beeldenband De sterrenbeelden van de Dierenriem vormen een band aan de hemel die de aarde omsluit. Kijktip Wil je je eigen sterrenbeeld zien? Kijk dan zeven maanden na je verjaardag rond middernacht naar de zuidelijke hemel. Dat werkt altijd. HFDST 6 de dierenriem de sterrenhemel 72 deel 2 hfdst 6 de dierenriem Wat is de Dierenriem? Precessie edereen kent de twaalf sterrenbeelden van de Dieren­ riem: Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter, Steenbok, Water­ man en Vissen. Vrijwel iedereen weet wat zijn of haar eigen Dierenriemsterrenbeeld is. Maar veel mensen weten niet dat deze twaalf sterrenbeelden ook gewoon aan de sterrenhemel zichtbaar zijn. De Dierenriem – ook wel de zodiak genoemd – is de gordel van sterrenbeelden waarin de zon, de maan en de planeten zichtbaar zijn. Al die hemellichamen in ons zonnestelsel bevinden zich min of meer in één plat vlak. Kijk je vanaf de aarde naar zon, maan en planeten, dan kijk je dus altijd in dat platte vlak om je heen. De sterrenbeelden die je in en paar duizend jaar geleden, toen de sterrenbeelden nog geen vaste grenzen hadden, werd de schijnbare baan van de zon aan de hemel (de ecliptica) in twaalf gelijke stukken van elk 30° verdeeld. Die stukken vielen min of meer samen met de Dierenriemsterrenbeelden. Ze werden de ‘tekens’ van de Dierenriem genoemd. Van 21 maart (het be­ gin van de lente) tot 21 april staat de zon bijvoorbeeld in het teken Ram. Van 21 april tot 21 mei in het teken Stier. Door die kunstmatige indeling van de ecliptica in twaalf ge­ lijke stukken heeft de zon altijd precies een maand nodig om een Dierenriemteken te doorkruisen, ook al zijn de sterren­ beelden van de Dierenriem niet allemaal even groot. De Ram is bijvoorbeeld een veel kleiner sterrenbeeld dan de Stier. Bij het bepalen van je eigen sterrenbeeld wordt gekeken naar het Dierenriemteken waarin de zon stond tijdens je geboorte. Wie tussen 21 maart en 21 april is geboren, is dus een Ram. In werkelijkheid staat de zon het grootste deel van die peri­ ode helemaal niet in het sterrenbeeld Ram, maar in het ster­ renbeeld Vissen. Tussen 19 april en 14 mei bevindt de zon zich binnen de vastgestelde grenzen van het sterrenbeeld Ram. Anders gezegd: sinds een paar duizend jaar geleden is er een verschuiving opgetreden tussen de tekens en de sterrenbeel­ den van de Dierenriem. Die verschuiving is het gevolg van de precessie: een heel I tweelingen stier kreeft aarde op 1 januari leeuw zon maagd weegschaal ram die richting om je heen ziet, zijn de sterrenbeelden van de Dierenriem. De twaalf Dierenriemsterrenbeelden dateren al uit de Griekse oudheid; het woord zodiak heeft dezelfde Griekse herkomst als het woord ‘zoo’ voor dierentuin. Maar Tweelin­ gen, Maagd, Weegschaal en Waterman zijn geen dieren, en ook de Boogschutter – een centaur – is voor de helft mens. En natuurlijk zijn er heel veel dierlijke sterrenbeelden die geen deel uitmaken van de Dierenriem, zoals de Hagedis, de Grote Hond, de Duif en de Lynx. Omdat de aarde in één jaar om de zon draait, zien we de zon langzaam maar zeker door de sterrenbeelden van de Dierenriem schuiven. Zo staat de zon eind augustus in