DE REKENREGELS VOOR AARDBEVINGSBEREKENINGEN ZIJN OPGENOMEN IN EEN APARTE EUROCODE-NORM: EUROCODE 8. DEZE NORM IS, SAMEN MET HET NATIONAAL TOEPASSINGSDOCUMENT, VAN KRACHT IN BELGIË SINDS OKTOBER 2011. OP BEPAALDE PLAATSEN IN BELGIË, EN VOOR BEPAALDE TYPES GEBOUWEN, ZIJN AARDBEVINGSKRACHTEN NIET MEER VERWAARLOOSBAAR. HIERBIJ EEN VEREENVOUDIGDE WEERGAVE VAN WAT DEZE KRACHTEN BETEKENEN EN γI = belangrijkheidsfactor van het gebouw. In België: 0,8 voor klasse I (bvb stallen) tot 1,4 voor klasse IV (bvb ziekenhuizen). S = bodemfactor, afhankelijk van het bodemtype. In België: 1,0 voor bodemtype A (rots) tot 1,8 voor bodemtype D (losse, onsamenhangende grond). In België onderscheidt men: zeer lage seismiciteit (agR x γI x S < 0,06g): geen HOE ERMEE REKENING MOET GEHOUDEN WORDEN. regels lage seismiciteit (agR x γI x S < 0,10g): SEÏSME IN BELGIË eenvoudige regels zodra agR x γI x S > 0,10g: eurocode 8 is van toepassing Aardbevingen Effect op gebouwen Een aardbeving is een natuurlijke trilling van de ondergrond. De grond waarin de fundering van een Het effect van een aardbeving op een gebouw kan in gebouw is aangezet krijgt een plotse horizontale zijn meest eenvoudige vorm gezien worden als een verplaatsing, met een zekere snelheid en versnelling horizontale kracht F. De excitatie van de grond ten (figuur 2). gevolge van een aardbeving zal het gebouw in meer of mindere mate doen meebewegen. We zijn vooral De intensiteit van een aardbeving kan beoordeeld geïnteresseerd in de maximum versnelling die het worden aan de hand van het product: gebouw ondergaan. Deze versnelling, vermenigvuldigd met de massa, geeft de horizontale agR x γI x S agR zal kracht waaraan de structuur moet weerstaan. = de referentieversnelling, op bodemniveau, Kracht =massa x versnelling (F=m.a) afhankelijk van de locatie. In België: zone 0 (a gR=0) tot zone 4 (agR=0.10g) (figuur 1). Wereldwijd: tot agR=0.60g. Deze versnelling doet zich statistisch 1 keer in de 475 jaar voor. Figuur 2 De massa is het gewicht van de constructie zelf + de belastingen op de constructie. Hoe groter de massa, hoe groter de horizontale kracht F. In aardbevingsgevoelige gebieden is het dus interessanter om met lichte dakconstructies te werken dan met betonnen daken, en is het aangewezen de zware massa vooral onderaan het gebouw te plaatsen. Figuur 1: seismische zones België De versnelling (= respons van het gebouw) die moet in rekening gebracht worden voor het bepalen van de horizontale kracht F is hoofdzakelijk afhankelijk van de grondversnelling, de eigenfrequentie van het gebouw en de aard van de grond, en wordt voorgesteld als een responsspectrum (figuur3). Dit spectrum geeft de verhouding van de versnelling van het gebouw Se tov de grondversnelling ag, in functie van de eerste Ontwerpregels voor gebouwen De eurocode geeft een aantal richtlijnen voor het ontwerpen van aardbevingsbestendige gebouwen. 1) Structurele eenvoud: het krachtenverloop in de eigenperiode T van de constructie, en voor elk structuur is duidelijk en bevat weinig grondtype (A tot E). onzekerheden. 2) Uniformiteit en symmetrie: rechthoekige plattegronden, complexe plattegronden opgesplitst in rechthoeken, gelijke verdeling van massa’s en stijfheden. 3) Stijfheid in 2 orthogonale richtingen: seismische krachten kunnen in alle richtingen optreden. 4) Torsiestijfheid: door de weerstandbiedende elementen langs de buitenkanten van de rechthoek te plaatsen. 5) Schijfwerking van de vloeren: om de horizontale krachten uniform te verdelen over de weerstandbiedende elementen (bvb Figuur 3: responsspectrum kolommen) 6) Samenhang in fundering: om overal dezelfde In werkelijkheid zal de eigenperiode van een structuur zich jammer genoeg meestal in de omgeving van de bovenste trap bevinden. Een zeer stijf gebouw (T~0) is economisch niet interessant en bij toenemende periode zullen de verplaatsingen dan weer te groot worden. Finaal moet verschaald dit elastisch responsspectrum (gereduceerd) rekenresponsspectrum, gebruik worden makend tot van nog het seismische actie te hebben. Het voordeel van het volgen van die regels is dat de eenvoudigste berekeningsmethode (laterale krachtmethode) toegelaten is en dat het resultaat van de studie gunstiger wordt. SEÏSME IN BELGIË de gedragsfactor q. Deze factor houdt rekening met de AFHANKELIJK VAN DE LOCATIE, HET BODEMTYPE EN DE mogelijkheid BELANGRIJKHEID VAN HET GEBOUW IS DE SEISMISCHE van de structuur om belangrijke plastische vervormingen te ondergaan zonder te ACTIE IN BELGIË NIET ALTIJD VERWAARLOOSBAAR. bezwijken en wordt in eurocode gegeven per type INDIEN DE SEISMISCHE ACTIE GROTER WORDT DAN DE structuur. WINDBELASTING, DAN KAN DE BEREKENING TOCH MEESTAL MET DE EENVOUDIGE LATERALE Naast eventuele horizontale belasting ten gevolge KRACHTMETHODE UITGEVOERD WORDEN, OP van een aardbeving, worden alle gebouwen ook VOORWAARDE DAT EEN AANTAL ONTWERPREGELS onderworpen aan een andere horizontale belasting, GERESPECTEERD WORDEN. nl. de windlast. Beide moeten niet samengeteld worden. Daarom moet altijd eerst worden nagezien of de windlast niet groter is dan de seismische last. In dat geval moet geen seismische berekening gebeuren. Om die reden kan seïsme in België vaak verwaarloosd worden. Pas wel op met constructies die geen windlast moeten opnemen (bvb magazijnstellingen in een gebouw). auteur: Bart Maerten [email protected] www.establis.eu