Injecteren van geneesmiddelen in het oog

advertisement
Injecteren van geneesmiddelen
in het oog
2
In deze folder leggen wij u uit waarom u een
geneesmiddel in het oog krijgt toegediend. Ook
vertellen wij u wat de werking van dit geneesmiddel is,
hoe het middel wordt toegediend en wat u kunt
verwachten. Bewaart u daarom deze folder, zodat u
alles tijdens en na het behandelproces nog eens na
kunt lezen. Indien u naar aanleiding van deze folder
vragen heeft, bespreekt u deze dan met de oogarts.
Waarom een injectie in het oog?
Uw oogarts heeft voorgesteld een injectie in het oog te
geven, omdat bij u is vastgesteld dat er sprake is van
een netvliesaandoening waarbij lekkende bloedvaatjes
een rol spelen.
Bij de volgende netvliesaandoeningen wordt gebruik
gemaakt van injecties in het oog:
• Slijtage van de gele vlek (leeftijdsgebonden natte maculadegeneratie).
• Afsluiting van bloedvaten van het netvlies.
• Bij diabetische retinopathie (schade ten gevolge van suikerziekte).
• Vochtlekkage onder de gele vlek (macula oedeem) door andere oorzaken bijvoorbeeld na een staaroperatie.
Afhankelijk van de oorzaak wordt door de oogarts
meestal een vaatgroeiremmer (Avastin, Eylea of
Lucentis) ingespoten. Soms wordt er gekozen voor een
ontstekingsremmer (Kenacort) die geïnjecteerd wordt
in het oog. Bij de vaatgroeiremmer wordt de vorming
van nieuwe bloedvaatjes, die de neiging hebben snel te
gaan lekken, geremd. Welk middel de oogarts bij u gaat
gebruiken, wordt met u besproken.
3
Indien bij u een vaatgroeiremmer wordt toegediend,
dan komt u in een behandeltraject waarbij er meerdere
injecties plaatsvinden. Bij aanvang van het
behandeltraject wordt de vaatgroeiremmer drie maal
geïnjecteerd met een tussenpoos van 4 - 8 weken.
Na een serie injecties (meestal 3), vindt er een controle
afspraak plaats bij de oogarts. De oogarts beoordeelt
het effect van de injecties door bepaling van de
gezichtsscherpte, een scan en een oogonderzoek. De
resultaten worden met u besproken. Uiteraard kunt u
uw vragen of opmerkingen kenbaar maken tijdens deze
afspraak. Daarna kan het zijn dat er opnieuw injecties
dienen plaats te vinden. Afhankelijk van de oorzaak kan
het aantal injecties en daaraan gekoppelde controles,
talrijk zijn. Tijdens de controle afspraak kan in overleg
met u besloten worden dat u aansluitend een volgende
injectie krijgt.
Voorbereiding
Omdat u na de injectie mogelijk tijdelijk minder ziet is
het raadzaam een begeleider mee te nemen voor
vervoer: U mag zelf niet rijden.
Gebruikt u op de dag van de injectie geen make-up en
neemt u papieren (disposable) zakdoekjes mee om het
oog te kunnen deppen na de behandeling. Deze dient u
na gebruik direct weg te gooien.
De behandeling
U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij het
meldpunt 1B. U krijgt in de voorbereidingsruimte
verdovende en ontsmettende oogdruppels in het oog.
Daarna gaat u naar de behandelkamer. Daar wordt het
oog nogmaals ontsmet en krijgt u een steriele doek
over uw gezicht, waarbij gezorgd wordt voor voldoende
mogelijkheid om vrij te ademen.
4
Er wordt een ooglidspreider tussen uw oogleden
geplaatst om het oog open te houden. U voelt tijdens
de injectie dat er iets aan het oog gebeurt, maar u zult
vrijwel geen pijn hebben.
Bericht van verhindering
Bent u op het afgesproken tijdstip verhinderd, bel dan
zo snel mogelijk de opnameplanning van de
oogheelkunde, tel. 024-3657134. Er kan dan nog een
andere patiënt in uw plaats komen.
Nazorg
U krijgt een nazorgfolder mee na de injectie. Hierin
staat waar u op moet letten na de injectie en met welke
klachten u contact op moet nemen met de polikliniek.
Zowel de verdovende als ontsmettende oogdruppels
kunnen zorgen voor irritaties van het oog. Om deze
klachten te voorkomen en verminderen, krijgt u zalf om
te gebruiken op de dag van de injectie en daarna indien
nodig. Gedurende een paar uur na de injectie kunt u
wat last hebben van pijn, irritatie en roodheid van het
oog. Dat is normaal. De oogarts kan ook een klein
bloedvaatje in het oog raken, waardoor het oog
bloeddoorlopen is. Dit kan geen kwaad en verdwijnt na
1 tot 2 weken.
De eerste paar dagen na de injectie kan het zicht iets
verminderd zijn. Door het ingespoten geneesmiddel
kunt u bewegende vlekjes zien, dit is het ingespoten
geneesmiddel en de vorming van eiwitstrengen in het
oog (glasvochttroebelingen). Deze klachten verdwijnen
meestal na een paar dagen. De meeste activiteiten kunt
u na een dag ook weer oppakken. Vanwege
infectiegevaar wordt afgeraden de dag van de injectie
en de dag daarna te gaan zwemmen.
5
Ook is het belangrijk dat u altijd disposable (papieren)
zakdoekjes gebruikt om het oog te deppen, zowel de
dagen voor als na de injectie. Gooi deze zakdoekjes
direct na gebruik weg. Een herbruikbare zakdoek bevat
bacteriën en kan om die reden een oogontsteking
veroorzaken. Wrijf ook niet met uw handen/vingers in
het oog, omdat aan handen/vingers vaak veel bacteriën
zitten.
Resultaten
Bij de meeste aandoeningen wordt door de injecties
een verbetering of vermindering van de achteruitgang
bemerkt van de oogziekte. Bij een deel van de
patiënten kan het ziektebeeld tot stilstand worden
gebracht. Dit kan echter niet gegarandeerd worden.
We weten inmiddels dat zonder de injecties de
oogziekte verergert. De werking en tussenpozen van de
injecties kunnen per patiënt verschillen. U kunt uw
situatie dan ook niet vergelijken met iemand die
dezelfde aandoening heeft en ook injecties krijgt.
Risico’s
Er zijn zeer geringe risico’s verbonden aan het
injecteren in het oog. Het gaat hierbij om infectie van
het oog, verhoogde oogdruk, bloedingen en
netvliesloslating. Deze complicaties kunnen
vermindering van het gezichtsvermogen geven. Indien u
twijfels of vragen heeft over klachten na een injectie,
neem dan altijd contact met ons op. Binnen
kantoortijden met de Oogkliniek en daarbuiten met de
spoedeisende hulp.
6
Extra informatie
Als u na het lezen van deze folder nog verdere
informatie wilt, kunt u dit nalezen op www.oogartsen.nl
in de rubriek “glasvocht/netvlies” of u kunt uw vragen
stellen aan de behandelend oogarts.
7
Adres en telefoonnummer
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
Weg door Jonkerbos 100
6532 SZ Nijmegen
Oogkliniek (B01)
Telefoon (024) 365 82 15
Opnameplanning oogheelkunde (B02)
Telefoon (024) 365 71 34
8
G450-N / 06-14
Website: www.oogheelkunde.cwz.nl
Download