Slide 1 - Xs4all

advertisement
Speculatie en regelgeving van de
voedselderivatenmarkten
Vander Stichele, 17 april 2011
SOMO/TNI
Belang van voedselspeculatie
De prijzen die worden vastgesteld op grondstoffen- &
voedselderivatenmarkten hebben belangrijke gevolgen voor
maatschappij en economie:
– hoeveel moeten armen voor voedsel betalen?; hoeveel meer honger
wordt er geleden?; armen hebben weinig stem maar kunnen wel
overgaan tot voedselrellen;
– hoeveel wordt betaald voor energie en energieproductie?;
– hoeveel boeren betalen voor hun ‘inputs’?;
– voor stabiele prijzen voor voedselproducenten;
– hoe hoog wordt de inflatie en hoe reageren centrale banken daarop?
= gevolgen voor economie en werkgelegenheid;
Wat zijn landbouw- en
grondstoffenderivaten markten?
 Gebaseerd op contracten tussen producenten en opkopers/processors die
een gegarandeerde prijs willen (forwards, termijncontracten). Een derivaat
is een financieel product (voedsel wordt niet verhandeld)
 Termijncontracten worden onderhands (over-the-counter/ OTC) of op
termijnbeurzen doorverkocht
 Op de termijnbeurzen worden de prijzen gevormd die als benchmark voor
prijzen wereldwijd gelden
Waarom belangrijk voor
ontwikkelingslanden?
 Wereldwijd zijn er maar een paar termiijnbeurzen: bv. in Chicago,
London en Paris
 Bepalen importprijzen voor voedselimporterende landen
+ Tussenhandelaren
+ Boeren
= Kwetsbaarheid door volatiele/instabiele en hoge prijzen, ook al
wordt maar 5-10% internationaal verhandeld
Hoe kunnen speculanten prijzen beinvloeden
zonder landbouwproducten te kopen?
• Financiële speculanten kopen termijnkontracten om die door te
verkopen met winst
• Financiële speculanten gebruiken andere soort derivaten (swaps) om
hun verliezen in voedselderivatenhandel af te dekken (bv. Cargill,
Goldman Sachs);
• Financiële speculanten kunnen onderhands contracten kopen
 Als er meer vraag is naar voedselderivaten gaat de prijs omhoog
 Als er meer speculanten (en hun computerprogramma’s) in en uit de
voedselderivatenmarkten gaan, dan is er grote volatiliteit
Meer institutionele investeerders en
speculanten
• ‘Investeren in grondstoffen’ is hot bij institutionele
investeerders zoals pensioenfondsen en hedge funds.
(strategieën om te diversifiëren)
• Banken en hedge funds etc. verdienen veel bij het bieden van
financiële producten om in grondstoffen te beleggen en
speculeren zelf (bv. In commodity index funds, commodity
Exchange Traded Funds (ETFs))
 meer termijncontracten worden opgekocht
 Groeiende commodity index funds :
– Totale investering ca. $ 46 bn in 2005, $ 250 bn in 2008 (=ca. x 5);
– Specifieke problemen: index funds kopen alleen contracten waarbij ze
speculeren op hogere prijzen + als ze verkopen moeten ze telkens
nieuwe kopen
= voordurende vraag naar termijncontracten = druk op de prijzen
Meer speculanten & investeerders
verandert marktdynamiek
 Meer speculanten (tot 75%) kopen en verkopen financiële
grondstofderivaten dan nodig is om te ‘hedgen” [ zie volgende slide ]
 Meer investeerders die de voedselmarkt niet kennen
 Wanneer speculanten etc. elders meer kunnen verdienen of geld nodig
hebben, gaan ze massaal uit de markt (zie bv prijsstijging 2007- mid 2008,
val na financiele crisis mid 2008)
 Speculanten reageren op geruchten (voedselproductie, - voorraad, etc.)
 Fysieke handelaren speculeren op de financiele markten en v.v.
 Volatiliteit in de landbouwprijzen: producenten en eindgebruikers
weten niet meer wat de echte prijzen zijn
 Hoge prijzen (of dalingen) in voedselprijzen (Bv. volatiliteit in koffie,
cocoa en graan in 2010; hoge prijzen in 2011 als de zogenaamde
fundamentals problemen tonen)
Wat mist in huidige regelgeving
• Voedselzekerheid en recht op voedsel heeft prioriteit op vrijheid van
financiële markten
• Beperking van speculatieve activiteiten zonder sociaal en economisch
nut (winst voor speculanten, weinig voor boeren)
• Regelgeving en toezicht van fysieke en financiële markten: zwak,
ongecoördineerd, onvoldoende om misbruik tegen te gaan (bv.
achterhouden voorraad, belangenconflict)
Welke regelgeving is nodig?
Minimaal benodigde regulering:
 Heel strenge beperking (‘position limits’) of wettelijk verbod op
financiële speculantie (inclusief index funds etc.)
 Snelle rapportage van alle handel, ook aan het publiek, met
duidelijke definities van de verschillende actoren
 Duidelijkheid wanneer handel moet worden gestopt (excessieve
speculation) of beperkt (geen greep op misbruik)
 Goed ervaren toezicht, in coördinatie met toezicht op fysieke
markten, met genoeg financiële middelen en macht om in te grijpen
 Toezichthouders hebben een klachtenmechanisme waar iedereen klacht
kan indienen tegen te hoge prijzen
Uitdagingen bij huidige
wetgevingsproces
• In de EU en VS is de financiële lobby zo sterk dat zelfs minimum
regelgeving wordt bedreigd.
• Lobbisten beweren dat financiële speculatie geen invloed heeft op
de prijzen, maar nu gaat veel geld naar speculatie ipv naar
duurzame landbouw.
• Druk van internationale concurrentie en ontwijken van wetgeving.
Problemen bij nieuwe wetgeving
 Internationale besluitvormingsfora zijn niet democratisch (G20,
IOSCO) en NIET BINDEND + besluiten niet doortastend;
 EU wetgeving traag. Dit jaar: zwakke voorstellen + geen politiek en
maatschappelijk debat
 Gebrek aan druk van maatschappij en van ontwikkelingslanden
 Bewijs van speculatie is nog niet vastgesteld door gebrek aan
transparentie  voorzorgsprincipe toepassen
 Nog niet voorgesteld: Iedereen incl. ontwikkelingslanden moeten
toegang hebben tot informatie en toezichthouders
Hoe afhandelijkheid van
grondstoffenmarkten beëindigen?
In EU en ontwikkelingslanden:
 Door nieuw EU landbouwbeleid boeren niet meer afhankelijk maken
van termijnmarkten
 Strategische reserves opbouwen wereldwijd en per land
 Steun en financiering duurzaam en pro-poor landbouwbeleid, dat
voedselimport beperkt
 Uitwerken nieuwe instrumenten om goede voedselprijzen te
garanderen voor boer EN consument: andere verzekering, etc.
 Volledige transparante grondstoffenmarkten
 Geen verdere afspraken in handelsverdragen om derivatenhandel te
liberaliseren
Download