lesnotities bij bronnenbundel

advertisement
Lesnotities bij bronnenbundel heuristiek
Middeleeuwen
Isodorus – Etymologieën
1
II + III: artes liberales
VII: over God en de engelen
VIII: over de Kerk en de synagoge
XII: over vierpotigen, reptielen, vissen en dingen die vliegen
=> Conclusie: was ambitieus project: ALLE informatie samenbrengen in 1 werk
2
XIV: “Over de bibliothecaris en zijn instrumenten”
3
onderverdeling van de boeken: eerst over beestjes en boompjes, later plots een
wereldkroniek
7
XIX: 'De navibus'
Beda Venerabilis
strak opgedeeld per jaar : legt geen verband tussen aparte gebeurtenissen => lost dit op door op het
einde van de grote periodes de gebeurtenissen samen te vatten
10
533:
534:
Byzantijnse keizer Focas wordt 8 jaar => vermeld triviaal feit omdat hij nu eenmaal
iets bij dat jaar MOEST schrijven
Paus Gregorius VII sterft (“maakt een reis naar de hemel”)
Sigebert van Gembloux
(geeft zicht op editietechnieken van middeleeuwse teksten) Sigebert nam bijna letterlijk over uit
andere teksten => toont hiermee aan dat hij zeer geleerd is omdat hij aan bronnen raakte
13
r. 16
Eclips op 2 verschillende data => kleine letters: Turken overspoelen heilig land =>
eerste kruistocht
r. 23 kruisvaarders komen uit al deze streken
r. 30 – 31: aanvoerders
Hariulf – Chronique de l'abbaye de saint – Ricquier
reliek = fysiek overblijfsel van een heilige = aspect van de middeleeuwse religiositeit die pilgrims
aantrekt
16
opsomming van relieken => REDEN: aantonen dat zijn klooster een belangrijke cultusplaats
is (monikken als professionals in het vereren van God)
18
Evangelieboek geschreven in gouden inkt, ingelegd met edelstenen en halfedelstenen =>
ook fysieke verschijning van het Woord is belangrijk (cf. afschrapen letters om op te lossen
en op te drinken om zo te genezen van een of andere ziekte...)
Gislebert van Bergen
Was kanselier van de 5 opeenvolgende hertogen van Henegouwen en schrijft zijn geschiedenis op
het einde van zijn carrière. Je vind er vanalles over terug in verband met de hertogen, wat heel
boeiend is. 1 Nadeel: de blik over wat er BUITEN het hof gebeurt, is vrij smal...
21
171
“Gislebertus...”
heeft het dus over zichzelf: Hij keerde terug naar de graaf van
Henegouwen. Hij vond hem in Namen met zijn zeer edele
echtgenote de gravin Margaretha.
Rege Romanorum
= koning van Duitse Rijk: de graaf van Henegouwen was
leenman van de duitse koning
=> graaf kreeg privilegie dat hem bevestigde in zijn macht en
laat dit VOORLEZEN: wijst erop dat er belang werd gehecht
aan geschreven documenten waarin macht bewezen werd
KAPITALEN
laat van het privilegie een oorkonde maken en laat er een zegel
(= authentificeringselement) aan hangen => kapitalen bevatten
tekst van het zegel
Rijmkroniek van Melis Stoke
late XIII, Holland, kroniek van het Hollandse Graafschap
=> op rijm en in de volkstaal: bedoeld om in elitemilieu voor te dragen
=> entertainment – value moest vrij hoog zijn om onderhoudend te zijn
=> gericht op memorisatie(cf. Metrum)
24
175
2: voer = ging
2: maghe = familie
4: carnacioen = 'incarnatie'
180
1: Friese geslacht
2: kerstijn = christen
3: dinc >> om rijm vol te houden (“zo verging het hertog Rabbouts”)
4: Willibrord: ca. 728 + Wolfram => gaat over Bonifatius
185
1: diet = taal
3: gheboernesse = geboorte
Lodewijk van Velthem
schreef een spiegelhistoriael = traktaat over de geschiedenis van de wereld
25
2360 niet bedoeld voor een intellectueel en droog milieu: wordt ter vermaak geschreven
(was spannnend)
Leeftijden van de wereld
vergelijking van de leeftijden van de wereld met de leeftijden van de mens
27
1
2
Adam tot Noah
Noah tot Abraham
infantia
pueritia
kinderjaren
jeugd
3
4
5
6
Abraham tot David
David tot Babylonische ballingschap
