
We kijken samen met jullie uit naar de schoolvoorstellingen van ‘Poupette in Bruxelles’!
Het FroeFroe-team
PS CD met de muziek van de voorstelling is GRATIS te verkrijgen voor leerkrachten, mail
[email protected]
3
2. POUPETTE IN BRUXELLES
2.1 Korte inhoud
HIPHOP-VIDEO-POPPEN IN COPRODUCTIE MET
4MAINS THÉÂTRE
Theater FroeFroe en Théâtre des 4 Mains brengen
met Poupette in Bruxelles een eigentijdse
hiphopbewerking van het meermaals bekroonde
boek Deesje van Joke van Leeuwen.
Poupette woont samen met haar twee broers,
Jansam en Samjan, bij haar papa. Ze zit graag
alleen op haar kamer en schrijft een wie-weet-wat-waarboek. Daarin staat alles over vanalles. Tijdens
de vakantie gaat Poupette een week op reis naar het nieuwe huis van haar mama in Brussel. Ze zal
aan het station opgehaald worden door de nieuwe vriend van haar mama: Jean-François. Maar ze
heeft hem nog nooit gezien. En ze begrijpt maar enkele woorden Frans. Ze beleeft onderweg een
spannend, multicultureel avontuur en komt zelfs op televisie!
2.2 Wie werkte mee aan Poupette in Bruxelles?
De tekst van de voorstelling is gebaseerd op het boek Deesje van Joke van Leeuwen en werd bewerkt
door Marc Maillard en Marie-O Dupuis.
Het acteursgeweld en poppenspel is van Marianne Loots, Jerôme Poncin en Gert Dupont.
De muziek wordt gecomponeerd en live gespeeld door Gloria Boateng.
Tim Oelbrandt en Jonas De Wulf zitten aan de knoppen en staan in voor de techniek en het decor.
De video’s (en decor) in de voorstelling werden gemaakt door Olmo Claessens.
De kostuums zijn van de hand van Ina Peeters.
De poppen werden gemaakt en ontworpen door
Marc Maillard, Patrick Maillard en Ina Peeters.
4
3. FROEFROE
Theater FroeFroe is opgericht door de broers Marc en Jan Maillard. Ze begonnen in een klein
theaterzaaltje vlakbij het Steen in Oud-Antwerpen. FroeFroe maakt
voorstellingen met een heldere en visuele lijn, in een eigen FroeFroetaal met
gelaagde humor, sterke teksten en een exuberante speelstijl. FroeFroe wil
eigenzinnig, spannend theater maken in een cross-over van figuren, tekst,
acteursspel, livemuziek en video. Ze spelen zowel op locatie als in een kleine
of grote zaal, zowel solovoorstellingen als spektakels. FroeFroe brengt
onverwachte bewerkingen van klassiekers, maar ook nieuwe creaties, die de fantasie van kinderen,
jongeren en volwassenen op hol laat slaan.
Neem ook eens een kijkje op onze website: www.froefroe.be
POPPEN
De poppen die in ‘Poupette in
Bruxelles’ gebruikt worden, zijn
allemaal gemaakt in het atelier
van FroeFroe. FroeFroe gebruikt
meestal 2 manieren om poppen te
maken: uit mousse of uit latex.
Als je een pop uit mousse maakt,
kan je dat doen zoals een
beeldhouwer: beginnen met een
groot blok en stukjes afsnijden tot
je de gewenste vorm krijgt. Je kan
het ook andersom doen: beginnen met kleine stukjes mousse en die aan elkaar kleven. Mousse
poppen zijn stevig maar zijn beperkt in beweegmogelijkheid. In de meeste gevallen kan je enkel de
mond open en dicht klappen, terwijl je bij een pop uit latex meer opties krijgt. Hier vind je een
filmpje van een workshop van FroeFroe waarin poppen uit mousse gemaakt worden:
https://www.youtube.com/watch?v=dne-xA03BDc.
De tweede manier, werken met latex, vraagt iets meer tijd maar levert wel erg flexibele poppen op.
