n eth e rlan ds jou rnal of critical care Inventarisatie van Medium Care in Nederland MS van der Steen1, LEM van Lelyveld-Haas2, DHT Tjan3 1Internist-Intensivist, Kennemer Gasthuis Haarlem, 2AIOS interne, Ziekenhuis Gelderse Vallei Ede (thans fellow IC, Academisch Medisch Centrum Amsterdam) 3Anesthesioloog-intensivist, Ziekenhuis Gelderse Vallei Ede, voorzitter commissie MC Wat is een Medium Care? In toenemende mate is er in Nederland een tekort aan Intensive Care (IC) faciliteiten en capaciteit waardoor het groeiende aanbod van patiënten een knelpunt aan het worden is. Dit heeft in 2001 al geleid tot een onderzoek door middel van een enquête naar het aanbod en gebruik van IC faciliteiten in Nederland, uitgevoerd door het Bouwcollege in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor IC (NVIC) [ref 1]. Eén van de knelpunten bleek een onvoldoende doorstroming van patiënten naar een vervolgvoorziening te zijn (Medium Care, MC). Uit dit onderzoek bleek onder andere dat een aanzienlijk deel van de IC capaciteit werd gebruikt voor MC patiënten, indien deze gedefinieerd worden als patiënten op een IC die niet beademd (meer) worden. Hier ontbrak dus vaak de zogenaamde stepdown afdeling. Door de betere IC zorg en de huidige mogelijkheden van orgaanondersteuning is er een ‘nieuwe’ populatie van patiënten ontstaan die langdurig op een IC opgenomen zijn geweest. Zij blijken na ontslag van de IC vaak post-IC gerelateerde problemen te hebben met een hoger morbiditeit- en mortaliteitsrisico en zijn meer zorgbehoeftig. Daarnaast wordt bij patiënten met risicoverhogende co-morbiditeit perioperatief de vraag naar meer intensieve zorg en observatie dan mogelijk is op de verpleegafdeling groter. Verder is er een toenemende vraag naar complexe en vaak technisch hoogwaardige intensieve zorg, doordat het aantal (oudere) patiënten met comorbiditeit, polyfarmacie en vaak gelijktijdig meerdere medische problemen toeneemt, terwijl de minder complexe zorg steeds meer poliklinisch en in dagbehandeling wordt gegeven. Het is duidelijk dat er behoefte is aan een uitbreiding van de continuïteit van zorg voor patiënten met diverse acute problemen, peri-operatief en post-IC waarin de MC een belangrijke plek zou kunnen verwerven naast bestaande organisatievormen als de verkoever, PACU (24 uurs post anesthesie care unit) en lokale organisatievormen voor acute patiënten. Daarvoor is noodzakelijk dat een duidelijke afbakening van risicoprofielen, onderbouwing van indicaties voor opname en ontslag op een bewaakte afdeling en de voorwaarden en uitvoering van een dergelijke bewaakte afdeling bij voorkeur evidence based onderbouwd vastgesteld zouden worden. Echter, in Nederland zijn deze afdelingen tot op heden nog niet omschreven en er zijn nog geen landelijke richtlijnen en kwaliteitsstandaarden voor. Vaak wordt lokaal een definitie gehanteerd, waarbij de MC als het overgangsgebied tussen IC en de ‘normale’ verpleegafdeling functioneert waarbij de patiënt niet beademd wordt en maximaal 1 orgaan faalt. Bij inventarisatie blijken er grote verschillen in de patiëntenpopulatie en de positie van de afdeling in de acute ketenzorg (step-up, stepdown of multipurpose; generalistisch of per specialisme; aan de IC gekoppeld Correspondentie DHT Tjan, voorzitter MC commissie E-mail: [email protected] 138 NJCC_03 bwerk v1.indd 138 of decentraal). Ook