Wateropvang in groenzones aan de bron versus end-ofpipe buffering afwaarts in riolen of waterlopen Patrick Willems Afdeling Hydraulica, KU Leuven Beheer van overstromingen: Duurzaam stedelijk waterbeheer Naar analogie met afvalbeheer: In volgorde van afnemend belang: • Bronmaatregelen: regenwater opwaarts ophouden (gebruiken, infiltreren) • Bergen (wachtbekkens) • Vertraagd afvoeren Voor onvermijdbare overstromingen: • Waarschuwen, evacueren • Gevolgen verminderen Impact urbanisatie, klimaatverandering … Rivierdebiet Meer tijdsvariatie / Meer hydrologische extremen: WINTER ZOMER Tijd Urbanisatie Landgebruik Vlaanderen en Brussel 1976: 1976 PhD Lien Poelmans KU Leuven, 2010 3 - 4% verhard Urbanisatie Landgebruik Vlaanderen en Brussel 1988: 1988 PhD Lien Poelmans KU Leuven, 2010 5 - 6% verhard Urbanisatie Landgebruik Vlaanderen en Brussel 2000: 2000 PhD Lien Poelmans KU Leuven, 2010 9 - 10% verhard Impact urbanisatie op waterhuishouding: Meer hydrologische extremen: Toename neerslagafstromingspieken tijdens natte perioden Minder infiltratie: verminderde waterbeschikbaarheid tijdens droge perioden Impact urbanisatie Meer riooloverstorten / piekbelasting waterloop overstort doorvoer Klimaatscenario’s Toename piekneerslag (vooral in zomer) & Langere droge zomerperioden Klimaatscenario’s Toename broeikasgassen in de atmosfeer Temperatuurstijging Toename verzadigingsconcentratie waterdamp Impact klimaatscenario’s Vlaanderen Impact op riolering: Vermindering terugkeerperiode extreme neerslag: Hoog Tot 30-40% extra berging vereist Willems P. (2009), ‘Actualisatie en extrapolatie van hydrologische parameters in de nieuwe Code van Goede Praktijk voor het Ontwerp van Rioleringssystemen’, voor VMM-AOW & CIW, september 2009 LOW FLOW PEAKS Impact klimaatscenario’s Vlaanderen Low scenario Low scenario, Runoff peaks Impact op laagwaterdebieten: Low scenario, Runoff peaks Low scenario Droog Mean scenario Mean scenario, Runoff peaks (-88%) (-87%) (-67%) (-62%) (-54%) - (-68%) - (-63%) - (-55%) - (-48%) LOW FLOW PEAKS (-88%) (-56%) - (-55%) (-87%) (-68%) (-54%) -- (-52%) (-51%) -- (-47%) (-67%) (-63%) (-46%) -- (-40%) (-62%) (-55%) (-39%) -- (-30%) (-54%) (-48%) Mean scenario Mean scenario, Runoffpeaks peaks Midden High scenario, Runoff High scenario (-35%)- -(-55%) (-32%) (-56%) (-31%) (-24%) (-54%) - (-52%) (-23%)- -(-47%) (-21%) (-51%) (-20%) - (-15%) (-46%) - (-40%) (-14%) - (-10%) (-39%) - (-30%) Climate 2100, Flanders High scenario High scenario, Runoff peaks -43 - -34 Laagwaterdebieten dalen in sterke mate in alle scenario’s -33 - -19 (-35%) - (-32%) (-31%) - (-24%) Demer.shp (-23%) - (-21%) - -71 (-20%) -74 - (-15%) -70 - -56 (-14%) - (-10%) (laagste zomerdebiet daalt met 20 tot 70%) Verdroging / laagwaterproblemen: waterkwaliteit, irrigatienoden, -55 - -44 Climate 2100, drinkwaterproductie, scheepvaart, vegetatieschaarste, ... Flanders Impact klimaatscenario’s Vlaanderen • Vlaanderen is erg kwetsbaar voor drogere zomers • Gemiddelde waterbeschikbaarheid is in Vlaanderen en Brussel zeer beperkt: 1480 m3/(persoon.jaar) gemiddelde waterbeschikbaarheid (m3 per jaar en per inwoner) 25000 20000 <-> internationale normen: <2000 “zeer weinig” <1000 “ernstig watertekort” 15000 10000 5000 0 Door: • Hoge bevolkingsdichtheid • Slechts beperkt gedeelte van beschikbaar oppervlaktewater afkomstig van lokale neerslag; Sterk afhankelijk