Dan boetseer je eerst de gewenste vorm (een hoofd of een torso bijvoorbeeld) uit klei. Daarrond leg
je lagen gips tot het volledig bedekt is. Als de gips helemaal droog is, maak je die los van je
boetseerwerk, dat gebruik je verder niet. In de gipsen vorm, de mal, leg je dunne laagjes latex over
elkaar. Om de pop een kleur te geven, kan je de latex mengen met verf. Als die latex weer droog is,
haal je die uit de mal en is je pop klaar!
5
Om elk deeltje van het hoofd goed te
kunnen zien en ervoor te zorgen dat er
zeker overal een stevige laag latex ligt,
werken we met een mal in twee
helften. Het gelaat is de ene helft, het
achterhoofd de andere. Als de vormen
uit latex gedroogd zijn, kleven we die 2
helften aan elkaar en krijg je een
volledig hoofd. Natuurlijk kan je de
pop daarna nog opmaken, haar en een
outfit geven enzovoort.
Werken met latex heeft 2 grote
voordelen: ten eerste heb je een mal
die je eindeloos kan hergebruiken en ten tweede krijg je een erg beweeglijke pop. Met dit materiaal
kan je emoties sterk uitbeelden omdat ook ogen, oren, neus en wangen expressief en beweeglijk zijn.
Bijna alle poppen in ‘Poupette in Bruxelles’ zijn gemaakt uit latex.
Maak zelf een poppenspel. Zorg voor poppenkastpoppen en speel je eigen verhaal (bv. een
sprookje of een stukje uit het boek Deesje of de voorstelling Poupette). Als je geen poppen
vindt, kan je ook met een oude sok spelen. Plak er twee oogjes op en vorm met je hand de
mond. Je eigen pop is klaar om een avontuur te beleven!
Maak je eigen vingerpopje. Je eigen vingerpop maken kan heel gemakkelijk uit vilt of door
de vingers van een oude handschoen af te knippen en er dingen op te plakken, naaien,
tekenen, …
MEER WETEN?
Kom met je klas eens een kijkje nemen in het atelier te Antwerpen! Dit is een kosteloos bezoek en
duurt ongeveer 30 minuten. FroeFroe biedt ook workshops aan. Vanaf 8 jaar kan je leren poppen
maken of spelen onder begeleiding. Klik op “Workshops” op www.froefroe.be voor meer info!
VIDEO
In ‘Poupette in Bruxelles’ wordt ook veel gebruik gemaakt van filmpjes. Een speciaal soort filmpjes
zijn stop-motionfilmpjes. Dit zijn filmpjes die gemaakt worden door verschillende tekeningen of
foto’s na elkaar te tonen, waardoor het beeld lijkt te bewegen. Hoe meer foto’s per seconde getoond
worden, hoe vlotter de bewegingen. Twee voorbeeldfilmpjes vind je hier:
https://www.youtube.com/watch?v=mq5msbkxI3M (over de FroeFroevoorstelling ‘Josette’) en hier:
https://www.youtube.com/watch?v=XqWig2WARb0. Hier kan je zien hoe het laatste filmpje gemaakt
werd: https://www.youtube.com/watch?v=96NozSJ5_3k. Op YouTube vind je nog meer voorbeelden
van stopmotionfilmpjes.
Maak met je klas een stopmotionfilmpje. Heb je tablets in de klas? Download dan een van
de vele gratis apps om stopmotionfilmpjes te maken. Heb je geen tablet? Geen nood, met
6
een fototoestel en een computer lukt het
ook! Een programma als Windows Movie
Maker is ideaal om je filmpjes te
monteren, maar er bestaan ook speciale
programma’s voor stop motion.
Hoe maak je een stop motion video?
Stap 1: verzin een verhaal
Stap 2: denk na over het materiaal. Er
zijn verschillende mogelijkheden: je kan
tekenen, figuren boetseren, legomannetjes gebruiken, werken met uitgeknipte figuren,
tekenen op een whiteboard (een voorbeeld hiervan:
https://www.youtube.com/watch?v=QY0oCWP5RQk) ...