zijn er veel verschillende benamingen van afdelingen (MC, High Care, Intermediate Care, Special Care, Extra Zorg afdeling en specialistische cares zoals chirurgische high care) en verpleegkundige functies in gebruik en verschilt de medische bestaffing en organisatie. Vaak gaat het daarbij om het zorgniveau dat volgens de CBO richtlijnen gebaseerd wordt op drie essentiële elementen van zorg: 1. Specifieke medische expertise, 2. Specifieke verpleegkundige expertise, 3. Specifieke medisch-technische en bouwkundige voorzieningen. Ondanks de groeiende vraag naar MC zorg is er relatief nog weinig onderzoek gedaan naar het functioneren van deze afdelingen, de klinische uitkomsten, de kosten en opbrengsten, de bestaffing en de ideale grootte. De publicaties betreffen doorgaans beschrijvingen van de actuele situatie, opgedane ervaringen en expert opinion. Dit maakt de noodzaak tot duidelijke definiëring en het ontwikkelen van richtlijnen voor MC zorg alleen maar meer wenselijk. Hiervoor werd in 2006 een MC commissie opgericht onder de vlag van de NVIC. Als eerste werd ter inventarisatie van de bestaande situatie een enquête onder intensivisten en andere betrokken specialisten gehouden. Opzet MC Enquête Om een beeld te krijgen van de bestaande situatie in Nederland werd in januari 2006 (afsluiting mei 2006) een enquête met betrekking tot MC verstuurd naar de vakgroepen IC, heelkunde, inwendige Geneeskunde, longziekten en anesthesiologie (gericht aan de mogelijke coördinatoren van een MC) van 106 ziekenhuizen in Nederland. De enquête was gericht op MC zorg voor volwassenen. Van de 550 verstuurde enquêtes kwamen er 148 (28%) ingevulde formulieren retour. Vanuit 88 ziekenhuizen werd minimaal 1 enquête geretourneerd. Deelnemers werden zo nodig bij vragen of onduidelijkheden nog telefonisch geënquêteerd. In het geval van meerdere geretourneerde enquêtes per ziekenhuis, werd gekozen voor de intensivist (N = 65) of de meest compleet ingevulde enquête. De overige enquêtes waren ingevuld door internisten (31), anesthesiologen (19), chirurgen (19), andere specialisten (1) en een groep “overigen’ (13). Die laatste groep betrof voornamelijk verpleegkundige unithoofden en managers. De enquête bestond uit 3 delen [Fig 1]. Een algemeen deel met vragen over de ziekenhuisgrootte en IC capaciteit en twee aparte delen: één deel voor specialisten zonder MC en één deel voor artsen werkzaam in een ziekenhuis met een MC. In de eerste groep werd geïnventariseerd hoe groot de behoefte aan een MC of stepdown faciliteit voor IC patiënten was, de opname indicaties voor een MC en welk type specialist de leiding zou moeten krijgen op een MC. Eveneens werd een inschatting gevraagd naar het tekortschieten van zorg door het ontbreken van een MC. Deze vraag werd gevolgd door een vraag over het eventueel onnodige overlijden van patiënten door onvoldoende MC (of IC-) bedden in het ziekenhuis. n eth j crit care • volume 12 • no 3 • j u n e 2008 12-06-2008 15:16:00 n eth e rlan ds jou rnal of critical care Tabel 1 Karakteristieken van de geënquêteerde ziekenhuizen waar geen MC aanwezig is. Onderwerp Percentage of aantal (SD) Aantal ziekenhuizen (N) 63 426 (240) Totaal aantal bedden (N) 8.3 (8.0) IC bed met beademing (N) 2.8 (2.0) IC bed zonder beademing (N) Zorg schiet tekort door afwezigheid MC (%) 75 Aantal patiënten /jr (N) 77 (86)* Mogelijk