Babylonische ballingschap tot Jezus
Jezus tot nu
adolescentia
iuvenalis aetas
senilis aetas
aetas decripita
adolescentie
jonge leeftijd
seniele leeftijd
kreupele leeftijden
Zeitrechnung des deutschen Mittelalters der Neuzeit
29
1ste kolom = jaar
2de kolom = Pasen
3de kolom = zondagen
Annaal (slechte kopie)
30
voorbeeld van 'kleine annalen': links staan er prutserige aantekeningen
Annalen van de abdij van St. Amand en de abdij van Lobbes
links: annalen van de abij van St. Amand
rechts: annalen van de abdij van Lobbes
Opmerking: rekentabellen zijn weggevallen en enkel datum + gebeurtenissen blijven over
einde X – begin XI kregen deze kloosters een exemplaar van de annalen uit de Karolingische tijd
toegestopt => manuscripten worden tussen abdijden rondgestuurd om jaren aan te vullen =>
annalen beginnen gelijk te lopen
31
741
747
Karel Martel sterft
relatie tussen beide teksten (Karloman trok naar Rome)
Annales Gandensis
is doorspekt met heel flauwe humor
37
rechts
“clipeus et amicus”: er wordt gezegd dat de Fransen en de Galliërs de
aspiratie die nodig was om de 'sch' uit te spreken niet konden vormen
=> hier haalde Conscience zijn inspiratie over het zogenaamde 'scild ende
vriend'
Anglo – Saxon Chronicle
is geschreven in de volkstaal, is geen Engels, maar Angelsaksisch
40
verschillende letters en handschriften => komen uit verschillende perioden (vb. voorlaatste
paragraaf en die ervoor)
= DYNAMISCHE HANDSCHRIFTEN (handschriften die 'leven')
Annalen uit de St. Pietersabdij van Gent
41
1127 8
mira = wonderlijk
9
dunnionibus = donjons => het bloed stroomde van de donjons van de kastelen
en dit voorspelde het bloed dat dat jaar in Vlaanderen zou vloeien
10
Karel de Goede werd vermoord in Brugge terwijl hij aan het bidden was
=> 'bloed uit donjons': moord op de Graaf wordt gezien als het tegengaan van
goddelijke orde >> wijzen op iets heel ergs dat het maatschappijbeeld
verstoorde
Historiën van de Franken – Gregorius van Tours
Clovis is halfslecht (voor bekering) en halfgoed (na bekering), maar blijft toch geen aangenaam
mens.
43
Clovis vermoordde vele familieleden en riep de anderen samen om te zeggen dat hij hoopte
dat sommigen hem zouden kunnen helpen
= VALSTRIK: wie hem kon helpen was machtig en moest dus ook gedood worden...
Liber Pontificalis
wordt voortgezet tot in de XV
=> gesta: regering van elke paus wordt apart besproken
Gesta van de bisschoppen van Kamerijk
ca. 1024: enige bron voor de geschiedenis van het graafschap Vlaanderen in de vroege
middeleeuwen
54
45
“De villa Iham” = over dorp dat Ename heet
Mathildis... = een ferm wijveke (licht pejoratief)
teloneum = tolplaats
Gesta van de abten van St. Bertijns
over klooster + relatie met de buitenwereld = heel interessant!
Genealogiae Comitum Flandriae
Evolueert van genre dat dicht stond bij de orale versie naar latijnse teksten (geleerde neerslag) =
vasthouden en consolideren van orale tradities.
60
I
* Witger = eerste genealoog van Vlaamse Graven
* eerste deel = inleiding in moeilijker Latijn door de uitgever
* men begint met traceren van de afkomst van de Graven van Vlaanderen aan de
hand van de dochter van de Merovingische koningen
61
20
Judith, die veel klasse had en mooi was, daar associeerde Balduinus zich mee =
begin van de mannelijke afstamming van de Graven (ca. 873 = begin van de lijn)
62
VI
Flandria Generosa = verhaaltjes => wordt echte geschiedenis van de Graven van
Vlaanderen
Exellente Kronieken van Vlaanderen
Werd geschreven in de 10de eeuw in het Latijn en werd herwerkt tot in de 15 de eeuw in de
volkstaal
65
genealogie, etymologie, geografie, uitwijdingen => leest leuk
Corpus Christianorum – Galbertus
verslag uit het dagboek van Galbert van Brugge (moord op Karel de Goede)
67
15
* L'an mille...