Stap 3: trek foto’s en verander telkens een heel klein stukje van je tekening of beweeg je figuurtjes
een klein beetje.
Stap 4: plak al je foto’s achter elkaar in Windows Movie Maker (beperk de weergaveduur van je
foto’s tot 0,10 sec via ‘bewerken’ > ‘Weergaveduur’) of werk al vanaf je foto’s trekt met een
stopmotion-app
Stap 5: speel je filmpje af en laat het aan de anderen zien – klaar!
Enkele aandachtspuntjes:
-
probeer het fototoestel zo weinig mogelijk te verplaatsen
-
zorg voor genoeg licht op de set
-
per foto mag er maar een kleine verandering zijn
In dit filmpje wordt nog een keer uitgelegd wat belangrijk is bij stop motion:
https://www.youtube.com/watch?v=btQChHH8DbM
Doe je het liever zonder al die technologie? Maak dan een
flipboekje! Op elke pagina van het boekje maak je een tekening
die een klein beetje verschilt. Door snel door het boekje te
bladeren lijkt je tekening te bewegen. Enkele voorbeelden vind
je hier:
https://www.youtube.com/watch?NR=1&feature=endscreen&v
=zO8MlSjo0T0
7
4. DEESJE – JOKE VAN LEEUWEN
Poupette in Bruxelles is gebaseerd op het kinderboek Deesje (1985) van
Joke van Leeuwen. Joke van Leeuwen is een manusje-van-alles: ze
schrijft, tekent, maakt theater, doet aan cabaret en speelde mee in een
film. Ze maakt boeken voor alle leeftijden: van prentenboeken en
boekjes voor beginnende lezers tot verhalen en gedichten voor
volwassenen. Ze maakt altijd zelf de illustraties bij haar boeken. Of moet
je zeggen: ze schrijft altijd zelf de tekst bij haar tekeningen? Tekst en
tekeningen gaan bij Joke van Leeuwen bijna ongemerkt in elkaar over.
Veel van haar boekfiguren zijn eigenzinnige buitenstaanders, die met
humor en fantasie de wereld bekijken. Net zoals Deesje. Froefroe stak
Deesje in een modern jasje en transformeerde haar tot Poupette. Joke
van Leeuwen speelt in haar kinderboeken met taal. Ook in Poupette is
taal een heel belangrijk gegeven, vooral dan de meertaligheid.
Lees een fragment voor uit het boek en laat de kinderen hier een tekening bij maken. (Bv.
halftante in haar gestippelde jas, Tina Teen en haar huis bovenop het flatgebouw, ...)
KORTE INHOUD
Deesje is een verlegen meisje dat net zoals Poupette bij haar papa en haar twee oudere broers
Jansam en Samjan woont. Omdat het voor haar goed zou zijn om eens met kinderen van haar eigen
leeftijd te kunnen spelen, gaat ze op reis naar halftante, in de grote stad. Ze zal in het station op haar
wachten en heeft een zwarte jas met witte stippels aan. Maar Deesje vindt halftante nergens. Ze
besluit om zelf in de grote stad op zoek te gaan naar halftante.
Wat maakt Poupette moderner dan Deesje? (Bv. een gsm ipv briefjes sturen)
Wat is er nog verschillend tussen de twee verhalen? (Bv. mama is niet gestorven, maar
woont in Brussel met haar nieuwe vriend Jean-François; Poupette bezoekt haar mama en
niet haar halftante)
FANTASIE
Heel belangrijk in Joke van Leeuwens boeken is fantasie. Haar personages zijn allemaal een beetje
speciaal en leven in een wereld vol fantasie. Ook in Poupette in Bruxelles is fantasie heel belangrijk.