overlijden door afwezigheid MC (%) 41 * Behoefte step-down (%) 84 Andere afdelingen voor bewaking (%) 41 24-uurs verkoever/PACU (%) 9 Postoperatieve patiënten buiten kantoortijd (%) 64 Opnames/jr buiten kantoortijd postoperatief (N) 188 (159) *Schatting De specialisten die werkzaam waren in een ziekenhuis met MC werd gevraagd naar de omvang en kenmerken in organisatie van zorg van hun MC. Ook aan- of afwezigheid van patiëntengegevens- en scoringssystemen werd onderzocht. Vervolgens werd gekeken in welke mate (frequent) verschillende (invasieve dan wel technische) diagnostische en therapeutische modaliteiten tot hun beschikking stonden. Een protocol voor transport, een medical outreach systeem en aanwezigheid van andere afdelingen in het ziekenhuis voor bewaking van patiënten werd nagevraagd. Uiteindelijk werd nog de personele bezetting met opleidingsniveau c.q. specialisme en 24 uurs-aanwezigheid van het personeel geïnventariseerd. Resultaten enquête I Gegevens ziekenhuis en MC omvang Er lijkt een tendens te bestaan dat grotere ziekenhuizen eerder een MC hebben (tabel 1 en 2). Toch heeft de helft van de academische ziekenhuizen in Nederland momenteel geen MC. II Geen MC (tabel 1) De specialisten werkzaam in een ziekenhuis zonder MC scoorden de behoefte aan een MC afdeling gemiddeld met een 7,7 (2,2). De intensivist zou de toekomstige MC moeten leiden; de anesthesioloog werd gezien als een goede tweede. Indien gekeken wordt naar alle respondenten blijken de internisten zelf ook een internist als tweede optie aan te geven. Gescoorde opname-indicaties betroffen vooral hemodynamische (in het algemeen en bij tr. digestivus bloedingen) en pulmonale instabiliteit, ernstige metabole ontregeling, gevolgd door o.a. trauma, intoxicatie en ‘complexe problematiek’. De intensieve verpleegkundige zorg scoorde wat lager als opname-indicatie voor een toekomstige MC. Ruim 64% van de ziekenhuizen moet met regelmaat postoperatieve patiënten (gemiddeld 188/jaar; range 30-600) bewaken op de IC buiten kantooruren; in 9% van de ziekenhuizen is een 24 uurs PACU aanwezig. Vierentachtig procent van de respondenten had behoefte aan een stepdown afdeling voor (langdurig opgenomen) IC patiënten. Wel bleken er bij 41% van de ziekenhuizen andere bewaakte afdelingen (zoals een CCU en stroke unit) aanwezig te zijn. Maar liefst 75% van de respondenten gaf aan dat de zorg zonder MC afdeling te kort schiet voor sommige patiënten; hierbij werden uiteenlopende aantallen patiënten per jaar opgegeven (gemiddeld 77; range 5-400 per jaar). Maar liefst 41% van de respondenten gaf aan het idee te hebben dat er patiënten overlijden door onvoldoende MC (of IC) faciliteiten. III MC aanwezig (tabel 2) Medische organisatie In de 25 ziekenhuizen waar momenteel een MC aanwezig is, bestaat enige variatie in de organisatievorm van de MC. De meest voorkomende vorm is een door een intensivist (76%) geleide MC in een closed format systeem (62%) met gemiddeld 6 bedden (range 2-15) waar ongeveer 800 patiënten per jaar gemiddeld 2,3 dagen behandeld worden. In 44% van de MC afdelingen zijn schriftelijke opname- en ontslagcriteria gedefinieerd. De medische aanwezigheid bestaat voornamelijk uit intensivisten en artsassistenten. Bij 59% van de MC is een intensivist in de dienst bereikbaar en in 59% is gedurende 24 uur een arts-assistent beschikbaar. Verpleegkundige