het sterrenbeeld Leeuw, vlak bij de heldere ster Regulus. De Leeuw is eind augustus vissen dus niet aan de sterrenhemel te zien. Een halfjaar later, rond 1 maart, staat het ster­ waterman renbeeld echter midden in de nacht hoog aarde op 1 juli aan de zuidelijke hemel. schorpioen boogschutter steenbok zonnige baan De aarde draait om de zon. Daardoor zien we de zon in de loop van een jaar door de twaalf sterrenbeelden van de Dierenriem bewegen. + + + De dwergplaneet Pluto bevindt zich dankzij zijn scheve baan soms in een sterrenbeeld dat niet bij de Dierenriem hoort. E 73 trage standverandering van de draaiingsas van de aarde. In de toekomst zal die onderlinge verschuiving alleen maar groter worden. De precessie is er ook de oorzaak van dat de draaiingsas van de aarde in de toekomst niet meer in de richting van de Poolster wijst. poolster schommelende aarde planeet De stand van de aardas verandert heel langzaam. Toevallig wijst hij nu in de richting van de Poolster. + + + De ecliptica heet zo omdat alleen op deze hemelcirkel zons- en maansverduisteringen (eclipsen) voorkomen. + + + 8h 7h 21 6h 5h π +40° Castor α +20° TWEELINGEN λ γ β δ WATERSLANG de sterrenhemel 74 Ram, Stier en Tweelingen Ram De Ram (Aries in het Latijn) is een klein sterrenbeeld dat zich linksonder de heldere sterren van Andromeda bevindt. De drie helderste sterren van de Ram vormen een markant groepje, maar de overige sterren in het sterrenbeeld zijn allemaal vrij zwak. De Ram is het best zichtbaar aan het eind van de herfst. Hamal (Alfa Arietis, a Ari, zie pag. 80 voor een overzicht van het Griekse alfabet) is een gele reuzenster van magnitude 2,0 op een afstand van 85 lichtjaar. Sheratan (b Ari) staat dichterbij, op 46 lichtjaar afstand, maar straalt ondanks zijn hogere oppervlaktetemperatuur minder licht uit, waardoor hij aan de hemel toch wat zwakker is: magnitude 2,6. Mesar­ thim ten slotte (g Ari) staat op 160 lichtjaar afstand. Met een kleine telescoop is te zien dat deze ster van magnitude 3,9 in werkelijkheid uit twee afzonderlijke sterren bestaat: een dubbelster (zie pag. 178). Stier De Stier (Taurus) is een van de grootste Dieren­ riemsterrenbeelden. In de vorm van het sterrenbeeld zijn gemakkelijk de snuit en de hoorns van een stier te herkennen. De Stier is het best zichtbaar aan het begin van de winter, wanneer hij ’s avonds hoog aan de zuidelijke hemel staat. Aldebaran (Alfa Tauri, a Tau) stelt het bloeddoorlopen oog van de Stier voor. Het is een rode reuzenster van magnitude 0,9 op een afstand van 68 lichtjaar. Al Nath (b Tau) is ook een reuzen­ ster, maar met een blauwe kleur. De helderheid is magnitude 1,7; de afstand 130 lichtjaar. Al Nath vormt een van de hoorns van de Stier. Het Zevengesternte (m45, ook wel de Plejaden genoemd) is de mooiste open sterrenhoop aan de hemel (zie pag. 190). Met het blote oog zijn zes tot tien sterren te zien; een verrekijker toont er enkele tientallen. De afstand tot de sterrenhoop is 385 lichtjaar. Dichterbij, op 151 lichtjaar afstand, staan de Hyaden: een v-vormige groep sterren direct rechts van Alde­ baran, die er overigens zelf geen deel van uitmaakt. Dicht bij de ster Zèta