* quaresme = vasten
* Karel de Goede was aan het bidden, met zijn ogen gericht op het Boek, terwijl hij
aalmoezen geeft => wordt vermoord => moordenaars verschansen zich dan
Mémoires – Philippe de Commynes
(late XV)
70
X
* Ik ben begonnen met dit werk omdat ik veel verraad heb gezien in deze wereld
* orguilleux = hoogmoedig
=> “Ik ben wel overgelopen, maar mijn vorst was veel te hoogmoedig en
luisterde naar slechte raadgevers.”
Abélard et Eloïse
Abélard was priester gewijd en moest les geven aan Eloïse. Ze werden verliefd en er kwam een kind
van. Abélard werd ontmand en Eloïse ging in het klooster.
CONTEXT: Iemand die ging studeren aan de universiteit ontving automatisch een lagere wijding
om zo beschermd te worden door het kerkelijk recht. Dit impliceerde geen celibaat,
maar de inslag was eerder juridisch. Basically had Abélard pech omdat hij tot
priester was gewijd en zich dus wel aan het celibaat moest houden.
Er is correspondentie van Abélard en Eloïse bewaard. Aan het einde van zijn leven schreef Abélard
zijn Historia Calamitatum (Geschiedenis van de Lotgevallen). Deze memoires schreef hij dus
duidelijk met een bedoeling en ze zijn dan ook sterk gestileerd.
74
279
Quomodo...
Hij verhaalt hoe hij verliefd werd op Eloïse en er mentale en
lichamelijke wonden aan overhield.
●
'lapsus' = gevallen => vallen in de zonde
●
EERST schade aan het geestelijke: het zieleheil is namelijk
blijvend aangetast
●
DUS: hij schreef met een bepaalde agenda: verliefdheid heeft
NOODZAKELIJKERWIJS geleid tot zijn ondergang
281
neptis = nicht
282
> diligere = liefhebben => de kanunnik was zo ingenomen met zijn nicht, dat ze
moest verderstudern (aantonen hoe speciaal ze wel was)
76
284 – 86
Hij werd 'verlokt': ze was zo mooi en zo slim dat hij er niet aan kon
weerstaan
289 – 90
Nuttig om mij in een amoureuze zaak te storten (ze was niet moeilijk te
krijgen)
295
Hij werd aangenomen om les te geven in de wetenschappen en de letteren =>
liet hen toe brieven te schrijven....
390
' Er is dat gebeurt datgene waarop Venus en Mars in de fabel werden betrapt.
=> zij is heel blij dat ze zwanger is, Abélard ziet de bui al hangen
=> ze vluchten
Het verhaal is nogal plastisch, maar hierin zitten zeker elementen van waarheid. Wat hierna volgt is
de onvermijdelijke evolutie naar de ondergang van Abélard.
Guibert de Nogent
(1150 – 1160)
= complete tegendeel van Abélard: hij meent een visionair te zijn, is abt van Nogent => ziet
zondeval en apocalyps in zijn eigen ziel en probeert zijn leven een universele betekenis te geven,
wat grote gevolgen heeft voor de inhoud.
78
2
hochets = rammelaar: het begint al fout te lopen van toen hij een heel klein kind was
4
selon la chair = volgens de wegen van het vlees
5 – 8 het is de goddelijke wil dat het leven van Guibert (en dus van de hele mensheid)
bepaalt => de dood van zijn vader had dus zin, want het was de wil van God
79
13
opgevoed dankzij de goede zorgen van de weduwe = zijn moeder
14
d'aumônes = aalmoezen
●
zijn moeder geeft aalmoezen om Gregorius over te halen om hem aan te
trekken tot de studie van de intellectuele dingen
●
DUS: Guibert is geschonken als oblaat: geschonken aan een heilige
(opgevoed in klooster en opgeleid tot monnik)
=> oblaten gingen gepaard met forse schenkingen aan het klooster
('aalmoezen)
=> werd vooral toegepast op 'overschotkinderen' waarmee men niet goed wist
wat doen (bv. 3de zoon van een adellijk koppel)
23
80
“Zo gewijd aan de studie van het Latijn”
51 – 59
Een man komt zijn kamer binnen, die witte haren had en er eerbiedwaardig
uitzag. Hij nam zijn hand vast en bracht hem een kamer binnen. Hij geeft hem
de opdracht een bepaalde man te zoeken, die hij wakker kust. Deze man
wordt zijn leermeester.