organisatie De verpleegkundige zorg op de MC bestaat uit MC verpleegkundigen (74%) en/of IC verpleegkundigen (75%) en A-verpleegkundigen (21%). De 24 uurs beschikbaarheid van deze verpleegkundigen werd aangegeven als 74, 57 en 19 %. De verpleegkundige-patiënt ratio is gemiddeld 1:3. Werklast en prognostische scores Het scoren van zorgzwaarte (IC scoringsmethoden zoals TISS of een eigen ontwikkelde score) en ernst van ziekte (APACHE/NICE scores) wordt respectievelijk op 79% en 48% van de MC afdelingen gedaan. Apparatuur en monitoring Op iedere MC werd gebruik gemaakt van apparatuur als een pulseoxymeter en (non-)invasieve bloeddrukbewaking. Hoewel op bijna elke MC centraal veneuze lijnen werden gebruikt, werden centraal veneuze drukken slechts in 4% gemeten. Cardiac output metingen werden op een derde van de MC’s verricht, voornamelijk met Swan-Ganz catheters. Vasoactieve middelen werden vrijwel overal op de MC’s gebruikt, maar in 40% van de afdelingen wel tot een vooraf afgesproken maximum dosering. Nierfunctievervangende therapie kon in 56% van de MC’s worden aangeboden, zowel hemodialyse (12/14 MC’s) als CVVH (8/14 MC’s). Noninvasieve beademing werd in 54% toegepast op de MC (CPAP op 9 MC’s, BIPAP op 8 MC’s). Eénmaal werd intraventriculaire drukbewaking op de MC vermeld. Ruim de helft van de MC’s (58%) had een transportprotocol en iets minder (44%) een consultatieve dienst vanuit de IC en/of MC. Verlies van ervaring in acute problematiek Een punt van aandacht dat meerdere malen werd genoemd, was de vrees voor mogelijk verlies van competenties van verpleegkundigen op de gewone verpleegafdeling door de aanwezigheid van een MC. Dit lijkt een reëel probleem dat niet geheel te voorkomen is, maar ten dele op te vangen is door bijvoorbeeld rouleren van personeel tussen verpleegafdelingen en MC afdelingen voor ervaring in acute zorg. Conclusies Diversiteit Er blijkt een aanzienlijke diversiteit in aanwezigheid en organisatiegraad van MC’s te zijn binnen Nederland. In Nederland blijkt slechts in een kwart van de ziekenhuizen en in de helft van de academische ziekenhuizen een MC aanwezig. Behoefte aan MC erg groot en noodzakelijk In de ondervraagde groep specialisten zonder MC bleek de behoefte aan een MC zeer groot. Er werd zelfs gesteld dat zorg zonder MC te kort schiet en waarschijnlijk mensenlevens kost. Met name vanuit de chirurgische hoek lijkt er een grote behoefte te bestaan aan MC zorg. Ook kleinere ziekenhuizen melden de behoefte om zorgintensieve patiënten te clusteren op een afdeling met extra zorg. Definiëring en afbakening van MC lijkt nodig. n eth j crit care • volume 12 • no 3 • j u n e 2008 NJCC_03 bwerk v1.indd 139 139 12-06-2008 15:16:00 n eth e rlan ds jou rnal of critical care Tabel 2: Karakteristieken van de geënquêteerde ziekenhuizen waar wel MC aanwezig is. Onderwerp Percentage of aantal (SD) N enquêtes 25 Totaal aantal bedden (N) 542 (221) IC bed met beademing (N) 14 (12.2) IC bed zonder beademing (N) 2.9 (3.9) Bedden (N) 5.6 (3.0) Patiënten/jr (N) 775 (586) Behandelduur (dagen) 2.3 (0.9) Leiding gevende intensivist (%) 76 Verpleegkundige: patiënt ratio 1:2.8 (0.5) Verzamelen gegevens 79 - Scoren zorgbehoefte 48 - Scoren ernst ziekte 36 Niet invasieve beademing (%) 56 - CPAP 36 - BiPAP 32 Nierfunctievervangende therapie (%) 54 - Hemodialyse 48 - CVVH 32 Aanwezigheid transport