van de buurregio’s (voor instroom Frankrijk/Wallonië, min. doorvoer naar Nederland bij laagwater) Impact klimaatscenario’s Vlaanderen Duurzaam stedelijk waterbeheer: Meer lokale-opwaartse berging en infiltratie Doorlatende verharding: Regenwater berging en hergebruik: Individuele infiltratie: Duurzaam stedelijk waterbeheer: Meer lokale-opwaartse berging en infiltratie Betere afstemming tussen ruimtelijke planning / stadsontwerp / groenbeheer & stedelijk waterbeheer: Meervoudige functies aan open ruimtes in de stad (vb. parken, groenzones): Campus Park, Clichy sous Bois [Composante Urbaine, 2004] RIONED 2009 Masterthesisonderzoek: Jelle Weustenraad & Kristof De Vleeschauwer: “De invloed van op- en afwaartse buffering op de riolering en waterloop te Turnhout”, Master in de Ingenieurswetenschappen – Bouwkunde i.s.m. ASRO, PhD Christian Nolf Laureaten Besix-prijs Gevalstudie: Stad Turnhout Problemen: zowel rivier- als rioleringsoverstromingen, o.a. door toenemende urbanisatie Ook: • Effect riooloverstorten • Geologische eigenschappen van het rivierbed • Rechttrekking van de waterloop in jaren 197080: 30% korter • Overmatige kruidgroei in de zomerperiode Gevalstudie: Stad Turnhout 1. Regenwaterberging en infiltratie in open ruimtes in de stad: bronmaatregelen / “blauw - groen water” integratie 2. Bufferbekkens afwaarts de regenwaterstelsels / opwaarts de overstort & ontvangende waterloop 3. Bufferbekkens afwaarts langs de waterloop: “end-of-pipe” buffering Evolutie van het Turnhoutse drainagesysteem in relatie tot de bebouwde oppervlakte PhD Christian Nolf, op basis van historische kaarten (NGI) en Stadsarchief Turnhout open afwatering via waterlopen eerst (gedecentraliseerd) gemengd rioolstelsel 7.500 extra woningen en 180 extra hectare bedrijventerreinen gepland op middellange termijn -> Plan Grontmij (2009) centralisatie naar de RWZI via collectoren en overstorten geleidelijke verzadiging van het netwerk -> behoefte aan alternatieve regenwaterafvoer Optie 2: Bufferbekkens afwaarts regenwaterstelsels 40,000 inwoners Gemengd rioleringsstelsel vervangen door gescheiden stelsel (80 regenwateroverstorten; 6 zorgen voor 80% van het totaal overstortvolume) Uitgangspunt: Aquafin toestand D Totaal: 58,000 m3 Optie 2: Bufferbekkens afwaarts regenwaterstelsels Ontwerp bufferbekkens: overstortfrequentie > 20 jaar 250 m3/ha verhard gravitaire doorvoer: 20 l/(s.ha verhard) VLAREM wetgeving Uniforme ontwerpregels: onafhankelijk van de eigenschappen van de waterloop Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Ontwerpterugkeerperiode: 20 jaar of lager (5 jaar) m.b.t. maximale nuttige hoogte van 0,4 m Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Gebaseerd op: • Locaties rioleringsoverstromingen Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Gebaseerd op: • Locaties open ruimtes & groene zones zoals parken, stadstuinen, speeltuinen, groene zones rond scholen en ziekenhuizen Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Gebaseerd op: • Onderscheid tussen publieke en privé-eigendom Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Gebaseerd op: • Zones die in transitie zijn of waarvoor herontwikkeling voorzien is op korte of midellange termijn Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Gebaseerd op: • Ruimtelijke connectiviteit : Topografische / gravitaire