=> Intellectuele opleiding gaat gepaard met diepgaande affectie tussen
leerjongen en leermeester
Einhard – Vita Karoli
Hij maakte van Karel de Grote de 'superman' van de Noordelijke koninkrijken. Bovendien pronkt
hij graag met de verwezenlijkingen van de Karolingische Renaissance.
86
25
* copiosus = uitermate
* exuberans = overvloedig
=> Karel de Grote kon over gelijk wat een hele uitleg doen en dat niet alleen in zijn
“vadertaal”, maar hij was ook bedreven in het leren van andere talen: hij sprak Latijn
even goed als zijn vadertaal en sprak een mondje Grieks.
=> Dit is letterlijk overgenomen uit Seutonius' Vita Caesari: ook de keizers spraken
zo vloeiend vele talen....
=> DUS: we moeten grote vraagtekens plaatsen bij het volledige document
Guide du Pélerin
Dit werd geschreven ten behoeve van de pelgrims en houdt het midden tussen een Michelin – gids
en het beschrijven van een manier om heelhuids in Compostella te geraken. Bijgevolg is dit een
heel interessant document voor een socio – economische studie. Toch is er hier een sterke
tunnelvisie aanwezig: de reizende middeleeuwse mens gebruikte één route en zag dus alleen wat er
hierrond lag.
88
VI
8
niet van drinken en het paard ook niet, want deze stroom is dodelijk
89
VI
16
ega als zoete rivier
Villehardouin – La Conquête de Constantinople
Villehardouin is een ridder die in eigen woorden en taal zegt wat hij heeft gezien tijdens de vierde
kruistocht. Tijdens deze kruistocht werd een deal gesloten met de Venetiaanse handelaren om eerst
Constantinopel in te nemen en dan pas door te stoten naar Jeruzalem. Dit mislukte aangezien de
kruisvaarders nooit in het Heilig Land zijn geraakt.
96
225
De ridders komen toe in Constantinopel en vragen zich af of er geen probleem is met
het aanvallen van een christelijk rijk.
●
Faire = zeggen
●
confessés = gebiecht
=> DUS:
de leiders van de kruistocht gaan te rade bij de clerus en deze zeggen dat als
Constantinopel valt en onder toezicht van de paus wordt geplaatst, dan zal hij die
sterft tijdens de strijd en gebiecht heeft, rechtstreeks naar de hemel
= grote stimulans!
Vita Godeliph
Hagiografie was een zeer populair genre, ontstaan uit de verering van martelaars. Toen het
christendom staatsgodsdienst werd, stapte men over op de verering van belijders.
Godelieve wordt aangeroepen bij vrouwenkwalen en bij het graven van putten. De tekst werd
geschreven door Drogo van Sint Winoxbergen, in de 2.XI. In deze periode richtten de auteurs zich
steeds meer op de aristocratie. De vorstelijke macht was sterk verzwakt en de maatschappij werd
gedomineerd door bloedveten. Deze tekst werd geschreven om een ideaalbeeld te geven van een
aristocratische vrouw in de XI.
101
2
Godelieve was een beetje een 'trutje': helemaal vooraan staat de maagdelijkheid,
wat te maken heeft met de toenenemende dynastisering van de adellijke familie
(erfbare titels) => NOOD AAN ZEKERHEID VAN AFSTAMMING
=> DUS: * Godelieve is waardevol: rijk en maagdelijkheid
* gezin: trouw is interessant omwille van de huwelijksgift
3
Schoonmoeder geeft aan dat ze niet betrokken is geweest in het voltrekken van het
huwelijk
=> De Vita Godeliph is een “stationromannetje par excellence”.
=> Men stelde altijd iets slechts tegenover de heilige om zo haar deugdzaamheid te
bewijzen. Hier wordt de schoonmoeder naar voren geschoven.