Tijdens het feest bij meneer Paprika en Tina Teen doet iedereen een kunstje. Ook Poupette moet iets
doen, maar ze denkt dat ze helemaal niks speciaals kan. “Iedereen kan iets speciaals!”, zeggen
Paprika en Tina Teen, want iedereen is een beetje speciaal. Als ze haar ogen toe doet, blijkt dat ze
inderdaad iets heel speciaals kan…
Laat zien of vertel over wat jij voor speciaals kan (bv. vliegen vangen, muziek spelen op je
tenen, met je oren flapperen, scheel kijken, op je handen staan, heel mooi tekenen, goed
verhaaltjes verzinnen, over beken springen, …).
8
Nu Poupette iets speciaals kan, kan ze samen met Tina Teen op straat geld gaan verdienen. Maar dan
heeft ze wel een andere naam nodig, iets speciaals. Poupette is te gewoontjes. Ze noemen haar
‘Flamand Rose’.
Als straatartiest heb je een heel speciale naam nodig om de aandacht te trekken. Welke
naam zou jij kiezen als je een straatartiest zou zijn? Misschien staat er wel een leuke naam
op jouw koek, je pakje zakdoekjes, … (Bv. ‘liquide vaisselle’) Als je een naam gekozen hebt,
kan je een naambordje maken dat onmiddellijk de aandacht trekt.
EEN WIE-WEET-WAT-WAAR-BOEK
Net zoals Deesje heeft Poupette een wie-weet-wat-waar-boek. Hierin staat alles over vanalles. Alles
over de hele wereld en over de sterren. Bijvoorbeeld:
 Onze aarde is een planeet en die vliegt in de Melkweg
 In Italië was er een man met drie benen die zijn derde been
gebruikte als roer bij het zwemmen
 Er zijn aardappelen maar ook aardperen
 Als je niest stopt uw hart
 Het Luiaard-beest moet maar één keer per week naar ’t WC
 Als je “eenentwintig” zegt zijn er ergens drie baby’s geboren
Wat zou er zeker in jouw wie-weet-wat-waar-boek moeten staan? Maak met de hele klas
een wie-weet-wat-waar-boek. Iedereen krijgt één pagina om een weetje dat zeker in het
boek moet komen op te schrijven of te tekenen. Gebruik je fantasie! In de bijlagen vind je
de cover van het wie-weet-wat-waar-boek om af te printen en voor je eigen boek te
gebruiken.
9
5. TAALPROBLEMEN
“MA, MA, MA… IK VERSTA U NIET!”
“Bonjour ma chérie, je te souhaite la bonne arrivée, bienvenu chez Tina Teen! Comment tu t’appelles?
Euhm… Ik versta u niet!”
Poupettes mama woont sinds kort in Brussel. Haar nieuwe vriend, Jean-François, spreekt Frans.
Poupette spreekt maar enkele woorden Frans en moet helemaal alleen op reis naar Brussel.
Onderweg zal ze verschillende personages tegenkomen die ze niet verstaat. Zo ontmoet Poupette
bijvoorbeeld een aardig oud vrouwtje dat haar dolgraag wil helpen, maar niet begrijpt wat Poupette
zegt.
Wat zou jij doen als je iets moet uitleggen aan iemand die een andere taal spreekt? Hoe
leg je iets uit aan iemand die je niet verstaat? Spreek per twee een zelfverzonnen taal
tegen elkaar en probeer elkaar te begrijpen (met behulp van bewegingen,
gezichtsuitdrukkingen, …). Leg elkaar bijvoorbeeld de weg naar de bakker uit, vertel over
‘Poupette’, leg uit hoe een bepaalde machine werkt… Of misschien spreekt iemand in de
klas wel een taal die niet iedereen verstaat?
Poupette wil eigenlijk helemaal niet naar Brussel. Ze zou veel liever hebben dat haar mama terug
naar huis komt, zodat ze op haar kamer verder kan lezen in haar wie-weet-wat-waar-boek. Poupettes
papa stelt haar gerust dat het super leuk zal zijn in Brussel en dat ze Frans kan leren van Tom en
Fleur, haar nieuwe broertje en zusje. Hij leert haar dat ze zelfs al een aantal Franse woorden kent.