protocol (%) 58 Aanwezigheid consultatiedienst MC 44 en/of IC (%) (% 24 u aanwezig) IC verpleegkundige (%) 75 (57) MC verpleegkundigen (%) (74) 74 21 A verpleegkundige (%) (19) 73 Arts-assistenten (%) (59) 86 Intensivisten (%) (59) Hoofdbehandelaar op de MC De meeste respondenten gaven aan dat een intensivist de MC zou moeten leiden; dit antwoord is zeer waarschijnlijk deels gebiased door de ondervraagde groep en de erop volgende selectie van respondenten. De internisten zien vaker dan de andere specialisten een leidinggevende rol voor de internist op een MC. Een intensivist als coördinator van MC zorg zou passen in een continuüm van acute complexe zorg waarbij een generalistische, coördinerende aanpak de hoofdbehandelaar dient te kenmerken. Het voordeel zou kunnen zijn dat de zorg niet verder versnippert in een opeenvolging van zorgvormen terwijl er gebruik wordt gemaakt van aanwezige specifieke expertise. Er tegen zou kunnen pleiten dat de oorspronkelijke hoofdbehandelaar het contact en de verantwoordelijkheid verliest en daarnaast zijn ervaring in acute dan wel peri-operatieve zorg ziet verminderen. Continuïteit van zorg Een ander punt van zorg wat geuit werd, is het waarborgen van adequate zorg gedurende 24 uur, 7 dagen per week. Dit geldt zowel voor de verpleegkundigen als voor de medische organisatie. Vooral buiten de kantooruren is dit voor bovengenoemde patiënten groepen in een ziekenhuis zonder MC minder goed te realiseren. Maar ook indien een MC aanwezig is, lijken er in de personeelsbezetting grote variaties te zijn, met name buiten kantooruren wat mogelijk een verschil in kwaliteit van zorg zou kunnen betekenen. Behandelingsmodaliteiten Opmerkelijk is dat hoogtechnische behandelingen, als nierfunctievervangende therapie en non-invasieve beademing, in ongeveer de helft van de MC’s aanwezig zijn. Dit vergt een hoge graad van organisatie, medische en verpleegkundige ondersteuning en vaak nauw contact met een IC. Uit de enquête komt globaal een beeld van 2 typen MC’s tot uiting: de afdeling waar er een intensieve observatie en verpleegkundige zorg aanwezig is en de afdeling met meer technisch complexe zorg, die als het ware een IC zonder beademing is. Respons De respons op de enquête lijkt laag. Echter, hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat er geen duidelijke landelijke registratie is van MC afdelingen en dat de enquêtes zijn verstuurd naar specialisten die mogelijke coördinatoren van een MC kunnen zijn. Het is dus voorstelbaar dat een groot deel van de geënquêteerden geen relatie met een MC hebben. Ook de enquête zelf vertoonde bij de analyse enkele onduidelijkheden. Zo was het voor meerderen niet volledig duidelijk dat de eerste 3 vragen op pagina 3 (andere afdelingen voor bewaking/nierfunctievervangende therapie, PACU aanwezig) beantwoord konden worden door de geënquêteerden zonder MC. De enquête geeft onzes inziens echter wel duidelijke trends weer uit gegevens van vrijwel alle ziekenhuizen in Nederland, die bij het samenstellen van een MC richtlijn waardevol zijn. De MC commissie van de NVIC is van plan om een richtlijn te ontwikkelen betreffende definiëring en organisatie van MC zorg. Referentie www.bouwcollege.nl/Pdf/CBZ%20Website/Publicaties/Uitvoeringstoetsen/ Ziekenhuizen/ut524.pdf Figuur 1: De MC enquête formulieren 140 NJCC_03 bwerk v1.indd 140 n eth j crit care • volume 12 • no 3 • j u n e 2008 12-06-2008 15:16:00 n eth e rlan ds jou rnal of critical care Enquête Medium Care Nederland � neen medium care medium care NVIC leden (specialisten) Naam: 5 medium Functie: care Zo ja, druk de behoefte uit met een cijfer (1 = geen behoefte, 10 = MC zeer noodzakelijk) Ziekenhuis: Stationsweg 73c 6711 pl Ede Telefoon: 0318-693337 Fax: 0318-693338 E-mail: [email protected] Adres: Postcode: Is e r b e ho e f t e aan e e n me d ium c ar e (MC )? 