4
“Teken dat nie goe ga”
Hagiografische teksten gaan over heiligen, maar het beeld van de heiligen is niet vast, maar
afhankelijk van maatschappelijke factoren. Het probleem dat hier naar voren geschoven wordt is het
feit dat Godelieve haar kuisheid voor het goddelijke bewaart. Ze haat haar man en daar komen toch
geen goede kinderen van.
Petrus en Marcellinus (Translatieverslag)
Einhard schreef een verslag over hoe stukjes Petrus en Marcellinus werden opgestuurd naar de Sint
Pietersabdij in Gent. (Translatieverslag = tekst over de ontdekking van relieken in Rome en de
overbrenging naar de nieuwe plaats van verering, in dit geval Gent, en onderweg gebeuren
mirakelen.
105
10
kort verslagje van een mirakel aan het schrijn waar het reliek vereerd wordt.
●
Wss zenuwzieke man
●
pelgrims van in Luik komen tot in Gent om het reliek te vereren => zegt iets
over de mobiliteit van de middeleeuwse mens
●
raakt hostie aan, valt op de tegelvloer en blijft liggen => stond vervolgens
recht en gooide één van zijn krukken weg (“Wee mij, als ik die nog ooit
aanraak”) => is genezen en haast zich naar huis
●
mirakelverhalen als catalogi voor ziektes
Lex Salica
= 'Recht van de Saliërs' (persoonsgebonden recht)
Eén van de Merovingische vorsten besloot dit gewoonterecht te codificeren om een bepaalde
interpretatie van het recht vast te leggen en als standaard te gebruiken. Het ging vooral om
privaatrecht en de interpretatie was heel koningsgezind.
111
100 – Titel – Text: de tekst werd doorgegeven en aangepast, dus we hebben geen flauw idee
hoe het oraal recht eruit zag => teksten zijn heel fluide: 100 – Titel – Text = neerslag die
100 bepalingen weergeeft
112
31
§1: moord op – 12 jarige: boete van 600 schellingen AAN DE FAMILIE
§2: slaan van een zwangere vrouw tot ze sterf: 300 schellingen
§3: kind in lichaam van de moeder doden: 100 schellingen
32
vrouw die al kinderen heeft: 600 schellingen
33
§1: oude vrouw doden: 200 schellingen
Hieruit kunnen we afleiden dat men geldsommen moest betalen aan de familie om zo bloedvetes uit
de weg te gaan.
Dit recht werd opgesteld in functie van het in stand houden van kleine stammen: FUNCTIONEEL
RECHT: men bepaalde wat de SCHADE was die na een moord aan de familie was aangericht. Het
toekennen van deze economische waarde toekennen zegt echter niets over de manier hoe de mensen
toen met elkaar omgingen.
Capitularia
= NIEUW recht, niet het optekenen van gewoonterecht => dit voorbeeld is uitgebracht door het hof,
maar is lacunair (opdracht in trant van: 'denk eraan om dit of dat te doen')
113
60
Volumus...
●
In de kerken moeten waarachtige canonieke boeken bewaard worden =
typisch Karolingisch: vorst moeit zich in kerkelijke aangelegenheden
●
typisch Karolingisch recht: “zoals ik al vele malen in andere teksten heb
gezegd”
=> DUS: dit is de schriftelijke neerslag van een tekst die niet bedoeld was om
bewaard te worden
=> documenten die zich tussen de wetgeving en correspondentie bevinden =
heel moeilijk genre
=> staat vol met frustratie van de vorsten dat reeds uitgevaardigde regels niet
worden nageleefd
2. Ut laici...: elke leek moet geloofsbelijdenis en Onze Vader kennen
3. Comites...:dat graven en edelen hun recht vanbuiten kennen
4. Prae...: vorst als vertegenwoordiger van God
Olims
= Eén van de vroegste documenten die uitgaan van de rechtspraak van de koning van Frankrijk
115
Onderzoek gevoerd door de confederatie van Corbie en dit bracht 9000 lb. Op
=> confederatie = handelsorganisatie: verschillende handelaars leggen geld samen om te
investeren om zo grote winsten eruit te halen
=> niet naar de zin van de koning, die een soort belasting oplegt
Recueil de documents
= middelfranse teksten die uitgaan van de baljuw van Amiens
118
343
De verantwoordelijken van de gilden van de lakenproductie in Amiens leggen klacht
neer dat zij de werkuren respecteren, terwijl dit in andere steden niet gedaan wordt
=> oneerlijke concurrentie!