In het Nederlands gebruiken we heel wat woorden die we uit andere talen lenen. Deze
woorden noemen we ‘leenwoorden’. Ook uit het Frans lenen we veel woorden. Ga met de
klas op zoek welke Franse woorden jullie op deze manier kennen. Enkele voorbeelden:
Bagage – Restaurant – Paraplu – Chauffeur – Horloge – Portefeuille – Croque Monsieur –
Toilet – Serviette – Café – Cadeau – Massage – Decor – Pardon – Visite – Douche – …
Maak een Franse woordenketting: de kinderen zeggen om de beurt een Frans woord dat
wij ook gebruiken, wie geen woord meer weet, valt af.
Ook steden hebben een andere naam in
het Frans. In de bijlagen vind je wegwijzers
naar zes steden uit België. Probeer ze met
hun juiste Franse vertaling te verbinden.
Brussel
Luik
Namen
Antwerpen
Brugge
Bergen
Bruxelles
Liège
Namur
Anvers
Bruges
Mons
10
Misschien kent iemand in de klas ook wel de Franse naam van deze bekende figuren?
Kuifje
Suske en Wiske
De Smurfen
Kiekeboe
Sneeuwwitje
Tintin
Bob et Bobette
Les Schtroumpfs
Marcel Coucou
la Blanche-Neige
Een echte uitdaging zijn deze Franse tongtwisters. Als je deze kan uitspreken, ben je er
helemaal klaar voor om net zoals Poupette op reis te gaan naar Brussel!
“Si mon tonton tond ton tonton, ton tonton sera tondu.”
(Als mijn oom jouw oom scheert, zal jouw oom geschoren worden.)
“Si six scies scient six cyprès, six cents scies scient six cent cyprès.”
(Als zes zagen zes cypressen zagen, zagen zeshonderd zagen zeshonderd cypressen.)
Omdat Poupettes mama voor haar werk naar Parijs moet, zal Poupette in het station van Brussel
opgehaald worden door Jean-François, de nieuwe Franstalige vriend van haar mama. Maar Poupette
heeft Jean-François nog nooit gezien. Het enige wat ze over hem weet, is dat hij een rode sjaal zal
dragen en op het perron op haar zal wachten.
Hoe kan Jean-François er volgens jullie allemaal uitzien (Groot, klein, dik, dun, …)? Maak
een tekening of collage van Jean-François met de rode sjaal en leg aan de rest van de klas
uit waarom hij er volgens jou zo zal uitzien.
6.
11
Brussel
Poupette gaat met de trein op reis naar Brussel. Zijn jullie al eens in Brussel geweest?
Hoe goed kent de klas Brussel? Welke plaatsen hebben de kinderen herkend in de
voorstelling (het Atomium, de Grote Markt, Manneken Pis, …)? Los samen of in groepjes
volgende vragen op (je kan het internet gebruiken om iets op te zoeken).
-
Kan je Brussel op de kaart plaatsen? Zoek Brussel op http://www.google.be/maps en ga na hoe
ver Brussel ligt van jouw woonplaats (via routebeschrijving). Hoelang moet je stappen om tot op
de grote markt te komen?
-
Hoeveel bollen heeft het Atomium en wanneer is het gebouwd?
-
Wie bekleedde het plafond van de spiegelzaal in het koninklijk paleis met schilden van kevers?
-
Hoe groot is Manneken Pis? Wat weet je over hem?
-
Welke bloemen worden gebruikt voor het bloementapijt dat om de twee jaar wordt gemaakt op
de Grote Markt?
-
Hoeveel vlaggen hangen er aan de voorgevel van het stadhuis?
-
Ken jij alle stations van Brussel? Geef hun Nederlandse en Franse namen.
Laat de kinderen het kruiswoordraadsel in de bijlage oplossen. Wat ze zelf nog niet weten,
kunnen ze opzoeken op internet. Let op: eventuele leestekens en spaties zijn weggelaten
in het rooster.