logica Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Voorbeelden ruimtelijke inrichting: • Speeltuin: Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Voorbeelden ruimtelijke inrichting: • Bedrijventerrein: Optie 1: Opwaartse regenwaterberging & infiltratie in open ruimtes in de stad 22 open ruimtes geïdentificeerd in de stad, geschikt voor regenwaterberging en –infiltratie (integratie blauw & groen water) Andere voorbeelden (buitenland): Optie 3: Bufferbekken afwaarts langs waterloop GOG: gecontroleerd overstromingsgebied vulling boven 18.8 m TAW bergingsvolume som van 6 bufferbekkens afw. riolering Integraal “conceptueel” model Modelkalibratie en -validatie Piekdebieten in waterloop versus terugkeerperiode in waterloop (Aa) afwaarts de stad Kalibratieresultaten: 1998-2000 Validatieresultaten: 1992-1995 Impactresultaten optie 2 Invloed regenwaterstelsel en bufferbekkens op piekdebieten in waterloop: Impactresultaten optie 2 Invloed regenwaterstelsel en bufferbekkens op piekdebieten in waterloop: Rioleringspiek komt vroeger dan rivierpiek Δt T = 100 jaar in waterloop Δt = 6 h tijdsverschuiving Ook seizoensverschillen Verschil in grootte gebieden Impactresultaten optie 1 (bronmaatregelen) Impact op overstromingsvolume langs riolering: 1% van afstromingsoppervlakte gebruikt voor regenwaterberging en –infiltratie leidt tot 30% à 50% reductie in overstromingsvolume EN: infiltratie voedt grondwaterreserves Impactresultaten opties 1 & 2 Impact op piekdebieten riooloverstorten: Bronmaatregelen hebben nauwelijks invloed op reductie overstortdebieten of waterloopdebieten Bufferbekkens afwaarts de riolering geven wel sterke reductie in overstortdebieten, maar dit heeft nauwelijks invloed op waterloop -> Belangrijk om riolering & waterloop gezamelijk te bekijken ! Impactresultaten optie 3 (“end-of-pipe”) Impact op piekdebieten in waterloop: Sterke reductie in waterlooppieken Uiteraard geen reductie in rioleringsoverstromingen Hemelwaterplanning: bestudeerde opties 1. Regenwaterberging en infiltratie in open ruimtes in de stad: bronmaatregelen / “blauw - groen water” integratie 2. Bufferbekkens afwaarts de regenwaterstelsels / opwaarts de overstort & ontvangende waterloop 3. Bufferbekkens afwaarts langs de waterloop: “end-of-pipe” buffering Conclusies • Hemelwaterplanning op lokaal/gemeentelijk niveau wordt belangrijker • Bufferbekkens afwaarts de riolering hebben niet noodzakelijk een gunstige invloed op de waterloop (reductie in piekdebieten) Voor de gevalstudie Turnhout: slechts 5% reductie in piekdebieten • De invloed kan zelfs negatief zijn • Precieze invloed hangt af van eigenschappen rioleringsstelsel & ontvangende waterloop (vb. verschil in grootte en responstijd) • Geïntegreerde analyse rioleringsstelsels – waterloop nodig Conclusies (2) Bronmaatregelen kunnen meer kosten-effectief zijn dan “end-of-pipe” oplossingen (cfr. gevalstudie Turnhout: bronmaatregelen zijn zeer effectief in het reduceren van de overstromingsrisico’s langs de riolering, maar minder effectief in het reduceren van de overstromingsrisico’s langs de waterloop) Nood aan “gedifferentieerde buffereisen” (geen uniforme ontwerpregels) rekening houdend met eigenschappen van de afwaartse waterloop: integrale analyse watersysteem (geef meer vrijheid aan ingenieurs om meer optimale, geval-specifieke oplossingen uit te denken …) Discussie / vragen … [email protected]