119
alles wordt opgetekend (pleidooien, vaststellingen...)
Gysseling
124
Kenmerken:
●
zegel is opgeplakt
●
eerste lijn: heel geverticaliseerde letters > laat – antieke notariaat
●
vanonder: raar monogram => soort bewijs dat vorst niet bijster geletterd was: hij trok
enkel lijntjes tussen de letters
125
141
samenvatting opgesteld door de uitgever = regest
126
poging tot weergeven van de vorm van een oorkonde in een uitgave
Oorkonden van de St. - Salvatorabdij te Ename
129
91
regest (geschreven door uitgever van de oorkonde) => wie? welke rechtsakten
worden verleend?
15
vage datering (in de oorkonde zelf staat geen datum)
16
soort stuk, hoe dateren, waar vinden
17 – 21
Gerard van Maalbruch kocht in de tijd dat hij almoezenier WAS een
bepaald bos dat in twee delen verdeeld was nabij Ogi. Eén van de
twee delen kocht hij ten behoeve van zijn zwager. (Hij deed dit vanuit
zijn functie als aalmoezenier)
=> bos was interessant voor de teelt van varkens en voor hout
Essentiële kenmerken van notitia: wie, wat en wie er getuigen zijn (dit is heel belangrijk door de
afkomst van de orale cultuur: bewijzen dat het stuk en de rechtsakt echt zijn)
Liber Traditionum
= Cartularium dat volgens logische redenering is ingedeeld (volgens domeinen) + cartularium
waarin enorm is ingegrepen in de tekst: foefelen in de tekst, verbranden originelen...
131
83
1
eodem anno = 'in hetzelfde jaar': stond niet in het origineel...
7
idoneis testibus: GESCHIKTE getuigen: belang van de mondelinge
overlevering: voor een betrekkelijk onnozele schenking wordt de graaf van
Vlaanderen erbij gesleurd (Arnulfi Iunioris)
13
'Ook ik heb dit gezien en opgeschreven => aanwezig zijn bij transactie (vidi)
is belangrijker dan het opschrijven
Mathildes gift
132 A: kort, maar heel gedetailleerd beeld van hoe een rechtsakte gebeurd is (symbolische
aspecten)
1–9
op sterfbed roept een nobele dame een aantal mensen samen en schenkt hen een aantal
bezittingen ter verlossing van haar ziel
=> in ruil voor schenkingen bidden de monniken voor de eeuwigheid van haar ziel
=> zo worden familieleden die erfgenaam waren gepasseerd
5
* molen = hart van een rurale gemeenschap (molenrecht was exclusief)
* 1 / 3 van de tiende: kerkelijke belasting die iedereen verondersteld was van te geven =>
vaak werd 1 / 3 aan de eigenaar van de grond gegeven
8
“die nu nog in leven is” => oorkonde is opgesteld vele jaren na de rechtshandeling met de
dochter als getuige
13
settlement na de dood van Mathilde => indicatie dat tekst LATER is opgesteld
17
zoiets staat NOOIT in een carta: geen officieel onderdeel van de rechtshandeling: context
22
Wido wou “vodden” vermijden met de familie => op allerplechtigste moment familie tot
discussie uitdagen => niemand durfde reageren
23
hij is gegeneerd om dat voor de familie te weigeren => voert niet de volledige ritus uit (stok
achter de deur)
35
geen bestraffing volgens het zwakke burgerlijke recht, maar dreigen met kerkelijke straffen
38 – 45
enorm veel getuigen => belang van de mondelinge herinnering
De tekst is ongeveer 25 jaar na de rechtshandeling opgesteld => vandaar dat het 'verhaaltje'
onthouden werd...
Formulierboek
= voorbeeldboek dat voor kanselarijen en notarissen als gids moet dienen bij het opstellen van
oorkonden of juridische documenten => ideale toetssteen bij het ontmaskeren van vervalsingen
(MAAR: formulierboeken werden niet rigide gevolgd...) Concreet gaat het hier om een uitgave van
Karolingische en Merovingische teksten.