12
7. MUZIEK
Muziek is erg belangrijk voor een theaterstuk: het bepaalt de sfeer van de scène en je kan er allerlei
zotte dingen mee doen. De muziek voor ‘Poupette in Bruxelles’ wordt gemaakt en live gebracht door
Gloria Boateng. Dit jonge hiphoptalent won in 2014 de eerste rockrally van Jeka vzw. Meer info en
enkele van haar nummers vind je op haar website: http://www.gloriaboateng.com/. Voor Poupette
schreef ze een aantal hiphopnummers die ze live brengt. (CD GRATIS AAN TE VRAGEN BIJ FROEFROE)
Op het einde van het stuk moet Poupette optreden op de Koninklijke Spreekbeurtenwedstrijd. Ze zal
er een spetterend rapnummer brengen over haar avonturen, waarmee de hele zaal enthousiast
meeklapt. De tekst gaat als volgt:
Rock the mic
Dit is het verhaal van een meisje
Haar naam was Flamand Rose
Zonder twijfel
Ze had geen vader en geen moeder
wel een huisje
Bovenop de toren van de vrt in Brussel
En in die lift daar woonde een draak
Ja een boze draak met een rode sjaal
Maar op een dag deed die draak iets speciaal
Iets heel speciaal
Twas ni normaal.
Hij kwam met de lift tot boven
Waar de mama en de papa woonden.
Klopte aan met zijn zeven hoofden
at de familie op tussen zijn broodje.
Maar draakje had niet genoeg
Dus achtervolgde de halfbroers.
Ik zei: nee aub niet doen!
En toen zei hij: ik heb niet genoeg!
Pou pou poupette
Jut rock the mic
Do it
Ik vluchtte naar het balkon
Ondertussen werd ik achtervolgd
Buiten leek er wel een grote bom
T was het feest van de koning en de prinses die zong :
The hills are alive
Grrr en ik hoorde een grom!
De draak was nog daar dus ik sloot mijn ogen en sprong!
En toen stond iedereen op de grond verstomd!
13
Want : ik vlieg ik vlieg!
C’est magnifique
Ik vloog over Brussel en heel Belgique
4x
En toen landde ik op de schouders van koning Filip
ou pou Poupette
Just rock the mic
Do it
MAAK JE EIGEN RAPNUMMER
Naar aanleiding van ‘Poupette in Bruxelles’ werden door FroeFroe rapworkshops georganiseerd
onder leiding van Salahdine van het Antwerpse rapperscollectief NoMoBS. Enkele nummers van
NoMoBS vind je via volgende links:
https://www.youtube.com/watch?v=wmlJ6Cpk1Ts
https://www.youtube.com/watch?v=j2Uyf8epC2w
https://soundcloud.com/nomobs
In de workshops werden volgende opwarmoefeningen gebruikt. Doe ze met de klas voor je
aan je eigen rapnummer begint.
1) Emoties
Rapnummers gaan vaak over emoties. Maar wat zijn emoties? Welke emoties kennen de kinderen?
Laat ze zich voorstellen in verschillende emoties. Iemand stelt zich blij voor, iemand anders
verdrietig, bang, boos, …
2) Denk snel
Rappers zijn goed in improviseren. Ze kunnen snel teksten verzinnen. Vorm een woordenketting: Eén
iemand begint met een woord, bijvoorbeeld krokodil. Het volgende woord moet beginnen met de
laatste letter van het vorige, na krokodil volgt bijvoorbeeld luipaard. Wie geen woord weet, valt af.
3) Oren open
Ook luisteren moeten rappers goed kunnen. Als ze niet naar de muziek zouden luisteren, zouden ze
naast de maat rappen. Fluister een zin door met de hele klas. Je begint met een zin als ‘alle apen
apen alle apen na’ en laat die de hele klas rond fluisteren. De laatste zegt de zin hardop. Is hij nog
hetzelfde als toen hij vertrok?
