4.2 De Romeinse samenleving • Boeren en stedelingen • • • • • Boeren erg belangrijk Moesten vaak gaan vechten in veroveringsoorlogen Gezin had moeite met boerderij onderhouden Verkochten boerderij en trokken naar de stad Hier vonden ze vaak geen werk Arm en Rijk Insulea • Overal uit het rijk producten • • • • • Olijfolie en vijgen uit Griekeland Aardewerk uit Frankrijk Hout uit Turkije ijzerwaren uit Duitsland Vis uit Spanje Stad als handelscentrum • Handelaren profiteerden van • Vrede • Uitgebreide wegennet • Gebruik romeinse munt hele rijk • • • • Belangrijkste families: patriciërs Plebs(plebejers) het volk Patriciërs hadden het plebs nodig Rijke plebejers konden zo ook in bestuur komen Rijkdom en macht • Proletariers ( proles=kinderen) • Leefden in woonkazernes • Om ze tevreden te houden zorgden bestuurders voor brood en spelen • Verbonden zich als cliënt aan rijke burgers • In ruil voor voedsel geld en hulp, stemmen en volgen in stoet. Armoede en afhankelijkheid “Spelen”