133
14
19
belofte van een schenking aan de echtgenote door de echtgenoot => 20 – 28
= standaardtekst waarin relevante namen moesten ingevuld worden
20
ill. = ... => invullen namen
29
lata est ___ => bedrag dat geschonken werd aan de weduwe
Le dénombrement des foyers
('haardtellingen' >> foyer = gezin)
135 – 136
137
Statistische verwerking van de haardtellingen
●
IM = intra muros
●
EX = extra muros
●
inhabitées: interessant om te bestuderen welke schade bv. epidemieën
aanrichten
●
couvants = kloosters
●
béguinages = begijnhoven
hoe het eruitziet in een Middeleeuwse bron
138
1
Nivele = Nijvel
26
* bewoende = aantal haarden = aantal huizen
* prochiaen = dorpspriester
* arme: beneden een bepaalde inkomensgrens waardoor zij geen belastingen kunnen
betalen
* Gruenendale: kloosterlingen zijn vrijgesteld van belastingen
Polyptiek van St. Omaars en St. Bertijns
= heel verleidelijke bronnen voor economische studies, aangezien het blijkbaar om seriële gegevens
gaat
4 – 7 voorbeeld:
141
●
bunders voor het grazen van 30 varkens
●
huizen en slaven (werken 3 dagen per week)
●
2 ancillae (horige vrouwen) maken 2 lakens per jaar
Polyptiek van de St. Baafsabdij
●
besef dat polyptieken zich niet zo goed lenen tot dynamische werking van een klooster
●
verschriftelijking is groter
=> DUS: minder in detail
142
1
inkomsten voor infirmerie
2
goederen toebehorend aan de aalmoezenarij
Domesday Book
In Kingston Hundred: verschillen tussen situatie voor 1066 en erna
●
klein domein
●
veel details
●
wel dynamiek, maar men gaat ervan uit dat de situatie na 1066 gelijk zal blijven tot het
einde der tijden
Transport van Vlaanderen
Na verloop van tijd: toepassen van een vaste verdeelsleutel, zonder rekening te houden met de
economische toestand (transport geeft geen idee van de WERKELIJKE rijkdom)
Gentse stads- en baljuwsrekeningen
Baljuw
= vertegenwoordiger van het centrale gezag met bevoegdheden op juridisch vlak (HIER:
centraal gezag = Bourgondisch Hof
Rekeningen die in kaart brengen hoe de baljuw de opbrengsten van rechtszaken in eigen zak stak en
er rekenschap van aflegde. Zijn interesse is geld, aangezien dit ambt verpacht werd per hoogste
opbod en hij dus winst uit zijn positie wilde halen. De bewaringsreden van dergelijke documenten
is de volgende: de baljuw moest een kopie van de rekening overmaken aan de centrale overheid,
zodat de documenten in archieven terechtkwamen. Vormelijk hebben deze rekeningen veel gemeen
met rechtsbronnen.
150
16 – 17
calengieren = beboeten => een vechtpartij wordt beboet
20
blijkbaar ernstiger dan vorige
● of vrouw van stand
● of hij heeft harder geklopt
21 – 23
* quaden eed = valse eed (meineed)
* gheproeven = bewezen
26 – 29
2 personen hebben 2 mannen betaald op meineed af te leggen
=> ernstig misdrijf in de context van een rechtszaak
=> dit wordt heel zwaar bestraft, maar in voorafgaande periodes wordt dit
anders bekeken
30 – 31
waterafvoer gestopt => beboet: er was zowieso al een probleem met de
hygiëne in middeleeuwse steden, en als er dan nog een of andere pipo de
waterafvoer blokkeert, is het helemaal in orde
32 – 33
blijkbaar zijn er verschillende baljuws werkzaam in Gent
151
40
Rechtszaak:
● Roemporten = eigennaam
● oude kalle = oude vrouwtje
● ghejustichiert = terechtgesteld
● brande = brandstapel
● 20 s. 4 d. = kosten van de rechtszaak
152
1
* it. = item
* vierschare = rechtbank
* taelman = verantwoordelijke van de vierschare
3
Biecht werd niet afgenomen tijdens de rechtsgang omwille van het biechtgeheim,
maar net voor de terechtstelling
4
Ze hebben haar vastgeketend in het kasteel (het Gravensteen) => dit is geen verloren
uitgave wat de ketting blijft in het kasteel...