Maak nu je eigen rapnummer. Het ritme geef je aan door eerst twee keer op je billen te
kloppen en daarna één keer in je handen of je gebruikt het mp3-bestand dat je vindt op
onze website bij de lesmap van Poupette. Stel jezelf voor op dit ritme in vier rijmende
zinnen. Je begint met “Ik ben (naam)…” en zegt daarna iets over jezelf (bijvoorbeeld je
hobby’s, waar je woont, waar je van houdt, …) Een voorbeeld vind je hier:
https://www.youtube.com/watch?v=Xuv5IwmHHgg&feature=youtu.be. Als je je tekst
geschreven hebt, bedenk je nog aantal coole rapbewegingen om je nummer helemaal af
te maken. Nadien kan iedereen zijn nummer laten horen aan de klas op een grote
‘Spreekbeurtenwedstrijd’. Wie liever geen nummer brengt, kan de anderen begeleiden
door te klappen, op een andere manier muziek te maken of cameraman of presentator te
spelen tijdens de show
14
8. ACHTERGRONDINFORMATIE
8.1 Theatercodes
Wanneer kinderen naar het
theater gaan, beleven ze dit
uiteraard anders dan wanneer
volwassenen dit doen. Ze kennen
vaak de gedragscodes nog niet en
weten niet wat hen te wachten
staat nadat het licht uit gaat.
Daarom is het niet onbelangrijk
om op voorhand met hen een
gesprek te voeren over de uitstap
naar het theater.
Vraag aan de kinderen wat voor hen theater is. Is iemand al eens naar het theater
geweest? Hoe ziet een theaterzaal eruit? Wat zijn de verschillen met een bioscoop? Wat
heb je nodig om theater te maken (acteurs, een regisseur, een decor, muziek, publiek, …)?
Leg hen uit dat er in een theater live acteurs op het podium staan. Het publiek hoort en ziet deze
acteurs maar de acteurs horen het publiek ook. Daarom is het bij theater nog belangrijker dat het
publiek niet te veel lawaai maakt en op een rustige manier van het stuk geniet. Wanneer het licht
uitgaat is het de bedoeling dat het publiek rustig wordt en zich klaarzet naar het stuk te kijken. Er zijn
kinderen die schrikken wanneer het licht uitgaat, waardoor geroezemoes ontstaat. Leg hen dus op
voorhand uit dat op een bepaald moment de hele zaal donker zal worden en dat dat het moment is
waarop de kinderen rustig moeten worden en het stuk gaat beginnen. Het enige wat ze dan nog
moeten doen is genieten van het stuk.
Dit zijn de belangrijkste regels waar je je in het theater aan moet houden:
-
-
Jassen en tassen horen aan de kapstok. Mobiele telefoons worden uitgeschakeld.
Tijdens de voorstelling blijft het publiek zitten. Er wordt ook niet meer naar het toilet gegaan.
Als een leerling toch naar het toilet moet, gaat er altijd een begeleider mee.
Tijdens de voorstelling is het publiek stil. Er mag natuurlijk wel gelachen worden als iets
grappig is, maar het is niet de bedoeling dat je je medeleerlingen gaat storen.
De begeleider gaat bij de eigen klasgroep zitten. Zo kan er ingegrepen worden als ze blijven
roepen of rumoerig blijven. Dit betekent echter niet dat ze niet mogen meeleven met wat er
op de scène gebeurt!
Tijdens de voorstelling wordt er niet gegeten of gedronken.
Wees op tijd (minstens 10 minuten voor aanvang van de voorstelling), zodat iedereen nog
tijd heeft om naar het toilet te gaan en de jassen op een rustige manier weggehangen
kunnen worden.
15
8.2 Foto’s en filmpjes
Een repetitiefilmpje kan je vinden via deze link:
https://www.youtube.com/watch?v=J-jwhKDedf0&feature=youtu.be
Meer foto’s vind je op de website:
http://www.froefroe.be/nl/production/1019/poupette-in-bruxelles-deesje
9. BIJLAGEN
16
17
18
Oplossing
FIN - EINDE
19
Download