Tauri (z Tau) bevindt zich de Krabnevel (m1), het nevelige restant van een sterexplosie die in het jaar 1054 plaatsvond. Deze supernovarest (zie pag. 194) is alleen met een telescoop te zien. In het sterrenbeeld Stier ligt het vluchtpunt van de meteo­ renzwerm de Tauriden, die elk jaar rond 6 november zicht­ baar is (zie pag. 162). Tweelingen Net als de Stier is de Tweelingen (Gemini) een groot en opvallend sterrenbeeld. Midden in de winter is de zichtbaarheid optimaal. Het sterrenbeeld vormt een grote rechthoek aan de hemel; de twee heldere sterren aan de linkerzijde stellen de hoofden van de tweeling­ + + + Welke ster is Castor en welke is Pollux? Je vergeet het nooit meer als je bedenkt dat ze gewoon op alfabetische volgorde M46 α γ ι 16 11 ρ ξ M93 k ο 3 –30° δ σ η 2451 ZEILEN P γ V τ Rigel β λ ψ 10 ζ ε τ τ5 6 α σ 75 τ τ1 τ4 υ τ2 τ3 τ8 ν β y SLINGERUURWERK ϑ BEELDHOUWER OVEN g f GRAVEERSTIFT broers Castor en Pollux voor. Castor (Alfa Geminorum, a Gem) is een blauwwitte ster van magnitude 1,6 op een afstand van 45 lichtjaar. Met een telescoop is te zien dat Castor uit drie afzonderlijke sterren bestaat. Die zijn zelf alledrie weer dubbel, zodat Castor in feite een zesvoudige ster is. Pollux (b Gem) is met magnitude 1,1 helderder dan Castor en verdient dus eigenlijk de aan­ duiding Alfa. Pollux is een oranje reuzenster op 36 lichtjaar afstand. De mooiste open sterrenhoop in de Tweelingen is m35, vlak bij de grens met het sterrenbeeld Stier. Op een heldere, maanloze winternacht is de sterrenhoop met het blote oog zichtbaar als een wazig lichtvlekje; met een verrekijker zijn afzonderlijke sterren te zien. χ ζ α α ϑ ε π ERIDANUS 43 41 Mira WALVIS η γ τ9 γ μ ν ξ δ π β SCHILDER α ο δ 53 α ν ο ξ1 γ κ υ2 1851 η 1 υ1 η aan de hemel staan: de c staat boven de p. + + + ο ο2 ε DUIF ica ξ2 32 ν ω ζ β μ λ ο α ι κ ο ipt 5 ξ VISSEN β γ Ecl λ μ ε λ ν Adhara J δ 2,1 β γ RAM δ 54 γ M33 α α 3 μ λ HAAS κ β 41 ε π5 μ β ϑ ζ GROTE HOND ε π L2 M42 ι υ 88 β λ δ 752 γ DRIEHOEK Hyaden η α δ 17 37 γ ϑ 2,1 π 1662 90 STIER 1 π6 δ σ ϑ ξ1 ACHTERSTEVEN σ ζ ζ ο ρ ψ ε κ Sirius ξ2 δ σρ 1 π π2 π3 π4 γ ω Orionnevel γ M41 ο2 ο1 τ ω 13 η κ –40° λ ϕ 1 ORION ϕ2 Betelgeuse ν3 ν2 π ε α ο2 ϑ M47 υ κ ι 8 β M50 υ 16 ρ Plejaden ζ M79 α deel 2 –20° Rosettenevel EENHOORN –10° 1 μ α 13 18 ζ C s δ M48 sterrenbeeld Stier, gefotografeerd door een infraroodtelescoop. 2264 π ο ζ γ β 39 ν ξ β KLEINE HOND 0° ι Aldebaran ξ Procyon α χ PERSEUS ξ 119 γ 6 +10° kleurrijk gas Gasflarden in het Zevengesternte (de Plejaden) in het ν ω 51 ANDROMEDA M34 Algol ε τ η χ2 μ ζ 58 β M35 ε δ 2h ϑ κ 16 M36 M37 τ κ KREEFT ζ 3h ι ψ σ ν M38 ι υ Pollux ζ η ν τ υ ϑ ϑ ρ σ β ε 2281 VOERMAN +30° Capella α δ 48 α β LYNX 31 4h μ ι s PHOENIX γ ψ κ WIL TIRION δ winters schouwspel Ram, Stier en Tweelingen staan in de wintermaanden hoog boven de zuidelijke horizon. Ook Voerman, Orion en Grote Hond zijn goed zichtbaar. In de Tweelingen ontdekte William Herschel in 1781 de pla­ neet Uranus. Ook de dwergplaneet Pluto werd hier gevonden, in 1930 door Clyde Tombaugh. Het sterrenbeeld bevat ook het vluchtpunt van de Geminiden, een meteorenzwerm die elk jaar rond 14 december te zien is.