6
gheberrent = gebrand
9
geradbraakt
14
zeele = touw
scoren = ?
20
wede = lengtemaat
152
Rekeningen van de Stad Brugge
Dit is een vroegere tekst dan de voorgaande, dus is ze in het Latijn opgesteld. Bovendien gaat ze uit
van een stedelijke administratie. De ambten werden niet verpacht, maar de ambtenaren werden
aangesteld voor het leven.
154
9
inkomsten van de Hanze (belastingen): Brugge was een Hanzestad
=> Belangrijk omdat er staat WAAROP er belastingen zijn geheven
Brugse Poorterboeken
= inschrijvingslijsten van nieuwe inwoners van de stad die onder het stedelijk recht vallen (poorters
hadden een speciaal juridisch statuut)
=> TOELATING:
diegene die in ruil voor het poorterschap enige garanties van kapitaal kon
geven =>DUS:poorters zijn mensen die door het stadsbestuur interessant
werden gevonden
Deze tekst is een uitgave van een poorterboek. Oorspronkelijk was dit chronologisch geordend,
maar Parmentier heeft deze alfabetisch geordend.
156
157
1
poortersneeringhe = kleine zelfstandige
2
* Doornik
* wil ZELF ambacht gaan uitoefenen
=> “bevrijd”: het beroep van tinpotgieter was fiscaal interessanter om uit te
oefenen in Brugge dan in Doornik
10
religieuze oorsprong van ambachten
13
kersschieter = kaarsgieter
minder info door formalisering (bepaalde vereisten worden als zodanig vanzelfsprekend
gezien dat ze niet meer werden opgetekend)
Stifskirche des Hl. Viktor zu Xanten
Een kapittel was een groep gewijde mensen die verbonden waren aan een religieuze instelling, vaak
een kathedraal. Er waren seculiere en reguliere kapittels. Ze bouwden een groot sociaal netwerk uit
door middel van leden en schenkingen. Dit geeft ons wat informatie over de rekrutering.
159
1
E III Kal. Oct = 4de kalenden van oktober
=> tekst is een obituarium (dus geen jaartallen)
=> MAAR: mengvorm: biedt extra informatie
17
ontzettend veel afkortingen = moeilijk om te ontcijferen
● nat. = nativitas = geboorte => DUS: sterfdag (“geboren in het rijk der
Hemelen)
● s.= sanctus
● epi. = episcopus (bisschop)
● mr. = martyr => DUS: late Oudheid / vroege ME
● o = obiit (sterft)
● pbr = presbiter (priester)
=> PROBLEEM: Wie zijn deze mensen? Waar komen ze vandaan? Wanneer zijn ze
gestorven? Wat hebben ze met Xanten te maken? Geen idee...
=> vage indicatie ahv namen: allemaal germaanse namen, dus typisch
vroegmiddeleeuws
19 – 21
2 priesters die samen met Willibrord het Woord verspreiden, stierven bij de
oude Saksen, en er brandden twee lichtjes bij hun lichamen om te tonen waar
ze lagen en deze vertelden wat ze gedaan hadden
160
6
* laec. = leek >> duidelijke identificatie
* 3 wijngaarden als schenking aan de kapittel van Xanten in ruil voor eeuwig waken
over het zieleheil
162
Heilige Calistus werd gemarteld onder het keizerschap van Alexander Severus. Hij kreeg
een visioen van één van zijn reeds overleden priesters en werd op zijn gemak gesteld, zodat
hij klaar was de marteldood te sterven. De soldaat die hem bewaakt heeft zweren, die
Calistus geneest en bovendien bekeert hij terzelfdertijd ook de man. Alexander hoort dit en
laat de soldaat ter dood brengen. Calistus wordt in een put gegooid, maar wordt later gered.
164
= manuscript van deze tekst
L: data in één hand
R: allerlei verschillende handen => aanvullingen
=> LEVEND MANUSCIPT
=> extra middel om dit soort bronnen te doorgronden (dateren van de handschriften)
Regesten van de Gentse staten van goed
EDITIE: niet gekopieerd, maar de tekst werd herwerkt tot statistisch bruikbare gegevens.
166
4979 * roerend bezit => opbrengsten
* kapoenen = gecastreerde hanen
Download