de tuinslang papa geeft de planten in de tuin water met de tuinslang. sproeien /\/\/\/\/\/\/\/\/ mama sproeit de planten in de tuin. de bloembol in het voorjaar zie je veel bloembollen bloeien. de hyacint de hyacint bloeit in het voorjaar. de tulp/ de tulpen mama krijgt een bosje tulpen voor haar verjaardag broeden /\/\/\/\/\/\/\/\/ de kip broedt haar eieren uit. het servet mama dekt de tafel en legt een servet naast het bord. het hert een hert leeft in het bos en heeft een gewei op zijn kop. snoeien /\/\/\/\/\/\/\/\/ papa snoeit de struiken. borstelen /\/\/\/\/\/\/\/\/\/\/ de jongen borstelt het paard. de borstel mama gebruikt een borstel om haar haar te borstelen de dweil mama maakt de vloer schoon met een dweil uitwringen /\/\/\/\/\/\/\/\/\/\/ mama wringt de doek uit. het krat er zitten 12 flessen in het krat. tegenover de pinguïns staan tegenover elkaar.