6 � ja � ne e � ja � ne e cijfer: Ho e b e lan gr ij k v in d t u d e v o lge n d e p un t e n b ij d e b e s lis s in g o f een patiënt naar een MC afdeling moet er vanuit gaande dat zij niet op een IC opgenomen hoeven te worden? (1 = totaal onbelangrijk, 10 = extreem belangrijk) a b c d e f g h i j k Plaats: Telefoonnummer: E-mail adres: Datum: Invullen van de enquête kost een paar minuten. U hoeft maar één van de twee A4-tjes in te vullen. 7 Uw antwoorden zijn zeer waardevol voor ons. De gegevens zullen worden gebruikt voor het ontwikkelen van een richtlijn opname en ontslag criteria Medium Care in Nederland. Alle gegevens worden geaggregeerd gerapporteerd en vertrouwelijk behandeld. Alle deelnemende ziekenhuizen ontvangen een eindrapportage van deze enquête. Circulatoire instabiliteit Dreigende respiratoire insufficiëntie >3dd uitzuigen Ernstige metabole ontregeling Bloeding met blijvende hemodynamische instabiliteit >6 dd controles Intensieve verpleegkundige zorg (bv. wondzorg van >1 uur/dienst) Zeer complexe medische problematiek (>3 problemen) Intoxicatie Trauma Overig cijfer: W ie zo u v o lge n s u d e MC mo e t e n c o ö r d in e r e n /le id e n ? (1 = niet belangrijk, 10 = erg belangrijk) a b c d e f Wij verzoeken U binnen 1 maand de enquête terug te zenden met de bijgevoegde retourenvelop of naar het NVIC kantoor, Stationweg 73c, 6711 pl Ede. Voor vragen of nadere inlichtingen kunt u altijd contact met ons opnemen: [email protected] of telefoonnummer 0318-693 337 (NVIC). Op de achterzijde is ruimte voor eventuele opmerkingen. Let op: de enquête lijkt lang, maar u hoeft alleen het neen of ja gedeelte in te vullen! Wij danken U voor Uw tijd en informatie, Lenneke Haas, internist i.o./arts-onderzoeker 1 Marijke van der Steen, internist-intensivist 2 Dave Tjan, anesthesioloog-intensivist 1 Intensivist Anesthesioloog Internist Chirurg Longarts Anders, nl: cijfer: 8 De n kt u d at d e zo r g t e ko r t s c hie t v o o r s o mmige p at ië n t e n o md at e r ge e n MC is ? 9 Zo j a kun t U aan ge v e n o m ho e v e e l p at ië n t e n d it p e r j aar gaat ? 10 De n kt u d at e r p at ië n t e n o v e r lij d e n d o o r d at e r o n v o ld o e n d e MC (o f IC ) b e d d e n zij n in uw zie ke n huis ? � ja � ne e Is e r b e ho e f t e aan e e n s t e p - d o wn f ac ilit e it ? � ja � ne e � ja � ne e Is e r e e n mo ge lij khe id v o o r n ie r f un c t ie v e r v an ge n d e t he r ap ie ? � ja � ne e Zo ja: � dialyse � CVVH 11 (Na ontslag van de IC, opname op een MC/afdeling met intensievere verpleegkundige en medische zorg) 1 Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede; 2 Kennemer Gasthuis Haarlem 12 S t r u c t u u r k e n m e r k en ziekenhuis Zij n e r n o g an d e r e af d e lin ge n waar me e r d an ge b r uike lij ke zo r g o f b e wakin g v e r zo r gd kan wo r d e n o p v e r zo e k v an e e n in t e n s iv is t ? Zo ja, welke afdeling? 1 Aantal operationele ziekenhuisbedden: 13 2 Aantal IC bedden met beademingsmogelijkheid: 3 Aantal IC bedden zonder beademingsmogelijkheid: 4 Werkt u in een ziekenhuis met een medium care? 14 � Ja Is e r in U w zie ke n huis e e n 24 uur s - v e r ko e v e r f ac ilit e it /PAC U Zo nee: worden postoperatieve patiënten buiten kantooruren op de IC opgenomen � Nee Om hoeveel opnames per jaar/percentage van totale opnames? � � N e e n: Ga verder bij v raag 5 Ja : Ga verder bij v raag 1 2 � ja medium care �ja De Medium Care Tr a n s p o r t 15 Hoeveel bedden telt de medium care (MC)? 29 16 Hoeveel patiënten behandelt U per jaar op Uw MC? 17 Wat is de mediane behandelduur ? 18 Wat is de ratio verpleegkundige:aant al patiënten? 30 19 Wie coördineert de zorg op de MC? 20 Indien de zorg onder een intensivist valt, is dit closed-format? � ja � nee 21 Zoja is de intensivist hoofdbehandelaar? � ja � nee 22 Zijn er schriftelijke MC opname-en ontslag criteria? � ja � nee 23 Verzamelt u de gegevens van uw patiënten? � ja � nee a voor de zorgbehoefte? Zo ja, welk zorgscoringssysteem gebruikt u? (bv. TISS 28, TISS 72) � ja � nee b voor de ernst van de ziekte/prognose? Zo ja, welke scoringssysteem gebruikt U? (bv. de APACHE score) � ja � nee � � � � � � � � � � � anesthesioloog � internist � chirurg � � ne e Is e r e e n c o n s ult at ie d ie n s t o p ge ze t v an uit d e IC o f MC ? � ja � ne e � ja � ne e � � � � � ja ja ja ja ja � � � � � ne e ne e ne e ne e ne e � � � � � ja ja ja ja ja � � � � � ne e ne e ne e ne e ne e Overig 31 Zij n e r n o g an d e r e af d e lin g waar me e r d an ge b r uike lij ke zo r g o f b e wakin g v e r zo r gd kan wo r d e n o p v e r zo e k v an d e in t e n s iv is t ? Zo ja, welke afdeling? 32 Wat v o o r me d is c h e n v e r p le e gkun d ig p e r s o n e e l we r ke n o p d e MC ? IC verpleegkundigen MC verpleegkundigen A verpleegkundigen Arts-assistenten Intensivisten (ligduur, sterfte, orgaanfalen, etc…) 24 � ja C o n s u l t a t i e d i e n s t / M e d i c a l O u t r e a c h Te a m 1 : (bijvoorbeeld 1:2; 1:3; 1:4; 1:2,3 etc.) � Intensivist Is e r e e n p r o t o c o l v o o r t r an s p o r t v an d e p at ië n t e n v an uit d e MC ? (bijvoorbeeld voor onderzoeken buiten de afdeling) Gebruikt u een scoringssysteem… 33 Zo j a, 24 uur ? IC verpleegkundigen MC verpleegkundigen A verpleegkundigen Arts-assistenten Intensivisten Vo o r z i e n i n g e n / b e hand el ing en 25 Kunt u gebruik maken van… a b c d e pulsoxymeter arteriële lijnen centraal veneuze lijnen? centraal veneuze druk meting? vasoactieve/inotrope middelen? Zo ja, - Is er een maximale dosering - Voor welke geneesmiddelen? � noradrenaline � dopamine � dobutamine � enoximone � nitroglycerine � nitroprusside � ketanserine � labetolol � f cardiac output meting Zo ja, waarmee? � Swann-Ganz � PICO � LIDCO � Oesophagus Echo-Doppler � 26 Vindt er niet-invasieve beademing plaats? ja ja ja ja ja nee nee nee nee nee � ja � nee � ja � nee � ja � nee Zo ja, waarmee? � CPAP � BIPAP � 27 28 Zo ja: � ja � nee � dialyse � CVVH Vinden er andere niet genoemde interventies plaats op Uw MC? � ja Is er een mogelijkheid voor nierfunctievervangende therapie? � nee Zo ja, welke interventies? n eth j crit care • volume 12 • no 3 • j u n e 2008 NJCC_03 bwerk v1.indd 141 141 12-06-2008 15:16:01